• No results found

Begeleiding tijdens het proefverlof

In document Dertig jongeren met een PIJ (pagina 114-118)

5. Extramurale fase

5.5 Begeleiding tijdens het proefverlof

5.5.1 Formeel kader

De jeugdreclassering dan wel de reclassering is belast met de begeleiding van de jeugdige tijdens het proefverlof en houdt toezicht op het dagelijkse verloop van het proefverlof (art. 46, lid 1, Rjj). In de meeste gevallen zal de begeleiding door de reclassering worden uitgevoerd, aangezien de meeste jongeren meerderjarig zijn op het moment dat zij met proefverlof gaan. De reclassering beoordeelt in

115

eerste instantie of de activiteiten naar behoren worden verricht en of de voorwaarden naar behoren worden nageleefd. De reclassering kan in dat kader opdrachten geven aan de jeugdige. De

reclassering kan ook wijzigingen in het proefverlofplan aanbrengen, bijvoorbeeld met betrekking tot de wijze of het tijdstip waarop de activiteiten tijdens het proefverlof uitgevoerd worden. Deze wijzigingen geeft de reclassering door aan de inrichting (art. 46, lid 1, Rjj).

De reclassering rapporteert regelmatig aan de inrichting over het verloop van het proefverlof. De eerste rapportage vindt plaats na de eerste maand. Vervolgens rapporteert de reclassering elke twee maanden (art. 46, lid 2, Rjj).

5.5.2 De cases

In Tabel 5.8 is te zien welke begeleiding de jongeren hebben gekregen tijdens hun proefverlof. De tabel is gevuld met informatie vanuit de dossiers en is aangevuld met informatie uit de interviews. Alle jongeren krijgen tijdens hun proefverlof begeleiding van hun ITB-er met uitzondering van Uitstromer 1 en Uitstromer 2. De ITB-ers werken met het programma Work-Wise. Uit de dossiers is niet op te maken welke module van Work-Wise per jongere is ingezet. Naast een ITB-er krijgen de jongeren een reclasseerder toegewezen. Eén jongere heeft vanwege zijn minderjarigheid een jeugdreclasseerder. De andere jongeren vallen onder de volwassenreclassering. Naast begeleiding door de ITB-er en reclasseerder krijgen acht van de twaalf jongeren nog een andere vorm van hulp. Drie jongeren krijgen begeleiding vanuit de instelling waar zij wonen. Zes jongeren krijgen

specialistische hulp, bijvoorbeeld verslavingszorg of gezinstherapie. Van deze zes jongeren krijgen twee jongeren ook begeleiding vanuit het Jeugd Interventie Team (JIT). Deze begeleiding richt zich op de resocialisatie van de jongeren in de maatschappij.

Tabel 5.8 Begeleiding tijdens proefverlof

Casus ITB Reclassering Overige begeleiding/ Interventies

Instromer 4 ITB Volwassenreclassering - Instromer 9 ITB Volwassenreclassering -

Instromer 16 ITB Volwassenreclassering Forensische psychiatrie Uitstromer 1 - Jeugdreclassering -

Uitstromer 2 - Volwassenreclassering

Begeleiding wooninstelling + forensische psychiatrie

Uitstromer 6 ITB Volwassenreclassering - Uitstromer 7 ITB Volwassenreclassering GGZ

Uitstromer 8 ITB Volwassenreclassering Begeleiding wooninstelling + JIT + verslavingszorg Uitstromer 9 ITB Volwassenreclassering JIT + verslavingszorg

Uitstromer 12 ITB Volwassenreclassering Begeleiding wooninstelling + verslavingszorg Uitstromer 13 ITB Volwassenreclassering Wooninstelling

Uitstromer 14 ITB Volwassenreclassering

Begeleiding wooninstelling + budgetteringscursus via reclassering

ITB-er

In de interviews met de behandelcoördinatoren en de ITB-ers kwam de rol van de ITB-er aan de orde. De jongeren krijgen een ITB-er toegewezen ruim voordat het proefverlof begint of zelfs in zicht is. In de eerste periode werken de ITB-er en jongere aan het opbouwen van een vertrouwensband. Als het proefverlof in zicht komt, wordt het contact intensiever en bereiden de ITB-er en de jongere het proefverlof voor. De ITB-er gaat bijvoorbeeld met de jongere mee op intake voor een opleiding. Gedurende de geslotenheid heeft de jongere contact met zowel zijn ITB-er als behandelcoördinator. Wanneer hij op proefverlof gaat, heeft hij vanuit de inrichting in principe alleen nog contact met zijn

116

ITB-er. In één van de inrichtingen neemt de reclassering de begeleiding van de jongere tijdens het proefverlof geheel over en is de ITB-er alleen nog op de achtergrond betrokken. Bij een STP heeft de inrichting wel financiële middelen om Work-Wise in te zetten, maar bij proefverlof niet. Er worden wel uitzonderingen gemaakt. Twee van de twaalf jongeren zijn vanuit deze inrichting uitgestroomd. De ITB-ers noemen een aantal voorbeelden van activiteiten die zij ondernemen: hulp bij het opstellen van een sollicitatiebrief en cv, samen met de jongere opnieuw contact leggen met familieleden, samen met de jongere op gesprek gaan om een uitkering te regelen, samen met de jongere bij een sportvereniging kijken, samen met de jongere naar een intakegesprek voor een stageplek gaan en gesprekken voeren met school.

De intensiteit van het contact met de ITB-er verschilt per jongere en hangt af van de fase van het proefverlof. Ook de afstand tussen de inrichting en de woonplaats van de jongere bepaalt of er vooral telefonisch overleg is of dat de ITB-er regelmatig langs gaat. Verschillende ITB-ers geven aan dat zij in de eerste fase van het proefverlof één a twee keer in de week contact hebben met de jongeren. Naarmate het proefverlof vordert en goed verloopt, neemt de intensiteit af tot één contact per week of één contact per twee weken. In het begin gaat de ITB-er regelmatig langs bij de jongere, in een later stadium vindt het contact vooral telefonisch plaats. Tijdens het proefverlof onderhoudt de ITB-er het contact met de behandelcoördinator.

Reclassering

De relatie tussen de jongere en zijn reclasseerder is heel anders van aard dan die met zijn ITB-er. Jongeren beschouwen de reclasseerder, volgens de ITB-er, vooral als iemand die hen controleert. De rol van de reclasseerder is dan ook meer gericht op toezicht houden en minder op het bieden van begeleiding. Sommige jongeren zijn bang voor hun reclasseerder, zo zegt een van de ITB-ers. Er zijn zes behandelcoördinatoren/ITB-ers die expliciet benoemen of zij de samenwerking met de

reclassering goed vonden verlopen. In vier zaken zijn zij op dit punt tevreden, in twee zaken zijn zij minder tevreden. Uitstromer 8 is een voorbeeld waarbij de behandelcoördinator tevreden is. De reclasseerder is bij de laatste twee behandelplan besprekingen aanwezig geweest en heeft zo kunnen meedenken wat een goede vervolgplek voor de jongere zou zijn. Twee behandelcoördinatoren zijn minder positief. Zo kreeg Uitstromer 12 pas in een laat stadium een reclasseerder toegewezen waardoor hij zijn reclasseerder pas voor het eerst ontmoette toen zijn proefverlof al van start was gegaan. Volgens zijn behandelcoördinator en ITB-er is de samenwerking met de reclassering inmiddels verbeterd. Het contact dient nu officieel zes maanden voor het begin van het proefverlof opgestart te worden, zodat dat aan de ene kant de jongere en reclasseerder de tijd hebben om een vertrouwensband op te bouwen en aan de andere kant de reclassering een meer adviserende rol kan gaan spelen en er genoeg tijd is om voorbereidingen te treffen.

Een behandelcoördinator stelt meer in het algemeen dat de reclassering soms absurde voorwaarden stelt aan het begeleiden van een jongere, bijvoorbeeld dat de jongere een bepaalde therapie volgt, terwijl dat volgens de behandelcoördinator niets toevoegt aan de therapieën die de jongere reeds heeft gehad. Een andere algemene opmerking heeft betrekking op de „machtspositie‟ van de

reclassering. Begeleiding door de reclassering is vereist om een proefverlof te kunnen starten. Soms gaat een proefverlof niet door, omdat de reclassering de jongere niet wil begeleiden. Volgens een behandelcoördinator komt dit doordat de reclassering vooral kijkt naar de veiligheid van de

maatschappij en minder naar de individuele jongere. De inrichting loopt dan tegen muren aan, want de jongere moet immers op een gegeven moment wel naar buiten.

117 Overige begeleiding

De opmerkingen van de behandelcoördinatoren en ers over de begeleiding naast die van de ITB-er en reclasseITB-erdITB-er gaan vooral ovITB-er de samenwITB-erking met andITB-ere instanties. Daarnaast lichten zij in twee gevallen toe waarom de begeleiding niet van de grond is gekomen. In beide gevallen ging het om drugshulpverlening, wat vaak op vrijwillige basis gegeven wordt. Uitstromer 8 was hier onvoldoende gemotiveerd voor, waardoor de hulp niet is doorgegaan. Bij Uitstromer 12 zou de begeleidende wooninstelling de jongere aanmelden, maar dat is nooit gebeurd, waardoor de hulp niet van de grond gekomen is.

Wat betreft de samenwerking met andere instanties, zijn de behandelcoördinatoren en ITB-ers in het algemeen tevreden. Zo zeggen twee ITB-ers goed contact te hebben gehad met de school van de jongeren. Een andere ITB-er is tevreden over de samenwerking met de wooninstelling van de betreffende jongere. De behandelcoördinator van Uitstromer 12 is niet tevreden over het optreden van de wooninstelling waar de jongere tijdens zijn proefverlof verbleef. De instelling rapporteerde niet over de voortgang zoals was afgesproken en meldde geen incidenten aan de ITB-er. Toen het proefverlof inmiddels was afgebroken, heeft de inrichting een klachtbrief naar de wooninstelling gestuurd en heeft er vervolgens een gesprek plaatsgevonden.

Uitstromer 7 kreeg tijdens zijn proefverlof hulp vanuit de GGZ. Zijn behandelcoördinator beoordeelt de samenwerking als prima. Wel zou hij willen dat er meer betrokkenheid is vanuit de GGZ tijdens de periode voorafgaand aan het proefverlof. Nu gaat de therapeut eerst zelf kijken wat er met de jongere aan de hand is. Het liefst zou de behandelcoördinator zien dat hij de eerste twee gesprekken samen met de GGZ-therapeut doet.

Er zijn acht jongeren die tijdens de interviews hun mening geven over de begeleiding die zij tijdens hun proefverlof gehad hebben. De vijf jongeren die over hun ITB-er vertellen zijn alle vijf tevreden. Meerdere jongeren geven aan dat ze altijd terecht konden bij hun ITB-er en dat hun ITB-er

praktische zaken voor hen regelde.

De tevredenheid over de reclassering wisselt per jongere. Drie jongeren zijn positief over hun reclasseerder. De andere vijf jongeren zijn minder tevreden, zij vinden in ieder geval dat ze weinig aan de reclassering hebben gehad.

Uitstromer 7 was tevreden over zijn eerste reclasseerder, maar toen hij een nieuwe reclasseerder kreeg had hij daar geen goed gevoel bij. „Ik voelde me ook genept door hem. Hij zei tegen mij dat hij er voor was om de PIJ niet te verlengen, maar op de zitting pleitte hij ineens voor verlenging met zes maanden.‟ Verschillende jongeren vertellen dat de reclasseerder vooral in de gaten houdt of je niks fout doet en je anders op de vingers tikt. Uitstromer 1 heeft alleen begeleiding van zijn reclasseerder gehad en niet van zijn ITB-er tijdens het proefverlof. Hij vond dat niet erg.

Twee jongeren geven hun mening over de begeleiding die zij hebben gekregen naast de begeleiding van de ITB-er en de reclasseerder. Beide zijn over deze begeleiding tevreden, ze hebben er „wel wat aan gehad‟. Uitstromer 8 licht toe dat het wel verwarrend is om van zoveel verschillende mensen begeleiding te krijgen. Het was voor hem onduidelijk wie wat deed.

118

In document Dertig jongeren met een PIJ (pagina 114-118)