• No results found

Vraag nr. 236 van 31 mei 2000 van mevrouw MARIJKE DILLEN

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 236 van 31 mei 2000 van mevrouw MARIJKE DILLEN"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 236 van 31 mei 2000

van mevrouw MARIJKE DILLEN Vliegbasis Brustem – Bodemonderzoek

In september 1998 heeft de voorganger van de mi-nister de uitvoering van het oriënterend bodemon-derzoek en de voorafgaande situering van de niet-ontplofte bommen op de voormalige vliegbasis Brustem toevertrouwd aan de Tijdelijkse Ve r e n i-ging Milieu & Bouwen Belconsulting.

1. Zijn deze onderzoeken reeds volledig uitge-voerd ?

Wat was het resultaat inzake de situering van de niet-ontplofte vliegtuigbommen ? Hoeveel bommen heeft men op het terrein teruggevon-den ?

2. Wat is de kostprijs van de onderzoeken ? Va l l e n de kosten volledig ten laste van de Vlaamse Ge-meenschap ?

3. Wat is de inhoud van het oriënterend bodemon-derzoek ?

Zijn er saneringswerken nodig ? Zo ja, zijn ze reeds uitgevoerd ? Door wie worden de kosten van deze werken gedragen ?

Wat is de totale kostprijs ?

4. Dit domein was van een groot belang voor de mogelijkheden inzake natuurontwikkeling. Welke mogelijkheden inzake natuurontwikke-ling worden in aanmerking genomen ? Zijn er reeds concrete projecten ? Zo ja, welke en tegen wanneer kunnen ze worden gerealiseerd ? Zo neen, heeft de minister reeds concrete plan-nen om voor dit domein een dossier uit te wer-ken inzake natuurontwikkeling ?

Antwoord

1. Het oriënterend bodemonderzoek in opdracht van de Openbare A f v a l s t o f f e n m a a t s c h a p p i j voor het Vlaams Gewest (OVAM) is volledig a f g e r o n d . Wegens het potentiële risico op aan-wezigheid van blindgangers op het militaire do-m e i n , werd de onderzoeksopdracht opgesplitst in twee fasen : fase I behelsde het opzoeken van de restanten van nog aanwezige blindgangers

uit de Tweede We r e l d o o r l o g. Het doel van dit onderzoek was aan te geven, gelet op de aanwe-zigheid van blindgangers en niet-ontplofte bom-men over het totale militaire domein, welk ni-veau van vrijgave (zekerheid) er kon worden gegeven voor het verder milieukundig onder-z o e k . Fase II omvatte een oriënterend bodem-onderzoek in het kader van onteigening volgens de bepalingen van artikel 42, § 1 van het bo-d e m s a n e r i n g s bo-d e c r e e t . Dit onbo-derzoek werbo-d op-gedeeld in deelgebieden.

De resultaten van het onderzoek naar blindgan-gers en niet-ontplofte bommen hebben aanlei-ding gegeven tot de identificatie van een aantal anomalieën die aan onbekende ondergrondse voorwerpen te wijten zijn. Deze informatie is ook op kaarten weergegeven en werd gebruikt bij de interpretatie en lokalisatie van de borin-gen die in het kader van het milieukundig on-derzoek werden uitgevoerd.

2. De totale kostprijs van de uitgevoerde onder-zoeken bedroeg 27.251.203 frank, i n c l u s i e f BTW.

De EFRO-bijdrage bedraagt 40 % van de totale kosten ( E F RO : Europees Fonds voor Regionale Ontwikkeling – red.).

3. In opdracht van de OVAM werd door de Ti j d e-lijke Vereniging Bouwen & Milieu NV – Bel-consulting NV een oriënterend bodemonder-zoek verricht op het terrein gelegen in Sint-Truiden, vliegbasis Brustem.

Doel van het oriënterend bodemonderzoek was na te gaan of er ernstige aanwijzingen zijn voor het voorkomen van bodemverontreiniging op het onderzochte terrein. Aanleiding tot het bo-demonderzoek was de onteigening van een aan-tal kadastrale percelen waarop in het verleden diverse risicoactiviteiten werden uitgebaat, onder andere garagewerkplaatsen voor het on-derhoud en kleine herstellingen van legervoer-t u i g e n , exploilegervoer-talegervoer-tie van legervoer-talrijke opslaglegervoer-tanks voor b e n z i n e, s t o o k o l i e, d i e s e l ,k e r o s i n e, met bijbeho-rende verdeelinstallaties, en opslag van afval-stoffen in verschillende "dispersals". Gezien de oppervlakte van het militair domein (ongeveer 350 ha) en aangezien de te onderzoeken perce-len in meerdere groepen verspreid liggen over het domein, werd het terrein opgesplitst in een aantal deelgebieden.

(2)

onge-veer 7 hectare (ha) en is op het gewestplan Sint-Tr u i d e n - Tongeren ingekleurd als recreatiege-bied.

Deelgebied II is gelegen in het oostelijke deel van het terrein, heeft een oppervlakte van ongeveer 11 ha en is op het gewestplan SintTr u i d e n -Tongeren eveneens ingekleurd als recreatiege-bied.

Deelgebied III is gelegen in het noordwestelijke deel van het terrein, heeft een oppervlakte van ± 25 ha en is op het gewestplan SintTr u i d e n -Tongeren ingekleurd als industriegebied (kero-sinedepot AB) en bosgebied (kero(kero-sinedepot C). Deelgebied IV is gelegen in het noordoostelijke deel van het terrein, heeft een oppervlakte van ± 30 ha en is op het gewestplan SintTr u i d e n -Tongeren ingekleurd als industriegebied.

Deelgebied V is gelegen in het noordelijke deel van het terrein, heeft een oppervlakte van ongeveer 15 ha en is op het gewestplan SintTr u i d e n -Tongeren ingekleurd als industriegebied. D i t deelgebied bevat geen Vlarebo-gronden en diende dus niet te worden onderzocht (Vlarebo : Vlaams Reglement op de Bodemsanering – red.).

Deelgebied VI is gelegen in het centrale deel van het terrein, heeft een oppervlakte van onge-veer 260 ha en is op het gewestplan Sint-Tr u i-d e n - Tongeren ingekleuri-d als lani-dbouwgebiei-d, natuurgebied en bosgebied. Dit deelgebied bevat geen Vlarebo-gronden en diende dus niet te worden onderzocht.

De erkend bodemsaneringsdeskundige kwam op basis van het bodemonderzoek per deelge-bied tot volgende vaststellingen.

1. Deelgebied I

De onderzoekslocatie maakt deel uit van de percelen kadastraal bekend als : g e m e e n t e n u m-mer 71353 Sint-Truiden 3 afd, sectie E, p e r c e e l-nummers 988, 9 8 9 , 9 9 9 , 1 0 0 0 , 1 0 0 4 A , 1 0 0 6 , 1008B en 1010A. Zes van deze percelen werden gedeeltelijk (enkel de te onteigenen delen) on-derzocht.

Bij analyse van een bodemstaal van perceel 999 werd de bodemsaneringsnorm voor benzo(a)py-reen overschreden. Het betreft een historische v e r o n t r e i n i g i n g, waarvoor er ernstige aanwijzin-gen zijn dat ze een ernstige bedreiging vormt.

Hierdoor zal voormeld perceel worden opgeno-men in het register van verontreinigde gronden en is een beschrijvend bodemonderzoek nood-zakelijk.

Op één perceel, namelijk 1006, werden in de bodem concentraties van PAK's vastgesteld waarbij de kwaliteit van de bodem rechtstreeks of onrechtstreeks nadelig wordt beïnvloed of kan worden beïnvloed ( PAK's : p o l y c y c l i s ch e a r o m a t i s che koolwaterstoffen – red.). Gelet op de kenmerken van de bodem en de functies die deze vervult zoals weergegeven in het onder-z o e k s r a p p o r t , is er geen sprake van ernstige aanwijzingen dat deze historische bodemveront-reiniging een ernstige bedreiging vormt. O p basis hiervan dient op voormeld perceel con-form het bodemsaneringsdecreet niet tot een beschrijvend bodemonderzoek te worden over-g e over-g a a n . Het perceel 1006 wordt wel opover-genomen in het register van verontreinigde gronden. Bij de overige onderzochte percelen 988, 9 8 9 , 1 0 0 0 ,1 0 0 4 A , 1008B en 1010A werden er slechts verhoogde achtergrondwaarden voor een aantal parameters vastgesteld, zonder dat hierbij de overeenkomstige bodemsaneringsnorm werd o v e r s c h r e d e n . Deze percelen worden dan ook niet opgenomen in het register van verontrei-nigde gronden.

2. Deelgebied II

De onderzoekslocatie maakt deel uit van de percelen kadastraal bekend als : g e m e e n t e n u m-mer 71353 Sint-Truiden 3 afd, sectie I, p e r c e e l-nummers 205, 2 1 6 , 2 2 6 , 2 2 7 A , 2 2 7 S, 2 2 7 T, 2 3 8 A en 241T ; sectie K, perceelnummer 40F. Vier van deze percelen werden gedeeltelijk (enkel de te onteigenen delen) onderzocht.

Bij analyse van een bodemstaal van perceel 227S werd de bodemsaneringsnorm voor benzo(a)pyreen overschreden. Het betreft een historische verontreiniging waarvoor er ernstige aanwijzingen zijn dat ze een ernstige bedreiging v o r m t . Hierdoor zal voormeld perceel worden opgenomen in het register van verontreinigde gronden en is een beschrijvend bodemonder-zoek noodzakelijk.

(3)

3. Deelgebied III

De onderzoekslocatie maakt deel uit van de percelen kadastraal bekend als : g e m e e n t e n u m-mer 71353 Sint-Truiden 3 afd, sectie E, p e r c e e l-nummers 844A, 8 8 6 , 925 en 927. Percelen 844A en 925 werden gedeeltelijk (enkel de te onteige-nen delen) onderzocht.

In de bodemstalen van percelen 844A en 925 werd de bodemsaneringsnorm voor minerale olie (en voor 844A eveneens voor naftaleen) in de bodem licht overschreden. Voor perceel 925 zijn er voor deze historische bodemverontreini-ging ernstige aanwijzingen dat ze een ernstige bedreiging vormt, een beschrijvend bodemon-derzoek is hiervoor noodzakelijk.

Het grondwater van de percelen 886, 925 en 927 is verontreinigd met het gechloreerd solvent 1 , 1 , 2 - t r i c h l o o r e t h a a n . In vergelijking met de ontwerp-Vlarebo-norm voor deze parameter zijn er ernstige aanwijzingen dat deze histori-sche grondwaterverontreiniging een ernstige bedreiging vormt.

Daarnaast is het grondwater van de vier voor-melde percelen verontreinigd met minerale olie, BTEX en arseen. Het betreft een historische verontreiniging (BTEX : b e n ze e n , t o l u e e n , e t h y l -b e n zeen en xyleen – red.). Voor de aangetroffen concentraties aan minerale olie en BTEX in het grondwater zijn er ernstige aanwijzingen dat ze een ernstige bedreiging vormen.

Hierdoor zullen voormelde percelen worden opgenomen in het register van verontreinigde gronden en is een beschrijvend bodemonder-zoek noodzakelijk.

4. Deelgebied IV

De onderzoekslocatie maakt deel uit van de percelen kadastraal bekend als : g e m e e n t e n u m-mer 71353 Sint-Truiden 3 afd, sectie E, p e r c e e nummers 537, 538 en 539A ; sectie I, p e r c e e l-nummers 10, 1 1 , 1 2 A , 1 7 A , 1 8 B, 1 9 , 2 0 , 2 3 , 2 9 A , 5 0 B, 4 7 , 4 9 ,7 9 B, 8 1 B, 82D en 119. Deze percelen werden volledig onderzocht.

Bij analyse van bodemstalen van perceelnum-mers 11 en 12A werd de bodemsaneringsnorm voor minerale olie overschreden. Het betreft een gemengde verontreiniging, beschrijvend bo-demonderzoek is noodzakelijk.

Op het perceel 79B werd de bodemsanerings-norm voor minerale olie in de bodem

over-s c h r e d e n , doch voor deze verontreiniging zijn er geen ernstige aanwijzingen dat ze een ernstige bedreiging vormt.

Bij analyse van grondwaterstalen genomen op percelen 79B, 81B en 82D, werd eveneens de bodemsaneringsnorm voor minerale olie over-s c h r e d e n . Het betreft een hiover-storiover-sche verontrei-niging waarvoor er ernstige aanwijzingen zijn dat ze een ernstige bedreiging vormt. H i e r d o o r zullen voormelde percelen worden opgenomen in het register van verontreinigde gronden en is een beschrijvend bodemonderzoek noodzake-lijk.

Op perceel 29A werd de Nederlandse Interven-tiewaarde voor cis-1,2-dichlooretheen over-s c h r e d e n . Het betreft een hiover-storiover-sche verontrei-niging waarvoor er ernstige aanwijzingen zijn dat ze een ernstige bedreiging vormt. Een be-schrijvend bodemonderzoek is noodzakelijk. Op één perceel, namelijk 17A, werden in de bodem concentraties van PAK's vastgesteld waarbij de kwaliteit van de bodem rechtstreeks of onrechtstreeks nadelig wordt beïnvloed of kan worden beïnvloed. Gelet op de kenmerken van de bodem en de functies die deze vervult zoals weergegeven in het onderzoeksrapport, i s er geen sprake van ernstige aanwijzingen dat deze historische bodemverontreiniging een ern-stige bedreiging vormt. Op basis hiervan dient op voormeld perceel conform het bodemsane-ringsdecreet niet tot een beschrijvend bode-monderzoek te worden overgegaan. Het perceel 17A wordt wel opgenomen in het register van verontreinigde gronden.

Bij de overige onderzochte percelen 537, 5 3 8 , 1 0 , 1 2 A , 1 8 B, 1 9 , 2 0 , 2 3 , 4 7 , 4 9 , 50B en 119, w e r-den er slechts verhoogde achtergrondwaarr-den voor een aantal parameters vastgesteld, z o n d e r dat hierbij de overeenkomstige bodemsane-ringsnorm werd overschreden. Deze percelen worden dan ook niet opgenomen in het register van verontreinigde gronden.

Op basis van de resultaten van het uitgevoerde oriënterend bodemonderzoek blijkt dat voor een aantal percelen er ernstige aanwijzingen zijn dat de historische bodemverontreiniging een ernstige bedreiging vormt. Op basis daarvan dient te worden overgegaan tot beschrijvend bodemonderzoek.

(4)

bedreiging inhoudt en of er een bodemsane-ringsproject en bodemsaneringswerken noodza-kelijk zijn.

Rekening houdende met bovenstaande opmer-k i n g e n , werd op basis van het oriënterend bo-demonderzoek in een addendum een raming van de kostprijs van de bodemsanering opge-maakt.

De bodemsanering bestaat uit verschillende fasen : uitvoeren van een beschrijvend

bode-monderzoek – opstellen van een ringsproject – uitvoeren van de bodemsane-ringswerken – eventueel bij grondwatersane-ring realiseren van een monitogrondwatersane-ringsinfrastruc- monitoringsinfrastruc-tuur en monitoring. Men dient er rekening mee te houden dat de raming is uitgevoerd op basis van een zogenaamd "worst case scenario". H i e r-bij wordt de omvang van de verontreiniging veeleer overschat.

Voor de verschillende deelgebieden wordt vol-gende raming gehanteerd.

1. Deelgebied I

Perceel 999 : verontreiniging met benzo(a)pyreen in de bodem

– het uitvoeren van het beschrijvend bodemonderzoek 94.000 fr. – het deskundig opstellen van een bodemsaneringsproject 150.000 fr. – het uitvoeren van de bodemsanering (ontgraving en heraanvulling van de put) 208.750 fr. Totaal 452.750 fr. (excl. BTW) – 547.828 fr. (incl. BTW) 2. Deelgebied II

Perceel 227S : verontreiniging met benzo(a)pyreen in de bodem

– het uitvoeren van het beschrijvend bodemonderzoek 94.000 fr. – het deskundig opstellen van een bodemsaneringsproject 150.000 fr. – het uitvoeren van de bodemsanering (ontgraving en heraanvulling van de put) 208.750 fr. Totaal 452.750 fr. (excl. BTW) – 547.828 fr. (incl. BTW)

3. Deelgebied III

a) Depot AB op percelen 886, 925 en 927 : bodemverontreiniging met minerale olie en grondwaterver-ontreiniging met minerale olie, BTEX en gechloreerde solventen

– het uitvoeren van het beschrijvend bodemonderzoek 314.000 fr. – het deskundig opstellen van een bodemsaneringsproject 250.000 fr. – het uitvoeren van de grondwatersanering (pump and treat gedurende 250 weken) 9.000.000 fr. – monitoring (zesmaandelijks gedurende vijf jaar) 1.240.000 fr. Totaal 10.804.000 fr. (excl. BTW) – 13.072.840 fr. (incl. BTW)

b) Depot C op perceel 844A : grondwaterverontreiniging met minerale olie en BTEX

(5)

Totaal 9.800.000 fr. (excl. BTW) – 11.858.000 fr. (incl. BTW) 4. Deelgebied IV

a) Boring 5 op perceel 11 en boring 10b op perceel 12A : gemengde bodemverontreiniging met minera-le olie

– het uitvoeren van het beschrijvend bodemonderzoek 281.000 fr. – het deskundig opstellen van een bodemsaneringsproject 250.000 fr. – het uitvoeren van de grondwatersanering (worst case als het grondwater

verontreinigd lijkt te zijn : pump en treat gedurende 100 weken) 4.000.000 fr. – monitoring (zesmaandelijks gedurende twee jaar) 412.000 fr. Totaal 4.943.000 fr. (excl. BTW) – 5.981.030 fr. (incl. BTW)

b) 79B, 81B, 82D : grondwaterverontreiniging met minerale olie

– het uitvoeren van het beschrijvend bodemonderzoek 220.500 fr. – het deskundig opstellen van een bodemsaneringsproject 250.000 fr. – het uitvoeren van de grondwatersanering (pump and treat gedurende 250 weken) 8.500.000 fr. – monitoring (zesmaandelijks gedurende vijf jaar) 925.000 fr. Totaal 9.895.500 fr. (excl. BTW) – 11.973.555 fr. (incl. BTW) c) Peilbus 33 op perceel 29A : grondwaterverontreiniging met cis-1,2-dichlooretheen

– het uitvoeren van het beschrijvend bodemonderzoek 132.000 fr. – het deskundig opstellen van een bodemsaneringsproject 250.000 fr. – het uitvoeren van de grondwatersanering (pump and treat gedurende 100 weken) 4.000.000 fr. – monitoring (zesmaandelijks gedurende twee jaar) 372.000 fr. Totaal 4.754.000 fr. (excl. BTW) – 5.752.340 fr. (incl. BTW)

De OVAM wijst er nogmaals op dat de kosten berekend zijn op basis van een "worst case sce-n a r i o " . Op basis vasce-n de resultatesce-n vasce-n het be-schrijvend bodemonderzoek zal een gedetail-leerde kostenraming voor het bodemsanerings-project kunnen worden opgesteld.

Vermits het dossier werd ingediend als een ont-e i g ont-e n i n g, diont-ent ovont-eront-eont-enkomstig dont-e bont-epalingont-en van het bodemsaneringsdecreet na onteigening te worden overgegaan tot bodemsanering. H i e r-toe heeft het college van burgemeester en sche-penen van de stad Sint-Truiden reeds het initia-tief genomen en werd er reeds door een erkend bodemsaneringsdeskundige een voorstel van beschrijvend bodemonderzoek opgemaakt, e n

conform artikel 13, § 3 van het bodemsanerings-decreet bij de OVAM ingediend.

(6)

deze diversiteit te verkrijgen door het opzetten van een begrazingsproject.

Om het ecologisch functioneren van het gebied te optimaliseren, geniet een aangesloten terrein van natuur- en bosgebied de voorkeur. M i n d e r gunstige terreinen worden ingeschakeld in de b o s o n t w i k k e l i n g. Het hellende karakter van het al aanwezige natuurgebied, aansluitend aan de nieuwe perimeter, vormt het uitgangspunt voor een herlokalisatie van de das. Dit vormt een verdere uitwerking en invulling van het Dassen-beschermingsplan Haspengouw en Vo e r e n ( A m i n a l , afdeling Natuur 1991) om de leefge-bieden en foerageergeleefge-bieden te verbeteren en uit te breiden. Het signaleren van de aanwezig-heid van de lynx in dit gebied verscherpt de aandacht van de afdeling Natuur om ook

reke-ning te houden met de habitateisen van deze soort.

Voor de bunkers wordt een herinrichting voor-gesteld als schuil- en overwinteringsplaats voor vleermuizen.

De nabijgelegen Cincindria maakt dat de na-tuurontwikkeling wordt ingepast in een meer integrale aanpak van het gebied. Water en na-tuur vormen de basis voor een brede ecologi-sche invulling.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgende projecten hadden reeds plaatsgevon- den of waren opgestart tijdens het voorjaar 1999 : de Jonge Gouden Uil, een samenwerking tussen de Nederlandse Stichting Lezen,

maart 1998 betreffende steun aan de bedrijfsbe- geleiding van land- en tuinbouwbedrijven in fi- nanciële moeilijkheden werd door het besluit van de Vlaamse regering van 28 april

Wat het onderzoek naar de wenselijkheid en de haalbaarheid van een aanvaardingsplicht voor t l - l a m p e n , tl-armaturen en condensatoren uit tl- armaturen betreft, kan

Er is een overeenkomst afgesloten met de uitge- versfederaties waarbij deze de opdracht krijgen om voor rekening van de Vlaamse overheid (die de aanmaakkosten dient te betalen van

De commissie is van oordeel dat de tussen- komst van de directie van de school bij het ope- nen van een (spaar)rekening buiten de normale dienstverlening aan de leerlingen valt en

De Vlaamse regering heeft het streekcharter voor het gewest Gent goedgekeurd, dat een aantal stra- tegische hefboomprojecten bevat waaraan de Vlaamse regering haar moreel

De uitgave van een vulgariserende versie van een beleidsnota behoort tot de autonomie van de onderscheiden Vlaamse ministers, d i e immers elk voor hun beleidsdomeinen bevoegd

Ceulemans, departement Biologie, Universiteit Antwerpen 9802 Ontwikkeling van een afwegingskader voor bosuitbreiding als scenario voor natuurontwikkeling in