Vraag nr. 261 van 20 februari 2004
van de heer MARC VAN DEN ABEELEN Binnenvaart – Sluizen
Eind vorige maand publiceerde de Dienst voor de Scheepvaart positieve cijfers over de structurele groei van de binnenvaart op de kanalen in A n t w e r-pen en Limburg.
Globaal noteerde de Dienst vorig jaar een tonna-gegroei van 1,52 % tot 38,35 miljoen ton. Vooral de groei met ongeveer 20 % van het containervervoer is hoopgevend. Tien jaar geleden werd nauwelijks een container vervoerd op onze kanalen, nu zijn het er al 200.000.
Ongeveer 95 % van het binnenvaartverkeer op de kanalen in Antwerpen en Limburg verloopt via het Albertkanaal.
Als men wil dat het binnenscheepvaartverkeer ook in de toekomst nog kan groeien, moet volgens de Dienst voor de Scheepvaart dringend aandacht worden geschonken aan het probleem van de slui-z e n . Er moet in de toekomst dan ook gedacht wor-den aan de bouw van nieuwe (duwvaart)sluizen of aanpassingswerken aan bestaande sluizen.
Momenteel is er nog een groeimogelijkheid op de kanalen van 10 %. Met een groeiende belangstel-ling van het bedrijfsleven voor de binnenvaart en een sterke toename van het containervervoer, i s het echter niet denkbeeldig dat deze groeimarge sneller dan verwacht bereikt zou worden.
1. Is de minister zich bewust van de groeibeper-kingen waarmee de kanalen in Antwerpen en Limburg in de toekomst te maken krijgen ? 2. Staan er nieuwe sluizen of aanpassingen van
be-staande sluizen op het programma, zodat de groei van het binnenvaartverkeer ook in de toe-komst verzekerd kan worden ?
Antwoord
1. Dankzij enkele zeer belangrijke beleidsinitiatie-ven ter bevordering van het vervoer via de wa-t e r w e g, kon de laawa-tswa-te jaren een significanwa-te en gestage groei van de binnenvaart worden vast-gesteld en alles wijst erop dat deze groei zich de volgende jaren zeker nog zal doorzetten. Op dit ogenblik is er nog voldoende capaciteit aanwe-zig op de bevaarbare waterwegen van het
Vlaamse gewest en kan nog gesproken worden over een reservecapaciteit, waardoor nog een bepaalde groei van de binnenvaart zonder pro-blemen kan worden opgevangen. Dit geldt ook voor het kanalennetwerk in de provincies A n t-werpen en Limburg, beheerd door de Dienst voor de Scheepvaart.
In het kader van het behoud van de mobiliteit op de wegen, moet er uiteraard voor gezorgd worden dat de binnenvaart niet het slachtoffer wordt van zijn eigen succes en moet worden vermeden dat binnen afzienbare tijd ook aan de sluizen files zouden ontstaan.
Hiertoe wordt door mijn administratie, in sa-menwerking met de verschillende waterwegbe-h e e r d e r s, reeds studiewerk verricwaterwegbe-ht om ener-zijds de groei van de binnenvaart voor de vol-gende jaren zo juist mogelijk in te schatten, e n anderzijds om op basis van deze groeicijfers het verzadigingspunt van de verschillende sluizen zo exact mogelijk te situeren in de tijd. Op basis van deze studieresultaten kunnen dan de nodige beleidsmaatregelen worden uitgewerkt.
2. Op dit ogenblik staan er voor het werkingsge-bied van de Dienst voor de Scheepvaart nog geen nieuwe sluizen of aanpassingen aan be-staande sluizen op het programma. De Dienst voor de Scheepvaart onderzoekt alle mogelijk-heden om de capaciteit van de waterwegen te v e r h o g e n . De bouw van nieuwe of de aanpas-sing van bestaande sluizen is één van de moge-l i j k h e d e n . Een andere mogemoge-lijkheid is bijvoor-beeld het verder uitwerken en implementeren van ICT-projecten zoals GWS (Geautomati-seerd Waterbeheer en Scheepvaartsturing), waardoor de scheepvaart vlotter en sneller kan b e g e l e i d , opgevolgd en behandeld worden, d i t alles met het oog op het optimaliseren en het maximaliseren van de benutting van de bestaande sluizen (ICT : i n f o r m a t i e en c o m m u n i c a t i e -technologie – red.).