Vraag nr. 46
van 6 december 2000
van de heer CARL DECALUWE Heulebeek Kortrijk – Waterbeheersing
Sinds enkele jaren worden de inwoners in het cen-trum van Moorsele bij hevige regenval getroffen door overstroming van de Heulebeek.
In 1995 besliste de ambtenarenwerkgroep om de Heulebeek niet recht te trekken, maar door de aanleg van een wachtbekken van 32 hectare de wa-teroverlast in te dijken. De plannen moesten welis-waar worden getoetst aan een milieueffectrapport. Inmiddels zijn we vijf jaar verder en zijn de plan-nen nooit in uitvoering geraakt.
In haar antwoord op schriftelijke vraag nr. 4 van 28 september 1999 stelde de minister dat de noodzaak en de dimensionering van bepaalde maatregelen opnieuw werd onderzocht aan de hand van een computermodel dat de afstroming van de Heule-beek kon simuleren. Nog volgens de minister zou-den eind 1999 de eerste scenariovergelijkingen be-kend zijn en zou een passend waterbeheersingsplan kunnen worden opgesteld (Bulletin van V r a -gen en A n t w o o rden nr. 4 van 3 december 1999, b l z . 211 – red.).
1. Wat hebben deze scenariovergelijkingen uitge-wezen ?
2. Welke conclusies werden hieruit getrokken voor het opstellen van een waterbeheersings-plan ?
3. Wat is het standpunt van de lokale overheden hierin ?
4. Welke termijn wordt vooropgesteld om dit wa-terbeheersingsplan uit te voeren ? Welke maat-regelen werden reeds uitgevoerd ?
5. Wat is de kostprijsraming ?
6. Wie zal participeren in de uitvoering van dit wa-terbeheersingsplan ? Hoe is de taakverdeling ?
Antwoord
1. De scenariovergelijkingen hebben uitgewezen dat het wachtbekken absoluut noodzakelijk is. Daarenboven kon de dimensionering en sturing van het wachtbekken worden bepaald.
Ook konden aanvullende maatregelen worden o n d e r b o u w d , zoals de aanleg van lokale natuur-lijke overstromingsgebieden en dijk- en water-loopverbeteringen.
2. Bovenvermelde conclusies vormen nu de basis van een concreet waterinrichtingsproject dat de afdeling Water laat opmaken om de waterover-last in de toekomst tegen te gaan.
3. In het zogenaamde lokaal wateroverleg dat de modelleringsstudie omringde, werden geen fun-damentele bezwaren geuit tegen de conclusies van de modellering.
4. De eerste en belangrijkste stap is thans het ver-werven van de terreinen waarop het wachtbek-ken zal worden aangelegd.
Er kunnen evenwel bezwaren worden verwacht van enkele grondeigenaars. Het concept van de modelleringsstudie is er echter juist op gericht ook juridisch sterk te staan om voor onder-bouwde projecten te kunnen onteigenen. De termijn voor het onteigenen wordt in zijn to-taliteit toch op een jaar geschat.
Ondertussen kan wel reeds een aanbestedings-bestek worden opgesteld dat, gezien de grootte van het project en de huidige problematiek van grondverzet (met kwaliteitseisen conform V l a-rebo en V l a r e a ) , niet lichtvaardig mag worden opgevat.
De bouw van het wachtbekken is dus op zijn vroegst voor medio 2002. De andere kleinere maatregelen kunnen hoogstwaarschijnlijk paral-lel worden uitgevoerd.
5. Er is nog geen volledige raming opgesteld. D e verwerving van de terreinen van het wachtbek-ken wordt op 45 miljoen frank geraamd. A f h a n-kelijk van de grondkwaliteit (die de verkoop-waarde dan wel saneringskosten zal bepalen) zal de aanleg van het wachtbekken meer of minder kosten.
De nodige onderzoeken lopen.
6. Het wachtbekken wordt aangelegd door de af-deling Water van de administratie Milieu-, N a-t u u r- , Land- en Waa-terbeheer (Aminal) als a- terza-ke bevoegde waterbeheerder.