• No results found

ACM en het principe van goed toezicht

3. Methodologische verantwoording

4.2. ACM en het principe van goed toezicht

De tweede toezichthouder die aan bod komt in dit hoofdstuk is de ACM. Net als de NVWA is de ACM een nalevingstoezichthouder in Nederland. Ook bij de ACM zijn twee respondenten geïnterviewd over het principe van goed toezicht en hoe zij dat vorm geven. Beide respondenten zijn werkzaam binnen het toezicht en hebben dagelijks te maken met werkzaamheden die hier betrekking op hebben. De eerste respondent is werkzaam als teammanager en de tweede als senior inspecteur.

4.2.1. Effectief toezicht

(Topics: Missie gedreven – Effectgericht – Veranderingsgericht)

Respondent 3:“Onze missie is het bijdragen aan een gezonde economie door markten goed te laten functioneren voor mensen en bedrijven. Dat betekent in zoveel woorden dat wij toezicht houden op mensen en bedrijven binnen bepaalde markten waarbij wij kijken of zij zich houden aan de afgesproken spelregels. Pas dan kan een markt ook goed functioneren en heeft iedereen gelijke kansen om zicht te manifesteren binnen zo’n markt. Vanuit de ACM handelen wij ook vanuit deze missie, omdat we weten wat het kan betekenen als er valsgespeeld wordt. Dan zijn vaak de zwakkere binnen zo’n markt de dupe met alle gevolgen van dien.” (Bijlage 3). Dit antwoord van respondent 3 laat direct mooi zien dat de ACM werkt met een bepaalde missie. Dat zorgt er voor dat de medewerkers precies weten waar zij voor staan en het heeft als gevolg dat alle actoren binnen de markten zien waar de ACM voor staat.

Daarnaast speelt de ACM ook een rol in het adviseren en voorlichten van onder toezicht staanden. Zo is het de taak van de ACM om als toezichthouder alle deelnemers te voorzien van kundig advies op allerlei gebieden. Hiermee probeert de ACM ook de zwakkere in de markt toegang te bieden tot informatie zodat zij dit kunnen gebruiken bij hun werkzaamheden (Bijlage 3). Dit laat zien dat de ACM het topic van missie gedreven zeer serieus neemt en ook duidelijk vorm geeft.

Ook de andere topics binnen effectief toezicht geeft de ACM duidelijk vorm door altijd te zoeken naar een juiste balans omtrent de eigen middelen en capaciteit. Net als de NVWA heeft ook de ACM verschillende afdelingen die zich bezighouden met de allocatie van interne middelen om te zorgen dat elke afdeling zijn toezicht zo goed mogelijk gaan uitvoeren. Respondent 3 zegt hier over dat de ACM verschillende afdelingen heeft die zich bezig houden met de allocatie van interne middelen. Daarbij komt ook dat de ACM bekend staat als een streng doch rechtvaardig toezichthouder, wat volgens de respondenten ook nodig is om dit soort grote markten van goed toezicht te kunnen voorzie (Bijlage 3). Respondent 4 (bijlage 3) voegt daar nog aan toe: “ Ik ben van mening dat je als toezichthouder niet alleen moet kijken naar hetgeen dat fout gaat of dat is geweest, maar je moet je voornamelijk focussen op nieuwe ontwikkelingen die er spelen of gaan spelen. Daarom hebben wij binnen de ACM ook

verschillende units die niets anders doen dan het monitoren van alle ontwikkelingen in de markten waar wij toezicht over houden” (Bijlage 3). Hier maakt hij duidelijk dat de ACM ook nieuwe ontwikkelingen goed in de gaten houdt en dit ook vorm geeft.

Op basis van deze uitspraken kunnen we stellen dat de ACM voldoet aan het criterium van effectief toezicht. Zowel het topic van missie gedreven wordt vormgegeven door een eigen missie waar men naar handelt en treedt de ACM ook op als beleidsadviseur of voorlichter. Maar ook de topics effect- en veranderingsgericht worden vormgegeven door de ACM.

4.2.2. Efficiënt toezicht

(Topics: empowered – samenwerkend – efficiënt georganiseerd)

Wat op viel gedurende de interviews betreffende het criterium efficiënt toezicht, was dat alle topics die daarbij onderscheiden worden, exact op die manier terugkomen bij de ACM. Het topic empowered bijvoorbeeld wordt door de ACM vorm gegeven door een aantal projecten die de toezichthouder heeft lopen waarbij het vergroten van het verantwoordelijkheidsbesef van bedrijven en organisaties centraal staat. Mede door eerdere successen heeft de ACM besloten om deze projecten door te zetten (Bijlage 3).

Ook het andere topic samenwerkend, wordt binnen ACM heel duidelijk vormgegeven. Beide respondenten gaven aan dat men veel kennis deelt met andere toezichthouders in Nederland. Het blijft daarbij niet beperkt tot Nederland, want ook met buitenlandse toezichthouders wordt er samengewerkt. Respondent 3:“We werken zowel met Nederlandse toezichthouders als met buitenlandse toezichthouders samen. Dit natuurlijk omdat wij niet een muur om Nederland hebben staan en wij natuurlijk ook internationale bedrijven hebben die in onze markten actief zijn. In Nederland werken we voornamelijk samen met toezichthouders zoals de AFM, Autoriteit Persoonsgegevens en nog wat anderen. Ik vind het ook goed dat we dit doen, want je ziet de voordelen ervan dagelijks. Kijk alleen maar naar bijvoorbeeld het delen van kennis” (Bijlage 3).

Ook het laatste topic, efficiënt georganiseerd, was voor respondenten 3 ook geen onbekend concept. Bij de beantwoording kwam dan ook naar voren dat de ACM al langer nadenkt over het vormgeven van het topic. Er werd aangegeven dat de strategie die de ACM hanteert heel veel lijkt op de criteria van efficiënt toezicht zoals in dit onder beschreven. De ACM heeft namelijk een aantal jaar geleden een eigen strategie ontworpen waarin een aantal criteria van het principe van goed toezicht zijn meegenomen.

De antwoorden laten zien dat de ACM heel bewust bezig is met het vormgeven van het criterium en het laat ook zien dat zij als organisatie open staan voor verschillende criteria van goed toezicht. Hoe dit komt of waarom de ACM hier voor heeft gekozen, is helaas niet achterhaald. Dit zou een mooi begin kunnen zijn voor vervolgonderzoek.

4.2.3. Legitiem toezicht

Bij het laatste criterium kan de ACM nog wat stappen zetten bij het topic onafhankelijk. Beide respondenten geven namelijk aan dat het topic nog wat vaag vorm gegeven is. Zij stellen dat de ACM voor velen in de markt gezien wordt als een afstandelijke toezichthouder die ver van de onder toezicht staanden afstaat (Bijlage 3). Ook respondent 4 geeft een soortgelijk antwoord op deze vraag. Hier is voor de ACM nog winst te boeken. Ondanks het feit dat zij de relatie op een koele manier vorm geven, gaat het principe van goed toezicht uit van een betere samenwerking en relatie tussen toezichthouder en onder toezicht staanden (zie o.a. Ottow & Robben, 2012; Aelen, 2015).

Wat betreft de laatste twee topics die gelden bij het criterium legitiem toezicht kan alleen geconcludeerd worden dat de ACM het deze op een duidelijke manier heeft vormgegeven. Wat betreft het topic transparantie komt naar voren dat de ACM meerdere rapporten per jaar publiceert en dat men ook een maandelijks magazine heeft voor de markten waar zij toezicht houdt. In zowel de rapporten als het magazine wordt ingegaan op de manier waarop de ACM zijn toezicht vorm geeft. Hierdoor kunnen onder toezicht staanden informatie inwinnen over het toezichtproces.

Ook het topic professioneel wordt duidelijk vorm gegeven door de ACM. Respondent 4 zegt hier over dat er veel mogelijkheden bestaan voor werknemers om zichzelf te ontwikkelen. Zo worden er bij de ACM trainingen en cursussen aangeboden en zijn er binnen de organisatie veel doorgroeimogelijkheden (Bijlage 3).

Naast de vele mogelijkheden voor de medewerkers, geeft het management ook het juiste voorbeeld volgens de twee. Het management omschrijven zij als uitermate geschikt en geven altijd het goede voorbeeld op de werkvloer. Het feit alleen al dat ze worden uitgenodigd op de ministeries moet voldoende zeggen volgens beide respondenten (Bijlage 3).

4.2.4. Concluderend

De ACM voldoet aan alle gestelde criteria omtrent het principe van goed toezicht. Niet alleen voldoet de toezichthouder aan het principe, ook zijn alle topics helder vorm gegeven en is het voor beide respondenten duidelijk waarom deze topics worden toegepast binnen het toezichtproces. Dit was ook te merken tijdens de twee interviews. Beide respondenten wisten precies waar ik het over had en konden ook makkelijk antwoord geven op de vragen die ik stelde. Dit maak de ACM de eerste casus in dit onderzoek dat voldoet aan het principe van goed toezicht.