• No results found

De beïnvloeding van ondernemers met betrekking tot de rechtsvorm waarin ze ondernemen

Hoofdstuk 5 Economische effecten van de ondernemingswinstbelasting en winstbox

5.2 De beïnvloeding van ondernemers met betrekking tot de rechtsvorm waarin ze ondernemen

In hoofdstuk 2 is geconcludeerd dat er aanzienlijke verschillen zijn in de belastingheffing van particulier-ondernemers en DGA’s.173 Deze verschillen kunnen ertoe leiden dat ondernemers de keuze voor de juridische vorm waarin ze hun onderneming drijven, gedeeltelijk baseren op een gewenst belastingregime. In het Verenigd Koninkrijk is door de MIRLEES Commissie onderzoek gedaan naar eigenschappen van een goed belastingstelsel die gelden voor landen met een

63 ontwikkelde economie (MIRLEES, 2010). Het rapport legt de nadruk op belastingheffing in het Verenigd Koninkrijk en doet aanbevelingen voor hervormingen aan beleidsmakers. In het MIRLEES review wordt het verband tussen belastingen en rechtsvormkeuze gelegd.174 In dit onderzoek wordt het verband gelegd tussen incorporatie in het Verenigd Koninkrijk en dalende tarieven over winsten behaald door bedrijven.175 De onderzoekers leggen het verband tussen aanpassingen en het aankondigingen van aanpassingen in het belastingsysteem en het aantal nieuw opgerichte ondernemingen.176 De vraag is of deze gegevens ook voor de Nederlandse situatie zouden gelden. Deze vraag kan positief beantwoord worden. Net als in Nederland wordt er in het Verenigd Koninkrijk belasting geheven over de winst van ondernemingen. In het Verenigd Koninkrijk wordt er voor het heffen van belasting onderscheid gemaakt tussen inkomen dat gegenereerd wordt door

Incorporated firms en Unincorporated firms. Incorporated firms zijn wat betreft rechtsvorm goed te

vergelijken met ondernemingen die in Nederland door de Vennootschapsbelasting belast worden. Het gaat om ondernemingen die rechtspersoonlijkheid bezitten. Unincorporated firms zijn vaak ondernemingen die goed te vergelijken zijn met wat in de Nederlandse situatie worden aangeduid als eenmanszaken of als personenvennootschappen. Unincorporated firms hebben geen rechtspersoonlijkheid. In beide landen is er sprake van een soortgelijke cultuur. De economieën van het Verenigd Koninkrijk en Nederland tonen overeenkomsten wat betreft de mate van ontwikkeling. Kortom, de situatie in het Verenigd Koninkrijk lijkt sterk op de Nederlandse situatie. Het is aannemelijk dat een vergelijkbaar onderzoek in Nederland dezelfde uitkomst zou hebben als het onderzoek van de Mirlees Committee.

De keuze die ondernemers maken voor een rechtsvorm wordt beïnvloed door de hoogte van belastingen die geheven worden door overheden. In het geval dat er rechtsvormneutraliteit bestaat zullen ondernemers geen financiële prikkel meer hebben om voor een bepaalde ondernemingsvorm te kiezen. Er zijn een aantal redenen waarom beïnvloeding niet wenselijk is en waarom er gestreefd moet worden naar rechtsvormneutraliteit. Deze zullen in de onderdelen hierna besproken worden.

Transactiekosten en keuze voor rechtsvorm

In een situatie waarin geen belasting geheven zou worden, zou de keuze voor een ondernemingsvorm gemaakt worden op basis van economische afwegingen. Een ondernemer zal de voor- en nadelen van het wel of niet hebben van rechtspersoonlijkheid tegen elkaar afzetten.

Een ondernemer zal kunnen overwegen om binnen de juridische vorm van een rechtspersoon te ondernemen. Omdat er wettelijk veel regels zijn met betrekking tot rechtspersonen, zal er met partijen contractueel minder afgesproken hoeven te worden. Een gevolg van minder afspraken die in contracten opgenomen worden zijn een afname van de transactiekosten. Hier tegenover staan aanvankelijk hogere administratiekosten. Bij het oprichten van een BV zijn er immers meer administratieve handelingen vereist dan bij het oprichten van een eenmanszaak.

De ongelijkheid in behandeling van ondernemingsvormen kan de keuze voor een ondernemingsvorm beïnvloeden. Dit kan er toe leiden dat er een economisch minder efficiënte keuze gemaakt wordt.

174

Zie Mirlees, ‘Dimensions of tax design, the mirlees review’, 2010, Oxford university press, Oxford, p. 1048.

175

Het gaat hier om een daling van de Corporate tax, een belasting die goed te vergelijken is met de Nederlandse Vennootschapsbelasting.

176

Zie Bijlage 2 ‘Invloed van belastingwetgeving op gedrag ondernemers’. Hier wordt grafisch weergegeven wat de effecten van een veranderende belastingwetgeving zijn op het aantal opgerichte incorporations.

64 Een gekozen winstbelastingssysteem kan op deze manier invloed hebben op de allocatie van middelen.

Zoals uit de vorige hoofdstukken blijkt, leidt de invoering van een ondernemingswinstbelasting tot een grotere mate van rechtsvormneutraliteit. De invoering van een winstbox leidt niet tot een aanzienlijke verbetering van de rechtsvormneutraliteit. Invoering van de ondernemingswinstbelasting zal leiden tot minder beïnvloeding van rechtsvormkeuze ten opzichte van de huidige situatie en kan daarmee leiden tot lagere transactiekosten bij ondernemers.

Arbitragemogelijkheden en evenwichtige heffing van belastingen

Een belangrijk probleem dat voortkomt uit het verschillend behandelen van belastingplichtigen is de verschillende hoeveelheid belasting die belastingplichtigen betalen. Het kan zijn dat de ene groep belastingplichtigen (bijvoorbeeld ondernemers in de inkomstenbelasting), een lager percentage van hun inkomen afdragen aan belastingen dan een andere groep, terwijl beide groepen zich bezighouden met de zelfde economische activiteiten. In de Mirlees review177 (2010), worden bij dit probleem twee grenzen aangegeven: enerzijds de behandeling tussen werknemers en IB-ondernemers en anderzijds het onderscheid tussen IB-IB-ondernemers en DGA’s. In Nederland kreeg de Commissie van Dijkhuizen in 2012 de opdracht van het Kabinet om scenario’s te verkennen om te komen tot een eenvoudig, solide en fraudebestendig belastingstelsel dat bijdraagt aan de concurrentiekracht van Nederland. In het rapport dat de Commissie hierover schreef en aanbood aan de Staatssecretaris van Financiën, stelt de Commissie dat het wenselijk is om evenwicht te creëren in het belasten van verschillende vormen van inkomen.178

Er zijn een aantal argumenten aan te wijzen waarom de overheid zou willen streven naar een evenwichtige belastingheffing. Op de eerste plaats zijn er de maatschappelijke en ethische argumenten. Daarnaast zijn er ook financiële en economische argumenten.

Wanneer er grote verschillen zijn in de behandeling van groepen belastingplichtigen, zullen belastingplichtigen proberen om in een zo voordelig mogelijk systeem belast te worden. Indien een overheid dit niet tegen gaat, leidt deze binnenlandse belastingconcurrentie tot een lagere opbrengst van de belastingen. De overheid zal wetgeving invoeren die profit-seeking probeert te voorkomen. Het invoeren van dergelijke wetgeving leidt bij een belastingdienst tot hogere kosten.

Bij het ontbreken van een evenwichtige belastingheffing beïnvloedt fiscaliteit sterk de concurrentieverhoudingen. Productie vindt in deze beïnvloede situatie waarschijnlijk niet meer op de meest efficiënte manier plaats.

De integrale analyse van de winstbox leert dat de invoering de winstbox het evenwicht tussen de verschillende manieren van belasten niet verbetert. Het marginale belastingpercentage dat geheven wordt over de winsten behaald door IB-ondernemers daalt sterk. Tegenover deze daling staat het verdwijnen van de ondernemersfaciliteiten voor IB-ondernemers. Het Centraal Plan Bureau concludeert dat de gemiddelde belastingdruk van kleine zelfstandigen licht zal stijgen bij invoering van de winstbox.179 Het verschil tussen IB-ondernemers en DGA’s zal toenemen bij grote jaarwinsten. De invoering van een ondernemingswinstbelasting zal leiden tot een afname van onevenwichtigheden in de belastingheffing. Deze verandering is voornamelijk zichtbaar in de

177 Zie Mirlees, ‘Dimensions of tax design, the mirlees review’, 2010, Oxford university press, Oxford, p.1032.

178 Zie C. van Dijkhuizen van et al., ‘Naar een activerender belastingstelsel, Eindrapport’, Commissie van Dijkhuizen, 2013, p.40.

179

65 verhouding tussen IB-ondernemers en DGA´s. Verschillen in belastingheffing zullen verdwijnen. Alle ondernemingen worden gelijk behandeld.

Een ondernemingswinstbelasting zal leiden tot een sterkere vermindering van onevenwichtigheid dan dat de winstbox dat zou doen. Een ondernemingswinstbelasting zal vermoedelijk leiden tot minder belastingarbitrage en op deze wijze, minder inbreuk maken op concurrentieverhoudingen.

5.3 Beïnvloeding van keuzes van belastingplichtigen om wel of niet te ondernemen door