• No results found

Bijlage 4: Uitgangspunten programmabegroting 2016 en meerjarenraming 2017-2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 4: Uitgangspunten programmabegroting 2016 en meerjarenraming 2017-2019 "

Copied!
5
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 4: Uitgangspunten programmabegroting 2016 en meerjarenraming 2017-2019

Bijlage uitgangspunten Programmabegroting 2016 Meerjarenraming 2017-2019

Gemeente Beuningen

14 juli 2015

(2)

Inleiding

Bij het opstellen van de programmabegroting 2016 van de gemeente Beuningen geeft de

gemeenteraad de financiële kaders voor de uitgaven van de gemeente Beuningen. Niet alleen bepaalt de gemeenteraad hoeveel geld er uit wordt gegeven, maar ook waaraan en op welk niveau. Om tot een goede besluitvorming te komen doorloopt het begrotingsproces verschillende fasen:

1. vaststellen van de kaders bij de begroting, bestaande uit:

a. kaderbrief met belangrijkste financiële ontwikkelingen b. doelstellingen gekoppeld aan nieuw beleid

c. uitgangspunten

2. vaststellen van de programmabegroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 Uitgangspunten

Met betrekking tot de programmabegroting 2016 en de meerjarenraming 2017-2019 gelden de volgende uitgangspunten:

1. De programmabegroting moet voldoen aan wettelijke vereisten

Sinds 1 januari 2004 geldt het Besluit Begroting en Verantwoording voor de gemeente Beuningen. Dit besluit sluit zoveel als mogelijk aan op de verslagleggingvoorschriften van privaatrechtelijke

rechtspersonen, maar laat wel ruimte aan de specifieke begrotings- en verantwoordingsvoorschriften voor gemeenten.

De programmabegroting 2016 moet voldoen aan de algemene bepalingen zoals deze zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, boek 2, Titel 9 en de meer specifiekere bepalingen zoals vermeld in het Besluit Begroting en Verantwoording en de Gemeentewet. In deze gemeentewet (artikel 189 lid 2) staat aangegeven dat de raad erop toe ziet dat de begroting duurzaam in evenwicht is.

2. De programmabegroting dient duidelijk en transparant te zijn

De programmabegroting moet in eerste instantie duidelijk zijn voor de raadsleden. Zij moeten op basis van deze begroting gefundeerde besluiten kunnen nemen. Daarnaast is het van belang dat het college op basis van de programmabegroting duidelijk wordt geautoriseerd tot het doen van uitgaven. Niet alleen moet duidelijk zijn hoeveel het college uit mag geven, maar ook moet duidelijk zijn welke maatschappelijke effecten de gemeenteraad nastreeft.

Ten slotte is de programmabegroting van belang voor derden. De provincie toetst de begroting; de burgers kunnen in de begroting zien hoe de gemeente omgaat met de beschikbare middelen.

3. Het bestaande beleid is de basis voor de programmabegroting

De programmabegroting 2016 wordt opgesteld op basis van huidig beleid. Dit wil zeggen dat de

programmabegroting 2015 inclusief de in de begrotingsvergadering van 4 november 2014 genomen

besluiten met betrekking tot nieuw beleid en belastingverhogingen als startpunt dient voor de

programmabegroting 2016.

(3)

De volgende afwijkingen zijn hierop toegestaan en zullen apart worden weergegeven in de programmabegroting 2016:

a.) raads- en collegebesluiten

De in de loop van 2014 en 2015 door de gemeenteraad en het college genomen besluiten met budgettaire gevolgen worden verwerkt. Ook de uitkomst van de 1

e

bestuursrapportage 2015 (Zomernota) wordt verwerkt in de programmabegroting 2016.

b.) Autonome groei

Onder autonome groei vallen alle financiële ontwikkelingen die veroorzaakt worden door onder andere het uitbreiden van aantallen inwoners, woningen of aanvragen voor voorzieningen bijstand, WMO, paspoorten of leerlingvervoer.

c.) Nominale ontwikkeling op budgetten

Onder de nominale ontwikkeling van budgetten vallen alle structurele gevolgen die voortvloeien uit structurele tekorten op budgetten of verschuivingen tussen budgetten. Deze kunnen voortkomen uit de jaarrekening 2014 of uit ervaringsgegevens. Hieronder vallen ook aanbestedingsvoor- of nadelen.

d.) Aanpassing op basis van wetgeving of decentralisatie

De gevolgen van decentralisatie of nieuwe taken die op de gemeente afkomen op basis van wetgeving worden in de programmabegroting 2016 verwerkt. Hierbij zal worden aangegeven wat de budgettaire gevolgen zijn van de wijziging.

e.) Salarisstijging

Voor het salarisniveau en sociale lasten wordt uitgegaan van de peildatum 1 januari 2015 verhoogd met de periodieke verhogingen per 1 januari 2016 en de ten tijde van het opstellen van de begroting bekende CAO-maatregelen.

f.) Prijsstijging

1. Voor de lonen en salarissen wordt uitgegaan van een stijging van 2% en voor de overige kosten wordt uitgegaan van een prijsstijging van 1% (prijsontwikkeling overheidsconsumptie 2016, bron: meicirculaire gemeentefonds 2015). Het totale bedrag inzake de prijsstijging zal op één verzamelbudget worden gereserveerd (binnen het programma Bestuur en algemene ondersteuning). Indien nodig, b.v. als prijsstijgingen contractueel zijn bepaald, zal het betrokken budget worden verhoogd ten laste van het verzamelbudget.

2. In het begroting 2016 zal bij kredieten, die nog niet uitgegeven maar wel geraamd zijn, geen

rekening worden houden met de automatische prijsontwikkelingen zoals hierboven genoemd

bij punt 1. Dit heeft tot gevolg dat de geraamde kapitaallasten van deze openstaande kredieten

slechts beperkt toe zullen nemen.

(4)

g.) Kapitaallasten

• Rente

De door de gemeente te betalen rentekosten voor eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (leningen opgenomen geld) worden toegerekend aan de investeringen. Gezien het negatieve saldo van de algemene reserve grondbedrijf en de algemene reserve grondbedrijf (onderdeel zandwinning) zal aan deze beide reserves geen rente worden toegerekend. Voor diverse investeringen worden de rentekosten via een vast percentage verdeeld. De overige rentekosten worden aan de overige investeringen toegerekend via een omslagpercentage. Bij het berekenen van het omslagpercentage wordt rekening gehouden met 4% bij een financieringstekort. Voor het deel van het financieringstekort dat de gemeente kort weg mag zetten (kasgeldlimiet) wordt rekening gehouden met 2%

rentetoerekening.

Aan de reserves wordt als volgt rente toegevoegd:

Omschrijving Rentepercentage

Algemene reserve algemene dienst 2%

Algemene reserve Grondbedrijf 0%

Algemene reserve Grondbedrijf (onderdeel zandwinning) 0%

Reserve fonds beeldende kunst 2%

Reserve afvalinzameling 0%

Reserve bezuinigingen 0%

Reserve incidentele prioriteiten / automatisering 0%

Reserve MFA Weurt Omslag %

• Vrijvallende kapitaallasten

De vrijvallende kapitaallasten komen ten gunste van het begrotingsresultaat.

• Inzetten 100% kapitaallasten nieuwe investeringen ten gunste van begrotingsresultaat betreffende jaar

Voor nieuwe investeringen wordt in het jaar van de investering de volledige kapitaallast berekend. De werkelijke kapitaallast wordt berekend over de boekwaarde per 1 januari van het begrotingsjaar. Voor nieuwe investeringen is de boekwaarde per 1 januari nihil, waardoor de kapitaallasten in het eerste jaar voor nieuw investeringen volledig vrij kan vallen. Om het verschil tussen de jaarrekening en de begroting te verkleinen wordt deze vrijval in het eerste jaar volledig ingeboekt.

h.) Algemene uitkering

De programmabegroting 2016 zal worden opgesteld op basis van de meicirculaire 2015.

i.) Ontwikkeling lokale lasten

De ontwikkeling van het OZB tarief is in de programmabegroting 2015 vastgesteld op 3% stijging in 2016.

Uitgangspunten meerjarenbegroting

1. De programmabegroting geeft de toekomstige ontwikkelingen weer

De programmabegroting 2016 houdt rekening met toekomstige ontwikkelingen en geeft aan wat hiervan de financiële gevolgen zijn.

Met de volgende ontwikkelingen wordt in elk geval rekening gehouden:

(5)

a.) Autonome groei

In de meerjarenbegroting 2017-2019 wordt aangegeven hoe de ontwikkeling van het aantal woningen en het aantal inwoners ingeschat wordt. De extra inkomsten door autonome groei ontstaan binnen het programma algemene dekkingsmiddelen (hogere algemene uitkering en hogere opbrengst OZB).

Aangezien de inkomsten uit autonome groei naar verwachting beperkt zullen zijn, worden deze beperkte inkomsten ten gunste van het begrotingsresultaat gebracht.

b.) Prijsstijging

Voor de overige kosten wordt voor de periode 2017 – 2019 uitgegaan van een prijsstijging van 0,5% in 2017 - 2019 (prijsontwikkeling Bruto Binnenlands Product 2017 - 2019, bron: meicirculaire 2015).

c.) Kapitaallasten

• Vrijvallende kapitaallasten

De vrijvallende kapitaallasten komen ten gunste van het begrotingsresultaat.

d.) Algemene uitkering

De meerjarenbegroting 2017-2019 zal worden opgesteld op basis van de meicirculaire 2015.

e.) Ontwikkeling lokale lasten

De ontwikkeling van het OZB tarief is in programmabegroting 2016 vastgesteld op 3% stijging vanaf 2017.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De huidige middelen die de raad beschikbaar heeft gesteld zijn bedoeld voor het organiseren van één integrale toegang tot het sociale domein binnen onze gemeente. Daarnaast moeten

De kosten van desinvesteringen bij de latende gemeenten zullen meegenomen worden in het nieuwe investeringsvoorstel, zodanig dat deze kosten op basis van inwoneraantal verdeeld

Bij de bespreking van de basistaken-notitie in het najaar van 2014 heeft het algemeen bestuur dit, gegeven de financiële context bij gemeenten, aangescherpt tot de bepaling dat

Toelichting: In 2015 is voor de budgetperiode 2016-2019 besloten de methode van indexering van de vorige budgetperiode te continueren: bij deze eenvoudige en transparante

Bij de besluitvorming over de verkoop van het pand de Callenburgh en de daaruit voortvloeiende structurele besparing op huisvesting van € 200.000, is besloten om van de besparing

- De werkwijze van de sociaal teams is doorontwikkeld; het Centrum voor Jeugd en Gezin (CJG) is opgegaan in de sociaal teams. - De wijkverpleegkundige is de verbinding tussen

De huidige middelen die de raad beschikbaar heeft gesteld zijn bedoeld voor het organiseren van één integrale toegang tot het sociale domein binnen onze gemeente. Daarnaast moeten

Het doel is een blauwdruk voor (de implementatie van) een e-depot, inclusief een beschrijving van de stappen die gezet moeten worden door het Regionaal Archief en