• No results found

Vraag nr.29van 4 oktober 1996van de heer CHRISTIAAN VANDENBROEKE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr.29van 4 oktober 1996van de heer CHRISTIAAN VANDENBROEKE"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 29 van 4 oktober 1996

van de heer CHRISTIAAN VANDENBROEKE Personeelssterkte onderwijs – Gegevens Dienst Algemeen Bestuur

De personeelssterkte in de overheidssector wordt j a a r l i j k s, op een sterk gedetailleerde en erg minuti-euze wijze, gepubliceerd door het federale ministe-rie van A m b t e n a r e n z a k e n , Dienst van A l g e m e e n Bestuur (DA B ) . Drie doorsneden worden hierbij o n d e r s c h e i d e n , namelijk voor (begin) januari van het jaar voorheen, voor (begin) juni van het jaar voorheen en voor (begin) januari van het lopende jaar.

Een controle van deze publicatie met weergave van de toestand op 1 januari 1995 en 1 januari 1 9 9 6 , kan moeilijk anders dan bepaalde vragen oproepen m.b. t . de personeelssterkte in het onderwijs ( O v e r z i cht van de personeelssterkte in de ov e r -h e i d s s e c t o r, Toestand op 30/06/1995 en op 0 1 / 0 1 / 1 9 9 6 , b l z . 115 – red.) Zo nam de personeels-sterkte in het gemeenschapsonderwijs blijkbaar toe met 27,7 % (nl. van 30.414 naar 38.830 eenheden) ; in het gesubsidieerd onderwijs was daarentegen sprake van een sterke afname met 5,9 % (nl. v a n 116.456 naar 109.571 eenheden). Het is op zich een vreemdsoortig contrast, te meer daar het haaks staat op de evolutie van de schoolbevolking tijdens dezelfde periode. Zo bedroeg de toename van de schoolbevolking (alle niveaus, in het gemeen-schapsonderwijs) amper 0,5 % en in het gesubsi-dieerd onderwijs (eveneens alle niveaus) 0,8 %. D e evolutie van de begroting tussen de netten wijst dan weer op een minieme achteruitgang voor het gemeenschapsonderwijs (0,8 %) tegenover een toename met 2,4 % in het gesubsidieerd onderwijs. Gegeven dit contrast in de evolutie van de perso-neelssector, verzoek ik om enige verduidelijking. 1. Is het mogelijk dat, meer bepaald vanaf juni

1995, gewijzigde criteria werden gehanteerd bij het aangeven van de personeelssterkte in de diverse onderwijsnetten ?

2. Waaraan is het toe te schrijven dat met name de personeelssterkte in het gemeenschapsonder-wijs tussen juni 1995 en januari 1996 zo fors werd opgetrokken ?

Antwoord

De verschuiving in het gemeenschapsonderwijs is het gevolg van het toevoegen van a l l e p e r s o n e e l s l e-den in het hoger onderwijs buiten de universiteit (HOBU) bij het gemeenschapsonderwijs.

Om technische redenen die verband houden met de invoering van het stelsel van de enveloppefinan-ciering op 1 december 1995, werden alle perso-neelsleden in het HOBU bij het gemeenschapson-derwijs gerekend. De stijging van het personeelsef-fectief van het gemeenschapsonderwijs van 30.546 eenheden op 30 juni 1995 naar 38.830 eenheden op 1 januari en de hiermee overeenstemmende daling in het gesubsidieerd onderwijs van 117.708 naar 109.571 eenheden, is het gevolg hiervan.

Na grondige analyse van de personeelsgegevens, die momenteel loopt, zal aan de DAB worden gevraagd een rechtzetting op te nemen.

Het lijkt me tevens zinvol om in toekomstige publi-caties een aangepaste structuur, per onderwijsni-v e a u , onderwijsni-voor deze personeelsgegeonderwijsni-vens onderwijsni-voor te stellen, die rekening houdt met de onderwijsstructuur in de Vlaamse Gemeenschap.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De evaluatie door de administratie voor Weten- schap en Innovatie zal betrekking hebben op de totale actie, nadat ze is afgelopen.Dit is nog niet het geval, er zijn nog geen

O p basis van dit berekende percentage van de verde- ling in 2001 en op basis van het voorlopige winst- verdelingsplan 2002 kunnen we afleiden wat de verdeling van de aan

Hierdoor ligt de verantwoordelijkheid voor de toepassing van dit tewerkstellingsplan – in vergelijking met het jeugd- werkgarantieplan – minder direct bij de voor

per veroordeling en vordering : melding of er al dan niet een arrest van de Raad van State tot schorsing en/of nietigverklaring

Wat ten slotte vraag 4 betreft naar de band tussen spijbelen en de l a t e re beroepskansen van de spij- b e l a a r s : hierover kunnen geen gegevens worden verstrekt. Het

Voor het niveau voltijds gewoon secundair o n d e r w i j s, worden als bijlage 2 gegevens ter beschikking gesteld teruggaand tot het school- jaar 1992-1993, zijnde het

De door de Vlaamse volksvertegenwoordiger aangehaalde richtlijnen houden in dat deze a m b t e n a r e n , rekening houdend met bijzondere omstandigheden zoals de

Wat de overige provinciale commissies betreft, dient gezegd dat noch het decreet van 28 janu- ari 1978, noch het koninklijk besluit (KB) van 10 februari 1978 de