• No results found

Vraag nr. 127 van 30 maart 2001 van de heer CARL DECALUWE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 127 van 30 maart 2001 van de heer CARL DECALUWE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 127 van 30 maart 2001

van de heer CARL DECALUWE

Hypotheekleningen Woningfonds – Evaluatie Het Vlaams Woningfonds verleent hypothecaire le-ningen met het oog op de bouw, de verkoop, de sa-n e r i sa-n g, de verbeterisa-ng esa-n/of de aasa-npassisa-ng vasa-n eesa-n w o n i n g. In sommige gevallen kent het ook leningen toe voor de terugbetaling van vroeger daartoe aan-gegane hypotheekleningen.

De aanvrager moet kunnen aantonen dat hij het voorbije kalenderjaar meer dan 30 % van zijn ge-middeld maandelijks netto-inkomen uitgeeft aan de afbetaling van de leningslasten.

Er wordt voorrang gegeven aan aanvragers die minstens twee kinderen ten laste hebben en de maximuminkomensgrens niet overschrijden. De woning moet gedurende de volledige duur van de lening worden bewoond. De woning mag met andere woorden niet worden vervreemd zolang de lening loopt. Verhuring of onderverhuring is slechts toegestaan mits instemming van het Woningfonds. 1. Hoeveel hypothecaire leningen werden door

het Woningfonds toegekend in de periode 1995-2000 ?

2. De hypothecaire leningen door het Wo n i n g-fonds worden nu reeds een aantal jaren toege-kend.

Wat is het gemiddelde profiel van de aanvrager ? 3. Voor welk bedrag werden hypothecaire

lenin-gen toegestaan ? Wat is de gemiddelde hoogte van een hypothecaire lening toegekend door het Woningfonds per provincie ?

4. Heeft het Woningfonds in het kader van deze leningen vaak te kampen met wanbetalers of in-breuken op de voorwaarden ?

Zo ja, over hoeveel dossiers gaat het en voor welk bedrag in de periode 1995-2000 per pro-vincie ?

In hoeveel gevallen werd de hypotheek gelicht ?

5. Werd dit instrument recentelijk geëvalueerd naar efficiëntie en effectiviteit voor het V l a a m s huisvestingsbeleid ? Zo ja, wat waren de conclu-sies ?

Antwoord

1. Aantal hypothecaire leningen toegekend in de periode 1995-2000 (Fonds B2) Jaar Aantal 1995 2.123 1996 2.045 1997 2.123 1998 2.108 1999 2.264 2000 2.034

2. Profiel van de ontleners (dienstjaar 2000) – 50,39 % van het totaal is arbeider ;

– 17,36 % van het totaal heeft geen beroepsin-komsten ;

– 30,97 % van het totaal betreft éénouderge-zinnen ;

– 9,44 % van het totaal telt minstens één an-dersvalide gezindslid ;

– Het gemiddeld netto gezamenlijk belastbaar inkomen bedraagt 701.151 frank ;

– 22,12 % van het totaal zijn allochtone ontle-nersgezinnen.

3. Bedragen van de hypothecaire leningen toege-kend in de periode 1995-2000 (Fonds B2)

Jaar Bedragen (in fr.)

(2)

4. Wanbetalers

Het aantal ontleners met achterstand van mini-mum één maand bij de afbetaling bedroeg : – per 31/12/2000 : 1.064 (op een totaal van

31.271 lopende dossiers), voor een bedrag van 225.749.781 frank (waarin 149.950.504 frank betrekking heeft op vervroegd op-geëiste, vervallen rekeningen)

– per 31/12/1999 : 923 (op een totaal van 31.259 lopende dossiers), voor een bedrag van 182.877.893 frank (waarin 119.357.212 frank betrekking heeft op vervroegd opgeëiste, vervallen rekeningen)

– per 31/12/1998 : 806 (op een totaal van 31.602 lopende dossiers), voor een bedrag van 158.537.365 frank (waarin 103.898.635 frank betrekking heeft op vervroegd opgeëiste, vervallen rekeningen)

– per 31/12/1997 : 815 (op een totaal van 31.866 lopende dossiers), voor een bedrag van 144.712.099 frank (waarin 90.368.496 frank betrekking heeft op vervroegd opgeëiste, vervallen rekeningen)

– per 31/12/1996 : 706 (op een totaal van 31.192 lopende dossiers), voor een bedrag van 129.075.124 frank (waarin 81.108.198 frank betrekking heeft op vervroegd opgeëiste, vervallen rekeningen)

– per 31/12/1995 : 673 (op een totaal van 32.253 lopende dossiers), voor een bedrag van 119.380.944 frank (waarin 79.534.575 frank betrekking heeft op vervroegd opgeëiste, vervallen rekeningen)

Aantal gevallen waarbij de hypotheek werd ge-licht op verzoek van het Vlaams Woningfonds

2000 12 1999 7 1998 16 1997 7 1996 13 1995 14

5. Er werd in 1997, in opdracht van toenmalig Vlaams minister W. D e m e e s t e r, door de inspec-t e u r-generaal van Financiën een begroinspec-tingsen- begrotingsen-quête doorgevoerd bij het Vlaams Wo n i n g f o n d s van de Grote Gezinnen.

Deze begrotingsenquête beoogde onder meer het Vlaams Woningfonds te evalueren in zowel termen van doeltreffendheid als van doelmatig-heid.

Vermelde inspecteur-generaal besluit dat het Vlaams Woningfonds op het vlak van effectivi-teit de gestelde verwachtingen ten volle inlost. Hij concludeert te hebben kunnen vaststellen dat het maatschappelijk doel ruimschoots wordt ingevuld.

Toegekende leningen per provincie – dienstjaar 2000 (Fonds B2)

Provincie Aantal Bedragen Gemiddeld leningsbedrag

Antwerpen 594 1.562.915.312 2.631.174

Limburg 297 765.884.517 2.664.381

Oost-Vlaanderen 503 1.264.232.743 2.508.573

Vlaams-Brabant 257 684.745.899 2.513.385

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Ten slotte blijkt uit de SIF-beleidsplannen dat een aantal lokale besturen voorbereidingen treffen voor de oprichting van (intergemeente- lijke) sociale verhuurkantoren, die

Kan eveneens een specifiek overzicht worden gegeven per erkende vennootschap voor het ar- rondissement Kortrijk-Roeselare-Tielt?. Wat zijn de oorzaken van deze langdurige

Ondanks het feit dat de premie pas wordt ontvangen nadat de kosten voor de werken reeds betaald zijn, heeft een ruime meerderheid daar geen problemen mee.. Ongeveer eenderde

De studie toont ook aan dat de uitgevoerde werken substantieel zijn (41 % van de onder- vraagden liet werken uitvoeren voor een totaal- bedrag van meer dan 400.000 frank)..

Is er een directe link vast te stellen tussen het aantal toekenningsdossiers en de evolutie inza- ke verkrotte

Wat sociale verkavelingen en andere initiatiefne- mers dan de socialehuisvestingsmaatschappijen be- t r e f t , wordt indien een teruggave van de kostprijs van

In onderstaande tabel wordt het aantal aanvragen door kredietinstellingen weergegeven tot compen- satie van het geleden verlies als gevolg van het feit dat de opbrengst bij

Van die 2.111 leningen met achterstand, zijn er 70 lenin- gen waarvan de achterstand meer dan drie maandbetalingen bedraagt, 135 leningen die de bestaande achterstand