• No results found

De beïnvloeding van de hoogte van de productie door belastingplichtigen veroorzaakt door

Hoofdstuk 5 Economische effecten van de ondernemingswinstbelasting en winstbox

5.4 De beïnvloeding van de hoogte van de productie door belastingplichtigen veroorzaakt door

Wet- en regelgeving hebben niet alleen invloed op de vraag óf er geproduceerd wordt, maar hebben ook invloed op de hoogte van de productie. Wet- en regelgeving kunnen op verschillende manieren de hoogte van de productie beïnvloeden. In deze paragraaf komt de invloed die de tariefstructuur heeft op de hoogte van de productie aan de orde. Daarnaast is er aandacht voor de invloed die het urencriterium in de Wet Inkomstenbelasting 2001 heeft op de hoogte van de productie.

Keuzes met betrekking tot belastingtarief

De voorstellen voor de winstbox en de ondernemingswinstbelasting gaan uit van verschillende heffingspercentages. De winstbox gaat uit van een belastingheffing met twee verschillende tarieven: een laag tarief van 21,5% - 23% en een hoog tarief van 40%-44%. De voorstellen voor een ondernemingswinstbelasting verschillen onderling wat betreft het toe te passen tarief. Het voorstel

182

68 van Koudijs (1993) gaat uit van een voorheffing met een proportioneel tarief. De achterliggende ondernemers worden belast tegen het huidige tarief in box 1 van de inkomstenbelasting. Verver gaat in haar voorstel uit van een primaire heffing van ongeveer 30% op ondernemingsniveau over de ondernemingswinsten die gevolgd wordt door de aanmerkelijk belang heffing in de inkomstenbelasting. Heithuis (2005) gaat uit van een primaire heffing met het zelfde tarief als de huidige vennootschapsbelasting. Ook in zijn stelsel is er een aanmerkelijk belangheffing in de inkomstenbelasting.

De tariefstructuur heeft invloed op keuzes van belastingplichtigen.

Het heffen van belasting brengt voor de maatschappij als geheel kosten met zich mee. Door het heffen van inkomstenbelasting veranderen voorkeuren van ondernemers wat betreft de keuze om tijd te besteden aan werk of aan vrije tijd. Door deze gedrag veranderende heffing ontstaat er een verlies in welvaart.

De beïnvloeding van gedrag is weergegeven in figuur 3 Hierin is grafisch weergegeven hoe de keuze tussen vrije tijd en inkomen beïnvloed kan worden door het invoeren van een belasting. Lijnstuk 1-2 geeft een budgetlijn weer in een situatie zonder inkomstenbelasting. Lijnstuk 1-3 geeft de budgetlijn weer wanneer er een progressieve belasting wordt geheven. De blauwe indifferentiecurve (i) geeft de voorkeur weer van een ondernemer om tijd te besteden aan vrije tijd of aan werk. De Indifferentiecurve raakt het lijnstuk 1-3 in punt 6. Dit punt geeft de keuze aan tussen de hoeveelheid te consumeren vrije tijd en te consumeren inkomen. Het lijnstuk 4-5 loopt parallel aan lijnstuk 1-2. De indifferentiecurve raakt lijnstuk 1-2 op punt 7. De ondernemer maakt hier een andere keuze tussen vrije tijd en werk.

69 De hoogte van het marginale belastingtarief heeft invloed op de mate waarin gedrag van ondernemers wordt beïnvloed door belasting. Een belastingheffing met een laag tarief zal een minder groot effect hebben op gedrag als een hoog tarief.

Het huidige marginale tarief voor particulier ondernemers wordt sterk bepaald door de belastingfaciliteiten voor ondernemers. Hierdoor ontstaat een situatie waarin er nauwelijks belasting geheven wordt over het eerste gedeelte van de winst. Bij winsten vanaf € 20.000, is er een hoog marginaal tarief. Dit hoge marginale tarief zorgt voor beïnvloeding van het gedrag van ondernemers. In het voorstel van de winstbox, zijn vaste belastingkortingen vervangen voor belastingkortingen die samenhangen met de hoogte van de winst. Er ontstaat een lager marginaal tarief. De mate waarin belastingplichtigen beïnvloed worden verschild met de huidige situatie. Bij lage jaarwinsten vind er marginaal meer beïnvloeding plaats. Bij hoge jaarwinsten zal er door het lage marginale tarief relatief weinig beïnvloeding plaatsvinden in vergelijking met de huidige situatie.

Figuur 4 Belastingdruk van ondernemers

Figuur 4 geeft de gemiddelde belastingdruk voor ondernemers weer in verschillende scenario’s. De verticale as geeft de gemiddelde belastingdruk in % weer. De horizontale as geeft de hoogte van de winst voor belastingen weer. Bij hoge jaarwinsten leidt de winstbox tot een lagere gemiddelde belastingdruk voor particulier ondernemers. Dit is het gevolg van lagere marginale tarieven. Bij lage jaarwinsten stijgt de gemiddelde belastingdruk in sommige gevallen. De lagere gemiddelde belastingdruk bij de meeste ondernemingswinsten leidt tot een kleinere beïnvloeding.

In alle voorstellen om tot een ondernemingswinstbelasting te komen, worden de ondernemingsfaciliteiten grotendeels afgeschaft. In de voorstellen worden er echter belastingtarieven gehanteerd die sterk in hoogte verschillen. In de voorstellen van Verver (2008) en Heithuis (2005) is een fictief loon regeling opgenomen.

In het voorstel van Koudijs (1993) wordt de ondernemer uiteindelijk belast tegen het zelfde tarief als in de huidige wetgeving gebeurd in box 1. Er is sprake van een progressieve heffing met hetzelfde marginale tarief als in het huidige systeem. Het voorstel van Verver gaat uit van een heffing die in uitwerking progressief blijkt. Het marginale tarief wordt niet duidelijk. In het voorstel van Heithuis wordt de afschaffing van de ondernemersfaciliteiten gebruikt om een tariefsverlaging te

70 bewerkstelligen. Deze tariefsverlaging vindt echter plaats in de primaire heffing. Het gevolg hiervan is dat alle ondernemingen kunnen profiteren van de tariefsverlaging.

Het opnemen van de fictief loon regeling in de voorstellen van Verver en Heithuis zorgt er voor dat het gedeelte van de winst dat lager is dan € 44.000 belast wordt tegen een hoger marginaal tarief. De gemiddelde belastingdruk van ondernemers zou sterk lijken op de gemiddelde belastingdruk van de DGA in figuur 4.

Over het geheel zullen in de ondernemingswinstbelasting de marginale tarieven dalen indien de overheid de opbrengst van de belastingen gelijk wil houden. De Marginale tarieven in de ondernemingswinstbelastingen zullen niet zo laag liggen als de tarieven van de winstbox. Hier tegenover staat dat bij een daling van het marginale tarief voor alle ondernemingen geldt.

De lagere marginale tarieven in de voorstellen voor een ondernemingswinstbelasting leiden tot minder beïnvloeding van het gedrag van belastingplichtigen ten opzichte van de huidige situatie. Deze beïnvloeding geldt voor alle ondernemingen. In de voorstellen van Verver en Heithuis staat de invoering van een fictief loon regeling hier tegenover. Deze regeling zorgt voor een veel sterkere beïnvloeding dan in het huidige systeem het geval is.

Invloed van het urencriterium op de productie

Zoals in hoofdstuk 4.2 is omschreven, leidt het huidige urencriterium tot veel administratief werk voor ondernemers. In het voorstel voor een winstbox is het urencriterium om deze reden afgeschaft. In het voorstel voor invoering van een ondernemingswinstbelasting van Heithuis wordt deze ook afgeschaft. In de voorstellen van Koudijs en Verver wordt niet ingegaan op het urencriterium. Bij invoering van deze voorstellen worden de belastingfaciliteiten echter vrijwel helemaal afgeschaft. Ook in deze gevallen zou het urencriterium kunnen verdwijnen.

Het urencriterium leidt tot veel administratief werk. Daarnaast kan het criterium ook leiden tot inefficiënte keuzes. Wanneer een ondernemer voldoet aan het urencriterium, heeft hij recht op grote aftrekposten. Het criterium kent een harde grens: een ondernemer moet jaarlijks ten minste 1.225 uur aan werkzaamheden besteden. Het criterium heeft een alles- of- niets karakter. Dit karakter kan leiden tot keuzes die alleen ingegeven zijn door de wens van fiscaal gewin.

Het kan zijn dat de volgende situatie zich voor doet: in een niet beïnvloede situatie, kiest een ondernemer er voor om 1.000 uur per jaar te werken. De keuze om 1.000 uur te werken is ontstaan door vraag en aanbod. De ondernemer maximeert bij deze hoeveelheid de winst. Elk uur dat de ondernemer meer werkt dan de geplande 1.000 uur, zijn de marginale kosten van de door de ondernemer verrichte arbeid hoger dan de marginale opbrengsten. In deze situatie heeft de ondernemer geen recht op ondernemersaftrek. Indien de ondernemer 225 uur meer zou werken heeft hij wel recht op de aftrek. Deze aftrek verhoogt de marginale opbrengst van de eerste 225 uur die de ondernemer extra werkt. Het urencriterium leidt in dit geval tot een inefficiënte keuze.

Het afschaffen van het urencriterium zal leiden tot minder beïnvloeding van de allocatie van middelen. Dit is het geval bij het invoeren van de winstbox en bij het invoeren van een ondernemingswinstbelasting.

5.5 Deelconclusie

De deelvraag die in dit hoofdstuk beantwoordt is luidt:

‘Wat zijn de effecten van het invoeren van een ondernemingswinstbelasting of winstbox op de wijze van aanwending van productiefactoren?’

71 De invoering van een ondernemingswinstbelasting of winstbox leidt op verschillende manieren tot een verandering in de aanwending van productiefactoren. Er zijn veranderingen aan te geven die samenhangen met:

- De beïnvloeding van ondernemers met betrekking tot de rechtsvorm waarin ze ondernemen door toedoen van wet- en regelgeving.

- Beïnvloeding van keuzes van belastingplichtigen om wel of niet te ondernemen door wet- en regelgeving.

- De beïnvloeding van de hoogte van de productie door belastingplichtigen veroorzaakt door wet- en regelgeving.

De beïnvloeding van ondernemers met betrekking tot de rechtsvorm waarin ze ondernemen door toedoen van wet- en regelgeving

De invoering van een ondernemingswinstbelasting leidt tot een kleinere beïnvloeding van de rechtsvormneutraliteit dan in het huidige belastingheffing systeem gebeurd. Door dit systeem zal de keuze voor een rechtsvorm minder sterk gebaseerd zijn op fiscale overwegingen. Dit leidt tot lagere transactiekosten en daarmee tot minder beïnvloeding van de allocatie van middelen. Daarnaast leidt de invoering van een ondernemingswinstbelasting tot minder belastingarbitrage. Het leidt tot minder inbreuk op de concurrentieverhouding dan het huidige systeem.

De invoering van een winstbox leidt niet tot een aanzienlijke verbetering van de rechtsvormneutraliteit. Er zal geen verandering plaats vinden met betrekking tot beïnvloeding van de keuze voor een rechtsvorm ten opzichte van het huidige systeem. Het leidt niet tot een evenwichtiger behandeling van verschillende groepen belastingplichtigen dan dat het geval is in het huidige belastingstelsel.

Beïnvloeding van keuzes van belastingplichtigen om wel of niet te ondernemen door wet- en regelgeving

De ondernemingswinstbelastingen die voorgesteld zijn door Koudijs (1993) en Heithuis (2005) leiden tot een afname van de administratieve regeldruk en lasten. Deze voorstellen leiden tot minder kosten voor ondernemers. Het invoeren van één van deze systemen leidt tot een stimulering om te gaan ondernemen. Het plan om tot een ondernemingswinstbelasting te komen van Verver (2008), leidt niet tot een afname van de administratieve regeldruk en lasten. De winstbox leidt niet tot een afname van de administratieve regeldruk en lasten. Wanneer enkel naar de administratiekosten die het systeem meebrengt gekeken wordt, leidt dit systeem niet tot een stimulering om te gaan ondernemen. Het weglaten van een belastingkorting voor ondernemers met kleine winsten in de ondernemingswinstbelasting van Koudijs, leidt tot minder beïnvloeding van de allocatie van de middelen.

De beïnvloeding van de hoogte van de productie door belastingplichtigen veroorzaakt door wet- en regelgeving

Wet- en regelgeving hebben invloed op hoeveel er geproduceerd wordt door belastingplichtigen. In de voorstellen om tot een ondernemingswinstbelasting of winstbox te komen is er verschil in de heffingsstructuren en tarieven. Over het algemeen kan gezegd worden dat bij een gelijkblijvende belastingopbrengst, de marginale tarieven zullen dalen. Van dit effect is sprake bij alle typen ondernemingen. Bij invoering van de voorstellen van Verver en Heithuis zullen echter de marginale tarieven bij kleine winsten stijgen ten opzichte van het huidige systeem. De lagere marginale

72 belastingtarieven leiden tot een afname van de beïnvloeding van keuzes van belastingplichtigen om een bepaalde hoeveelheid te produceren ten opzichte van het huidige systeem. Invoering van een winstbox leidt tot hogere marginale tarieven voor kleine winsten, maar tot veel lagere marginale tarieven bij andere winsten. Van deze daling profiteren enkel natuurlijk persoon ondernemers. De lagere marginale belastingtarieven leiden tot een (in verhouding met de ondernemingswinstbelasting sterke) afname van de beïnvloeding van keuzes met betrekking tot de hoogte van de productie van belastingplichtigen in vergelijking met het huidige systeem. Het afschaffen van het urencriterium leidt tot een minder grote beïnvloeding van de hoogte van de productie. In het geval van invoering van zowel de voorstellen om tot een ondernemingswinstbelasting als het voorstel voor een winstbox, kan het urencriterium afgeschaft worden.