• No results found

Beeldende vorming:

In document Acceptatie (pagina 36-45)

Naam student: Madelon van der Spek Stageschool: de Peppel

Klas: Mentor: Meike Berendse

Schoolvak: kunst bekijken/ beeldende vorming Groep / klas: groep 7/8

Datum: Aantal leerlingen: 20

Bedenken vooraf

1. Welke leervragen heb ik ten aanzien van het pedagogisch handelen tijdens deze activiteit? 2. Welke leervragen heb ik ten aanzien van de inhoud van deze activiteit?

3. Welke persoonlijke leervragen hen ik ten aanzien van deze activiteit?

1.De leerdoelen die kinderen moeten halen (doelstelling): wat moeten de kinderen kennen en/of kunnen aan het einde van de les?

o De kinderen kijken met verschillende ogen naar kunst o De kinderen kunnen verschillende schilders benoemen.

o De kinderen kunnen inbeelden en een tekening maken waarbij acceptatie centraal staat

2. De beginsituatie van de kinderen: wat moet ik over hen weten? Wat weten en kunnen de kinderen al? o De kinderen vinden het leuk om tekenles te hebben

o Ik heb al meerdere keren teken les gegeven en de kinderen zijn hier erg enthousiast over.

o De kinderen hebben tot nu toe alleen maar gewerkt met een opdracht waarbij ze een tekening moeten verzinnen, o Doordat er een veilige sfeer heerst in de klas kunnen de kinderen veel vertellen en laten zien over kunst.. o Ik had al tip gekregen om de les niet te chaotisch te maken maar wel te zorgen dat de kinderen continu iets aan het

doen zijn.

o Ik wil wel mijn enthousiasme laten zien want zo gaan de kinderen ook mee. Wat doe ik met kinderen die de les belemmeren:

 Ik kijk de kinderen aan maar bespreek niet wat de kinderen fout doen ik geef ze eerst een waarschuwing.  Zodra de kinderen al een paar waarschuwingen hebben gehad ga ik bespreken wat ik er van vind (wat doet het met

mij, emotie tonen)

 Ik ga niet mijn stem verheffen maar blijf gewoon kalm en rustig praten. (dan blijven de kinderen ook rustig)  Ik word zelf niet chaotisch en houdt orde in de klas.

3. De leerstof: wat is de inhoud van de onderwijsactiviteit? Nieuwe leervragen:

o Hoe zorg ik er voor dat ik mijn tijdsplanning die bij het didactischmodel staat bewaak en me daar ook aan houd o Hoe zorg ik, dat de les duidelijk blijft en dat ik niet afwijk van het geen wat ik opgeschreven heb bij de stappen

van het didactischmodel.

o Hoe zorg ik er voor dat ik alle kinderen in de klas kan zien en motiveer om mee te doen met de les die ik aan het geven ben.

Leervragen :

- Let goed op je tijdsplanning - Zorg voor een goede organisatie - Formuleer je leervragen duidelijk en SMART

o Een onderwijsleergesprek over kunst aan de hand van een filmpje o De kinderen kunnen verschillende schilders benoemen o De kinderen kunnen een fragment van een schilderij natekenen

4. Evaluatie: hoe stel ik de kwaliteit vast? Welke criteria en normering hanteer ik?

 De kinderen zijn bezig met het kiezen en sorteren van verschillende schilderijen,.  Ik kan de kinderen vragen stellen die met het onderwerp te maken hebben.

Tijds- planning

Halte Didactische route

Activiteiten van de leerlingen

min. leerstof leerling leefwereld

2 1 10 2 20 3 30 4 60 minuten Voorbereiding:

o Ik zorg voor genoeg foto’s van verschillende schilders o Ik zorg voor kleine framepjes van papier of karton o Ik zorg voor het filmpje vrouwen in de kunst.

o Kopieer ook je lesvoorbereiding voor jezelf en voor de anderen.

o Zorg dat het bord leeg is, zodat je meteen kan beginnen en niet alles nog moet opruimen.

http://www.youtube.com/watch?v=nUDIoN-_Hxs

1.Start opdracht: Filmpje bekijken vrouwen in de kunst

http://www.youtube.c om/watch?v=nUDIoN- _Hxs

2.onderwijsleergesprek:

Met kinderen over kunst praten wat is kunst waarom is er kunst wat vinden we mooi aan kunst

3. start opdracht:

Foto’s klaar leggen en samen met de kinderen sorteren en bekijken.

4.tekenen:

Foto uit kiezen + uitleg geven van wat we gaan doen.

Stap 1: Introductie:

Ik geef aan dat we het vandaag over kunst gaan hebben en er met onze ogen naar gaan kijken. Ik laat een filmpje zien : vrouwen in de kunst

(dit laat ik zien omdat het heel veel schilderijen zijn die voorbij komen iedereen heeft er een mening over. De kinderen ga benomen wat ze wel en niet mooi vinden ze vormen een mening. ook gaan ze met elkaar in gesprek waarom ze iets wel en niet mooi vinden. Ze accepteren elkaar mening en gaan met respect om met elkaar keuze)

Stap 2:

Onderwijs leergesprek

 We gaan het hebben over kunst

 wat vind ik mooi (mening)

 wat vind ik niet mooi. (mening en accepteren dat een ander het wel mooi kan vinden) Waarom vinden we kunst mooi

 waar kunnen we het vinden

 welke vrouw is je het meest opgevallen (het zijn bijna allemaal treurige vrouwen)

 waarom zou ik alleen maar vrouwen hebben laten zien? (vrouwen waren vroeger de personen die mannen graag schilderde)

Ik zorg voor een rustige uitstraling en dat ik duidelijk praat. Ik proberen niet te beginnen met “ eeee” Ik ga niet te diep in op vragen die de kinderen stellen en geef aan hoeveel kinderen in een beurt geef ,. Zorg dat het rustig blijft zo dat we goed door deze stap heen kunnen.

Stap 3: Foto’s bekijken

Er liggen een hoop foto’s op tafel ik vraag het volgende aan de kinderen

 pak de foto die je het mooiste vind

 pak de foto die je het lelijkst vind

 wat is het verschil tussen deze 2

 pak en foto waarvan je denkt dat je die in je huis zou willen hangen

 pak een foto die een combinatie zou kunnen vormen met die eerste foto

 pak een foto die totaal verschillend is als de eerste foto

 leg de foto’s die de kinderen in hun hand hebben op een tijdslijn

 probeer de foto’s te ordenen in verschillende groepjes

regels:

 de kinderen moeten een stap van de tafel af zetten

 ze moeten voorzichtig zijn met foto’s en kaarten

 niet aan elkaar zitten tijdens de les

 wanneer ze gaan vervelen mogen ze naar de gang.

 Ik geef aan wanneer het stil moet zijn en dan verwacht ik dat ook.

 Ze moeten elkaars keuze respecteren

 Ook moeten ze met respect met het materiaal omgaan

Stap 4 Tekenen

Ik heb alle vellen en framepjes klaar liggen en ga vertellen wat we gaan doen.

De kinderen mogen hun mooiste foto uitkiezen hier mee gaan ze op hu plek zitten. Ze krijgen een vel en een framepje. Het framepje stelt hun A4 papier voor. Ze mogen het framepje ergens op hun foto leggen en dit stuk gaan ze dan na tekenen. Ze tekenen dus niet het hele schilderij na maar een fragment.

Het zijn allemaal foto’s met een Bijbelse betekenis en ze horen bij verhalen die herkenbaar zijn voor de kinderen. Omdat deze foto’s oud zijn en dus niet van deze tijd mogen ze hem een beetje oppimpen

Ze mogen dan ook een naambordje maken met de schilder er op en een prijskaartje voor in het museum.

 Wanneer er storend gedrag vertoond wordt gebruik ik boven staande middelen werkt dit niet zet ik deze kinderen voor in de klas en gaan we samen werken.

Reflectie:

Ik was met de kinderen al begonnen bij het kunst bekijken. De kinderen hebben al kennis gemaakt met afbeeldingen van het christelijk geloof. In dit deel van de les gaan ze de afbeelding die ze gekozen hebben als mooiste een deel natekenen. Ze hebben allemaal een frame van een dia en die mogen ze over een deel van de afbeelding neer leggen . Dit deel gaan ze precies natekenen en de rest van het vel word eigen invullen zo als zij kijken naar de afbeelding.

De kinderen wisten allemaal welke foto ze hadden uitgekozen en hebben op de achterkant van hun a4 vel geschreven hoe ze over de tekening dachten. Iedereen is begonnen met het natekenen van de afbeelding. Sommige hebben meer aanleg dan de andere en daarbij lukte het dan ook makkelijker.

Ik had aangegeven dat ze de tekening af moesten maken hoe hun gedachten was bij de tekening. Sommige kinderen hadden een vrolijke opvatting er over en hebben de tekening afgemaakt met vrolijke kleuren en met ronde vormen. Sommige kinderen hebben het getekend met houtskool en hebben veel vegen gebruikt omdat het vaag was en somber. Iedereen had een andere kijk op wat er op hun afbeelding stond.

Ik merkte wel dat ik vaak te veel dingen aan de kinderen geef. Er waren een aantal kinderen die niks konden verzinnen bij hun tekening. Daarbij heb ik hen geholpen met een paar voorbeelden. Deze voorbeelden hebben ze toen ook gebruikt. Ook teken ik vaak iets voor bij de kinderen. Dit komt omdat ik het zelf ook leuk vind om te tekenen. Dus in een paar tekeningen komt echt duidelijk naar voren dat ik meegeholpen heb.

Wat ook een valkuil voor me is, is dat ik het ook leuk vind om te tekenen. Dus de kinderen waren allemaal bezig en ik heb op het digibord een tekening gemaakt die bij het thema paste. Op dit moment ben ik de kinderen een beetje uit het oog verloren.

Ook een punt om over na te denken was de sfeer in de groep. De klas vind het erg lastig om individueel te werken. Iedereen is met elkaar bezig en moet zien wat een ander doet. Zo werd er ook veel door de klas gelopen en veel overlegd wat ze konden doen met hun tekening. Mijn regels ware duidelijk in de klas en daar werd ook naar geleefd het eerste half uur. Na die tijd hadden ze door dat ik niet streng genoeg was en gingen ze een loopje met me nemen.

Filosoferen:

Naam student: Madelon van der Spek Stageschool: de Peppel

Klas: Mentor: Meike Berendse

Schoolvak: filosoferen Groep / klas: groep 7/8

Datum: Aantal leerlingen: 20

Bedenken vooraf

1. Welke leervragen heb ik ten aanzien van het pedagogisch handelen tijdens deze activiteit? 2. Welke leervragen heb ik ten aanzien van de inhoud van deze activiteit?

3. Welke persoonlijke leervragen hen ik ten aanzien van deze activiteit?

1.De leerdoelen die kinderen moeten halen (doelstelling): wat moeten de kinderen kennen en/of kunnen aan het einde van de les?

o De kinderen luisteren naar een verhaal en weten dat te koppelen naar zichzelf o De kinderen kunnen een zin benoemen waar zij voor staan

o De kinderen kunnen een verhaal schrijven bij een afbeelding en daarbij hu eigen gevoelens laten zien

2. De beginsituatie van de kinderen: wat moet ik over hen weten? Wat weten en kunnen de kinderen al? o De

Wat doe ik met kinderen die de les belemmeren:

 Ik kijk de kinderen aan maar bespreek niet wat de kinderen fout doen ik geef ze eerst een waarschuwing.  Zodra de kinderen al een paar waarschuwingen hebben gehad ga ik bespreken wat ik er van vind (wat doet het met

mij, emotie tonen)

 Ik ga niet mijn stem verheffen maar blijf gewoon kalm en rustig praten. (dan blijven de kinderen ook rustig)  Ik word zelf niet chaotisch en houdt orde in de klas.

3. De leerstof: wat is de inhoud van de onderwijsactiviteit? o Een verhaal met als thema onbegrip

o De kinderen zoeken een zin uit het verhaal dat bij hun past of waar zij iets bij voelen

o De kinderen kunnen aan de hand van een zin een verhaal schrijven bij de plaat die zij op het bord hebben staan Nieuwe leervragen:

o Hoe zorg ik er voor dat ik mijn tijdsplanning die bij het didactischmodel staat bewaak en me daar ook aan houd o Hoe zorg ik, dat de les duidelijk blijft en dat ik niet afwijk van het geen wat ik opgeschreven heb bij de stappen

van het didactischmodel.

o Hoe zorg ik er voor dat ik alle kinderen in de klas kan zien en motiveer om mee te doen met de les die ik aan het geven ben.

Leervragen :

- Let goed op je tijdsplanning - Zorg voor een goede organisatie - Formuleer je leervragen duidelijk en SMART

Tijds- planning

Halte Didactische route

Activiteiten van de leerlingen

min. leerstof leerling leefwereld

2 1 10 2 15 3 30 4 60 minuten Voorbereiding:

o Ik zorg voor een verhaal met als thema onbegrip. o Ik zorg voor 25 zinnen uit het verhaal

o Ik zorg voor een afbeelding die bij het verhaal past

o Zorg dat het bord leeg is, zodat je meteen kan beginnen en niet alles nog moet opruimen.

1.Start opdracht: Bijbel verhaal onbegrip

2. zinnen zoeken die bij je past

3. start opdracht: 2 tallen tekst schrijven

4. eind verhaal voorlezen en reageren

Stap 1:

Een bijbel verhaal over onbegrip zoeken. Ik laat de kinderen een plaat zien:

De kinderen schrijven per team op wat ze denken bij deze plaat. Dit hoeft niet godsdienstig te zijn alles wat in hun opkomt is goed.

Stap 2:

Naderhand de kinderen een zin laten zoeken die volgens hun bij de tekst past. Zinnen van het verhaal:

 Mensen huren

 Werken in een wijngaard

 Een zilverstuk betalen

 De straat op gaan

 Een hemels koninkrijk

 Hele dag zonder werk

 Mopperen

 Werken in de hitte

 Het laatste gekomen

 Uitbetaald krijgen

Waarom past deze zin bij je? En wat denk je bij de zin? Stap 3:

In 2 tallen en tekstje schrijven voor de plaat (mag nog met van alles te maken hebben) Ze beginnen met de zin die ze uitgezocht hebben en eindigen met de zin die ze uitgezocht hebben. Het verder verhaal maakt nog niet uit als het maar met de plaat te maken heeft. De verhalen voorlaten lezen en reageren op elkaar.

- Wat vind je van het verhaal? - Past het bij de plaat ? - Waarom wel of waarom niet ?

- Wat is het belangrijkste punt in dit verhaal.

- Wat kan je er uit halen met het thema, onbegrip, acceptatie, anders zijn en omgaan met de verschillen? Stap 4

leerkracht het verhaal dat bij de plaat voorlezen en reacties van de kinderen uit lokken door open vragen te stellen. De situatie die Jezus beschrijft was in die tijd heel normaal. De markt was zoiets als het

arbeidsbureau bij ons. Vooral voor het seizoenwerk -in de oogsttijd- haalde de landeige- naar regelmatig arbeidskrachten van de markt. De werkgever was ook verplicht om een dagloner aan het einde van de dag zijn loon uit te betalen.

Het hemelse koninkrijk is immers te vergelijken met een landeigenaar die ’s morgens vroeg op weg ging om arbeiders te huren voor zijn wijngaard. Hij kwam met hen overeen, dat hij hun als dagloon een zilverstuk zou betalen en stuurde ze naar zijn wijngaard. om negen uur ging hij weer de straat op en zag op het marktplein nog andere mannen staan die geen werk hadden. Kom ook werken in mijn wijngaard, zei hij tegen hen, ik zal jullie een eerlijk loon geven. En zij gingen. Om twaalf uur en om drie uur deed de eigenaar hetzelfde. Het was vijf uur in de middag toen hij weer de straat opging en nog mensen zonder werk vond, Waarom staan jullie de hele dag zonder werk?, vroeg hij. Omdat niemand ons huurde, antwoordden ze. Komen jullie ook maar naar mijn wijngaard, zei hij. Toen het avond was geworden zei de eigenaar van de wijngaard tegen zijn opzichter: Roep de arbeiders en betaal hun loon uit, te beginnen met die het laatst en eindigend met die het eerst zijn gekomen. De arbeiders die om vijf uur begonnen waren, kwamen naar voren en kregen elk een zilverstuk uitbetaald. Toen zij die 's morgens vroeg begonnen waren, naar voren kwamen, dachten ze meer te ontvangen, maar ook zij kregen een zilverstuk, Ze namen het aan, maar begonnen tegen de eigenaar te mopperen: Die het laatst zijn gekomen, hebben een uur gewerkt en u hebt hun evenveel laten uitbetalen als ons die de hele dag zwaar hebben moeten werken in de hitte. Maar hij zei tegen een van hen: Vriend, ik doe je toch niet tekort.

Ben je met mij niet een zilverstuk als dagloon overeengekomen? Neem dan wat je toekomt en ga. 1k wil aan hem die het laatst kwam evenveel geven als aan jou. Mag ik niet met mijn geld doen wat ik wil? Of ben je afgunstig omdat ik goed ben?

1) Wat is het ongewone in dit verhaal?

2) Beschrijf in maximaal drie woorden je gevoelens als je bij de 'vroege' groep had gehoord. 3) Beschrijf ook in maximaal drie woorden je gevoelens als je bij die ‘late’ groep had behoord.

4) Verplaats je in de positie van de landeigenaar. Als jij verschillende lonen uitbetaald zou hebben, zou je daar een reden voor hebben? Zo ja, welke?

5) De werkgever noemt zichzelf 'goed'. Welke reden(en) heeft hij om zichzelf 'goed' te noemen? 6) Deze gelijkenis zegt iets over 'rechtvaardigheid' in het koninkrijk van God. Probeer

Reflectie:

Deze les is de laatste van alle lessen die ik gegeven heb. Ik had bedacht om te gaan filosoferen maar ja wat is nu filosoferen. Voor mij was het, het praten over een onderwerp en daarbij eigen menig en normen en waarden laten horen. Met elkaar praten wat de gedachten zijn bij het onderwerp. Dus met deze intentie ben ik ook de les ingegaan.

Op de pabo hadden we de zelfde opbouw van deze les ook gehad en dat heeft me zeker geïnspireerd. Ik wilde deze les ook geven maar dan met een ander verhaal dat bij mijn thema paste en dat was: onbegrip en acceptatie.

Tijdens de voorbereiding ging het goed ik had het verhaal goed in mijn hoofd zitten en had de plaat duidelijk op het digibord gezet. Ik had alleen van Meike te horen gekregen dat ik minder tijd had voor deze les dan dat ik de tijd had gehad voor de andere lessen. Dit was wel even een aanpassing maken in mijn tijdsplanning. Deze les heb ik gegeven aan het eind van de dag op donderdag. Donderdag is een drukke dag op school met veel leerstof. De leerlingen hadden deze dag ook een paar toetsen gehad voor rekenen en taal. In het begin van de middag waren ze al heel druk en was het moeilijk om ze bij de les te houden. Bij het begin van de les wilde ze wel weten naar de plaat en waren ze bij de les.

Op het moment dat ze een zin moesten kiezen en daarbij door de klas moesten lopen werd het onrustig. De kinderen waren meer bezig met elkaar dan met de les. Ik heb veel tijd verloren door de kinderen te corrigeren. Uiteindelijk had ik de klas weer onder controle en wilde ik verder gaan met het verhaal schrijven dat bij de zin hoorde. De

In document Acceptatie (pagina 36-45)