• No results found

Bijlage 4: Uitgangspunten programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020 –2022

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 4: Uitgangspunten programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020 –2022 "

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Onderwerp : uitgangspunten begroting 2019 Registratienummer : at18001919

Registratiecode : *at18001919*

Auteur : Diderick Holtland

Status : Openbaar

Bijlage 4: Uitgangspunten programmabegroting 2019 en meerjarenraming 2020 –2022

Inleiding

Bij het opstellen van de programmabegroting 2019 van de gemeente Beuningen geeft de

gemeenteraad de financiële kaders voor de uitgaven van de gemeente Beuningen. Niet alleen bepaalt de gemeenteraad hoeveel geld er uit wordt gegeven, maar ook waaraan en op welk niveau. Om tot een goede besluitvorming te komen doorloopt het begrotingsproces verschillende fasen:

1. vaststellen van de kaders bij de begroting, bestaande uit:

a. kaderbrief met belangrijkste financiële ontwikkelingen b. doelstellingen gekoppeld aan nieuw beleid

c. uitgangspunten

2. vaststellen van de programmabegroting 2019 en de meerjarenraming 2020-2022 Uitgangspunten

Met betrekking tot de programmabegroting 2019 en de meerjarenraming 2020-2022 gelden de volgende uitgangspunten:

1. De programmabegroting moet voldoen aan wettelijke vereisten

Sinds 1 januari 2004 geldt het Besluit Begroting en Verantwoording voor de gemeente Beuningen. Dit besluit sluit zoveel als mogelijk aan op de verslagleggingvoorschriften van privaatrechtelijke

rechtspersonen, maar laat wel ruimte aan de specifieke begrotings- en verantwoordingsvoorschriften voor gemeenten.

De programmabegroting 2019 moet voldoen aan de algemene bepalingen zoals deze zijn opgenomen in het Burgerlijk Wetboek, boek 2, Titel 9 en de meer specifiekere bepalingen zoals vermeld in het Besluit Begroting en Verantwoording en de Gemeentewet. In deze gemeentewet (artikel 189 lid 2) staat aangegeven dat de raad erop toe ziet dat de begroting duurzaam in evenwicht is.

2. De programmabegroting dient duidelijk en transparant te zijn

De programmabegroting moet in eerste instantie duidelijk zijn voor de raadsleden. Zij moeten op basis van deze begroting gefundeerde besluiten kunnen nemen. Daarnaast is het van belang dat het college op basis van de programmabegroting duidelijk wordt geautoriseerd tot het doen van uitgaven. Niet alleen moet duidelijk zijn hoeveel het college uit mag geven, maar ook moet duidelijk zijn welke maatschappelijke effecten de gemeenteraad nastreeft.

Ten slotte is de programmabegroting van belang voor derden. De provincie toetst de begroting; de burgers kunnen in de begroting zien hoe de gemeente omgaat met de beschikbare middelen.

3. Het bestaande beleid is de basis voor de programmabegroting

De programmabegroting 2019 wordt opgesteld op basis van huidig beleid. Dit wil zeggen dat de programmabegroting 2018 inclusief de in de begrotingsvergadering van 31 oktober 2017 genomen besluiten met betrekking tot nieuw beleid en belastingverhogingen als startpunt dient voor de programmabegroting 2019.

De volgende afwijkingen zijn hierop toegestaan en zullen apart worden weergegeven in de programmabegroting 2019:

a.) raads- en collegebesluiten

(2)

2 De in de loop van 2017 en 2018 door de gemeenteraad en het college genomen besluiten met

budgettaire gevolgen worden verwerkt. Ook de uitkomst van de 1

e

bestuursrapportage 2018 (Zomernota) wordt verwerkt in de programmabegroting 2019.

b.) Autonome groei

Onder autonome groei vallen alle financiële ontwikkelingen die veroorzaakt worden door onder andere het uitbreiden van aantallen inwoners, woningen of aanvragen voor voorzieningen bijstand, WMO, paspoorten of leerlingenvervoer.

c.) Nominale ontwikkeling op budgetten

Onder de nominale ontwikkeling van budgetten vallen alle structurele gevolgen die voortvloeien uit structurele tekorten op budgetten of verschuivingen tussen budgetten. Deze kunnen voortkomen uit de jaarrekening 2017 of uit ervaringsgegevens. Hieronder vallen ook aanbestedingsvoor- of nadelen.

d.) Aanpassing op basis van wetgeving of decentralisatie

De gevolgen van decentralisatie of nieuwe taken die op de gemeente afkomen op basis van wetgeving worden in de programmabegroting 2019 verwerkt. Hierbij zal worden aangegeven wat de budgettaire gevolgen zijn van de wijziging.

e.) Salarisstijging

Voor het salarisniveau en sociale lasten wordt uitgegaan van de peildatum 1 januari 2018 verhoogd met de periodieke verhogingen per 1 januari 2019 en de ten tijde van het opstellen van de begroting bekende CAO-maatregelen.

f.) Prijsstijging

1. Voor de lonen en salarissen wordt uitgegaan van een stijging van 2,4% en voor de overige kosten wordt uitgegaan van een prijsstijging van 1,4% (prijsontwikkeling overheidsconsumptie 2019, bron: meicirculaire gemeentefonds 2018). Het totale bedrag inzake de prijsstijging zal op één verzamelbudget worden gereserveerd (binnen het programma Bestuur en algemene ondersteuning). Indien nodig, b.v. als prijsstijgingen contractueel zijn bepaald, zal het betrokken budget worden verhoogd ten laste van het verzamelbudget.

2. In het begroting 2019 zal bij kredieten, die nog niet uitgegeven maar wel geraamd zijn, geen rekening worden houden met de automatische prijsontwikkelingen zoals hierboven genoemd bij punt 1.

g.) Kapitaallasten

 Rente

De door de gemeente te betalen rentekosten voor eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (leningen opgenomen geld) worden toegerekend aan de investeringen. Gezien het negatieve saldo van de algemene reserve grondbedrijf zal aan deze reserve geen rente worden toegerekend. Voor diverse investeringen worden de rentekosten via een vast percentage verdeeld. De overige rentekosten worden aan de overige investeringen toegerekend via een omslagpercentage. Bij het berekenen van het

omslagpercentage wordt rekening gehouden met 4% bij een financieringstekort. Voor het deel van het financieringstekort dat de gemeente kort weg mag zetten (kasgeldlimiet) wordt rekening gehouden met 2% rentetoerekening.

Aan de reserves wordt als volgt rente toegevoegd:

Omschrijving Rentepercentage

Omschrijving Rentepercentage

Algemene reserve algemene dienst 0%

(3)

3

Algemene reserve Grondbedrijf 0%

Reserve afvalinzameling 0%

Reserve kwaliteit openbare ruimte centrum 0%

Reserve decentralisaties 0%

Reserve incidentele prioriteiten / automatisering 0%

 Vrijvallende kapitaallasten

De vrijvallende kapitaallasten komen ten gunste van het begrotingsresultaat.

 Inzetten 100% kapitaallasten nieuwe investeringen ten gunste van begrotingsresultaat betreffende jaar

Voor nieuwe investeringen wordt in het jaar volgend op het jaar dat de investering wordt gedaan van de investering de volledige kapitaallast berekend.

h.) Algemene uitkering

De programmabegroting 2019 zal worden opgesteld op basis van de meicirculaire 2018.

i.) Ontwikkeling lokale lasten

De ontwikkeling van het OZB tarief is in de programmabegroting 2018 vastgesteld op 3,0% stijging in 2018.

Uitgangspunten meerjarenbegroting

1. De programmabegroting geeft de toekomstige ontwikkelingen weer

De programmabegroting 2019 houdt rekening met toekomstige ontwikkelingen en geeft aan wat hiervan de financiële gevolgen zijn.

Met de volgende ontwikkelingen wordt in elk geval rekening gehouden:

a.) Autonome groei

In de meerjarenbegroting 2020-2022 wordt nagenoeg geen rekening gehouden met autonome groei.

De extra inkomsten die door autonome groei ontstaan komen voort uit hogere inkomsten algemene uitkering en hogere opbrengst OZB). Aangezien de inkomsten uit autonome groei naar verwachting beperkt zullen zijn, worden deze beperkte inkomsten, voor zover ze optreden, ten gunste van het begrotingsresultaat gebracht.

b.) Prijsstijging

Voor de overige kosten wordt voor de periode 2019 – 2021 uitgegaan van een prijsstijging van 1,7% in 2019, 1,6% in 2020 en 1,7% in 2021 (prijsontwikkeling Bruto Binnenlands Product 2019 - 2021, bron:

meicirculaire 2017).

c.) Kapitaallasten

 Vrijvallende kapitaallasten

De vrijvallende kapitaallasten komen ten gunste van het begrotingsresultaat.

d.) Algemene uitkering

De meerjarenbegroting 2020-2022 zal worden opgesteld op basis van de meicirculaire 2017.

e.) Ontwikkeling lokale lasten

De ontwikkeling van het OZB tarief is in programmabegroting 2018 vastgesteld op 3% stijging vanaf

(4)

4

2020.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De begroting voor 2022 geeft een gunstiger resultaat dan het resultaat wat was verondersteld in de meerjarenplanning van het bedrijfsplan (de strategienota welke is gebaseerd op

In het Gooi en de Vechtstreek zijn in de loop der jaren twee archiefdiensten ontstaan. Het Streekarchief Gooi en Vechtstreek in Hilversum; voor de archieven van de gemeente Hilversum

 Op welke manier denkt het college de hier ontplooide / te ontplooien initiatieven geschikt te maken voor de grote uitdaging van de energietransitie die voor ons ligt.

Amsterdam heeft aangegeven dat (ambtelijke) fusie per 1 januari 2019 mogelijk is. In opdracht van de gemeente Weesp is een deskresearch gedaan naar de financiële gevolgen

In dit kader zijn de aandachtspunten voor 2019 het in balans brengen van de kosten en de baten in relatie tot de opleverdatum van de nieuwe meldkamer Midden-Nederland, het

In 2019 wordt (nog meer) aandacht besteed aan versterking van het eigen GHOR-team door een organisatie te zijn waar medewerkers zich thuis voelen, verder kunnen ontwikkelen en

Deze punten zijn reeds goedgekeurd door instemming van de raad met de Kadernota 2019 op 5 juni 2018.. De gemeentesecretarissen en de wethouders in de adviescommissie hebben

[r]