• No results found

Kenmerken van de steekproef

2.4 Sociaal- culturele kenmerken .1 Familie in Nederland

2.4.9 Gedachten en gevoelens ten aanzien van Nederland .1 Tevredenheid met het leven in Nederland

2.4.9.7 Angsten van de respondenten in Nederland

2.4.9.6 De grote zorg van de respondenten in Nederland

De respondenten hebben ook hun huidige zorgen kenbaar gemaakt voor wat betreft het leven in Nederland. De zorgen die geformuleerd zijn, werden ingedeeld in acht categorieën en worden voor de totale steekproef en voor de drie afzonderlijke onderzoeksgroepen, weer-gegeven in Tabel 2.20.

Tabel 2.20 Categorieën van Grote Zorg Nu in Nederland

Percentage

Categorieën Zorgen GGZ-a

(n=204) GGZ-b(n=25) (n=200)AP (N=429)Totaal

Toekomst 23 25 21 23

Materiële zaken en betere leven 19 17 18.5 18

Eigen zelf 23 25 6 18

Algemene zaken/rest 11 17 12 13

Gezin en familie 13 0 9 7

Nederland en Nederlanders 7 0 12 6

Eigen cultuur 1 8 10 6

Land van herkomst 2 8 5 5

Het voornaamste onderwerp waar respondenten uit alle groepen zich zorgen over maken, heeft betrekking op de toekomst (zowel die van zichzelf als van familieleden). Dit komt overeen met gegevens uit de literatuur: 64% van de Turkse mannen en 55% van de Turkse vrouwen in Nederland maken zich zorgen over de toekomst van hun kinderen in Nederland. (Schellingerhout, 2004). Ook maken mensen in alle groepen zich in dezelfde mate zorgen met betrekking tot materiële zaken (zoals een beter leven, het fi nancieel goed hebben, betere woon- en werkomstandigheden en dergelijke). Verder valt op dat de GGZ-a en de GGZ-b groepen zich meer zorgen maken over zichzelf (gezondheid, eenzaamheid, zelfcon-cept) dan de groep AP. In Bijlage 2.4 is een overzicht te vinden van alle zorgen die de respon-denten onder woorden brachten.

2.4.9.7 Angsten van de respondenten in Nederland

Aan de respondenten werd ook gevraagd of zij nu bepaalde angsten hebben in Nederland. Ook hier werden de geformuleerde angsten ingedeeld in acht categorieën. Voor de totale steekproef en voor de drie afzonderlijke onderzoeksgroepen zijn de resultaten weergegeven in Tabel 2.21.

Hoofdstuk 2

74

Tabel 2.21 Categorieën van Angsten in Nederland

Percentage

Categorieën van angsten GGZ-a

(n=204) (n=25) GGZ-b (n=200)AP (N=429) Totaal

Toekomst 31 37.5 20 29.5

Nederland en Nederlanders 15 21 23 20

Gezin en familie 17 17 19 18

Eigen zelf 17 12.5 6 12

Materiële zaken en betere leven 11 4 7 7

Eigen cultuur 4 0 17 7

Algemene zaken/rest 3 4 5 4

Land van herkomst 3 4 2 3

Respondenten uit alle groepen gaven aan angsten te hebben met betrekking tot de toekomst, zowel van zichzelf als van familieleden. Daarnaast bestaan er in alle drie de groepen angsten met betrekking tot Nederland (zoals de aanpassing in Nederland, ongewenste omgangsvormen of deel uitmaken van een minderheid). Ook angsten met betrekking tot het gezin en de familie (zoals een betere gezondheid voor de gezinsleden, studie voor de kinderen, een betere toekomst voor de kinderen) komen in alle drie de groepen voor. Angsten met betrekking tot het eigen zelf (zoals: gezondheid, eenzaamheid of zelfconcept) komen procentueel gezien vaker voor bij de GGZ-a populatie. Respondenten uit de AP lijken op dit gebied de minste angsten te hebben. In Bijlage 2.5 is een overzicht te vinden van alle angsten die de respondenten onder woorden brachten.

2.5 Conclusies

Onze steekproef bestond grotendeels uit vrouwelijke respondenten en dat geldt ook voor de drie afzonderlijke onderzoeksgroepen. Verder blijkt de meerderheid van deze steekproef in de leeftijdscategorie 31 tot 45 jaar te vallen. Eenentachtig procent van onze steekproef is getrouwd en onze steekproef is in zijn totaliteit iets hoger opgeleid dan Turkse deelnemers die bestudeerd werden in andere onderzoeken. De meerderheid van deze respondenten komt uit een grote stad in het land van herkomst (Turkije) en de meerderheid daarvan had geen binnenlandse migratie ervaring aldaar. In onze steekproef scoorde in categorie 21 tot 25 jaar het hoogst als het om de verblijfsduur in Nederland gaat. De meerderheid van onze steekproef is naar Nederland gekomen vanwege gezinshereniging. Het niveau van de Nederlandse taal is redelijk hoog, evenals het Turkse taalniveau. Het valt op dat twee derde van de respondenten geen werk had tijdens de onderzoeksperiode en dit was opvallend hoog bij de GGZ- populatie. Meer dan twee derde van onze respondenten heeft familie in Nederland en ook

Kenmerken van de steekproef

75

2 evenveel respondenten gaven aan dat ze een vertrouwenspersoon hebben in Nederland.

Wat betreft het hebben van contacten met de Nederlanders scoorden onze respondenten vrij goed en heeft één derde een redelijk tot vrij intensief contact met Nederlanders. Voor 50% geldt een gemiddeld niveau. Verder had bijna twee derde van onze respondenten erva-ring met discriminati e in hun leven.

Het is opvallend positi ef dat 91% van onze respondenten iets doet op het terrein van spanningsreducti e. Hierbij valt weer op dat 40% hiervan om manieren gaat, die we als ‘agressief-ontspannen’ kunnen beti telen.

Het geloof is een belangrijk gegeven voor onze respondenten en zodoende is 92% van hen gelovig. Opvallend is dat onder de niet-gelovigen de mannen de meerderheid vormen. Interessant hierbij is dat van de gelovigen maar één derde vaak hun geloof prakti seert. Eveneens opvallend is dat de AP iets meer prakti serend is dan de GGZ- populati e. Onze respondenten gaven ook aan dat iets meer dan de helft van hen zich onderdrukt voelt in Nederland vanwege het geloof.

Onze respondenten, net als de meeste Turken in Nederland, willen hun toekomst/ oude dag liever in Turkije doorbrengen. Het gaat in dit geval om 70% van deze mensen. Dit percentage is bijna hetzelfde als het gaat om de voorkeur voor het land om de laatste levensdagen (73%) door te brengen. Maar dit is niet het geval bij de vrouwelijke responden-ten, want die willen liever in Nederland blijven. Het bezoek brengen aan Turkije is weer een belangrijk onderwerp voor onze respondenten, want bijna één derde van de respondenten gaat jaarlijks naar Turkije en hier is sprake van vrij grote verschillen tussen de drie verschil-lende onderzoeksgroepen, evenals dit het geval is bij het onderwerp ‘zich op zijn/haar ge-mak voelen in Turkije’.

Wat betreft de tevredenheid met het leven in Nederland blijkt twee derde van onze respondenten tevreden te zijn met hun leven in Nederland. Hierin valt het op dat de GGZ-a populati e het minst tevreden is. De mensen die ontevreden zijn met hun leven in Nederland, klagen het meest over het ontbreken van een sociaal leven, het hebben van een saai leven, isolement en relati eproblemen. Hiertegenover scoorde het argument ‘economische redenen, luxe, schoon en georganiseerd leven en dergelijke’ juist het hoogst wat betreft redenen van tevredenheid in Nederland. Verder bleken de deelnemers aan dit onderzoek vrij veel verwachti ngen te hebben voor wat betreft materiële zaken en het hebben van een beter leven in Nederland. Veel respondenten maken zich zorgen om de toekomst en hebben angsten over de toekomst in Nederland.

Hoofdstuk 2

76

2.6 Literatuur

Beekhoven, S., & Dagevos, J. (2007). Sociaal culturele integratie, bijlage 7. In J. Dagevos & M. Gijsberts (Red.), Jaarrapport Integratie 2007 (pp. 163-191). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Brink, G. van den (2006). Culturele contrasten. Het verhaal van de migranten in Rotterdam. Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker.

Butter, E. (2007). Turken in Nederland. Geraadpleegd op 20 november 2007; www.acbkenniscentrum.nl/turken

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2003). Allochtonen in Nederland. Den Haag/ Heerlen: CBS.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2004). Allochtonen in Nederland.Den Haag/ Heerlen: CBS.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) (2006). Werkloosheid niet-westerse allochtonen nauwelijks toegenomen in 2005. Persbericht, 13 februari. P.B 06-015.

Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). (2007). Ruim 850 duizend islamieten in Nederland. Webmagazine CBS. 24 oktober 2007.

Centraal Bureau voor de Statistiek- Statline (2007). Allochtonenprognose 2006-2050. Geraadpleegd op 15 december; www.statline-cbs.nl/menu/themas/dossiers/ allochtonen

Dagevos, J. (2007a). Arbeid en inkomen, bijlage bij hoofdstuk 6. In J. Dagevos & M.

Gijsberts (Red.), Jaarrapport Integratie 2007 (pp. 131-162). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Dagevos, J. (2007b). Arbeidsmarktdiscriminatie: Bevindingen uit Nederlands onderzoek. In I. Andriessen, J. Dagevos, E. Nievers, & I. Boog (Red.), Discriminatiemonitor niet- westerse allochtonen op de arbeidsmarkt 2007 (pp. 52-98). Den Haag/Rotterdam: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Dagevos, J., Gijsberts, M., Kappelhof, J., & Vervoort, M. (2007a). Survey Integratie

minderheden 2006. Verantwoording van de opzet en de uitvoering van een survey onder Turken, Marokkanen, Surinamers, Antillianen en een autochtone vergelijkingsgroep. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Dagevos, J., Schellingerhout, R., & Vervoort, M. (2007b). Sociaal culturele integratie en religie, bijlage 7. In J. Dagevos & M. Gijsberts (Red.), Jaarrapport Integratie 2007 (pp. 163-189). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Dijkstra, H.N. (2004). Onbegrepen lichamelijke klachten bij een Turkse populatie. In H. Rohlof, A. Sbiti, & A. Snijdewind (Red.), Culturen zonder muren. Thema 2004: Samen werken op onbekend terrein. (pp. 25-45). Badhoevedorp: Mension.

Endt- Meijling, H. van (2000). Transculturele hulpverlening. Maatwerk, Vakblad voor Maatschappelijk Werk 1, 4-8.

Kenmerken van de steekproef

77

2 Engelhard, D. (2006). Pendelen op je oude dag, pendelmigrati e en gezondheid bij oudere

migranten. Cultuur, Migrati e, Gezondheid, 3, 14-25.

Es, D. van (1995). De migrant als pati ënt. Een oriëntati e voor hulpverleners in de gezondheidszorg. Utrecht: De Tijdstroom.

Exter, J. den (1992). Spreiding naar herkomst regionen. Patronen van regionalisme onder Turken in Nederland. Paper voor de Sociaal Wetenschappelijke Studiedagen. Alkmaar: SISWO.

Garssen, J., & Wageveld, M. (2007). Demografi e, bijlage 2. In J. Dagevos & M. Gijsberts (Red.), Jaarrapport Integrati e 2007 (pp. 29-46). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Gijsberts, M. (2007). Etnische concentrati e en interetnisch contact als beleidsprobleem. In M. Gijsberts & J. Dagevos (Red.), Interventi es voor integrati e. Het tegengaan van etnische concentrati e en bevorderen van interetnisch contact (pp. 21-51). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Gijsberts, M., & Vervoort, M. (2007). Wederzijdse beeldvorming, bijlage 11. In J. Dagevos & M. Gijsberts (Red.), Jaarrapport Integrati e 2007 (pp. 282-310). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Hoff er, C.B.M. (1991). Islamiti sche geneeswijzen in Nederland. Een eerste inventarisati e. Leiden: Rijksuniversiteit Leiden, Faculteit der Sociale Wetenschappen.

Hoff er, C.B.M. (1994). Islamiti sche genezers en hun pati ënten. Gezondheidszorg, religie en zingeving. Healty, Culture and Society. Studies in Medical Anthropology and Sociology. Amsterdam: Het Spinhuis.

Hoff er, C.B.M. (1996). Samenwerking tussen artsen en hulpverleners enerzijds en

Islamiti sche genezers anderzijds: Mogelijkheden en onmogelijkheden. In J. de Jong & M. van den Berg (Red.), Transculturele psychiatrie en psychotherapie. Handboek voor hulpverlening en beleid (pp. 251-270). Lisse: Swets & Zeitlinger Publishers. Hoff er, C.B.M. (2005). Allochtone ouderen: De onverwachte oude dag in Nederland.

Onzichtbaar-onmisbaar: Ouderen in Rott erdam. Essays, Cahier 04 (pp. 7-30). Rott erdam: Stedelijke Adviescommissie Ouderenbeleid (S.A.O.).

Hoff er, C. B.M. (2007). Suhur en jnun in Nederland. Dynamiek van cultuur en religie in het leven van Marokkaans - Nederlands vrouwen. Mikado-Pharos. Cultuur, Migrati e, Gezondheid, 4, 2-15.

Huizingh, E. (2004). Inleiding SPSS, 12.0 voor Windows en Data Entry. Den Haag: Academic Service.

İşte biz Türkler [Wij, de Turken]. (2006, 17 maart). Güncel, Akşam, Bericht 6. Kamperman, A.M., Kamproe, I.H., & Jong, J.T.V.M. de (2003). Verklaringen voor

verschillen in psychiatrische stoornissen in een onderzoek onder migranten. Tijdschrift voor Psychiatrie, 45, 315-326.

Hoofdstuk 2

78

Knipscheer, J., & Kleber, R. (2005). Migranten in de GGZ: Empirische bevindingen rond gezondheid, hulpzoekgedrag, hulpbehoeften en waardering van zorg. Tijdschrift voor Psychiatrie, 47, 753- 759.

Martens, E.P., Belier, E., Roelandt, T., & Veenman, J. (1994). Ruimtelijke concentratie van vier allochtone groepen in Nederland. In J. Veenman & T. Roelandt (Red.), Onzeker bestaan, De Turkse, Marokkaanse, Surinaamse, Antilliaanse en Arubaanse bevolking in Nederland (pp. 148-173). Amsterdam: Boom.

Martens, E.P., & Verweij, A.O. (1997). Turken in Nederland. Kerncijfers 1996. Minderheden in beeld. Rotterdam: Instituut voor Sociologisch- Economisch Onderzoek (ISEO). Mens-Verhulst, J. van, & Bekker, M. (2005). Gezondheidspsychologie in een pluriforme

samenleving. In J. Knipscheer & R. Kleber (Red.), Psychologie en de multiculturele samenleving (pp.118-138). Amsterdam: Boom.

Nederlands Migratie Instituut. (2007). NMI overzicht eerste halfjaar 2007. Nieuwsbrief NMI, Oktober, 3. Utrecht: NMI.

Nuruan, M., Güneş, T., Beder Şen, R., Güneş, S., Kalaycı, A.R., & Kaplan, M. (2005).

Federal Almanya’da yaşayan Türklerin Aile yapısı ve sorunları Araştırması [Familie- structuur en problemen van de Turken in Duitsland]. Ankara: Aile ve Sosyal Araştırmalar Genel Müdürlüğü.

Odé, A. (2006). Het immigratie- en integratiebeleid nader bekeken. In A. Odé, J. Klaver, & G.H.J. Homburg (Red.), Jaarboek minderheden 2007. Beleidsontwikkelingen, feiten & cijfers, feestdagen, adressen (pp. 9-32). Den Haag: SDU uitgevers.

Praag, C. van (2003). Demografie. In J. Dagevos, M. Gijsberts, & C. van Praag (Red.), Rapportage minderheden 2003. Onderwijs, arbeid en sociaal-culturele integratie (pp. 13-33). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Schellingerhout, R. (2004). Gezondheid en welzijn van allochtone ouderen. In R.

Schellingerhout (Red.), Sociaal-culturele integratie, tevredenheid met het bestaan in Nederland en terugkeergeneigdheid (pp. 79-103). Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

SPSS version 12.0. (2004). Chicago, IL: SPSS Inc.

Sterman, D. (1996). Een olijfboom op de ijsberg. Een transcultureel-psychiatrische visie op en behandeling van de problemen van jonge Noord-Afrikanen en hun families. Utrecht: Nederlands Centrum Buitenlanders.

Thomaes, K., Kaasenbrood, A.J.A., & Krumeich, A. (1997). Turkse vrouwen en de kunst van het hulp zoeken. Maandblad Geestelijke Volksgezondheid, 5, 494-507.

Turkenburg, M., & Gijsberts, M. (2007). Opleiding en taal, bijlage bij hoofdstuk 5. In J. Dagevos & M. Gijsberts (Red.), Jaarrapport Integratie 2007 (pp.102-130). November. Den Haag: Sociaal en Cultureel Planbureau.

Zorlu, A., & Traag, T. (2005). Opleidingsniveau en taalvaardigheid. Jaarrapport Integratie 2005 (pp. 44-56). Den Haag: SCP-WODC-CBS.

3

Beleving van het migrant zijn, een