• No results found

Aanpak van het onderzoek

119 In deze paragraaf wordt in het kort de aanpak van het onderzoek beschreven. Na een verkennende onderzoeksfase en een tweetal besprekingen met de begeleidingscommissie van het onderzoek, is het definitieve onderzoeksplan vastgesteld. Het onderzoeksplan bestond uit 14 onderzoeksactiviteiten die allen bijdragen aan de beantwoording van één of meer

onderzoeksvragen.

120 Ten eerste is gebruik gemaakt van kwantitatieve gegevens in de systemen TRIAS (CJIB) en OM-data (OM/ZM) over de aantallen processen-verbaal op grond van artikel 447e Wetboek van Strafrecht (hierna: PV’s 447e Sr) die zijn opgemaakt en het procesverloop van deze zaken. Deze gegevens zijn aangevuld met gegevens uit de bedrijfsprocessensystemen van de politie om informatie te verkrijgen over situaties waarin de PV’s 447e Sr zijn opgemaakt.

121 Ten tweede zijn interviews gehouden met politieambtenaren, buitengewoon

opsporingsambtenaren (Boa’s) van vervoersbedrijven en diensten stadstoezicht van gemeenten, medewerkers van de KMar, medewerkers van vier arrondissementsparketten en medewerkers van het CJIB om zicht te krijgen op de vertaling van de bedoeling van de wet naar instructies in de praktijk en over de toepassing van de uitgebreide bevoegdheid in de praktijk. In totaal zijn 58 individuele interviews en 8 groepsinterviews gehouden, met in totaal 98 respondenten. Met dit doel is ook een schriftelijke enquête gehouden onder executieve medewerkers bij 16

politiekorpsen (N=460) en zijn gecodificeerde werkinstructies geanalyseerd.

122 Ten derde zijn klachten en meldingen verzameld en geanalyseerd. De klachtenregistraties van de politiekorpsen waren niet overal zodanig ingericht dat vragen over het aantal klachten en de aard van de klachten konden worden beantwoord. Daarom zijn alle klachtencoördinatoren bij de politiekorpsen telefonisch geïnterviewd (N=26). Daarnaast zijn klachten en meldingen gebruikt die zijn binnengekomen bij de Nationale ombudsman en Art. 1 (landelijke vereniging ter

voorkoming en bestrijding van discriminatie).

123 Ten vierde is de relevante jurisprudentie bestudeerd en is een krantenonderzoek uitgevoerd waarin de berichtgeving rondom de invoering en de toepassing van de wet is bestudeerd.

Inleiding 45 124 De onderzoeksactiviteiten zijn samengevat in tabel 1.2. Voor een toelichting op en nadere uitwerking van de onderzoeksactiviteiten wordt verwezen naar de onderzoeksverantwoording in bijlage A van dit rapport.

125 In aanvulling op deze 14 in het definitieve onderzoeksplan opgenomen

onderzoeksactiviteiten, hebben de onderzoekers enkele keren overlegd met een medewerkster van het Parket-Generaal van het Openbaar Ministerie (OM) die in 2006/2007 een intern onderzoek heeft uitgevoerd naar de handhaving van de WUID. Zij heeft de onderzoekers vanuit haar ervaring en verzamelde gegevens een aantal aandachtspunten mee kunnen geven. Het door haar verzamelde onderzoeksmateriaal heeft echter niet als primaire onderzoeksbron gediend.

Onderzoeksactiviteiten

1 Het analyseren van gegevens over aantallen PV’s 447e Sr op basis van registratie in TRIAS (CJIB). 2 Het analyseren van gegevens over de situaties waarin PV’s 447e Sr worden opgemaakt op basis

van registratie in TRIAS (CJIB) en op basis van registratie in bedrijfsprocessensystemen (Politie) wanneer TRIAS geen uitkomst biedt.

3 Het analyseren van het procesverloop van PV’s 447e Sr op basis van registratie in TRIAS (CJIB) en OM DATA / Compas (OM).

4 Het analyseren van geregistreerde gegevens over situaties waarin de uitgebreide bevoegdheid is toegepast in bedrijfsprocessensystemen (Politie).

5 Het analyseren van beschikbare gecodificeerde werkinstructies voor uitvoerende medewerkers voor opsporingsambtenaren en toezichthouders.

6 Het houden van (telefonische) interviews met 28 operationeel leidinggevenden bij politie, Koninklijke Marechaussee (KMar), Boa’s en toezichthouders.

7 Het afnemen van een schriftelijke enquête onder uitvoerende medewerkers bij 12 politiekorpsen. 8 Het houden van interviews met 16 uitvoerende medewerkers bij 6 politiekorpsen, 2 KMar

districten en 7 andere organisaties met Boa’s en toezichthouders in dienst.

9 Het houden van 7 interviews met medewerkers van 4 arrondissementsparketten.

10 Integrale analyse van klachten die zijn binnengekomen bij de politie, de Nationale ombudsman en het bevoegde gezag.

11 Telefonische interviews met de klachtencoördinatoren van alle politiekorpsen.

12 Het verzamelen en analyseren van meldingen en klachten die zijn binnengekomen bij Art. 1 (Landelijke vereniging ter voorkoming en bestrijding van Rassendiscriminatie).

13 Het raadplegen van relevante jurisprudentie. 14 Inventarisatie van krantenartikelen.

Inleiding 46

Leeswijzer

126 In hoofdstuk 2 van dit rapport wordt de verwachte werking van de wet en de vertaling van de wet naar de praktijk toegelicht. Hoofdstuk 3 bevat de wijze waarop de wet is toegepast door opsporingsambtenaren en toezichthouders. Hoofdstuk 4 gaat in op het aantal opgemaakte PV’s ter zake overtreding van artikel 447e Sr en het procesverloop van deze PV’s. In hoofdstuk 5 worden vijf casussen geschetst waarin de interactie tussen handhavingsbeleid en uitvoering duidelijk naar voren komt, relevant voor de beantwoording van meerdere onderzoeksvragen. Hoofdstuk 6 belicht hoe het toepassen van de vorderingsbevoegdheid zich verhoudt tot het criterium ‘redelijke taakuitoefening’. Daarnaast worden ook de onderzoeksvragen met betrekking tot de leeftijdsgrens, de klachten, de mate van acceptatie van de WUID en agressie besproken. Hoofdstuk 7 gaat in op de toegevoegde waarde die de wet heeft voor de opsporingsambtenaren en Boa’s. Ten slotte worden in hoofdstuk 8 de conclusies gepresenteerd waarin - naast de beantwoording van de onderzoeksvragen - doelbereiking en neveneffecten aan de orde komen.

Bedoeling en implementatie van de wet 47

2 Bedoeling en implementatie van de wet

201 In dit hoofdstuk wordt ingegaan op de geschiedenis van de wet, de behandeling van het wetsvoorstel in de Tweede Kamer en Eerste Kamer, de beleidslogica die ten grondslag ligt aan de wet en de implementatie van de wet. Dit hoofdstuk is grotendeels feitelijk van aard. Bij de behandeling van de implementatie wordt echter ook een reflectie op de aanwijzing van het College van Procureurs-Generaal van procureurs-generaal (College van PG’s) gegeven en worden onderzoeksbevindingen weergegeven ten aanzien van de doorvertaling van de aanwijzing in de werkinstructies.