• No results found

Een “authentieke” beleving van Tweede Wereldoorlog in de TheaterHangaar

Held van verzet: Soldaat van Oranje als product van remedialisering

2.6 Een “authentieke” beleving van Tweede Wereldoorlog in de TheaterHangaar

De musicalvoorstelling Soldaat van Oranje is een hypermedium, omdat verschillende soorten media worden gebruikt. Aan de ene kant worden authentieke filmbeelden en iconische authentieke symbolen/objecten getoond om het verhaal te vertellen. Aan de andere kant wordt het verhaal in de musical overgebracht door middel van dialogen, zang, tekst en

natuurlijke geluiden.203 Door deze hypermedialiteit is de kijker zich deels bewust van de

verschillende soorten media.204

Deze hypermedialiteit vergroot de historische beleving van de mensen door ze de illusie te

geven dat zij meegetrokken worden naar het “authentieke” verleden (immediacy).205 Het zorgt

er ook voor dat de historische afstand tussen de kijker en het verhaal afneemt door het

overdragen van achtergrondinformatie van de Tweede Wereldoorlog en gebruik te maken van historische tijdsaanduidingen, symbolen, objecten, beelden en foto’s. In deze paragraaf zoom ik in op hoe de wisselwerking tussen hypermedialiteit en immediacy ervoor zorgt dat de bezoekers van de musical een authentieke historische beleving krijgen tijdens de voorstelling.

203 Kattenbelt, 'Intermediality in Theatre’ 22-23. Kingsepp, ´Immersive Historicity´, 75. 204 Ibidem, 25. Ibidem, 63.

205 Wirtz, ‘Das Authentische und das Historische’, 198. Bolter en Grusin, Remediation, 19. Erll en Rigney,

86

Allereerst beschrijf ik op basis van mijn observaties en de interviews met de producenten hoe zij deze beleving hebben gecreëerd. Vervolgens geef ik op basis van de gevoerde interviews aan hoe de bezoekers deze elementen hebben ontvangen

De musical vindt plaats in de TheaterHangaar, die zich bevindt op het voormalige militaire vliegveld Valkenburg. Dit is een goed voorbeeld van locatie-authenticiteit. De producent koos deze plek, omdat het beschikbaar was en symbolisch verbonden is met het leven van Hazelhoff en de Tweede Wereldoorlog. Rondom het vliegveld vocht het Nederlandse leger in de eerste meidagen van 1940 tegen de Duitsers. Daarnaast groeide Hazelhoff op in Wassenaar,

studeerde rechten in Leiden en voerde een aantal landingen uit op het strand van Katwijk;

plaatsen die in de buurt liggen van het voormalig vliegveld.206

Een gastheer in een pilotenuniform begroet de bezoekers bij het entree van de musical. Daarnaast zien zij zichtbare authentieke sporen van het voormalig vliegveld, onder andere de landingsbaan en oude vliegtuigen. Door de wisselwerking tussen locatie-authenticiteit en object-authenticiteit komen de bezoekers meteen in de sfeer van het verhaal van Hazelhoff, die zelf RAF-piloot was. De bedoeling van Boot met de locatie van het theater was om de bezoekers een totale beleving te geven van de geschiedenis en de bezoekers het gevoel te geven van historische nabijheid:

‘Dus eigenlijk is het totaaltheater of immersive theatre. Vooral ook door de hele beleving voelen heel veel mensen dat het al begint als ze het voormalig vliegveld opkomen rijden, dat benadrukt het gevoel van locatietheater en door de manier waarop het verhaal verteld wordt met behulp van de ronddraaiende tribune en de projecties van authentieke beelden, gaat de

beleving verder dan zomaar een musical’.207

In het theater is een zaal met een draaischijf waarop meer dan 1100 stoelen zijn geplaatst. Deze constructie is bedacht door co-producent Robin de Levita. Het decor draait 360 graden, waardoor de toeschouwers meebewegen langs de verschillende scènes en locaties. Zo volgen de bezoekers het verhaal tijdens de voorstelling vanuit verschillende perspectieven en worden ze meegezogen in het verhaal (immediacy). Bovendien verkleint deze bewegende techniek, als een vorm van authentieke perfomativiteit, de historische afstand voor het publiek tot het

verleden van de Tweede Wereldoorlog.208

De opstelling van de voertuigen als simulaties op het podium versterkt dit gevoel en geeft

de bezoekers de illusie dat zij zelf in de voertuigen zitten.209 Goede voorbeelden van

206 Soldaat van Oranje, de musical, programmaboek, 70-71. 207 Interview Fred Boot (Amsterdam, 25-11-2014).

208 Gerbrand Borgdorff, ‘Van hangar naar theater’, Zichtlijnen nr. 135 (maart 2011). Winter, ´Introduction’, 12. 209 William Uricchio, ‘Simulation, history, and computer games’, in: J. Goldstein en J. Raessens eds., Handbook

87

authentieke performativiteit zijn de motoren, het schip St. Cergue en het RAF-vliegtuig.210

Deze nagebootste authentieke voertuigen zijn zo opgesteld dat het publiek denkt dat zij achterop zitten op de motor bij Hazelhoff, op het schip naar Engeland staan samen met Hazelhoff en Fred of dat zij, samen met Hazelhoff en Chris, in het RAF-toestel zitten en Berlijn gaan bombarderen. Boot wil met deze techniek en simulaties, met name gecreëerd door regisseur Theu Boermans en decorontwerper Bernhard Hammer, een gevoel bij de bezoekers creëren dat zij hetzelfde beleven als de musicalpersonages tijdens de voorstelling. Dit

bewerkstelligt Boot door de combinatie van perfomativiteit en authentieke voertuigen, met op de achtergrond nagebootste authentieke locaties, zoals de Noordzee.

Afbeelding 7: Erik en Fred zitten op een motor in de musical. Op de achtergrond authentieke afbeeldingen van kranten (Foto: Joris van Bennekom).

‘(..) bij de pauzefinale bij ‘Morgen is vandaag’, dat je als publiek echt het idee hebt, dat je met hun op die boot zit. Of bij het bombardement op Berlijn, dat je als publiek bijna het gevoel moet hebben dat je met hun in dat vliegtuig zit. Uh, dus, dus, ja, en doordat je al meedraait en als je dan ook nog die projecties bepaalde dingen doen, waardoor je denkt van, is dat mijn stoel

88

of? Ehh, dan, ja dat maakt wel dat, je, je als dat je er nog harder in gezogen wordt. En dat je

inderdaad onderdeel bent van’.211

Deze betrokkenheid wordt nog groter door het gebruik van een authentiek Dakota-

vliegtuig op het einde van de musical.212 De musical Soldaat van Oranje is overigens niet de

eerste productie die gebruik maakt van echte voertuigen. Ook in de Nederlandse versie van de musical Miss Saigon (1996) over de Vietnamoorlog landde een helikopter op het podium om het publiek de indruk te geven dat het verhaal zich echt voor hun ogen afspeelde en geen

theaterstuk was.213 In Soldaat van Oranje landt de Dakota niet op het podium, maar op het

einde van de musical gaan de deuren van het theater open en is de echte Dakota te zien op de

landingsbaan van Valkenburg.214 Vervolgens ziet het publiek koningin Wilhelmina uitstappen

met haar adjudant Erik Hazelhoff.

Indirect maken de producenten een verbinding met de authentieke filmbeelden en de nagespeelde filmscène van de aankomst van de koningin op Gilze-Rijen, getoond in de film Soldaat van Oranje, en de televisieserie (hyperrealiteit).215 Deze musicalscène is niet historisch, want deze gebeurtenis vindt plaats op een andere historische locatie, namelijk Valkenburg. Het is dus een goed voorbeeld van een simulacrum. Omdat het onderscheid tussen de originele en de nagespeelde filmbeelden lastig te maken is, krijgen de bezoekers door deze

musicalscène het idee dat de koningin geland was op Valkenburg. Op deze manier ontstaat er

een nieuwe werkelijkheid op basis van remediatie en de musical.216 Bovendien zorgt de

“echtheid” van de scène ervoor dat de musicalgebeurtenis opgenomen wordt als een prosthetic memory aan de oorlog.

Ook andere authentieke filmbeelden, symbolen en geluiden spelen een belangrijke rol om de historische beleving van het publiek te vergroten. De musical heeft een filmisch karakter

door de grote filmschermen die rondom het podium zijn gehangen.217 Net als de film Soldaat

van Oranje, begint de musical met authentieke historische filmbeelden, maar in dit geval met

211 Interview Fred Boot (Amsterdam, 25-11-2014).

212 Soldaat van Oranje - De Musical, programmaboek, 78. Anna van den Breemer, ‘Viaduct smaller dan gedacht’,

de Volkskrant (14-08-2010). Joeke Berg, ‘Nieuwe Dakota voor Soldaat van Oranje (2)’, ANP (14-09-2010). In eerste instantie zou de oude Dakota C47 uit 1944, afkomstig van het museumpark Bevrijdende vleugels in Best, worden gebruikt voor de productie. Tijdens het nachttransport van deze Dakota naar Valkenburg kwam de Dakota vast te zitten op een viaduct van de A44. Het vliegtuig was daardoor niet meer te repareren en kon niet worden gebruikt voor de productie. Uiteindelijk werd een andere Dakota uit 1937 gevonden in de Aviodrome in Lelystad, die elke voorstelling te zien is tijdens de musical.

213 Serena Davies, ‘Miss Saigon. Watch the trailer’, :

http://www.telegraph.co.uk/culture/theatre/theatretrailers/10966481/Miss-Saigon-watch-the-trailer.html (28-04-2016).

214 Zie afbeelding 1.

215 Burke, Images of Occupation, 126-127.

216 Wirtz, ‘Das Authentische und das Historische’, 189, 192-193. 217 Borgdorff, ‘Van hangar naar theater’.

89

herkenbare zwart-wit filmbeelden uit de jaren dertig, als een vorm van hypermedialiteit. Het publiek zit op deze manier in een soort van mediale tijdmachine terug naar die periode (immediacy), zodat het verleden dichterbij komt.

Na deze filmbeelden, hoort het publiek het geluid van een typemachine en verschijnt de tijdsaanduiding 30 augustus 1939. De typemachine symboliseert dat de musical gebaseerd is op de autobiografie en het waargebeurde authentieke verhaal van Hazelhoff. Maar in

werkelijkheid is het verhaal en de tijd in de musical aangepast en deels verzonnen. Hazelhoff is op deze manier de afwezige verteller die zijn boek schrijft en tegelijkertijd het verhaal via de musical overbrengt op het publiek. Op het decor ziet het publiek telkens de plaats, de tijd of een vermelding van de historische gebeurtenis. Door de verschillende mediavormen op deze manier te gebruiken wordt de authenticiteit van het verhaal nog eens extra benadrukt. Daarnaast oriënteren de toeschouwers zich zodoende in de tijd en de Tweede Wereldoorlog;

een verhaal dat zich vooral op de achtergrond afspeelt in de musical.218

Een andere manier om de authenticiteit van de musical te benadrukken is door de projectie van iconische historische foto’s en beelden op het grote scherm. Deze iconische foto’s, onder andere van de razzia op het Jonas Daniël Meijerplein in Amsterdam (22-23 februari 1941), zijn

bekend van musea en geschiedenisboeken.219 Het gebruik van deze mediavormen

(hypermedialiteit) zorgt voor herkenning bij het publiek en brengt de geschiedenis dichterbij (immediacy). Tegelijkertijd staan deze nagespeelde historische gebeurtenissen los van de historische werkelijkheid en zijn ze gebaseerd op andere mediabeelden (hyperrealiteit).

Daarnaast gebruikten de producenten trefwoorden in de liedjes en dialogen om bepaalde historische gebeurtenissen te duiden voor het publiek. Een voorbeeld hiervan is de scène van het bombardement van Rotterdam. De hoofdrolspelers kijken vanaf het strand van

Scheveningen uit op Rotterdam waar de rookwolken zichtbaar zijn boven de stad. Tijdens het lied Wolk in de verte zingen de personages: ‘Zie je die kolkende wolken in de verte, loodzwart en dreigend ten teken van rook tussen Maas en Rijn. Vijf dagen strijd en we liggen aan stukken,

God Rotterdam, Holland zal nooit meer hetzelfde zijn’.220

De verwijzing in dit lied naar het bombardement op Rotterdam versterkt de historische authenticiteit van het verhaal. Ook dit is weer een voorbeeld van hyperrealiteit, omdat de

musicalscène als zodanig fictief is.221 Verder zorgt de nagebootste authentieke locatie, het

218 Helen Freshwater, ‘Consuming authenticities: Billy Elliot the musical and the performing child’, The Lion and the Unicorn 36 (2) (2012) 159.

219 Zie afbeelding 7.

220 ‘Soldaat van Oranje, Musical 6. Wolk in de verte’:

https://www.youtube.com/watch?v=- 8G2EUDuTaE&index=6&list=PLNXSK9RU25sibWS1aAddA-7emp8nrypks

(09-05-2016).

90

strand van Scheveningen en het uitzicht op Rotterdam, ervoor dat de bezoekers weten dat zij zich in Holland bevinden op 14 mei 1940.

De representatie van de oorlog wordt ook gecreëerd door de stereotype manier waarop bepaalde personages en gebeurtenissen in de musical naar voren worden gebracht. Een voorbeeld hiervan is de scène als de nazi’s Erik en Bram oppakken en naar een gevangenis brengen. Op het decor zijn een SS-propagandaposter en hakenkruizen (object-authenticiteit) te zien als verwijzing naar een nazi-gevangenis. Anton en andere bewakers in typische SS- uniformen gedragen zich wreed tegenover de gevangenen. Daarnaast schelden zij op stereotype wijze in het nazi-Duits, zoals ook vaak gebeurt in andere films of games over de

Tweede Wereldoorlog (hyperrealiteit).222

Verder gebruiken de producenten omgevingsgeluiden (soundscapes) om het publiek onder te dompelen in het verleden van de Tweede Wereldoorlog. Bijvoorbeeld tijdens de scène op het strand van Scheveningen zijn golvend water en een zandstrand nagebootst en is de zee als omgevingsgeluid te horen. Het zeewater spat op en de personages worden echt nat. Het publiek voelt hierdoor dat zij “echt” op het strand in Scheveningen zijn en niet meer in de TheaterHangaar. Deze zintuigelijke betrokkenheid (perfomativiteit) bij de musical komt ook

222 Ibidem, 159.

91

naar voren als er bijvoorbeeld geschoten wordt en het publiek de knallen van het schieten hoort.

Kortom, de producenten wilden het publiek een totale authentieke beleving van de

geschiedenis geven. Tijdens de voorstelling moesten alle zintuigen (horen, zien, bewegen) van de toeschouwers gestimuleerd worden om ze terug te brengen naar het verleden van de Tweede Wereldoorlog. Daarnaast creëerden de producenten een illusie van authenticiteit door de locaties, de voertuigen, de beelden, de geluiden, de symbolen en de tijdsaanduidingen met elkaar te verbinden. Zo verkleinden zij de historische nabijheid tussen 1940-1945 en het heden. Het gevolg is dat de bezoekers hun herinnering aan de oorlog en in het bijzonder het verzet baseren op deze musical, als een prosthetic memory. Maar in hoeverre hebben de bezoekers deze totale ervaring ook als zodanig beleefd?

De “authentieke” musicalbeleving van het publiek

In de interviews noemden de bezoekers het landschap en het voormalig vliegveld (locatie-

authenticiteit) om het Hollandse karakter van het verhaal te benadrukken.223 Een bezoeker die

223 Op blz. 58 is dit citaat te vinden, waarbij de leerling een verbinding maakt met het nationale kader van de

musical en het landschap.

92

voor haar studie theaterwetenschappen onderzoek naar de musical had gedaan, en wel al veel voorkennis had over de productie, drukte dit gevoel van een totale ervaring van het verhaal als volgt uit:

‘Ik vind het een prachtige voorstelling, omdat het echt een ervaring is. Het begint al als je daar aankomt, met die grote (…), daar op het vliegveld en dan die hangar enzo, dat past allemaal

heel goed bij elkaar. En dan laten ze die deuren nog open gaan en dat is wel echt, dat kan natuurlijk nergens anders, dat is wel heel erg uniek’ (vrouw, 25 jaar, WO).

De theaterwetenschapster doelde hier op de laatste scène van de musical met de Dakota en het vliegveld. Deze scène maakte inderdaad veel indruk op de ondervraagde bezoekers. Het is uniek hoe de producenten in deze scène een verbinding maken tussen locatie-authenticiteit en de musical om de historische authenticiteit van het verhaal te versterken.

‘Maar qua belevenis vond ik het echt fantastisch, als je gewoon ziet, die plas water die ze geënsceneerd hadden, het strand, dat was gewoon heel aardig. Aan het einde dat ineens de deur van de hangar open ging dat het vliegtuig buiten stond, voelde je gewoon de koude lucht

naar binnenkomen’(man, 66 jaar, MBO).

Dit citaat laat zien dat deze bezoeker door de aanwezigheid van het vliegtuig, de hangar, de locatie en het voelen van de ‘koude lucht’ werd meegezogen in het verhaal. Daarnaast is het een goed voorbeeld van de manier waarop de wisselwerking tussen verschillende

authenticiteitsvormen – object, locatie en performativiteit – inwerken op de historische beleving van de bezoekers.

Een leerling noemde deze Dakota-scène ook als remediatie van de filmscène.

‘Voor mij een heel duidelijk symbool was natuurlijk die scène als Wilhelmina op het einde uit het vliegtuig komt, dat is natuurlijk een scène, eigenlijk een shot dat iedereen wel ongeveer

kent, met de Dakota’ (jongen, 17 jaar, VWO).

Hij herkende de scène dus wel uit de film, maar wist in eerste instantie niet waarom de Dakota en het vliegveld onderdeel van het verhaal waren. Gedurende het interview gaf hij plotseling zelf aan dat hij de keuze voor de locatie nu wel snapte, omdat, volgens hem, de Dakota op Valkenburg was geland in 1945. Ook tijdens een ander interview dacht een bezoeker dat Wilhelmina op Valkenburg was geland en dat om deze reden de musical op die locatie werd gespeeld. Hij reflecteerde hier op en zei dat hij het niet zeker wist en dat dit ook kwam door de vraag die gesteld werd in het interview over de verbinding tussen het theater en het verhaal.

93

‘Eigenlijk natuurlijk wel, want ik weet niet zeker waar de koningin landde, maar volgens mij was dat op vliegveld Valkenburg, maar dat weet ik eigenlijk niet helemaal zeker, hoor. Het is

meer dat je het nu zo vraagt’ (man, 57 jaar, HBO).

Deze ondervraagde bezoekers zijn afkomstig uit de naoorlogse generatie en baseren hun herinnering op mediaproducties, als een prosthetic memory. Zij nemen het beeld over uit deze musical en creëren een nieuwe historische werkelijkheid. Zoals de citaten laten zien halen de bezoekers daardoor gemakkelijk historische feiten door elkaar.

Dit wordt veroorzaakt, omdat deze scène niet meer gebaseerd is op de werkelijke

gebeurtenis, maar op andere mediabeelden (hyperrealiteit) en opnieuw uitgevoerd wordt in de musical op een andere locatie (simulacrum). Dit kwam ook naar voren in de aangepaste

enquête die ik onder de leerlingen had afgenomen.224

Over de ronddraaiende theaterzaal, het podium en de filmschermen daaromheen gaf het merendeel van de individuele bezoekers aan dat zij door de ronddraaiende zaal (72% van 154 bezoekers) betrokken werden bij de musical.

Dit kwam overeen met de reacties in de interviews.

‘Over actief betrokken nu weet ik het weer, de pauze begint eigenlijk dat ze naar Engeland gaan op die boot, wat ik heel erg mooi vond, je ziet dan zo boot, daar zit je achterop en dat gaat dan een beetje heen en weer, het grappige vond ik dat toen ik opstond voor de pauze, dat

ik het gevoel had, dat ik de zee een beetje in mijn benen had’ (man, 57 jaar, HBO). ‘En ja gewoon, dat je ook echt super mooie decoren [sic] hebt en dat er ook echt motors over

het podium heen rijden, dat geeft je wel echt meer de belevenis van whoo, zit ik in een musicalzaal of zit ik nou gewoon in deze oorlog’ (meisje, 13 jaar, HAVO).

Ook deze citaten laten zien dat er een wisselwerking is tussen verschillende

authenticiteitsvormen, zoals authentieke objecten en performativiteit. Deze beleving werd verder ondersteund door mediabeelden (hypermedialiteit) die het verleden dichterbij brengen

224 Bijlage 1: Soldaat van Oranje - De Musical enquêtevragen.

Tabel 7: betrokkenheid ronddraaiende zaal (enquête individuele bezoekers)

Wijze van betrokkenheid Aantal %

Wel/ je bent onderdeel 111 72% Een beetje/ andere manier

betrokken

15 10%

Niet (maar wel mooi gedaan) 23 15% Weet niet/ verhaal onduidelijk 5 3%

94

(immediacy). Daarnaast gaven deze visuele ankerpunten de bezoekers het gevoel dat de musical een “echt” authentiek historisch verhaal was.

‘Ja, die projecties, die echte filmpjes tussendoor van de Tweede Wereldoorlog, ja, die maakte het ook wel echter, want ja als je zo naar de musical kijkt, dan weet je natuurlijk wel dat dat gespeeld is, maar als je dan die stukjes echte oorlog er tussendoor ziet, ja dat maakte het wel

echter en herkenbaarder inderdaad ook’ (jongen, gymnasium, 18 jaar)

Dit effect trad ook op bij het gebruik van historische uniformen in de musical:

‘De mensen die waren aangesloten bij de NSB, die droegen ook echt van die nazi-pakken en ook een iemand droeg het pak van de SS. Ja, en dan komt het echt wel dichtbij, want normaal

zie je alleen foto’s, maar nu zie je dan, niet echt, want het is nagespeeld, maar mensen die