Vraag nr. 83 van 15 maart 2001
van de heer CARL DECALUWE
Bouwvolume zonevreemde woningen – Carports Artikel 166 van het decreet van 18 mei 1999 hou-dende de organisatie van de ruimtelijke ordening bevat de uitzonderingsregeling omtrent de zeer ac-tuele problematiek van zonevreemde woningen. In § 1, 1° van dat artikel wordt bepaald dat, voor de verder opgesomde categorieën, mag worden ver-bouwd "binnen het bestaande bouwvolume". En in § 1, 6° wordt gesproken over het "uitbreiden van een gebouw tot maximaal 700 m3bouwvolume".
Met betrekking tot carports is in dit verband blijk-baar niets geregeld en er zijn blijkblijk-baar ook geen eenduidige instructies over, wat doet vrezen voor uiteenlopende toepassingen. Bovendien veroor-zaakt dit extra onduidelijkheid ten aanzien van de burger met betrekking tot deze toch al niet zo een-voudige materie.
1. Zijn er initiatieven genomen om te zorgen voor hetzij een algemene regeling, hetzij eenduidige instructies terzake ?
2. Is het voor de minister de bedoeling dat een (aangebouwde) carport tot het bestaande volu-me van het gebouw wordt gerekend ?
En dat in het geval van verbouwing in combina-tie met een uitbreiding van een woning, e e n (aangebouwde) carport wordt meegerekend voor de bepaling van het maximale bouwvolu-me ?
Antwoord
Het is nuttig te citeren uit de tekst van artikel 43, § 2 van het decreet betreffende de ruimtelijke orde-ning, gecoördineerd op 22 oktober 1996:
"( ... ) 1° het verbouwen van een bestaand vergund g e b o u w, met uitsluiting van verkrotte gebouwen, binnen het bestaande bouwvolume ;
2° het herbouwen op dezelfde plaats van een be-staande vergunde woning binnen het bebe-staande b o u w v o l u m e op voorwaarde dat voldaan is aan volgende voorwaarden:
(...)
d) zo het bestaande b o u w v o l u m e meer bedraagt dan 1.000 m3, dient de herbouwde woning beperkt
te blijven tot 1.000 m3 ;
3° het herbouwen op een gewijzigde plaats van een bestaande vergunde woning, met uitsluiting van verkrotte gebouwen, binnen het bestaand bouwvo-lume op voorwaarde dat de woning op 1 januari 1999 getroffen is door een rooilijn of gevat is door een gemeentelijke verordening inzake de voor-bouwlijn en op voorwaarde dat de wijziging van de inplanting zich beperkt tot de verplaatsing die tot gevolg heeft dat het gebouw dezelfde voorbouwlijn krijgt als de dichtstbijzijnde gebouwen of tot de verplaatsing conform de in de verordening voorziene voorbouwlijn; indien het bestaande b o u w v o l u -m e -meer bedraagt dan 1.000 -m3, dient de
herbouw-de woning beperkt te blijven tot 1.000 m3 ;
(...)
6° het uitbreiden van een bestaande vergunde wo-n i wo-n g, met uitsluitiwo-ng vawo-n verkrotte gebouwewo-n. D e uitbreiding van een bestaande vergunde woning kan met inbegrip van de woningbijgebouwen die er f y s i s ch één geheel mee vormen slechts leiden tot een maximaal bouwvolume van 700 m3. Deze
uitbrei-ding mag de 100% volumevermeerdering echter niet overschrijden; "
De tekst spreekt steeds over "bouwvolume" zon-der deze term te definiëren. De definitie die Va n Dale geeft, kan ons hierin ook niet verder helpen, aangezien die luidt: " Term waarmee men aangeeft welk deel van de totale capaciteit der bouwindus-trie voor een bep. categorie van bouwwerken kan worden gebruikt (volume duidde hierin oorspr. o p het materiaal, daarna op de inhoud en later op het geld of de subsidie)." Van Dale heeft hier duidelijk iets anders op het oog.
Dus moet het begrip in zijn spraakgebruikelijke betekenis worden begrepen, namelijk "het volume van de bouwwerken". De vraag is dan of een car-port als een bouwwerk, als een gebouw kan wor-den beschouwd. Ook al is een carport veelal geen gesloten volume en begrenst hij enkel een open vo-l u m e, dan vo-lijkt het mij toch wensevo-lijk hem in de meeste gevallen als een bouwwerk dat over een "bouwvolume" beschikt, te beschouwen.
onge-twijfeld weet, hebben afwijkingsbepalingen enkel als bedoeling enigszins tegemoet te komen aan de complexiteit van de realiteit, die niet in eenvoudige regels te vatten is. Waar men een afwijking op de vastgestelde regels toelaat, worden de normale re-gels gedeeltelijk en binnen bepaalde grenzen opzij g e z e t . Het geheel anderzijds in strikte regels gieten, zal opnieuw aanleiding geven tot problemen. O v e r-eenkomstig de rechtspraak en de rechtsleer staat wel vast dat afwijkingsbepalingen strikt moeten worden geïnterpreteerd.
Desalniettemin heb ik mijn administratie verzocht het door de Vlaamse Volksvertegenwoordiger op-geworpen interpretatie-element verder te explicite-ren naar aanleiding van de op te maken omzend-brief inzake de toepassingsmodaliteiten vervat in de vigerende afwijkingsregelgeving. Met de op-maak van deze omzendbrief wordt voorlopig ge-wacht tot het voorontwerp van decreet, dat op 30 maart 2001 principieel werd goedgekeurd door de Vlaamse regering, de volledige procedure heeft doorlopen.
Om terug te komen op de vraag van de V l a a m s e volksvertegenwoordiger : artikel 43, § 2 biedt onder meer geen basis om losstaande bijgebouwen te ver-g u n n e n . Zoals voor ver-garaver-ges, lijkt het mij redelijk ook voor carports een integratie bij de bestaande bebouwing te eisen in afwachting van de beoogde gebiedsgerichte planmatige benadering.