Vraag nr. 279 van 7 juli 2000
van mevrouw MARIJKE DILLEN Zwembaden – Aanpassingswerken
Enige tijd geleden was er een noodkreet van de zwembaden dat de aanpassing aan de nieuwe mi-lieuwetgeving bijzonder veel geld ging kosten. Wa t de stad Antwerpen bijvoorbeeld betreft, was er een aanvankelijke raming dat de kosten gingen oplo-pen tot 887 miljoen frank, terwijl in werkelijkheid het prijskaartje 1,5 miljard frank bedroeg.
De noodzakelijke aanpassingen dienen te gebeu-ren vóór januari 2001.
1. Kan de minister een overzicht geven per provin-cie van de stand van zaken ?
In welke provincies werden de noodzakelijke aanpassingswerken reeds uitgevoerd ?
Heeft de minister enig zicht op het totale beno-digde budget ?
2. Heeft de minister kennis van situaties waar de noodzakelijke werken niet kunnen worden uit-gevoerd om budgettaire redenen ? Zo ja, wat is de omvang hiervan ?
3. Wordt er in uitzonderingsregelingen voorzien ?
Antwoord
1. Mijn administratie beschikt niet over de ge-vraagde statistische gegevens.
2. Er zijn mij geen situaties bekend waar de nood-zakelijke werken niet kunnen worden uitge-voerd om budgettaire redenen.
Overigens moet worden opgemerkt dat de ex-ploitant volgens artikel 1.2.2.2 van titel II van het Vlarem de mogelijkheid heeft om een indi-viduele afwijking aan te vragen van bedoelde sectorale bepalingen van titel II van het V l a r e m , indien hiervoor technische redenen kunnen worden ingeroepen. Belangrijk daarbij is even-wel dat de exploitant alternatieve maatregelen moet voorstellen die gelijkwaardige waarborgen bieden voor de bescherming van de mens en van het leefmilieu als de voorwaarden waarvoor een afwijking wordt gevraagd.
3. Voor probleemsituaties voorziet, zoals reeds aangegeven in mijn antwoord op de tweede d e e l v r a a g, de Vlarem-reglementering in de indi-viduele afwijkingsmogelijkheid.
Verder weze verduidelijkt dat het hier gaat om sectorale bepalingen die zijn vastgesteld bij be-sluit van de Vlaamse regering van 1 juni 1995. Deze bepalingen zijn in werking getreden op 1 augustus 1995, dus reeds vijf jaar geleden. A a n-vankelijk was daarbij voor de bestaande zwem-baden in een overgangstermijn voorzien om zich in regel te stellen die liep tot 1 januari 1999. Rekening houdende met de moeilijkheden waarmee vooral de gemeenten waren gecon-fronteerd om hun bestaande zwembaden in regel te stellen, werden de bedoelde sectorale milieuvoorwaarden bij besluit van de V l a a m s e regering van 19 januari 1999 enigszins versoe-p e l d . Meer in het bijzonder werd, door een wij-ziging van artikel 5.32.9.1.1 van titel II van het V l a r e m , de overgangstermijn om te voldoen aan bedoelde sectorale milieuvoorwaarden, op alge-mene wijze met twee jaar verlengd tot 1 januari 2001.