Vraag nr. 364 van 23 juni 2000
van mevrouw MARIJKE DILLEN Reclame langs gewestwegen – Controle
Verschillende wetten en decreten regelen het aan-brengen van publiciteit op en langs gewestwegen. Nochtans stel ik geregeld overtredingen vast. 1. Wordt er door de administratie Wegen en Ve
r-keer op regelmatige wijze controle uitgevoerd, teneinde de regelgeving te doen respecteren ? Zo ja, op welke wijze ?
2. Kan de minister vice-president een overzicht geven van de vastgestelde overtredingen per provincie, en dit voor 1998 en 1999 ?
3. In hoeveel gevallen werd de overtreder ook daadwerkelijk vervolgd ?
In hoeveel gevallen werd de publiciteit verwij-derd door de bevoegde diensten van de admini-stratie Wegen en Verkeer ?
Wat is de kostprijs hiervan en is deze kostprijs gerecupereerd bij de overtreder ?
Antwoord
1. De controle nopens de regelgeving op het aan-brengen van publiciteit langs gewest- en auto-snelwegen wordt uitgevoerd door wegenwach-ters tijdens hun inspectieronden.
De overtredingen betreffen in veruit de meeste gevallen tijdelijke publiciteit op bordjes in de wegberm die zonder vergunning worden ge-p l a a t s t . Voor dergelijke zaken wordt geen ge- pro-ces-verbaal opgemaakt, maar de borden worden door de wegenwachters of wegendiensten weg-g e n o m e n . Het betreft hier immers publiciteit op g e w e s t d o m e i n , dat wederrechterlijk wordt ge-bruikt.
Wanneer het grote borden betreft en deze op gewestdomein worden geplaatst, wordt contact opgenomen met de eigenaar, wat in de regel de verwijdering van de grote borden tot gevolg h e e f t . Zijn het borden op privaat terrein, d a n wordt de overtreder aangeschreven om zijn we-derrechterlijk geplaatst bord te verwijderen. I n-dien deze vraag zonder gevolg blijft, wordt een
klacht ingediend bij de lokale politiecommissa-ris, die de zaak afhandelt.
2. Er worden momenteel geen systematische, s t a-tistische overzichtslijsten bijgehouden van het aantal overtredingen per provincie per jaar. H e t inventariseren van dergelijke gegevens vergt immers administratieve mankracht. N i e t t e m i n kan ruwweg worden geschat dat er jaarlijks een vijftienhonderdtal worden vastgesteld.
Doordat de schriftelijke ingebrekestelling van de overtreders en het persoonlijk contact een efficiënt repressiemiddel is, dient het parket slechts in weinig gevallen te worden ingescha-k e l d . In ongeveer 10 % van de gevallen geeft de vastgestelde overtreding aanleiding tot het overzenden van een dossier aan het parket. Wat het vervolgingsbeleid van de parketten be-t r e f be-t , verwijs ik naar de bevoegde minisbe-ter van Justitie.