• No results found

De apocalyptische vijand en profetieën

Ander materiaal uit de periode van de komst van de Romeinen dat wijst op vormen van nativisme zijn de Oorlogsteksten, geschriften die deel uitmaken van de sensationele vondst van de Dode Zeerollen die in de grotten bij Qumran in de Judese woestijn zijn aangetroffen. De Oorlogsteksten zijn een specifiek deel van de Dode Zeerollen die waarschijnlijk in de loop van de eerste eeuw v.Chr. tot de eerste eeuw n.Chr. zijn opgesteld, maar mogelijk ook al in de tweede eeuw v.Chr. 195 De

Oorlogsteksten beschrijven een apocalyptische eindstrijd waarin de Joden de buitenlandse overheersers verstoten en hun religieuze en politieke autonomie herstellen, waarna een nieuwe periode aanbreekt van grote voorspoed waarin de stammen van Israël uiteindelijk zelfs de wereld veroveren. Onderwerpen die langskomen zijn militaire organisatie, strategische zaken, verzen en gebeden die op specifieke momenten in de oorlog voorgedragen moesten worden en een vrij gedetailleerde beschrijving van de volgorde van de gevechten zoals die zich zouden ontvouwen. Priesters vervullen een bijzondere rol in het narratief van de profetische teksten; Brian Schultz kaart dan ook aan dat de teksten waarschijnlijk enkel en alleen bedoeld waren voor gebruik door priesters en dus niet voor andere deelnemers aan de oorlog.196 Wie ze hebben opgesteld is niet duidelijk, maar

193 F. Vitto, ‘Potters and Pottery Manufacture in Roman Palestine’, Bulletin of the University of London Institute

of Archaeology 23 (1986) 47-64.

194 Avshalom-Gormi & Getzov, ‘Phoenicians and Jews’ 81.

195 Brian Schultz, ‘Not Greeks but Romans. Changing Expectations for the Eschatological War in the War Texts from Qumran’ in: Mladen Propovic (ed.), The Jewish Revolt against Rome (Leiden 2011) 109. 2de eeuwse

datering is afkomstig van: Gmirkin Russell, ‘The War Scroll and Roman Weaponry Reconsidered’, Dead Sea

Discoveries vol. 3(2) (1996) 89-129.

ze zijn gevonden in grotten in de woestijn nabij Qumran, waardoor er lange tijd vanuit is gegaan dat de rollen waren opgesteld door de Joodse sekte van de Essenen, die volgens Plinius aan de westzijde van de Dode Zee woonden.197 Vandaag de dag is de historische consensus echter dat de Dode Zeerollen van meer verschillende Joodse groepen afkomstig moeten zijn geweest en er wordt ook in twijfel getrokken of de sekte bij Qumran daadwerkelijk de Essenen waren.198

Analyse van de Dode Zeerollen suggereert daarbij dat een deel zelfs afkomstig is uit de Grote Tempel uit Jeruzalem. Dit wordt afgeleid uit het gegeven dat ze bewaard waren in dezelfde blauw geverfde pure linnen stof waarvan ook de priesterkleding in Jeruzalem gemaakt was. Deze kleding had een zekere religieuze functie, namelijk als gebedssjaal ofwel de talithim, die gedragen diende te worden bij religieuze zaken en die de zuiverheid van de persoon die het droeg moest doen behouden tijdens liturgische handelingen.199 Claude Cohen-Matlovsky stelt daarom voor dezelfde functie toe te schrijven aan het blauwe linnen om de Dode ZeeRollen, die ook daarmee beschermd moesten worden, aangezien het heilige teksten betrof die rituele bescherming vereisten. Dit heeft geleid tot de zogenaamde ‘Jerusalem Temple Library theory’, waarbij uit de blauwe linnen de conclusie

getrokken wordt dat de grotten bij Qumran een bekende opslagplaats waren voor heilige teksten van de Grote Tempel in Jeruzalem of zelfs van meerdere bibliotheken uit de regio.200 Een ietwat

speculatieve interpretatie, maar wel interessant en overtuigend in het licht van religieus nativisme, aangezien hiermee de religieuze relevantie van de teksten ook voor de Joden in het religieuze centrum uit Jeruzalem wordt onderstreept. Hiermee zouden de rollen niet alleen voor een enkele sekte maar juist voor meerdere groepen relevant geweest moeten zijn.

De Oorlogsteksten201 zijn een collectie manuscripten die direct gerelateerd zijn aan de

Oorlogsrol,202 de belangrijkste Oorlogstekst waarop de rest van de Oorlogsteksten gebaseerd zijn,

doordat het kopieën of herziene versies daarvan zijn.203 Alhoewel er geen uitsluitsel is dat de teksten direct relevant waren voor de Joods-Romeinse oorlog, zijn hier wel sterke aanwijzingen voor. De grot waar de Oorlogsrol in gevonden werd, blijkt zo een opslag te zijn voor enkele van de waardevolste teksten van de sekte van schriftgeleerden die gevestigd was bij Qumran.204 Bovendien is er een vrij brede academische consensus dat de teksten in de grot waar de Oorlogsrol is gevonden waarschijnlijk zijn opgeslagen vlak na het begin van de opstand, wat suggereert dat de Oorlogsrol destijds nog

197 Plinius de oudere, Naturalis Historia 5.73.

198 Claude Cohen-Matlovsky, ‘Qumran and Vicinity. An interpretation of the Scroll Caves, their contents and Functions’, The Qumran Chronicle 25, Vol. 25 1-4, (2017) 75-112.

199 Cohen-Matlovsky, ‘Qumran and Vicinity.’ 79, 86-88. 200 Schultz, ‘Not Greeks but Romans’99-109.

201 1QM, 4Q285, 4Q471, 4Q491-497, 11Q14 202 1QM

203 Schultz, ‘Not Greeks but Romans’ 107.

204 Zoals beargumenteerd door H. Stegeman, The Library of Qumran. On the Essenes, Qumran, John the

steeds en zelfs als van bijzonder belang werd beschouwd.205 Doordat deze teksten nog voor de Opstand zijn opgesteld, geven ze ons een bijzondere kijk in het gedachtegoed dat leefde onder de Joden voor de opstand en hun grote nederlaag van 70 n.Chr., en zijn als zodanig dus niet beïnvloed door de kennis van de afloop van deze gebeurtenis. Daarbij zijn de Oorlogsteksten het waard om te analyseren in verband met de Joodse Opstand, aangezien zowel de opstandelingen als de schrijvers van de Oorlogsteksten het doel hadden de Joden op politiek en religieus vlak onafhankelijk te maken van buitenlandse inmenging en bemoeienis.206 Deze overeenkomstigheid alleen onderstreept de mogelijkheid dat eschatologische verwachtingen waarschijnlijk voor sommigen meespeelden in de motivatie om mee te doen aan de opstand, al dan niet voor de meerderheid van de opstandelingen. De Oorlogsteksten geven ons daarmee zicht op wat deze eschatologische verwachtingen ongeveer inhielden, voor op zijn minst één Joodse sekte, verwachtingen die misschien ook door andere Joodse groepen gekoesterd werden.

De precieze inhoud van de teksten zal hier wegens praktische overwegingen niet geheel beschreven worden. Wat belangrijk is in het begrip van de eschatologie, is dat de teksten een ultieme oorlog voorstelden die bestond uit twee fases. De eerste fase is vooral relevant en betreft de eindstrijd tussen de zogenaamde ‘zonen van licht’, waaronder de stammen van Levih, Judah en Benjamin, oftewel het Joodse volk, en de buitenlandse onderdrukkers die de ‘Kittim’ en ook wel de ‘zonen van duisternis’ worden genoemd. De tweede fase stelde een nog grotere strijd voor tussen de zonen van het licht en de rest van de wereld, waarin alle twaalf stammen van Israël zouden

terugkeren om de rest van de wereld te veroveren.207 Er moet benadrukt worden dat het voor het bereiken van de tweede fase noodzakelijk was de Kittim te verdrijven en Jeruzalem weer van de Joden te maken. Hieruit kunnen twee belangrijke gegevens afgeleid worden. Ten eerste zou de oorlog tegen de Kittim Jeruzalem moeten bevrijden van onwettige heersers. Ten tweede zou er op een of andere manier een einde komen aan het ballingschap van heel Israël, waarna alle twaalf stammen terug zouden keren naar het beloofde land.

Het gegeven dat het herstel van legitiem spiritueel leiderschap in Jeruzalem een einde zou maken aan Israëls ballingschap, wordt ook gedeeld door andere heilige Joodse geschriften uit de periode van de Tweede Tempel.208 Het is dus zo goed als zeker dat dit eschatologische gedachtegoed door meerdere Joodse groepen gedeeld werd, en dus niet uniek was voor de sekte bij Qumran.209 Als zodanig is het dus niet ondenkbaar dat ideeën uit de Oorlogsrol over de bevrijding van het thuisland,

205 Dit idee is afkomstig van R. de Vaux, Archeology and the Dead Sea Scrolls. The Schweich Lectures 1959.

Revised Edition in English Translation (Oxford 1973) 106-126.

206 Schultz, ‘Not Greeks but Romans’ 109. 207 Ibidem, 112-114.

208 Dit zijn het Apocryphon van Jeremiah C (4Q387 4), de Florilegium (4Q177 12-13 i 10-11), de Dieren

Apocalyps (1 En. 90:18-19, 29-33) en de Psalmen van Solomon (17:17-18, 22-26).

het herstel van de juiste religieuze praktijken in de Grote Tempel en het ten einde komen van de ballingschap van de stammen van Israël, allemaal bijdroegen aan de ijver en ambitie van de opstandelingen in hun strijd tegen Rome in de eerste eeuw n.Chr.. De keuze voor het weigeren van offers voor het welzijn van de keizer en Rome in de Grote Tempel aan het begin van de opstand maken dit ook aannemelijk, aangezien we dit duidelijk kunnen zien als herstel van religieuze praktijken in de Grote Tempel. Josephus vertelt ons de significantie van deze daad: het was het startpunt van de opstand en zou ongetwijfeld leiden tot grootschalige oorlog met Rome. 210

Wie zijn dan deze mysterieuze Kittim, ofwel de zonen van de duisternis? Brian Schultz stelt dat in de eerste versies van het verhaal de Kittim een vage geopolitieke term was, die verwees naar overheersers uit het Middellandse Zeegebied, aanvankelijk verwijzend naar de Macedoniërs en later de Seleuciden.211 In 1 Makkabeeën bijvoorbeeld, worden de Kittim uitsluitend gedefinieerd als de Macedoniërs. Zo wordt verteld dat Alexander de Grote afkomstig is uit het land van de Kittim.212 Deze visie werd echter geheel onhoudbaar in 63 v.Chr., toen het land van de Joden wederom in handen viel van een nog grotere en formidabelere vijand, namelijk Rome. De aanvankelijke identificatie van de Kittim als afkomstig uit het Middellandse Zeegebied bleek dus nog steeds te kloppen, maar het konden niet langer de Macedoniërs of hun opvolgers de Seleuciden zijn, want zelfs na de Seleucidische overheersing herstelde Israël zich niet en liet de messiaanse tijd op zich wachten. Toevalligerwijs was er al een eerdere voorspelling over de Kittim gedaan in het boek Daniël, die nu geïnterpreteerd kon worden als verwijzend naar de Romeinen.213 Dat de Romeinen nu heersten over Judea kon dus geen toeval zijn. In tegendeel, het was allang al voorspeld en vastgelegd in de heilige geschriften. Deze gelijkschakeling van de Kittim aan de Romeinen raakte daarna wijdverspreid onder de verscheidene Joodsreligieuze groepen, zoals blijkt uit alle Targumgeschriften en vertalingen van de Hebreeuwse bijbel die dateren uit de periode na Pompeius’ veroveringen. Hierin werd het woord Kittim vervangen door ‘Rome’, ‘Romeinen’ of soortgelijke uitdrukkingen.214 Na Pompeius’ verovering werd de associatie van de Kittim met de Romeinen zo wijdverspreid dat de Bijbelse term van de Kittim zelfs vrijwel uit gebruik raakte. Wat begon als een gebruik van een kleine sekte, groeide dus uit tot de algemeen geaccepteerde aanname van de Joden: de Kittim waren inderdaad de

eschatologische vijand van de Joden, en het zouden de Romeinen zijn.215

Al met al mag dus geconcludeerd worden dat ondanks dat de Oorlogsteksten niet direct

210 Jos, BJ 2.409-415. Josephus heeft het eigenlijk over offers van buitenlanders, maar McLaren kaart aan dat het voornamelijk zou gaan om het offeren voor het welzijn van de keizer en Rome, zie J. McLaren, ‘Jews and the Imperial Cult. From Augustus to Domitian’, Journal for the Study of the New Testament, 27.3 (2005) 273. 211 Schultz, ‘Not Greeks but Romans’, 117.

212 1 Makkabeeën, 1:1; 6:2; 8:5. 213 Daniel 11:37.

214 Schultz, ‘Not Greeks but Romans’ 116-120. 215 Ibidem, 121.

gerelateerd waren aan de Opstand tegen Rome van 66 n.Chr., ze zeker belangrijke inzichten werpen op het religieus-mentale klimaat in de decennia voor de opstand. Allereerst tonen ze aan dat er een geloof was dat het verwijderen van de heidense heersers over Judea een nieuwe messiaanse tijd in zou luiden waarin Israël hersteld zou worden. Hieruit mag afgeleid worden dat pogingen de

buitenlandse overheersers te verwijderen ook gemotiveerd werden door religieuze en

eschatologische belangen, en niet enkel door de wens van politieke autonomie. De kenmerken van nativisme zijn sterk aanwezig in de boodschap van de Oorlogsteksten: het betreft een profetie die een tijd van grootse welvaart en herstel van oude gebruiken voorstelt na het verwijderen van de

buitenlandse overheersers. In dit geval betekende dat het herstel van de tempelcultus en het

verdrijven van de Romeinen. Daarbij vertoont de eschatologie rond de Kittim herkenbare kenmerken van het nativisme. Het geloof in een spirituele eindtijd van verlossing, die enkel behaald zou worden na het wegvagen van de buitenlandse overheersers, bood een profetische rechtvaardiging voor de opstand tegen Rome. De beslissing hiertoe werd ook nog eens onderbouwd met het vertrouwen dat de Joden geholpen zouden worden door goddelijke interventie, die pas zou komen nadat het conflict zijn meest hopeloze punt had bereikt. Het kan deels verklaren waarom de Joodse Oorlog tegen Rome zo’n grote steun kreeg, ondanks dat de kansen van slagen zo gering waren.216

De Oorlogsteksten kunnen we in termen van nativisme beschouwen als een vorm van profetie, met de gebruikelijke nativismeboodschap dat de buitenlandse overheersers verdreven moeten worden, zodat een groots tijdperk voor het inheemse volk aan kan breken. Het geloof in bovennatuurlijke interventie, dat verleend wordt na het herstellen van de oude culturele en in dit geval religieuze situatie, past daarbij perfect bij het idee van magisch nativisme. Ook andere

profeetfiguren zijn te herkennen in aanloop naar de opstand, die mogelijk deze rol vervulden. Hierin speelde het idee dat een Messias het land van de Joden zou verlossen ongetwijfeld een grote rol. Het is goed mogelijk dat op zijn minst een gedeelte van de Joden geloofde dat de Messiaanse tijd op handen was. Josephus maakt ook melding van zogenaamde ‘valse profeten’. Een goede illustratie is de Egyptische profeet, die volgens Josephus maar liefst dertigduizend goedgelovige volgelingen op de been bracht om Jeruzalem in te nemen, om zich te installeren als ‘tiran van het volk’. Hij en zijn volgelingen werden echter vernietigend verslagen door de Romeinse bestuurder Antonius Felix, die tussen 52 en 60 n.Chr. procurator was van Judea.217 In Josephus’ Oudheden waren de volgelingen van de nep-Messias echter minder veeltallig: het zouden slechts 600 man betreffen, een lager aantal is dus aannemelijker. Volgens Josephus’ Oudheden verwachtte de Egyptenaar zelfs dat de muren van Jeruzalem door goddelijke interventie zouden instorten.218 Hoe het ook zij, volgens Josephus’ ietwat

216 Brian Schultz, ‘Not Greeks but Romans’ 126-127. 217 Jos., BJ 2.261-263.

gammele reconstructie zou de bevolking Felix gesteund hebben in deze actie. Hieruit concludeert Goodman dat slechts weinigen accepteerden dat de Messias echt was gearriveerd.219