Vraag nr. 91 van 29 maart 2001
van de heer CARL DECALUWE
Wachtbekkens – Vergunningsmogelijkheden De problematiek van overstromingen bij hevige re-gens wordt chronisch en almaar actueler in V l a a n-deren.
Eén van de preventieve oplossingen blijkt de aan-leg van wachtbekkens te zijn. In de voorbije perio-de werperio-den dan ook reeds een aantal wachtbekkens aangelegd.
Hierbij blijken echter moeilijkheden te rijzen om-trent de ruimtelijke ordening.
1. Op welke basis werden er reeds bouwvergun-ningen afgeleverd voor de aanleg van wacht-bekkens in Vlaanderen ?
2. Werden reeds initiatieven genomen om een spoedprocedure in te stellen inzake de aanleg van wachtbekkens, teneinde de veiligheid van de bevolking maximaal te vrijwaren ?
Antwoord
1. Er zijn verschillende manieren waarop wacht-bekkens kunnen worden vergund. Wanneer een aanvraag wordt ingediend, dient de verenig-baarheid met de voor de betrokken locatie gel-dende planologische voorschriften te worden nagegaan.
Zo is op sommige gewestplannen de bestem-ming "overstrobestem-mingsgebied" vermeld (artikel 1 8 . 7 . 5 . van het koninklijk besluit van 28 decem-ber 1972 betreffende de inrichting en de toepas-sing van de ontwerp-gewestplannen en gewest-plannen).
Dit betekent echter geenszins dat wachtbekkens enkel in die bestemming kunnen worden aange-legd.
Ook de bestemming "gebied voor gemeen-schapsvoorzieningen en openbare nutsvoorzie-ningen" kan compatibel zijn met de aanleg van een wachtbekken. Als het wachtbekken ook kan worden gebruikt voor waterrecreatie, is een aanleg in recreatiegebied niet uit te sluiten. Sommige wachtbekkens overstromen slechts zeer sporadisch. Ze kunnen op een zeer
natuur-lijke manier in het landschap worden geïnte-g r e e r d . Onder bepaalde voorwaarden kunnen sporadische overstromingen de natuurwaarden in een gebied zelfs ten goede komen. D e r g e l i j k e overstromingsgebieden kunnen worden aange-legd in een gebied dat op het gewestplan als "natuurgebied" is ingekleurd.
Als een wachtbekken gericht is op het vrijwaren van een landbouwgebied voor overstromingen, dan is het zelfs niet bij voorbaat uit te sluiten dat het wordt aangelegd in een agrarisch ge-bied.
Veel hangt uiteraard af van de wijze waarop het wachtbekken-overstromingsgebied wordt aan-g e l e aan-g d . Zo is het duidelijk dat een betonnen wa-terkuip niet thuishoort in een natuurgebied, aangezien dat niet bepaald bijdraagt tot "het behoud of herstel van het natuurlijk milieu". Algemene regels kunnen in deze materie moei-lijk worden geformuleerd. Elke aanvraag moet apart worden onderzocht.
Ook kan ik de Vlaamse volksvertegenwoordiger wijzen op artikel 20 van het koninklijk besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerpgewestplannen en gewestplannen, dat vroeger veel soepeler werd gehanteerd dan nu. Deze verstrenging is er gekomen door evoluties in de rechtspraak en rechtsleer.
2. Zoals onder punt 1 gesteld, is het niet bepaald onmogelijk om wachtbekkens aan te leggen. Wanneer een concreet geval toch niet vergun-baar is, bijvoorbeeld een wachtbekken in agra-risch gebied dienstig voor de bescherming van een woongebied, dan biedt het decreet van 18 mei 1999 houdende de organisatie van de ruim-telijke ordening nog een mogelijkheid.
Artikel 103, § 1 en 2 van dat decreet luiden im-mers:
"§ 1. De Vlaamse regering bepaalt de lijst van de werken, handelingen en wijzigingen van alge-meen belang.
ontwerp van het nieuwe ruimtelijk uitvoerings-plan waarmee de werken, handelingen en wijzi-gingen van algemeen belang verenigbaar zijn, als aan de volgende voorwaarden voldaan is: 1° het nieuwe ruimtelijk uitvoeringsplan is van hetzelfde of van een hoger niveau als de be-staande ruimtelijke uitvoeringsplannen;
2° de Vlaamse regering en/of de bestendige de-putatie heeft geen strijdigheid vastgesteld van het ontwerp van ruimtelijk uitvoeringsplan met de hogere plannen met toepassing van artikel 45, § 4 en 49, § 4.
Er mag bovendien worden afgeweken van de voorschriften van een ruimtelijk uitvoeringsplan voorzover het gaat om kleine werken, h a n d e l i n-gen en wijziginn-gen van algemeen belang, die de algemene bestemming en het architectonische en landschappelijke karakter van het gebied in kwestie niet in het gedrang brengen.
De Vlaamse regering bepaalt welke werken, handelingen en wijzigingen van algemeen be-lang als klein kunnen worden beschouwd. § 2. De bepalingen van § 1, tweede en derde lid, zijn eveneens van toepassing op milieuvergun-ningsaanvragen en op verzoeken tot onteige-ningsmachtiging met betrekking tot werken, handelingen en wijzigingen van algemeen be-lang. "