• No results found

6. Conclusie

6.5 Aanbevelingen

6.5.2 Aanbevelingen voor de praktijk

6.5.2.1 Les 1: Zorg voor stabiliteit in beleid

In Nederland is te veel verandering geweest in beleid, ten gevolge van instabiliteit in de markt. Er zijn drie regelingen gevoerd, namelijk de MEP, SDE en SDE+. Waarbij elke regeling een geheel ander beleid voerde aangaande doelgroep, subsidieverstrekking, energietechniek en berekening van het basisbedrag. In de periode 2007-2008 is zelfs geen beleid gevoerd, met als gevolg meer instabiliteit in de markt.

De instabiliteit in beleid komt voornamelijk doordat met de komst van een nieuw kabinet vaak nieuw beleid wordt gevoerd. Volgens de experts is het huidige de SDE+ een goed beleid dat succesvol kan zijn indien er geen veranderingen meer plaats vinden.

Kortom veranderingen in beleid zijn de boosdoener, omdat zij instabiliteit in de markt veroorzaken. Het eerste advies aan de beleidsmaker van de overheid is dus proberen te zorgen voor meer stabiliteit in het bestaande beleid.

6.5.2.2 Les 2: Zet in met één middel op één doel

Het bevorderen van de concurrentie van innovatieve technieken voor het opwekken van hernieuwbare energie kan het beste door middel van een aparte regeling (één middel). De overheid kan beter een apart beleidsinstrument inzetten voor innovatie van hernieuwbare energietechnieken (één doel) en een apart beleidsinstrument voor het bevorderen van hernieuwbare energie- investeringen (één doel).

Tijdens de periode van de MEP en SDE werd met de feed-in-premie ingezet op zowel innovatie als op het vergroten van het percentage hernieuwbare energie. De economen Tinbergen en Mundell hebben aangetoond dat het doorgaans niet lukt om met één instrument simultaan twee doelen te realiseren. In het verleden werd de Europese verplichting deels nagestreefd met innovatieve opties.

Echter, deze opties zijn in de regel duurder en kennen daardoor een hogere onrendabele top dan marktrijpere opties als wind op land of biomassa. Met andere woorden, innovatieve opties hebben een grotere subsidiebehoefte per kWh. Bij een gegeven subsidiebudget dragen innovatieve opties dus minder bij aan de realisatie van de Europese verplichting.

Het is echter van belang dat er aparte beleidsinstrumenten op beide doelen worden ingezet, omdat beide nodig zijn voor een duurzame toekomst. Windenergie draagt nu vooral bij aan het percentage hernieuwbare energie, maar zonne-energie is de toekomst omdat deze techniek een hoger energetisch rendement heeft.

6.5.2.3 Les 3: Bedwing de invloed van lobbyen

Wanneer publiek geld op tafel ligt, manifesteren deelbelangen – zoals de windenergie-, zonne- energie- of biomassasector – zich snel. De vormgeving van de SDE vormde een soort open uitnodiging aan eenieder om het eigen deelbelang te promoten. Het was namelijk uiterst lucratief om te draaien aan de twee sleutelvariabelen, te weten de hoogte van het basisbedrag en de omvang van het budget voor een bepaalde technologie. De eerder genoemde twintig in de Tweede Kamer ingediende SDE- moties zijn wat dat betreft illustratief [ CITATION Roo121 \l 1043 ]. Wanneer lobby’s weerklank vinden bij politici of ambtenaren, kunnen ze de economische efficiëntie van het beleid uithollen, of de stabiliteit van het beleid aantasten.

6.5.2.4 Les 4: Zet in op het gedragsmotief winst

Gebleken uit de periode van de MEP, SDE en SDE+ is dat een dekking van de onrendabele top werkt. Volgens de experts wekken energiebedrijven meer hernieuwbare energie op indien het rendabel is. Winst is en blijft volgens de experts het belangrijkste gedragsmotief van energiebedrijven. Dit is verklaarbaar aangezien energiebedrijven willen voortbestaan en de continuïteit van het bedrijf willen waarborgen.

6.5.2.5 Les 5: Bewustwording en Bereidheid

De feed-in-premieregeling zet niet genoeg in op het gedragsmotief maatschappelijke gevolgen. Deze gevolgen bevinden zich ver in onze toekomst. Het is echter van belang dat energiebedrijven en de maatschappij zich bewust worden van de maatschappelijke gevolgen.

Naast het bewust maken van de maatschappij is bereidheid noodzakelijk. Bijna alle experts noemen in het interview als voorbeeld de problematiek rondom de windmolens op land. Gemeentes werken de plaatsing van windmolens tegen, omdat ze dit niet aanlokkelijk vinden voor het landschap. Dit is natuurlijk een groot probleem, omdat deze windmolens geplaatst moeten kunnen worden om een bijdrage te kunnen leveren aan het percentage opgewekte hernieuwbare energie in Nederland. Hiernaast zou de Nederlandse overheid bereidheid kunnen tonen om net als in Duitsland bij de Energiewende het belang van fossiel te verkleinen. In Duitsland is dit gedaan door werkgelegenheid te creëren in de hernieuwbare energiesector.

Literatuurlijst

Aarts, C. (1990). Bodemverontreiniging en collectieve actie . Enschede : Univeristeit Twente . Algemene Rekenkamer. (2015). Stimulering duurzame energieproductie (SDE+); Haalbaarheid en

betaalbaarheid van beleidsdoelen. . Den Haag: Algemene Rekenkamer.

Arentsen, M., & Bressers, J. (1992). Het belang van de factor macht bij de uitvoering van overheidsbeleid. Enschede: Beleidswetenschap.

Baarde, D., & Goede, M. d. (2001). Methoden en technieken: handleiding voor het opzetten en uitvoeren van onderzoek. Leiden : Stenfert Kroese.

Baarsma, B., & Janssen, K. (2007). Selectie van Sturingsinstrumenten in een SZW-beleidcontext. Amsterdam: SEO economisch onderzoek.

Blom, M., Leguijt, C., & Rooijers, F. (2008). Visie op realisering groot aandeel duurzame elektriciteit. Delft: CE Delft.

Boeije, H. (2005). Analyseren in kwalitatief onderzoek. Den Haag: Boom onderwijs.

Bressers, J. (2004). Implementing sustainable development: how to know what works, where, when and how. In W. Lafferty, Goverance for Sustainable Development (pp. 284-318). Enschede : Universiteit Twente.

Bressers, J., & Klok, P. (1987). Een voorlopige instrumententheorie voor milieubeleid. Enschede: Universiteit Twente.

Brinkhorst, L. (2003, juni 18). Kamerstuk tweede kamer der Staten-Generaal. Opgeroepen op december 2013, 16, van Overheid.nl:

https://zoek.officielebekendmakingen.nl/dossier/28982/kst-28982-1? resultIndex=220&sorttype=1&sortorder=4

CE Delft; Het Instituut voor Veiligheid en Milieu. (2012). Parlementair onderzoek Kosten en effecten klimaat-en energiebeleid. Den Haag: Tweede Kamer der Staten-Generaal.

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014, mei 19). Belang hernieuwbare energie in 2013 niet toegenomen. Opgeroepen op juni 2014, 2014, van Centraal Bureau voor de Statistiek: http://www.cbs.nl/nl-NL/menu/themas/industrie-

energie/publicaties/artikelen/archief/2014/2014-4073-wm.htm

Centraal Bureau voor de Statistiek. (2014, juni 11). Statline. Opgeroepen op juni 23, 2014, van Elektriciteitsbalans; aanbod en verbruik: http://statline.cbs.nl/StatWeb/publication/? DM=SLNL&PA=00377&D1=a&D2=(l-8),(l-7),(l-6),(l-3),(l-2),(l-1)&VW=T

Compendium voor de Leefomgeving. (2014, januari 15). Energiebalans Nederland (stroomdiagram). Opgeroepen op oktober 15, 2014, van Compendium voor de leefomgeving:

http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0201-Energiebalans- Nederland-%28stroomdiagram%29.html?i=6-40

Compendium voor de Leefomgeving. (2014, september 19). Energieverbruik per energiedrager. Opgeroepen op oktober 15, 2014, van www.compendiumvoordeleefomgeving.nl:

http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0054-Energieverbruik-per- energiedrager.html?i=6-40

Compendium voor de Leefomgeving. (2014, juli 17). Verbruik van hernieuwbare energie 1990-2014. Opgeroepen op oktober 7, 2014, van Compendium voor de Leefomgeving:

http://www.compendiumvoordeleefomgeving.nl/indicatoren/nl0385-Verbruik-van- hernieuwbare-energie.html?i=9-53

ECN, Energie-Nederland, Netbeheer Nederland. (2013). Energietrends 20013. Amsterdam: ECN. ECN, Energie-Nederland, Netbeheer Nederland. (2014). Energietrends 2014. Amsterdam: ECN. ECN; Energietrends-Nederland, Netbeheer Nederland. (2012). Energietrends 2012. Amsterdam: ECN . EMA. (2015). Het milieu in Europa: Toestand en verkenning 2015. Kopenhagen: Europees

Milieuagentschap.

Energieoverheid. (2013, augustus 7). Eenderde SDE+ budget gehonoreerd. Opgehaald van

Energieoverheid: http://www.energieoverheid.nl/2013/08/07/eenderde-budget-voor-sde-is- gehonoreerd/

Europe 2020. (2013, november 6). Europa 2020. Opgeroepen op juni 17, 2014, van Europe 2020 in the Netherlands: http://ec.europa.eu/europe2020/europe-2020-in-your-

country/nederland/progress-towards-2020-targets/index_en.htm

Europese Commissie. (2010, december 11). The functioning of the retail electricity markets for consumers in the European Union. Opgeroepen op december 16, 2013, van Europese Commissie:

http://ec.europa.eu/consumers/strategy/docs/SWD_function_of_retail_electricity_en.pdf Eurostat. (2014, juni 18). Eurostat. Opgeroepen op juni 18, 2014, van Headline indicators:

http://epp.eurostat.ec.europa.eu/portal/page/portal/europe_2020_indicators/headline_indi cators

Fehr, E., & Schmidt, K. (2006). The economics of fairness reci procity and altruism. Experimental edidence and new theories. Handbook on the economics of giving, altruism and reciprocity. , Elsevier/ North-Holland, 615 -691.

Fenger, H., & Klok, P. (2008). Beleidsinstrumenten. In A. Hoogerwerf, & M. Herweijer, Overheidsbeleid: Een inleiding in de beleidswetenschap. Alphen aan de Rijn: Kluwer.

Fenger, M. (2001). Sturing van samenwerking: institutionele veranderingen in het beleid voor werk en inkomen. Delft: Eburon.

Germanwatch. (2013). CLimate Change Performance index 2013. Opgehaald van Germanwatch: http://germanwatch.org/en/download/7160.pdf

Groen Gas Nederland. (2014). groengascertificaten. Opgeroepen op november 26, 2014, van groengas.nl: http://groengas.nl/groengascertificaten/

Harmsen, H., & Menkveld, M. (2005). Het EZ-beleid ter bevordering van een duurzame energiehuishouding. Amsterdam : Energieonderzoek Centrum Nederland. Hood, C. (1991). A public management for all season? Public Administration, 3-19.

Hoogerwerf, A., & Herwijer, M. (2008). Overheidsbeleid: een inleiding in de beleidswetenschap. Alphen aan de Rijn: Wolters Kluwer.

Hoogewerf, A. (1989). Overheidsbeleid. Alphen aan den Rijn.

Jansen, J., & Lensink, S. (2011, maart 15). Opgeroepen op oktober 25, 2013, van https://www.ecn.nl/publicaties/BS/2013

Klok, P. (1991). Een instrumententheorie voor milieubeleid. Enschede : Universiteit Twente. Lako, P., Lensink, S., Vethman, P., & Van der Oosterkamp, P. (2008). Feed-in-stimulering van

hernieuwbare elektriciteit: vergelijking van drie Europese implementaties. Amsterdam: ECN. Margolis, H. (1982). Selfishness, Altruism, and Rationality. A theory of Social Choice. Camebridge:

Cambridge University Press.

Meadows, D. L. (1972). The limits to growth: a global challenge. Verenigde Staten: Club of Rome's. Milieuloket. (2001, juli 13). Nieuw akkoord windenergie gesloten (BLOW). Opgeroepen op januari 24,

2015, van http://www.milieuloket.nl/:

http://www.milieuloket.nl/9353000/1/j9vvhurbs7rzkq9/vfxjksj4h7y5

Nijpels, E. (2014, mei 7). We lopen hopeloos achter. Opgeroepen op juni 17, 2014, van NRC Handelsblad.

NOVEM. (2002). Convenant Energie uit Afval: Totaalrapport over 1999. Den Haag: NOVEM. Osborne, D., & Gaebler, T. (1993). Reinventing Government: How the Entrepreneurial Spirit is

Transforming the Public Sector. USA: Penguin Books .

PWC. (2009). PWC. Opgehaald van Doelstellingen duurzame energie haalbaar?:

http://www.pwc.nl/nl/renewables/doelstellingen-duurzame-energie-haalbaar.jhtml

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2012). Elektriciteitswet. Opgeroepen op januari 24, 2015, van www.rvo.nl: http://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/duurzame-

energie-opwekken/windenergie-op-land/wetten-en-regels/elektriciteitswet

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2013). Rapportage duurzame energie: implementatie 2003 - 2013. Den Haag: Rijksdienst voor Ondernemend Nederland.

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2013). Risico's dekken voor aardwarmte. Opgeroepen op januari 24, 2014, van www.rvo.nl: http://www.rvo.nl/subsidies-regelingen/risicos-dekken- voor-aardwarmte

Rijksdienst voor Ondernemend Nederland. (2014). Beleid Duurzame Energie. Opgeroepen op oktober 31, 2014, van rvo: http://www.rvo.nl/onderwerpen/duurzaam-ondernemen/duurzame- energie-opwekken/duurzame-energie/beleid

Rijksoverheid; Interprovinciaal Overleg. (2009). Klimaat- Energieakkoord tussen Rijk en provincies . Den Gaag: Rijksoverheid; Interprovinciaal Overleg.

Rooijers, F., De Bruyn, S., Groot, M., & Wielders, L. (2009). Duurzame elektriciteitsmarkt? Delft: CE Delft.

Roosdorp, R. (2012). Vijftienjaar ervaringen en vier lessen verder. In E. Zaken, Jaarboek overheidsfinanciën (pp. 183-2011). Den Haag.

RVO. (2014, december 4). stand van zaken SDE+. Opgehaald van RVO:

http://www.rvo.nl/actueel/nieuws/stand-van-zaken-sde-2014-op-4-november

RVO. (2015, april 9). stand van zaken sde+ . Opgeroepen op april 23, 2015, van RVO.nl: stand van zaken sde+

Sanoma. (2013). Vrije-energiemarkt. Opgeroepen op december 16, 2013, van Energieprijzen.nl: http://www.energieprijzen.nl/achtergrond/vrije-energiemarkt

Scheltema, M., Bouma, J., Butter, F. D., Van Dam-Mieras, M., Derksen, W., Van der Knaap, G., . . . Schuyt, G. (2000). Het borgen van het publieke belang. Den Haag: Sdu Uitgevers.

Schram, F. v. (2005). Het sturen van de samenleving: mogelijkheden van een

beleidsinstrumentbenadering. Leuven: Steunpunt Bestuurlijke Organisatie Vlaanderen (SBOV).

SER. (2013). Energieakkoord voor duurzame groei. Den Haag: SER .

Smeets, S. (2014). Implementatie van duurzame bedrijfsvoering: wat is de rol van de overheid? Nijmegen: Radboud Universiteit.

Smith, A. (1776). An Inquiry into the Nature and Causes of the Wealth of Nations. New Zeeland: Renaissance Books.

Streeck, W., & Schmitter, P. (1985). Community market, state and associations? The prospective contribution of Interest Goverance to social order. European Sociological Review, Vol.1, No.2, 119-138.

Ten Wolde, A., & Olsthoorn, M. (2007). Zwart, grijs of groen? Analyse van het maatschappelijk krachtveld rond de bouw van nieuwe kolencentrales in Nederland. Amsterdam: IMSA Amsterdam.

Thaler, R., & Sunstein, C. (2008). Nudge. Improving decisions about Health, Wealth and Happiness. New Haven/ Londen: Yale University Press.

Thiel, S. v. (2010). Bestuurskundig onderzoek een methodologische inleiding. In S. v. Thiel,

Bestuurskundig onderzoek een methodologische inleiding (p. 20). Bussum: Uitgeverij 2010. Tweede Kamer der Staten-Generaal. (2012, december 5). Officiële bekendmakingen: Kamerstuk.

Opgeroepen op januari 24, 2015, van www.overheid.nl: https://zoek.officielebekendmakingen.nl/kst-33493-3.html

Van Damme, E. (2000, februari 1). Eric van Damme. Opgeroepen op december 16, 2013, van Tilburg University: http://www.tilburguniversity.edu/webwijs/files/center/vdamme/markt2.pdf Van der Doelen, F. C. (1989). Beleidsinstrumenten en energiebesparing. Enschede: Universiteit

Twente.

Van Thiel, S. (2010). Bestuurskundig onderzoek: een methodologische inleiding. Bussum: Coutinho. Van Twist, M., & Veeneman, M. (1991). Marktwerking op weg; over concurrentiebevordering in

infrastructuurgebonden sectoren. Amsterdam: Boom Lemma.

Verdonk, M., & Wetzels, W. (2012, augustus 22). Referentieraming: energie en emissies actualisatie 2012. Den Haag: Planbureau voor de leefomgeving. Opgeroepen op juni 17, 2013, van Planbureau voor de leefomgeving:

http://www.pbl.nl/nieuws/nieuwsberichten/2012/hernieuwbare-energie-nederland-mist- doelstelling-2020-ondanks-sterke-groei

Vereniging van Energiedistributiebedrijven in Nederland. (1995). Commissie Milieu en Marketing. Opgeroepen op januari 24, 2015, van www.geldersarchief.nl:

http://www.geldersarchief.nl/zoeken/?

mivast=37&mizig=210&miadt=37&miaet=1&micode=3073&minr=3193483&miview=inv2 Verhagen, M. (2012, april 16). Congestiemanagement elektriciteit en voorrang voor duurzaam . Den

Haag, Zuid-Holland, Nederland.

Verschuren, P., & Doorewaard, H. (2001). Het ontwerpen van onderzoek. Utrecht: LEMMA BV. VROM; Ministerie van Economsche Zaken; Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit. (2008). Nationaal

plan van aanpak Windenergie. Den Haag: VROM; Ministerie van Econoimsche Zaken; Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit.

Walsh, K. (1995). Public Services and Market Mechansims. Competition, contracting and the New Public Management. New York: Palgrave Macmillan.

Willen, E. (2012). Managerialisme: soms wel, soms niet. Nijmegen, Gelderand, Nederland. Opgeroepen op december 18, 2013, van Ru.nl:

ttp://www.ru.nl/publish/pages/567315/elbers_w_2012_- _managerialisme_soms_wel_soms_niet.pdf

Ybema, J., Kroon, P., De Lange, T., & Ruijg, G. (1999). De bijdrage van duurzame energie in Nederland tot 2020. Amsterdam: Energieonderzoek Centrum Nederland.