• No results found

Activiteiten door deelnemers als onderdeel van de profilering

4. Analyse & resultaten

4.3 Profilering van de deelnemers door de deelnemers

4.3.4 Activiteiten door deelnemers als onderdeel van de profilering

Tot zover zijn in dit onderzoek vooral de verbale uitingen aan een analyse onderworpen. Dit leidde tot het inzicht dat de tegenhanger van verbale uitingen, het in meer of mindere mate uitvoeren van activiteiten, ook een bijdrage kunnen leveren aan het profiel dat van de deelnemer wordt neergezet. In deze paragraaf wordt onderzocht op welke manier een activiteit kan bijdragen aan de profilering. Om dat te kunnen doen, is het eerst nodig te bepalen wat onder activiteit verstaan wordt.

Fysieke inspanning die bestempeld kan worden als het uitvoeren van een activiteit, is lastig te isoleren, zo bleek bij de uitvoering van deze paragraaf. Immers, alle handelingen kunnen als activiteit bestempeld worden; praten an sich en wandelen door het huis zijn ook een vorm van activiteit. Dit is

Het profiel van deelnemers in realityhulpporgramma’s 62

echter niet het soort activiteit dat in dit onderzoek relevant is. Ter voorbeeld: het huis bezichtigen om het probleem duidelijk te maken, zoals in de Help mijn man-afleveringen te zien is, is immers onderdeel van het vertellen over het probleem. Het lopen zelf bevat geen enkele nuttige informatie. Deze algemene fysieke handelingen worden dan ook buiten beschouwing gelaten. Het zijn de onvermijdelijke, voor zichzelf sprekende handelingen.

Hierop aansluitend is het nuttig ook het onderscheid tussen een deelnemer in gesprek en een deelnemer in actie duidelijk te maken. Bij een deelnemer in gesprek draait het om de gesproken tekst. De handeling is dan ondergeschikt aan het gesprek. Voert een deelnemer een actie uit, dan staat de handeling die de deelnemer doet centraal. Ter verduidelijking: de rondleiding die in het probleemdeel gegeven wordt in de Help mijn man-reeks wordt in dit onderzoek niet gezien als een activiteit van de deelnemer, omdat het in de rondleiding gaat om het gesprek en het laten zien van de staat van het huis – de rondleiding heeft als doel het probleem te illustreren. Tijdens de rondleiding kan er wel een activiteit plaatsvinden, zoals te zien is in het eerder aangehaalde fragment uit Nancy en Pascal, waarin Nancy laat zien hoe zij en haar man slapen (fragment 11). Ze toont met deze handeling een dagelijkse routine (noodgedwongen weliswaar) van haar en haar man.

Een situatie is wel een activiteit wanneer het doen van de activiteit het doel op zich is; het draait om de uitvoering ervan, en hoe dat gebeurt bevat informatie over de deelnemer die het uitvoert. De gedane uitspraken staan in dienst van de uitgevoerde activiteit. Het is geen gesprek, omdat de handeling centraal staat, en het gesprek voornamelijk over die handeling gaat. Wel kan het zijn dat er gedurende het praten tijdens een activiteit het de vorm van een gesprek aanneemt – de activiteit vormt dan de aanleiding voor een gesprek. Onder een activiteit wordt ook verstaan: het gesprek dat wordt aangeknoopt met een deelnemer, terwijl die bezig is met iets, zoals zijn werk. Als de deelnemer dan spreekt, is het niet meteen een gesprek; hij geeft immers tekst en uitleg bij de activiteit. De tekst staat in dienst van de activiteit, maar omdat hij of zij wordt bevraagd, moet de activiteit even onderbroken worden.

Een andere moeilijkheid die tijdens het definiëren van een activiteit naar boven kwam, was dat niet elke activiteit waarbij de activiteit het doel op zich is, relevante informatie over een deelnemer bevat. Een deel van de activiteiten zijn opdrachten in uitvoering, alleen om de voortgang van de oplossing te illustreren. Dit kan onder ander het geval zijn als er een zakelijke bijdeelnemer betrokken is. Een voorbeeld is wanneer Henk en Anita (EDOZK) naar de goudwinkel gaan om hun goud om te ruilen voor geld. Deze activiteit is onderdeel van de opdracht meer inkomsten te vergaren. De activiteit richt zich inhoudelijk echter alleen op de zakelijke transactie. Je leert hier als kijker niks over hoe de deelnemer is. Het is een platte activiteit. Opdrachten in uitvoering waarvan slechts een fragment wordt getoond, en die achteraf worden geëvalueerd of becommentarieerd, worden ook niet als activiteit beschouwd. Wanneer Robert in het kinderspeelparadijs is met zijn kinderen (HMMHEH, 312 – 313), leer je als kijker weinig over hoe Robert is. Het laten zien van een opdracht in uitvoering door de deelnemers lijkt hier het enige doel. Kortom; niet alle activiteiten dragen bij aan de profilering van een deelnemer. Een eenmalige activiteit, zoals goud verzilveren en naar speelparadijs, is geen routine én draagt inhoudelijk niks bij, dus valt hier niet onder ‘activiteit’ die bijdraagt aan profilering. Dit zijn vaak eenmalig uitgevoerde opdrachten die alleen als doel hebben een opdracht te voltooien en gezien kunnen worden als formaliteit.

Het profiel van deelnemers in realityhulpporgramma’s 63

Na deze inperking kunnen twee vormen van activiteit onderscheiden worden die inhoudelijk bijdragen aan het profiel van een deelnemer; activiteiten die een routine van de deelnemers aangeven en activiteiten die karaktereigenschappen van de deelnemer blootleggen.

ACTIVITEITEN DIE INZICHT GEVEN IN ROUTINE VAN DE DEELNEMERS

Routinematige activiteiten laten zien wat de deelnemers in hun dagelijks leven doen, welke handelingen zij dagelijks uitvoeren. Gesprekken waaruit dagelijkse handelingen blijken, zijn in de eerdere subparagrafen van § 4.3 besproken, omdat daar middels vertellen meer informatie vrijkomt over een deelnemer. Hier komt er door het uitvoeren van een handeling door de deelnemer (vaak wel begeleid door gesproken tekst) informatie vrij over een deelnemer. De routinematige activiteiten geven de dagelijkse realiteit van de deelnemer weer; dit is wat die dagelijks een of meerdere keren uitvoert, of wekelijks of maandelijks. De kijker krijgt een beeld van het dagelijks leven van de deelnemer, van zijn realiteit. De manier waarop een deelnemer die uitvoert zegt iets over hoe die deelnemer is. Een voorbeeld van routine is wanneer de deelnemer wordt getoond en bevraagd op zijn werk, laten we zeggen in zijn professionele habitat – dat wat hij dagelijks doet voor de kost. Pascal en Henry worden beiden op hun werk bezocht, net als Reinder. De presentator stelt hen enkele vragen, al dan niet werkgerelateerd. Deze activiteit geeft inzicht in het werk en de werkomgeving van de deelnemers.

HMMIK | Nancy en Pascal

171 Pascal Kan ik het werk hier achterlaten?

172 Collega Ja dat kun je gewoon hier achterlaten het werk hier.

173 Pascal Zo zit ik eigenlijk niet in elkaar, eigenlijk wil ik wel het afmaken… 174 John Je wilt alles afmaken waar je aan begint?

175 Pascal En dat goed meestal. Maar aangezien dat thuis niet het geval is.

Fragment 46 Activiteit

John verrast Pascal op zijn werk met een bezoek. Aan het eind van het gesprek vraag John of Pascal meegaat. Bij zijn baas vraagt hij na of dat kan en hij benoemt in deze context een routine die hij volgt: eerst het werk afmaken, dan pas weg. John speelt hier handig op in want deze door Pascal zelfbenoemde en in de context van werk gedane uitspraken over zichzelf staan in sterk contrast met wat we eerder van Nancy en net ook van Pascal hoorden: dit is niet van toepassing op de verbouwing. Het werk, wat in deze wordt beschouwd als activiteit, is een context waarin een deelnemer kan laten zien hoe die is.

Een andere routinematige activiteit die kenmerken van een deelnemer prijsgeeft, is de activiteiten die een deelnemer in zijn of haar vrije tijd uitvoert. Henry toont zijn sportschoolroutine, Frank laat meermaals zijn helikopterhobby zien en Ingrid wordt door de camera gevolgd als ze in de stad gaat winkelen, zoals haar dat gewoon is:

EDOZK | Ingrid en Johan

190 Ingrid Nou ik ga, ik ga naar de stad.

191 VO Ingrid gaat naar de stad om inkopen te doen. De verleiding van de winkels brengt haar soms 192 in een moeilijk parket.

193 Ingrid Dit is een straatje met hele leuke kleine winkeltjes eigenlijk. Het liefst winkel ik voor de 194 kinderen uiteraard, de kleding die ik koop. De uitverkoop vind ik nooit zo leuk eigenlijk. Voor 195 de prijzen is het heel leuk, maar voor de spulletjes die er nog hangen dan, dat is het dan

Het profiel van deelnemers in realityhulpporgramma’s 64

196 allemaal weer net niet. Dus ik koop liever als het er net hangt. Gewoon weer de nieuwe 197 wintercollectie straks. Dat is gewoon weer leuk om dat weer aan te schaffen voor de

kinderen.

Fragment 47 Activiteit

Ze wordt met de camera gevolgd terwijl ze winkel in- en uitloopt. Ondertussen geeft ze tekst en uitleg bij haar manier van winkelen. In dit fragment vertelt ze dat ze liever de nieuwe dan de oude collectie winkelt. Ze geeft aan dat ze liever spullen van de nieuwe collectie koopt, en dus meer geld daaraan uitgeeft. Als kijker weet je nu dat ze niet op het geld let als ze winkelt, en dat ze voornamelijk (dure) kleding voor haar dochters koopt, aan de hand van deze activiteit. Later in het verhaal blijkt dit een cruciaal fragment te zijn, omdat Ingrid een spreekwoordelijk gat in haar hand blijkt te hebben, wat grotendeels bijdraagt aan de financiële problemen thuis. Deze activiteit laat niet alleen zien wat Ingrid graag in haar vrije tijd doet – winkelen – en hoe ze dat doet, maar het heeft in het verhaal een belangrijke functie: tonen waar een belangrijke oorzaak van het probleem ligt. Deze routine blijkt allesbehalve onschuldig te zijn.

ACTIVITEITEN DIE EIGENSCHAPPEN VAN DE DEELNEMERS NAAR BOVEN HALEN

De tweede groep activiteiten geeft inzicht in specifieke karaktereigenschappen van een deelnemer, of gedragseigenschappen. Het laat zien hoe de deelnemer is, handelt, iets aanpakt. De manier waarop die dit doet bevat specifieke informatie over zo’n deelnemer. Een van de verschillen met de eerste groep is dat het hier gaat om activiteiten die vaak maar een eenmalig karakter hebben. Ze worden één keer uitgevoerd en zijn geen onderdeel van een routine. Het zijn gelegenheidsactiviteiten. Voor de makers levert dit momenten op waarop de ware aard van een deelnemer naar voren komt. Het is opgevallen dat dit type activiteit vooral naar voren komt als deelnemers opdrachten uitvoeren. Opdrachten hebben een eenmalig karakter. Hier zijn ze wel bedoeld om een gedragsverandering te initiëren – om zo het probleem op te lossen. Het kunnen routinematige handelingen lijken, maar het verschil is dat deze nu met een opdracht uigevoerd worden. Het doel is dan niet de dagelijkse routine te tonen, maar te laten zien of en hoe ze de opdracht vervullen. Zo ook als Reinder het plafond onder handen moet nemen:

HMMIK | Roelien en Reinder

224 Reinder Ik ga dat plafond eruit halen. Dat gaat wel lukken. Slopen vind ik leuk. 225 Klus Alles wat je weghaalt, moet ook weer opgebouwd worden.

226 Reinder Dat is het ‘m. Goed maar eens mee beginnen dan.

227 VO De dag begint met een makkie voor Reinder. Hij heeft duidelijk ervaring met het slopen van zijn huis.

228 Klus Ja hij is nu hard aan de slag maar ja, ik ben benieuwd of we gaan opbouwen , of hij dan nog 229 steeds zo tekeer gaat. Hij loopt nu al te puffen en te zweten dus.

230 Reinder Ik heb niet zo’n hele goede conditie. Dus voor mij is dit wel topsport.

Fragment 48 Activiteit

Gedurende deze eenmalige klus wordt een herkenbare eigenschap van Reinder nog eens benadrukt: hij vindt slopen leuk, en daar is hij goed in, maar opbouwen kan nog wel eens zwaar worden. Daarnaast leer je hier als kijker dat Reinder geen conditie heeft. Daaruit kan afgeleid worden dat hij wellicht niet aan sport doet, wat je als kijker mee kan nemen in het deelnemerprofiel van Reinder. Het is niet meteen relevante informatie, maar het vertelt wel iets over Reinder.

Het profiel van deelnemers in realityhulpporgramma’s 65

Er kunnen ook psychologische opdrachten uitgevoerd worden waaruit deelnemerkenmerken naar voren kunnen komen. Dan staat niet de fysieke activiteit maar het in gang brengen van een mentale verandering centraal. De uitvoering van zo’n activiteit is meer gericht op het uiten van emoties en frustraties door een deelnemer, die dan op die manier kenmerken van zichzelf blootgeeft.

Wat de verhaalopbouw betreft, kan opgemerkt worden dan er in het probleem- en oplossingsdeel de meeste activiteit plaatsvindt. In de inleiding en het resultaatdeel is het aantal actiemomenten nagenoeg nihil. Profilering van de deelnemers door middel van actie gebeurt dus met name in het middendeel.

4.3.5 Samenvatting

In deze paragraaf is onderzocht hoe deelnemers zelf bijdragen aan hun eigen deelnemerprofiel. Het is duidelijk geworden dat deelnemers veelal gecombineerde uitspraken doen, die zowel betrekking hebben op de deelnemer die spreekt en de deelnemer die niet spreekt. Het is lastig om uitspraken te isoleren die betrekking hebben op slechts een van de deelnemers. Dit hangt ook samen met de opzet van het programma, waarin stellen centraal staan. Die hebben een gezamenlijk probleem. Uitspraken van bijdeelnemers kunnen ook bijdragen aan het deelnemerprofiel. Bijdeelnemers hebben vaak een zeer minimale rol in het gehele verhaal, maar het is wel een informatiebron dichtbij de deelnemers die versterkend kan werken bij het benadrukken van bepaalde kenmerken van deelnemers. De mate van voorkomen van de bijdeelnemers varieert, maar als ze worden ingezet is het vaak op familievlak. Of ze worden ingezet als praktisch instrument: dan dienen ze met name voor de voortgang van het verhaal en niet zozeer voor onderbouwing van het deelnemerprofiel. Het is ook gebleken dat confrontaties kunnen bijdragen aan de profilering. Confrontaties tussen deelnemers kunnen uitlopen in een (tijdelijke) verzoening in combinatie met inmenging van de presentator. Een deelnemer kan ook verzeild raken in een confrontatie met leden van het programmateam, wanneer er bijvoorbeeld onduidelijkheid over de gang van zaken is. Dit gesprekstype leent zich voor deelnemers duidelijk om frustraties te uiten, waarin eerlijk gesproken wordt over ongenoegens, die gerelateerd zijn aan gedrag of gewoontes van een deelnemer. Activiteiten, mentale of fysieke, kunnen onderstrepend werken bij het tonen van een deelnemerkenmerk.

Het profiel van deelnemers in realityhulpporgramma’s 66