Vraag nr. 133 van 31 mei 2000
van mevrouw MARIJKE DILLEN
Onderwijsvoorrang migranten – Middelen en re-sultaten
Het blijft een doelstelling van de overheid de on-derwijsvoorrang voor migranten in het onderwijs in het algemeen, maar in het buitengewoon onder-wijs in het bijzonder, op een specifieke wijze te re-gelen en hiervoor de nodige middelen vrij te maken.
Jaarlijks neemt de Vlaamse regering zo een beslis-sing betreffende het aanwendingspercentage van de lesuren "onderwijsvoorrang migranten" in het buitengewoon secundair onderwijs.
1. Hoe is het aanwendingspercentage geregeld voor het lopende schooljaar 1999-2000 ? Wat is de concrete inhoud hiervan ?
2. Dit systeem werkt reeds enkele jaren.
Wat zijn de resultaten ? Gebeurt er een syste-matische evaluatie ? Zo ja, op welke wijze ? 3. Het organiseren van dergelijke
onderwijsvoor-rang vereist de nodige financiële middelen. Hoeveel middelen worden hiervoor vrijgemaakt op de begroting Onderwijs, specifiek gericht naar het buitengewoon onderwijs, voor de be-grotingsjaren 1998, 1999 en 2000 ?
Antwoord
1. Net als op alle andere lesuren- en urenpakket-ten van het buiurenpakket-tengewoon secundair onderwijs, wordt er ook op de uren onderwijsvoorrang mi-granten een aanwendingspercentage toegepast. Voor deze lesuren gebeurt dit met toepassing van artikel 6 van het koninklijk besluit nr. 6 5 van 20 juli 1982 tot vaststelling van de wijze waarop de ambten van het bestuurs- en onder-wijzend personeel worden bepaald in de inrich-tingen voor buitengewoon onderwijs.
Voor het schooljaar 1999-2000 is het aanwen-dingspercentage bij besluit van de Vlaamse re-gering van 1 juni 1999 bepaald op 95 %.
2. Van de 115 scholen voor buitengewoon secun-dair onderwijs genieten dit schooljaar 35 scho-len extra middescho-len voor onderwijsvoorrang
mi-g r a n t e n . De aanwendinmi-g van deze middelen is het voorwerp van systematische controle, n a a r aanleiding van de schooldoorlichtingen.
Tot op heden kreeg geen enkele van de doorge-lichte scholen hiervoor een beperking van het gunstige advies. Dit betekent dat in alle beoor-deelde gevallen de middelen werden gebruikt overeenkomstig het aanwendingsplan, vaak in de vorm van niet-cognitieve begeleiding van leerlingen en hun ouders en in de vorm van overleg met externe organisaties die zich speci-fiek met de migrantenproblematiek bezighou-d e n . Ook begeleibezighou-ding van migrantenoubezighou-ders be-hoort immers tot de opdracht van een school met OV B-u r e n , vooral met het oog op een bete-re bete-rechtstbete-reekse communicatie tussen de leer-krachten en de ouders van alle leerlingen ( OVB : onderwijsvoorrangsbeleid – red.)
3. Voor de laatste drie begrotingsjaren werden de volgende bedragen uitgetrokken op de begro-ting voor het organiseren van onderwijsvoor-rang migranten: