• No results found

ALGEMENE BEPALINGEN

TOELAGE VOOR BEHEER VAN OUDE BOMEN, POELEN, KNOTBOMEN, HAGEN EN HOUTKANTEN

HOOFDSTUK 4: ALGEMENE BEPALINGEN

Artikel 13 - Aanvragen om in aanmerking genomen te worden voor deze toelage gebeuren digitaal. Wie geen mogelijkheid heeft voor een digitale aanvraag, vult een formulier in dat gericht wordt aan het College van Burgemeester en Schepenen, Burg 12, te 8000 Brugge.

Artikel 14 - In het digitaal aanvraagformulier moeten volgende gegevens opgenomen worden: naam; voornaam; adres en rekeningnummer van de aanvrager; adres en kadasternummer van het betreffende perceel; beschrijving van het voorgenomen onderhoud: - welke handeling - welk landschapselement en/of oude boom - gegevens (aantallen, lengte,...) van het landschapselement - toevoegen: kopie van een topografische kaart met de exacte ligging van het landschapselement (niet verplicht), foto’s van de onderhoudswerken, eventueel akkoord van de eigenaar. Indien beheer van oude boom: factuur van de erkend boomverzorger en schatting van leeftijd van de boom. Indien poelen: werkafspraak opgesteld in overleg met het Regionaal Landschap Houtland toevoegen.

Artikel 15 - De aanvrager dient gerechtigd te zijn tot het verrichten van de gevraagde beheerwerken. Bij twijfel of betwistingen over eigendomsrechten, pacht- en

gebruiksovereenkomsten houdt het College van Burgemeester en Schepenen zich het recht voor de aanvraag te weigeren.

Artikel 16 - De aanvraag dient in overeenstemming te zijn met de geldende reglementeringen, vergunningsstelsels en gebruiken. Zeker met de regelgeving ruimtelijke ordening en natuurbehoud en voorgeschreven afstand der beplantingen (Veldwetboek) dient rekening gehouden te worden. Artikel 17 - Het onderhoud van knotbomen, houtkanten en hakhout dient te gebeuren in de periode dat de betrokken planten geen sapstroom vertonen.

Artikel 18 – De stad beslist omtrent de toekenning van de toelage en het bedrag ervan. In principe kan eenzelfde aanvrager in één jaar maximum 500 euro toelage voor onderhoud van kleine landschapselementen ontvangen en maximum 2000 euro voor beheer van oude bomen. Met aanvrager worden alle personen die op eenzelfde adres inschreven zijn, bedoeld. Voor dossiers of initiatieven die een uitzonderlijke bijdrage leveren aan de landschapsbescherming, kan het College van Burgemeester en Schepenen beslissen om dit plafond op te heffen.

Artikel 19 – De samenstelling van een houtig klein landschapselement dient te beantwoorden aan de soorten van de bijlage 1. Afwijkingen daarvan worden geval per geval beoordeeld. Het College heeft het recht bijkomende voorwaarden op te leggen omtrent de soortensamenstelling en/of uitvoering van de geplande aanleg en werken. De beslissing van het College wordt aan de aanvrager meegedeeld.

Artikel 20 - Als de aangevraagde werken uitgevoerd zijn, vult de aanvrager het formulier in als aanvraag van de toelage. Dit gebeurt uiterlijk tegen 30 juni van het jaar dat volgt op het

winteronderhoud of van hetzelfde jaar bij voorjaarsonderhoud. Meerdere aanvragen van eenzelfde aanvrager worden gebundeld. Na de vaststelling door de gemeentelijke diensten, in afstemming met het Regionaal Landschap Houtland, dat deze werken conform het toelagereglement gebeurd zijn, zal tot uitbetaling overgegaan worden. Is de uitvoering gebrekkig, onvolledig of afwijkend van het goedgekeurde aanvraagdossier, dan kan de voorgestelde toelage bij collegebeslissing worden verminderd, uitgesteld of geweigerd.

Artikel 21 - De aanvrager dient de nodige maatregelen te nemen om het kleine landschapselement waarvoor toelage verkregen werd, een minimale periode van 5 jaar na het ontvangen van de toelage in stand te houden. Indien nodig moet bescherming aangebracht worden tegen vraat vanwege vee of wild. Elementen waarvoor onderhoudstoelage bekomen werd en die door of na het onderhoud afsterven gedurende de voormelde 5 jaar dienen in het eerstvolgende plantseizoen door een nieuwe aanplant vervangen te worden.

Artikel 22 - De toelage kan geheel of gedeeltelijk worden teruggevorderd wanneer blijkt dat delen van de beplanting door duidelijk gebrek aan verzorging niet tot groei komen. Hetzelfde wanneer een veedrinkpoel zo wordt behandeld dat de natuurfunctie ervan zwaar gestoord wordt. Ook het niet toepassen van de regels opgegeven in artikel 9 kunnen leiden tot een terugvordering. Artikel 23 - Dit reglement treedt in werking op 1 maart 2020. Het vervangt, voor alle aanvragen vanaf die datum, het stedelijk reglement houdende de betoelaging van aanleg en onderhoud van kleine landschapselementen (GR 27 februari 1995, gewijzigd GR 1 september 1998).

Bijlage 1. Streekeigen bomen en struiken voor houtige kleine landschapselementen

Zandstreek Brugge

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Toepassing

Beuk Fagus sylvatica bosboom, solitaire boom,

rijbeplanting, schaduw creëren

Bosaalbes Ribes rubrum houtkanten, vogelbosje,

sneukelhaag, vlinders, bijen, bloem

Boswilg Salix caprea houtkant, bosrand, bijen en

hommels

Brem Cytisus scoparius randbeplanting, alleen op zandige bodems, bijen Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna vogelbosje, haag/heg en

houtkant, bes en bloem, herfstkleur

Es (gewone) Fraxinus excelsior bosboom, hakhoutbosje, solitaire (knot-) boom, bomenrij

Europese vogelkers Prunus padus vogelbosje, houtkant, gemengde haag, bloem, bes Gelderse roos Viburnum opulus vogelbosje, bes, bloem,

insecten, haag en houtkant Gewone esdoorn Acer pseudoplatanus bosboom, houtwal, haag,

solitaire boom, bijvriendelijk Gewone vlier Sambucus nigra vogelbosje, gemengde haag,

bloem, bes, insecten Grootvruchtige meidoorn Crateagus x macrocarpa vogelbosje, haag/heg en

houtkant, bes en bloem Haagbeuk Carpinus betulus bosboom, haag, solitaire

(knot)boom, hakhoutbosje Hazelaar Corylus avellana haag, houtkant, vogelbosje,

sneukelhaag, noten

Hulst Ilex aquifolium haag en houtkant, solitair

Iep (Gladde iep, Ruwe iep en Steeliep)

Ulmus minor ,U.glabra en U. laevis

bosboom, (knot)boom, haag of houtkant

Kraakwilg Salix fragilis knotboom, alleen, in rijen, bijen, hoge ecologische waarde, perceelsranden Kruisbes Ribes uva-crispa vogelbosje, houtkanten,

sneukelhaag, vlinders, bijen Lijsterbes Sorbus aucuparia solitaire boom, houtkant,

vogelbosje, bloem, bes

Okkernoot Juglans regia vogelbosje,

hoogstamboomgaard sneukeltuin, noten

Ratelpopulier Populus tremula bosboom, houtkant, bomenrij, alleenstaande boom, bijen Ruwe berk Betula pendula bosboom, hoogstam, alleen of

in rij, vogelbosje

Hondsroos, Heggenroos Rosa canina, R. corymbifera hakhout, houtkant, bloemen, vruchten

Schietwilg Salix alba knotboom, solitair, in rijen, bijen, hoge ecologische waarde, perceelsranden Sleedoorn Prunus spinosa vogelbosje, haag/heg en

houtkanten, herfstkleur Spaanse aak (Veldesdoorn) Acer campestre houtwal, haag, knotboom,

herfstkleur, leuke vruchten Tamme kastanje Castanea sativa houtkanten, hakhoutbosje, bijenplant, lekkere vrucht, sneukeltuin

Tweestijlige meidoorn Crataegus laevigata vogelbosje, haag en houtkant, bes en bloem, herfstkleur Vuilboom (Sporkehout) Rhamnus frangula vogelbosje, haag en

houtkanten, bijvriendelijk Wilde appel Malus sylvestris vogelbosje, ijle houtwal

Wilde gagel Myrica gale houtkant, vogelbosje

Wilde kardinaalsmuts Euonymus europaeus vogelbosje, haag/heg en houtkant

Wilde liguster Ligustrum vulgare haag, houtkant, vogelbosje, bijen

Wilde lijsterbes Sorbus aucuparia vogelbosje, houtkant, solitaire boom

Wilde mispel Mespelius germanica sneukelhaag, bloem, houtkant, of alleenstaand Wilde peer Pyrus pyraster bosrand, haag en houtkanten

Wilg Salix sp. knotboom, alleen, in rijen,

bosboom, bijen, hoge ecologische waarde, perceelsranden

Winterlinde Tilia cordata bosboom, (knot)boom,

rijboom, houtkant, geurige bloesems, bijvriendelijk Witte els Alnus incana vogelbosje, leuke vruchtjes Zachte berk Betula pubescens bosboom, solitaire boom of rij,

vogelbosje

Zoete kers (Boskers) Prunus avium bosboom, vogelbosje

Zomereik Quercus robur bosboom, solitaire (knot-) boom, bomenrij, insecten, houtkant, hoge ecologische rijkdom

Zomerlinde Tilia platyphyllos bosboom, dorps- of boerderijboom, bomenrij, geurige bloesems, bijvriendelijk

Zwarte bes Ribes nigrum sneukelhaag, houtkanten,

vlinders, bijen, vogelbosje, bloem

Zwarte els Alnus glutinosa bosboom, vogelbosje, knotboom, hakhoutstobbe, houtkant

Polderstreek Brugge

Nederlandse naam Wetenschappelijke naam Toepassing

Bosaalbes Ribes rubrum houtkanten, vogelbosje,

sneukelhaag, vlinders, bijen, bloem

Braam, dauwbraam, koebraam

Rubus sp., Rubus caesius, Rubus ulmifolius

sneukelhaag, houtkanten, vlinders, bijen, vogelbosje, bloem

Eenstijlige meidoorn Crataegus monogyna vogelbosje, haag/heg en houtkant, bes en bloem, herfstkleur

Eenstijlige x tweestijlige meidoorn

Crataegus x media vogelbosje, haag/heg en houtkant, bes en bloem, herfstkleur

Es (gewone) Fraxinus excelsior bosboom, hakhoutbosje, solitaire (knot-) boom, bomenrij

Europese kardinaalsmuts Euonymus europaeus Haag/heg, houtkant, hakhoutbosje, bosrand, struwelen, attractieve vruchten

Framboos Rubus idaeus sneukelhaag, houtkanten,

vlinders, bijen, vogelbosje, bloem

Gelderse roos Viburnum opulus vogelbosje, bes, bloem, insecten, haag en houtkant Gewone vlier Sambucus nigra vogelbosje, gemengde haag,

bloem, bes, insecten

Gladde iep Ulmus minor bosboom, (knot)boom, haag

of houtkant

houtkanten, herfstkleur Heggenroos, hondsroos,

viltroos, beklierde heggenroos

Rosa corymbifera, Rosa canina, Rosa tomentosa, rosa tomentella

hakhout, houtkant, bloemen, vruchten

Klimop Hedera helix klimplant, hagen, houtkanten,

heggen, bosjes, bijen Kruisbes Ribes uva-crispa vogelbosje, houtkanten,

sneukelhaag, vlinders, bijen Cultuurpopulier (oude rassen) Populus x canadensis

‘Serotina’, Populus x canadensis ‘marilandica’, Populus x canadensis ‘regenerata’, Populus x canadensis ‘Blauwe van Eksaarde’

Bosboom, bomenrij, knotboom, hakhout, oude populierenrassen met grote landschappelijke en

cultuurhistorische waarde,

Sleedoorn Prunus spinosa vogelbosje, haag/heg en houtkanten, herfstkleur Tweestijlige meidoorn Crataegus laevigata vogelbosje, haag en houtkant,

bes en bloem, herfstkleur Tweestijlige x koraalmeidoorn Crataegus x macrocarpa vogelbosje, haag en houtkant,

bes en bloem, herfstkleur Winterlinde, zomerlinde of

grootbladige linde

Tilia cordata, Tilia platyphyllos bosboom, (knot)boom, rijboom, houtkant, geurige bloesems, bijvriendelijk Wilg, schietwilg, kraakwilg,

grauwe wilg, rossige wilg

Salix alba Salix fragilis, Salix cinerea, Salix cinerea subsp. Oleifolia

knotboom, alleen, in rijen, bijen, hoge ecologische waarde, perceelsranden

Zwarte bes Ribes nigrum sneukelhaag, houtkanten,

vlinders, bijen, vogelbosje, bloem

Zomereik Quercus robur Bosboom, knotboom, hakhout,

houtkanten en houtwallen, grote ecologische waarde Zwarte els Alnus glutinosa Vogelbosjes, leuke vruchtjes Zwarte populier Populus nigra Zeldzame boom, knotboom,

houtwal, houtkant, bosrand. Niet te verwarren met de Populus nigra cv Italica of kaarspopulier met smalle kroonvorm.

Bijlage 2 Richtlijnen voor goed beheer kleine landschapselementen

Extra tip: leg de fijne takken in een takkenril – dit is goed voor de fauna. 2. Scheren hagen

3. Beheer van een heg

5. Beheer van een poel

Onder een poel verstaan we een relatief kleine, ondiepe waterpartij met glooiende oevers en weinig of geen stroming. Doordat het water ondiep is, geraakt er zonlicht tot op de bodem. Daardoor kunnen er waterplanten groeien en warmt het water snel op wat gunstig is voor de ontwikkeling van amfibieën. Poelen vind je op plaatsen waar de bodem van nature nat is door grondwater of samenvloeiend regenwater.

De vorm van een poel is vrij organisch. Een wateroppervlak van 50 m² is het minimum, 80 tot 120 m2 is standaard en 200 tot 250 m2 is ecologisch optimaal. De oevers zijn geleidelijk met een hellinggraad van maximaal 45°. Dat is vooral aan de noordelijke en westelijke kant van belang: daar is de inval van het zonlicht het felst zodat het water in het voorjaar snel opwarmt, en dat is ideaal voor heel wat waterorganismen. De zuidelijke en oostelijke hellingen mogen steiler zijn om meer variatie te brengen.

De ideale diepte van een poel is 1,5 à 2 m. Diepere gedeelten betekenen meer watervolume, en dat voorkomt dat de temperatuur van het water te sterk kan stijgen. Het diepste

bodemgedeelte heeft een oppervlakte van minstens 2 m².

Belangrijk is dat er in de zomer nog zo’n 50 cm water in de diepste delen staat. Alleen in echt droge zomers mag een poel volledig uitdrogen. De ideale diepte van je poel ligt dus ongeveer een halve meter onder de grondwaterstand in de zomer die je in de boorput hebt gemeten. ’s Winters moet

het water minstens 80 tot 120 cm diep zijn om de bodem vorstvrij te houden.

HOU JE POEL IN TOPCONDITIE

VERWIJDER OVERTOLLIGE WATERPLANTEN

Als bepaalde waterplanten zich sterk uitbreiden, kun je die in oktober voor minstens de helft verwijderen. Behoud voor minstens de helft open water in je poel en hou die ruimte ook grotendeels vrij van ondergedoken waterplanten.

Laat uitgetrokken planten enkele dagen vlak bij de poel liggen zodat de waterdiertjes daarin terug naar de poel kunnen kruipen.

BOMEN EN STRUIKEN

Met bomen en struiken ben je best wat voorzichtig. Hun schaduw kan de opwarming van het poelwater beletten en door veel bladval kan zich sneller een sliblaag op de poelbodem vormen. Zo verlandt je poel sneller en je bijgevolg ook eerder aan onderhoudswerken toe bent. Hou daarom met De omgeving van 5 m rond de poel hou je best zo veel mogelijk struikvrij. Eventueel kan je enkele struiken toelaten aan de noord- of oostkant van de poel. Buiten die straal van 5 m bieden struiken met hun strooisel, takjes enz. een ideale schuilplaats en overwinteringsplek voor amfibieën. Takkenhopen en andere manieren om snoeisel en andere groenresten te stockeren kunnen eveneens prima dienst doen. Wat bomen betreft geldt de regel: best niet binnen een straal van 15 m rond je poel.

UITHEEMSE PLANTENSOORTEN

Koop zeker geen uitheemse waterplanten, zoals grote waternavel, parelvederkruid, waterteunisbloem of watercrassula.

Deze planten gedragen zich zeer agressief en gaan woekeren.

RUIMEN

Om de paar jaren zul je de sliblaag in je poel moeten ruimen. Dit slib ontstaat uit afgebroken resten van bladeren, stengels, takken en afvalstoffen. Een sliblaag van ongeveer 15 cm kun je ruimen met een baggerbeugel. Een dikkere laag moet machinaal weggehaald worden. Ga er vanuit dat je om de 5 à 20 jaar slib moet ruimen. Doe dit best niet ineens over de hele poel – dan beschadig je namelijk het leven in de poel – maar liever de helft. Voer het slib niet meteen af. Laat het op ongeveer een meter van de poel uitlekken: zo stroomt er niet te veel afval weer