• No results found

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

INDISCHE RIJSTTAFEL

LXDO

AMSTERDAM

RESTAURANT

CAFÉ, BAR

MAANDORGAAN

onze landbouw

*

Zie pagina 2

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

"JEUGD MOET OPBOUWEN''

POLITICEREN OF NIET?

0 nder bovenstaande titel lazen wij geruime tijd geleden een artikel, dat in het weekblad met de veelzeggende naam "Burgerrecht" ver- scheen. Helaas is deze beschouwing lang - te lang - in onze portefeuille blijven liggen. De beschouwing in "Burgerrecht" is namelijk be- langrijk genoeg om er op te reageren.

De kop van dit artikel draagt een zeer positieve inhoud, maar gelijk in zovele gevallen het gif in de staart zit, zo is dat hier ook het geval, want de onderkop van dit artikel bestaat uit de wel zeer negatieve uitspraak: "Niet politiceren".

Waar komt het betoog in ,.Burgerrecht" nu eigenlijk op neer?

Nadat de jongeren eerst een pluim op de hoed wordt gestoken, die naar wij aannemen stellig gemeend is, keert het blad zich in weinig zacht- zinnige woorden tegen de jeugdparlementen.

Wij citeren:

"Het (het jeugdparlement G. St.) bestaat uit een aantal jonge studenten die gegroepeerd zijn volgens de partijpolitieke verhoudingen in ons land. Zij komen op gezette tijden bijeen en vol- gen dan de ritus van de Tweede Kamer. Alles net echt. En het besprokene wordt, zoals dit met de redevoeringen in de Kamer geschiedt, gedrukt.

In wezen gaat het er dus om, dat jonge mensen parlementje spelen. De Handelingen van de eerste zitting van dit studente:r11>arlement heb- ben wij nu voor ons liggen. Wie verw~cht, dat men in deze schriftuur iets van de jeugd zal terugvinden, vergist zich. Het is een akelig, ambtelijk stuk, dat een weergave is van de dis- cussies, die zijn gehouden over een wetsvoorstel tot reglementering van ons politieke partij- stelsel.

Dit is, vinden we, nu juist een onderwerp waar de jeugd niets mee te maken moet hebben.

Zonder dat men het partijwezen in al zijn ge- compliceerdheid kent, kan men over deze materie geen oordeel hebben. Hebben jonge mensen dit wel, dan zijn het vroegrijpe politici en daaraan heeft ons land waarlijk geen be- hoefte".

* * *

Waarlijk, wij hebben toen wij dit lazen, de ogen eens goed moeten uitwrijven. Wat "Bur- gerrecht" in deze beschouwing doet, is het paard achter de wagen spánnen en grond geven aan de grenzeloze onverschilligheid, die er helaas, bij zeer veel jongeren aanwezig is met betrek- king tot het politieke gebeuren op nationaal en internationaal terrein.

.Zeker hebben wij geen behoefte aan vroegwijze

politici en de jongeren, die zich voor de politieke vraagstukken interesseren, doen dit dan ook niet in de eerste plaats orri de politicus uit te hangen, maar wel om zich te verdiepen in de enorm moeilijke vraagstukken waarvoor de poli- tiek ons vooral heden ten dage stelt.

Dit streven dient niet de kop -in te worden ge- drukt en met een sneer te worden getorpedeerd.

Het moet integendeel worden bevorderd en aangemoedigd.

Waar moet het met de democratie heen, als de jongeren, die weldra tot het kiezerscorps zullen behoren niet in staat zijn de politieke vraagstuk- ken te doorgronden en te beoordelen? Wil men in de toekomst van zijn stembiljet een .nuttig gebruik maken, dan is het juist hoogst noodza- kelijk dat men vroegtijdig "het partijwezen in al zijn gecompliceerdheid kent".

Wat is er overigens voor bezwaar, dat de jonge- ren zich vroegtijdig vertrouwd maken met de technische gang van zaken in het parlement?

Is ons parlementaire stelsel niet de instelling bij uitstek waarin en waardoor de democratie in ons land leeft en tot uiting koint?

* * *

Wat "Burgerrecht" doet is de wijzers van de klok terugdraaien en wel op een zeer demago- gische wijze.

Zo ergert het blad zich o.m. aan de inhoud van de Handelingen, die het .onder de ogen kreeg van een onzer jeugdparlementen. Het citeert daaruit het een en ander en schrijft dan als volgt:

"Dit korte citaat bewijst al overduidelijk, dat in de Handelingen niet de jeugd aan het woord is".

Waarom niet? Dit standpunt is eenvoudig be- lachelijk.

Als men in· de trant van "Burgerrecht" conse- quent doorredeneert, zou de jeugd zich dus ook niet mogen verdiepen in de wetenschap en de techniek, die de grondslag vormen voor allerlei beroepen, zoals jurist, geneesheer, ingenieur etc.

Buitendien, waarom worden dan de vakken Staathuishoudkunde en Staatsinrichting op onze middelbare scholen onderwezen? Toch zeer zeker om de jongeren in eerste instantie ver- trouwd te maken met de techniek die bij econo- mische en staatkundige vraagstukken te pas

komt. ·

Eet slot van het artikel van "Burgerrecht" doet ongetwijfeld de deur dicht. Het luidt als volgt:

"De jeugd vvas wel aan het woord, toen zij, ver- tegenwoordigd door Amsterdamse M.T.S.-ers,

besloot, om in haar vrije tijd ergens in Nederland een kerkje te gaan restaureren. De politicerende jeugd kan ons gestolen worden, de bouwende jeugd heeft onze hartelijke sympathie en waar- dering!"

Dit is het zoeken van een ver gezochte tegen- stelling, die men niet meer ernstig kan nemen

en die men moet rangschikken onder de rubriek

"goedkope effecten".

Ziehier een duidelijk voorbeeld, hoe men naast het onbegrip en de onwil van vele jongeren om zich te gaan interesseren voor de belangrijke vraagstukken van alle dag, nog wordt gedwars- boomd door ouderen, die een dergelijke onver- schilligheid schragen. Dit getuigt van een hoogst gevaarlijke en bedenkelijke mentaliteit en het kan goed zijn de aanwezigheid daarvan op deze plaats te signaleren.

Dit geschrijf kan ons inmiddels slechts sterken om op de ingeslagen weg voort te gaan en de strijd met een nog feller energie aan te binden tegen hen die nog onverschillig langs de kant staan en niet door hebben, dat de politieke pro- blemen dagelijks hun geestelijk en materieel welzijn beïnvloeden en vorm geven.

Het is juist daarom, dat wij er bij willen zijn en dat wij ons opmaken deze vraagstukken te door- gronden, opdat de maatschappij ons niet voor verrassingen plaatst, die wij hadden kunnen zien aankomen.

Wij willen wel politiceren. Niet in die zin, dat wij partijpolitiek willen bedrijven, doch wel zodanig, dat wij de moeilijke vraagstukken leren kennen.

Het eigen maken van de techniek is daarbij on- vermijdelijk. Het zal ons sterken in de strijd, die ons weldra wacht als wij in het maatsclJ,ap- pelijke leven een positie hebben gekozen en ge- vonden.

Inderdaad, de jeugd moet opbouwen op allerlei terrein, de politiek daaronder begrepen.

G.St.

*

Een UNICUM . Amsterdam!!

111

De nieuwe "Franse Zaal"

van het Apollo~Paviljoen.

Voor partijen en vergaderingen Apollolaan 2 - Telef. 92410

(2)

Mar~ante punten uit ~e ootwitteling van onze lan~~ouw

Het jaar 1880 bracht een belangrijke verandering

Het is uiteraard onmogelijk om in een paar kolommen een volledig beeld te geven van de Nederlandse landbouw in de ruime zin van het woord. Ge- tracht is daarom om in grote trekken de tegenwoordige positie van de agrarische sector te benaderen en wel vanuit het standpunt, dat voor de niet-agrariër het meest interessant kan zijn, t.w. de landbouw in verband met de welvaart van de volkshuishouding.

Wanneer de economische zijde ervan belicht wordt, kan men meer lezers bereiken dan wanneer men de landbouw beziet vanuit een technisch ~tand­

punt, omdat men dan eigenlijk met het boerenbedrijf bekend ~oet zijn.

De positie zoals wij die op het moment kunnen aanschouwen ts a.h.w. een stadium in de ontwikkeling en wij mogen geenszins aannemen, dat de natio- nale landbouw een peil heeft bereikt waarop men de productie kan besten- digen en zich veilig mag achten.

Gaan wij in de geschiedenis van da landbouw een eindweegs terug, dan kunnen we het jaar 1880 als een ge- schikt uitgangspunt kiezen. Immers tot dat jaar beleefde de landbouw een voorspoedige periode een gunsti- ge conju:qctuur, die omsloeg in een langdurige depressie, die de land- bouw zeer zwaar trof.

Velerlei oorzaken zijn voor deze crisis aan te geven, maar de hoofd- oorzaak was wel het feit, dat de West-Europese markt overvoerd werd met goedkoop Amerikaans graan. De bedreigde boerenstand kon niet concurreren en aangezien de vrijhandelspolitiek gehandhaafd werd, geraakte agrarisch Neder- land in moeilijke omstandigheden.

Dit werd nog verergerd doordat andere landen het aanbod op de wereldgraanmarkt kwamen vergro- ten.

De verliesgevende jaren stimuleer- den de boeren tot samenwerking.

Tal van landbouwcoöperaties wer- den opgericht t.a.v. afzet, aankoop, verwerking en crediet; de laatste zijn beter bekend onder de naam van boerenleenbanken. Het ontstaan van deze coöperaties is te verklaren als een drukverschijnseL De parti- culiere handel betaalde namelijk veel te lage prijzen, terwijl de af- nemers zelf grof verdienden. Mede doordat de voorlichting en het on- derwijs beter werden en de vraag naar landbouwproducten toenam als gevolg van de herlevende wel- vaart door de industriële uitbrei- ding, kwam de boerenstand de moei- lijkheden te boven. Ze kwam op- nieuw tot bloei, maar de crisis had veranderingen van structurele aard teweeggebracht.

Zeer belangrijk was wel, dat de landbouw zich in sterke mate op de export ging toeleggen. Grote hoeveelheden veevoeder werden geïmporteerd en omgezet via een agrarisch veredelingsproces in eind- producten/' die weer uitgevoerd werden. De productie werd gera- tionaliseerd en sterk arbeidsinten- sief, terwijl de vakkennis van de boeren op hoger peil werd gebracht.

Deze oriëntering op de buitenland- se markt bracht echter mee, dat onze landbouw sterk van het bui- tenland afhankelijk werd, zowel wat betreft de aanvoer van grondstoffen als de afzet van eindproducten. Tot het uitbreken van de 1e wereldoor- log had de ontwikkeling van de landbouw, die sterk het karakter van een veredelingsindustrie had gekre- gen, een gunstig verloop. De prijzen waren goed, vooral doordat West- Europa voortging op de we'g der in- dustrialisatie. Het is immers voor de landbouw van groot belang, dat de niet-agrarische bevolkingsgroepen over voldoende koopkracht beschik- ken.

* * * ·''I'

De afhankelijke positie die de land- bouw qua structuur had verkregen,

trad vooral duidelijk aan het licht naarmate de oorlog langer duurde.

De importen van grondstoffen, zoals broodgraan, veevoeder en kunstmest, ondervonden steeds grotere moeilijk- heden en de welvarende jaren van weleer vormden een scherp contrast met dit tijdsgewricht, waarin het zefs zover kwam, dat een deel van de veestapel moest worden afge- slacht. Na de oorlog volgde een snel- le opleving, hoewel de vooroorlogse toestand niet meer bereikt werd.

Was het gedurende de le wereld- oorlog zo geweest, dat de export sterk daalde vanwege de oorlogsomstan- digheden en vanwege het feit, dat de landbouw meer voor de binnen- landse behoefte moest produceren, in 1929 kwam echter de kwetsbaarheid en conjunctuurgevoeligheid van de landbouw voor wat betreft de afzet, zeer duidelijk naar voren .. Een we- reldcrisis van grote omvang trok de prijzen sterk omlaag. Reeds in de ja- ren die aan de crisis voorafgegaan waren, hadden diverse landen w.o.

Duitsland en Engeland invoerbeper- kende maatregelen getroffen, waar- door onze landbouw, die toch zozeer op internationale vrijhandel was aangewezen, in het gedrang kwam.

De uitvoer naar deze beide landen was bovendien steeds zeer belang- rijk geweest. Door de crisis werden de invoerbelemmeringen nog ver- scherpt.

Indien we daarnaast nog vermelden dat in de industriële sector de pro- ductie eveneens sterk terug liep en de koopkracht der niet-agrarische bevolking flink daalde, zowel in bin- nen- als buitenland, dan wordt dui- delijk dat de landbouw wederom voor een schier onoplosbaar pro- bleem stond.

De regering achtte het dan ook nood- zakelijk in te grijpen, teneinde een algehele ontreddering te voorkomen.

Vanaf die tijd trad ze regelend op, waarbij de Crisis-wet van 1933 als basis diende. Sedertdien heeft de Overheid zich steeds met de land- bouw beziggehouden; na de 2e we- reldoorlog is de landbouwpolitiek onder leiding van minister Mansholt voortgezet, aanvankelijk in de vorm van een streng geleide economie.

* * *

Het ingrijpen door de overheid in de dertiger jaren heeft wel verlich- ting gebracht, doch toen de 2e we- reldoorlog uitbrak was Nederland de harde slagen nog niet weer te bo- ven gekomen. Gedurende deze oor- log zag men zich wederom gesteld tegenover de moeilijkheden, die in- haerent zijn aan de structuuur van de Nederlandse1andbouw. De grond- stoffenaanvoer liep natuurlijk weer vast en door middel van de scheur- plicht d.w.z. de verplichting om grasland pm te plo~gen tot bouw- land, waardoor meer calorieën per eenheid oppervlakte kunnen wor- den verkregen, moest de binnenland-

se productie van grondstoffen opge- voerd worden.

Weer werd de veestapel gedeeltelijk afgeslacht, waarbij de pluimveesta- pel er wel zeer slecht afkwam. Wa- ren er in 1940 nog bijna 35 millioen, eind 1945 bezat ons land nog slechts 3 millioen kippen.

Het herstel van de landbouw na de oorlog is zeer snel geweest. En thans levert het agrarische bedrijfsleven een grote bijdrage tot de export en is uit dien hoofde een goede devie- zenbron. De export richt zich weer in sterke mate op Duitsland en Enge- land. Ondervindt de afzet dan mo- menteel globaal genomen weinig moeilijkheden, het probleem van de grondstoffenaanvoer baart des te meer zorgen. De hoeveelheid graan, die op de wereldmarkt beschikbaar komt, is te klein en Nederland kan daaruit onvoldoende aankopen. Het huidige veevoederprobleem is van niet te onderschatten importantie en het zou wel eens tot ernstige ont- wrichtingen kunnen leiden. Van een oyervloedseconomie is dus voorals- nog geen ~prake!

Nederland zal er naar moeten stre- ven om de positie van afhankelijk- heid t.a.v. grondstoffenimport te ver- beteren.

In dit opzicht is Denemarken reeds verder gevorderd.

De eindproducten die ons land afle- vert, zoals groenten, eieren, vlees, zuivelproducten enz., hebben een goede markt. Men mag áannemen, dat de vraag zal toenemen naarmate het welvaartspeil in binnen- en bui- tenland stijgt.

Met het oog op de concurrentieposi- tie kunnen we niet meer argumente- ren, dat Nederland een gunstige lig- ging heeft, temidden van buitenland- se industriegebieden, want het ver- voer over zee in vriesruim is der- mate goedkoop geworden, dat de transportkosten · een bijna te ver- waarlozen fractie zijn gaan vormen.

De klimatalogische factoren bezor- gen ons eveneens geen extra voor- delen meer. De Nederlandse land- bouw zal een hoogwaardig kwali- teitsproduct met een lage kostprijs op de wereldmarkt moeten brengen, wil het zijn plaats behouden. Nu zijn onze agrarische producten inder- daad ·van voortreffelijke kwaliteit, maar wat te denken van Denemar- ken Nieuw-Zeeland, Australië en Zuid-Amerika?

* * *

Zoals ik in de aanvang schreef, be- vindt de landbouw zich niet op een niveau, waarop men zekerheid voor de toekomst kan baseren. In andere landen is of wordt de landbouwpro.,.

ductie ook gerationaliseerd, geïnten- siveerd en op een wetenschappelijke basis geplaatst.

Ten aanzien van de mechanisatie verkeert ons land zelfs in het nadeel ten opzichte van de overzeese con- currenten, vanwege de omstandig- heid, dat de gemiddelde bedrijfs- grootte in ons land nog geen 10 ha.

is, hetgeen veelal te klein is om mechanisatie op een rendabele wijze mogelijk te maken.

De landbouwvoorlichtingsdienst in ons land is van uitstekend gehalte en kan er toe bijdragen, dat de kost- prijzen een verdere daling onder- gaan, teneinde te bereiken, dat de positie op de wereldmarkt zo ste- vig mogelijk blijft.

Wijhe. J. BERGMAN.

( * IN HET VIZIER *)

Lentegeluiden

n min of meer lang geleden tij- den, dachten de mensen, dat met de lente ook het nieuwe leven voor helt begon. Weg dan met de narighedeR van de afgelopen winter. En heus, met een beetje goede wil kwamen die optimisten er.

In de jare 1952 gaat dat ietwat anders; heden ten dage zijn het alleen de dichters en aanverwanten, die de

"vergeet en laat maar waaien"-the- rapie verkondigen. De "normale"

mens heeft wel wat anders te doen.

Hij moet zorgen, dat lopende zaken, bestaande twisten, eindeloze confe- renties en pas ontvangen belasting- biljetten hun deel krijgen. Of ze nu hun oorsprong hebben gevonden in de wintertijd of niet.

Verbeeld je eens, dat een ieder zou vergeten, wat hij de afgelopen win- ter gedaan heeft. Stel je voor, Mi- nister Drees vergat zijn reis naar de Verenigde Staten, Minister Stikker vergat de afspraken van Lissabon, de J.O.V.D. vergat haar goede voor- nemens voor liet jaar 1952, gemaakt op Oudejaarsavond. .

En toch, zo heel erg gek waren die bet-voor-overgrootouders van ons niet. Want begint in de lente niet alles uit te lopen. Kijk maar naar de bomep, de bloemen, de aardappelen, die je in je kelder opsloeg, en de pappa's op Zondagmiddag met vrouw en kroost. Het zou helemaal niet zo onprettig zijn, als de J.O.V.D. het ook eens in haar hoofd kreeg om mee te gaan uitlopen.

We hebben nog de ruimte. En de voeding die onze wortelen de laat- ste tijd gekregen hebben, is van dus- danige kwaliteit, dat, nu ja je weet het al, verder uitlopen heus niet tot het onmogelijke behoort.

Een van de grootste weekbladen vertelde pas nog, dat de onze (dat is de liberale gedachte) de gedachte van de toekomst zal zijn. Ons idee is het idee met perspectief, natuurlijk nog altijd volgens dat blad.

Maar ik mag toch wel even opmer- ken, dat, als dit zo is, er toch ook ietg;'voor gedaan zal moeten worden.

Nog nooit zijn iemand de gebraden ganzen de mond in gevlogen.

Altijd heeft men ervoor moeten werken: Denk alleen maar eens aan het vangen van die bewegelijke die- ren. Over de rest hoef ik niets te zeggen. Alleen, er blijkt wel uit, dat er werk aan de winkel is.

Werk voor iedereen, van hoog tot laag, van jong tot oud.

W. v. SPANKEREN Jr.

fi)e $riemaslet:

M9andorgaan van de Jongeren Organisatie Vrijheid en Democra- tie (J.O.V.D.)

Hoofdredacteur: G. Stempher.

Leden van de redactie:

Ammy de Muynck,

Ger ~van Schagen (secretaris).

V as te medewerkers:

Ferry A. Hoogendijk en Ap. Kernpees Adres Administratie : Prinsengracht nr. 1077, Amster- dam, Telefoon 35343

Abonnementsprijs minimum f 2.-

· per jaar. (Voor leden gratis).

Abonnements- en advertentie- gelden uitsluitend aan G. Stempher Amsterdan'P, Postgiro 244397 ot op bankrekenmg, Holla.ndsche Bank-

Unie, Herengracht 434--438.

(3)

PROBLEMEN VAN DE NEDERLANDSE JEUGD

Ons initiatie,( wordt in toenemende mate gebroken.

VERZET DRINGEND GEBODEN.

M en hoort dikwijls van jongeren, dat zij tobben met verschillende pro- blemen.

Daardoor ben ik er toe gekomen om in onderstaand artikel enige van deze problemen te behandelen.

Het is geen gemakkelijke opgave, daar er zo veel zijn. Het zal ook ver- schil maken vanuit welke "richting"

en vanuit welk milieu men een pro-

bleem bekijkt. ·

Er bestaat een spreekwoord dat zegt:

,wie de jeugd heeft, heeft de toe- komst".

Maar ik zou de vraag willen opwer- pen: "Heeft de jeugd in Nederland nog voldoende toekomst mogelijkhe- den?"

En dan heb ik meteen één van de grootste problemen onderhanden.

Wij leven nu eenmaal in een overbe- volkt land en dit moet zijn gevolgen hebben.

Zowel voor de werkende als de stu- derende jeugd.

De regering heeft dit probleem na- tuurlijk ook gezien en tracht dit nu op te lossen door industrialisatie.

De ontwikkeling van de industrie is voor ons land niet onbelangrijk. In- tegendeel, hi de Memorie van Toe- lichting op de Rijksbegroting 1950 van het departement van Economi- sche Zaken is een Nota, inzake de industrialisatie van Nederland op- genomen, waarin het vraagstuk van de werkgelegenheid voor de toekom- stige beroepsbevolking centraal ge- steld wordt. Door industrialisatie kan zeker aan een grote groep van de be- · volkingsaanwas werkgelegenheid gegeven worden.

Een grote fout, die de overheid op het ogenblik echter maakt is wel dat er bijna geen onderscheid meer w'ordt gemaakt tussen geschoolde- en onge- schoolde arbeiders.

?at dit werkelijk een fout is, zal Iedereen moeten inzien, want de ge-

~olgen van deze fout kunnen wij Iedere dag constateren.

Het is bijvoorbeeld niet verwonder-

li~~· dat een jongen zal zeggen, dat hiJ maar liever gelijk aan de slag

g~.at .en dus gaat verdienen, dan dat hiJ ZICh eerst een paar jaar op een bepaald beroep zal gaan toeleggen, wa! ~eld kost, terwijl hij daarna te wem1g resultaten ziet.

Wanneer hij tenslotte geschoold is dan verdient hij bijna evenveel al~

zijn buurjongen, die lang niet zo be- kwaam is, maar dezelfde leeftijd heeft. Wanneer men maar een be-

p~alde leeftijd bereikt heeft, ver- dient men zoveel, kundig of niet.

Toch zal dit zich gaan wreken en zelfs nu al is er een tekort aan ge- schoolde arbeidskrachten. Toch is de opleiding tot goede geschoolde krachten één van de belangrijkste onderdelen van ·de industrialisatie.

Het probleem der overbevolking

D e overbevolking is voor de stude- rende jeugd ook een groot probleem.

Wat moeten deze jongens doen?

Wanneer men tegenwoordig iets wil gaan ondernemen, moet men eerst een reeks diploma's en vergunnin- gen bezitten. ·

Ja, wat dat betreft gaan wij weer eeuwen in de geschiedenis terug naar de tijden van de gilden. ·' Maar deze . ~adden nog een goede kant, nl. ZIJ bevorderden bijvoor- beeld het belang van de consument door verbetering van de kwaliteit.

Tegenwoordig lijkt het alleen maar de bedoeling om het de midden- stand zo moeilijk mogelijk te maken.

Moet alles soms coöperatie worden?

Welke jongeman zal zich nog en-

thousiast tonen om een zaak te gaan opbouwen, die door de overheicts- bepalingen zodanig wordt gehin- derd, dat het er soms op lijkt, dat zij op deskundige wijze weer afgebro- ken wordt.

Iedere dag kunnen de jongeren toch zien op hoeveel manieren de tegenwoordige regering ieder particulier initiatief tegenwerkt en soms zelfs vernietigt.

Is het dan ook wonder dat velen die graag in Nederland ~n voor Ne~

derland een zaak hadden opgebouwd nu zeggen: "wij gaan liever onze krachten beproeven in het buiten- land".

Een paar maanden geleden heb ik in dit verband minister-presidènt dr.

W. Drees de volgende vraag mogen stellen:

Meent U dat Nederland voldoende toekomstmogelijkheden voor de stu- derende jeugd biedt of zal een deel daarvan moeten emigreren?

Antw.: "Op het ogenblik zijn er gro- tere kansen dan vroeger, al gaan de moeilijkheden weer komen, doordat de grote vraag van vlak na de oorlog weer voorbij is.

In sommige intellectuele beroepen dreigt reeds weer een overschot.

Nu was het zo, dat vroeger ook al ingenieurs e.d. naar het buitenland gingen; echter zij waren meestal niet geheel voor Nederland verloren.

Het is goed om voortdurend het oog op het buitenland te houden; wan- neer onze ingenieurs, economisten e.d. daar heen gaan, vind ik dat geen kwaad maar een goed ding, zowel voor henzelf als voor ons land".

Tot zover de minister-president.

Inderdaad gingen zeer veel mensen vroeger al naar het buitenland.

Maàr wat denkt U ervan wanneer iemand, wiens particulie; initiatief in Nederland gebroken is naar het buitenland gaat? '

Zal deze zich nog druk voor Neder- land maken?

Raadt U zelf het antwoord maar!

En gingen er vroeger ook niet vele mensen naar Indië?

Sociale sekerheid en slechte invloed op het ver- trouwen van de studerende jeugd zal ongetwijfeld zijn, dat de overheid op h~t. ogenblik slechts het belang van een .~ederlandse bevolkings- groep schiJnt te behartigen. Terwijl de middenstand al het mogelijke doet ?.m de belastinggelden bij elkaar te kriJgen, maakt de regering het de werknemers van hoog tot laag zo gemakkelijk mogelijk door allerlei sociale voorzieningen. Sociale zeker- heid is één van de hoofdpunten van het regeringsbeleid waarbij de "coa-

BENELUX

(Van een merkwaardige recencent) Het Benelux-weekend der J.O.V.D.

op 15 en 16 Maart in de Jeugdherberg Alteveer te Arnhem is goed g-eslaagd.

Dat stond o.i. van te voren vast en is dus geen nieuws.

Er waren Nederlanders (aardig wat), er waren Belgen (aardig weinig), en er waren geen Luxemburgers. Er . was bos bij de Jllugdherberg en het eten ~as uitstekend. Jammer, dat U het met hebt kunnen proeven!

Zaterdagavond sprak de heer v. d. · Mandere, ditmaal zonder microfoon op zijn tafeltje. De rede was uitste- kend; ook dit stond van tevoren vast want de ].0. V.D. nodigt geen slecht;

sprekers uit.

litie" van K.V.P. en P.v.d.A. wel zeer sterk op de voorgrond treedt.

Als jongere wil ik graag over dit punt iets zeggen.

Vóór de oorlog werd Nederland ge- regeerd door een coalitie van twee groepen, die eenzelfde geloofsopvat- ting huldigden.

In die periode, welke tevens een tijd- perk van meer welvaart en voor- spoed was, werd de grondslag gelegd voor een politiek programma voor de toekomst, dat voorzag in de in- voering van een, op die welstand mo- gelijke sociale clausule. Na de oor- log werd bij ons een richting geïn- troduceerd, welke werd gegrond- vest op de samenwerking van twee

groepen, die deze sociale clausule gemeen hebben.

In het interregnum van de tweede wereldoorlog was er in Nederland nogal iets veranderd.

In de eerste plaats werd Europa, dus ook Nederland, geruïneerd en ont- roofd van welvaart.

In de tweede plaats werd ons land onthoofd door het verlies van Ne- derlands-Indië.

Op dat ogenblik kwam er echter een regering, die de sociale clausule ge- bruikte om de welvaartsstaat te ver- wezenlijken. Deze scheen niet te be- grijpen, dat wij een arm land waren geworden, waar de voorspoed tot het verleden behoorde.

Neen zij dacht allereerst aan het so- ciale welzijn van de werknemers.

Dit is volgens mij niet juist.

Men bedriegt de arbeiders wanneer men hun sociale zekerheid belooft in gulde?.s, terwijl die guldens feitelijk nog met aanwezig zijn en voór zover aanwezig, steeds minder waard wor- den. Wij leven nog steeds alsof wij een rijk land zijn. En de overheid wil nu de "rijkdom" eerlijk verde- len.

Maar er is nu éénmaal geen rijkdom.

Het is gevaarlijk, dat veel jongeren zich hierop blind staren. Terwijl zij later voor de harde werkelijkheid zullen staan, wanneer dat schijnbare prachtige sociale gebouw inéénstort omdat het geen economische onder~

grond heeft.

Zulk een politiek zal ons land er ze- ker niet bovenop brengen.

Maar la~en wij, jongeren, die vrij van de dictatuur van de Overheid in de toekomst willen leven, ons ver- zetten.

Laten wij meewerken om de koude socialisatie een halt·toe te roepen.

Wanneer wij naar Engeland kijken dan zien wij dat het kan. Churchill i~

een bolwerk tegen het socialisme.

Het keerpunt is er.

Laten wij zorgen, dat- er zulk een keerpunt ook in Nederland komt voordat het te laat is.

FERRY A. HOOGENDIJK

te Arnhem

De avondwandeling geschiedde in het donker, alleen diegenen die naar Arnhem togen vonden licht in een

k~oeg .• :s Nachts was er weinig her- n.e; een Hagenees plofte zijn bed mt, omdat het in zijn maag plofte.

Dat was de invloed van licht Arn- hem.

Aan het ontbijt was iedereen pre- sent, behalve twee Hoofdbestuurs- leden, die de kapokmatras thuis pre- fereerden boven de stromatras der J. H. Geen wonder als je elke dag in de kapok zit!

Zondagmorgen had niemand dienst dus was iedereen vrij. Sommige~

gingen wandelen en masse, anderen waren meer liberaal, en toonden

zitter werd met een Utrechtse jonge- dame gesignaleerd.

Na het middageten spraken G.

Cnudde (België) enH.Roethof (Hof- stad tegenwoordig) over de Bene- lux. Wat zij te berde brachten werd d?or de J.O.V.D.-secretarissen ijve- ng genoteerd. De rest had moeite met het kwinkelende zonnetje.

In de pauze kon men coca-cola en chocomel verkrijgen . De penning- meester liet bij iedere verkoop een 5 cts. luxe-toeslag neertellen. Voor het Kleine-Beetjes Fonds. Ook de over- geschoten pudding was reeds bij op- bod voor dit doel verkocht. De bes-

~e~sap kreeg men hierbij nu eens JULSt cadeau.

Na de pauze was er debat. Dit heb- ber: wij niet meegemaakt, want de buttenlucht en aardig gezelschap lokten. Meer spijbelaars waren er echter niet, zodat het debat niet voor een ontvolkte tribune werd opge-

voerd. .

Toen ging men wéér wandelen. Zo vlak bij Nijmegen, leek dit week- end een goede vierdaagse-training 's A'vonds werden er enorme hoe~

veelheden boterhammen verorberd.

En daarna was het afgelopen.

zo

m~ar. In eens. Week-end ten einde.

Utt. De conferentie was wel geopend Z~terdag. Gelukkig heeft men dat met vergeten. Maar een sluiting vond niet plaats. Dus wordt de con.;

ierentie nog steeds voortgezet. Wij wa:~n echter Zondagavond thuis, sluttmg of geen sluiting.

Wat de sprekers hebben gezegd?

Dat hebben de Arnhemse leden i~

de Arnhemse Courant kunnen lezen (hopen we). Niet ieder J.O.V.D.-lid leest de Arnhemse Courant. Die kun- nen het dan lezen in het maandblad

"De Driemaster" (hopen we). Het ver~lag werd ons toegezegd, en mis- schten ontvangen wij het ((hopen we). Nu. hebben wij het nog niet.

En dat ts een feit.

':elf schreven we reeds vier verslag- Jes over het week-end. Dit is het

··r-

d e. E n h. · t~rm behandelden. wij de ~ hele zaak m. chronologische volg- orde. Vo~r een zesde verslag (van de redev?ermgen) hebben wij geen energw (over) en geen tijd. Maar in het raa.m der werkverdeling is onze taak htermede volbracht.

Als er weer eens een conferentie over Be~elux. Fritalux, pommes-frites of Fnco plaats vindt zullen wij u waar-

schuwe~. Deze Arnhemse bijeen- komst ts voor herhaling alleszins v~tbaar. Dan behoort ook U aanwe- ztg te zijn, opdat U niet opnieuw zoveel gezelligheid en J.O.V.D.- spek~akels zult missen. Dat is de menmg van

HET AANWEZIGE REDACTIELID.

MAAK VAN SlA DE lEKKERNIJ DIE SLA KAN ZIJN!

OP SlA HOORT SALATA!

Bereid met zuivere Duyvis"

Slaolie, frisse rozijnwijn-

'

(4)

Gezond geld een voorwaarde voor gezonde economie

Potverteren voornaamste kenmerk der ordening

ployment"-politiek als met de te hoge overheidsuitgaven zal moeten worden afgerekend. En dat zal waar- schijnlijk nog wel even duren. De vraag is daarom niet meer: "Hoe be- reiken wij full employment", maar:

JN een vorig artikel hebben wij de nadruk gelegd op de noodzaak voor West-Europa àm te komen tot samenwerking op een zo groot moge- lijk gebied en speciaal op het terrein der economische en sociale politiek.

Dat dit een reusachtige taak is, is voor een ieder duidelijk. Het samen- bundelen van al deze verschillende sociale en economische systemen vereist een opofferingsgezindheid, een doorzettingsvermogen en bo- venal een wijsheid en moed, die bij- kans bovenmenselijk zijn. De moei- lijkheden van Benelux en EBU zullen daarbij vergeleken maar klei- nigheden zijn.

Wil men hiermede echter een aan- vang maken, dan zal men toch ergens mee moeten beginnen en het komt ons voor, dat het etappegewijs onder handen nemen van de moeilijkheden om dan later het grote geheel te be- handelen geen slecht uitgangspunt is. Als één van de voorbereidende werkzaamheden zouden wij dan wil- len noemen: het gezond maken van het geld. De landen krijgen daarbij de gelegenheid volkomen zelfstan- dig de eerste schrede te zetten en daarmede blijk te geven van hun goede wil.

· Aan een zekere hoeveelheid lilno- nade kan men steeds meer water toe- voegen, aanvankelijk blijft het dan limonade, maar er komt. een ogenblik dat men het niet meer als limonade zal kunnen verkopen. Het beste be- wijs daarvoor is, dat men nu weer ervan spreekt "dat het bier weer best is", zulks omdat men het alcoholge- halte verhoogd heeft en dus de ver- houding water-alcohol ten gunste van de alcohol gewijzigd is.

Het komt ons voor dat men hetzelfde proces op de gulden moet toepassen.

Deze moet weer "harder" worden en daartoe zullen we de inflatie moeten beteugelen en de daarmede samen- hangende "full employment"-poli- tiek moeten staken. Dan zal ook het prijsmechanisme weer normaal moe- ten kunnen ·functioneren en voor het normaal functioneren hiervan is het noodzakelijk, dat men afziet van een inflatie-politiek. Zolang men inflatie bedrijft, behouden de prijzen de nei- ging om te stijgen, terwijl juist een herstel van het prijsmechanisme als voorwaarde inhoudt, dat de prijzen zowel stijgen als dalen kunnen. Het kan dus alleen goed functioneren wanneer het over de gehele linie vrij kan werken. Vandaar dat Hayek, von Mises, en anderen zo gestreden hebben tegen het monopolie, omdat het monopolie een stokje wil steken in het raderwerk van het prijsme- chanisme en dus de werking ervan aantast, evenals de inflatie dat doet.

De wortel van het kwaad blijft ech- ter de full-empl'oyment-politiek die het bedrijven van inflatie tot voor- waarde heeft en die de productiviteit vermindert, omdat nu 'wel gebleken is dat "full emp~oyment" en "full production" elkaars tegenstellingen zijn. Vele jaren geleden is er reeds op gewezen, dat een full production- politiek noodzakelijk was voor ons verarmde land. Want een werkelijke welvaart is slechts mogelijk, wan- neer de productie zo groot moge- lijk is.

0

M de productie zo groot mogelijk te doen zijn, zal een doelbewuste economische politiek gevoerd moe- ten worden en zal men dus terug moeten keren naar het kapitalisti- sche stelsel, want een andere doelbe-

wuste politiek dan die, welke het kapitalistische stelsel ons biedt, be- staat er niet.

Want tensotte zijn er maar twee economische stelsels, die naar onze mening kans van slagen hebben en dat zijn het kapitalistische en het communistische stelsel. En nu is juist het merkwaardige, dat het commu- nistische stelsel bewezen heeft, slechts mogelijk te zijn, wanneer. het kapitalistisch georiënteerd is en daarbij dan nog een dwang kan laten uitoefenen door een bovenlaag, die beter betaald wordt dan de leiding- gevende figuren in, een kapitalisti- sche maatschappij. De directeur van een onderneming in Rusland ver- dient meer dan een fabrieksdirecteur hier te lande, en een ingenieur ver- dient in de Sowjet meer dan een metaalbewerker en een metaalbe- werker weer meer dan een landar- beider en men heeft in Rusland dan ook al sinds jaren begrepen, dat zon- der differentiatie in de beloning geen behoorlijke productie kan worden bereikt. Wil men de productie zo hoog mogelijk opvoeren, dan zal het bedrijfsleven over een arbeidsre- serve moeten kunnen beschikken, evenals over een financiële reserve en een materialen- en grondstoffen- reserve. Het wanhopige van de na- oorlogse politiek is nu, dat deze de noodzaak van die reserves niet wenst te erkennen, dat de arbeidsreserve moedwillig door inflatie uit de markt wordt gehouden en dat materiaal- en grondstoffenreserves onmogelijk worden gemaakt, omdat het fiscale stelsel niet alleen winsten maar ook

schijnwinsten zo rigoureus belast dat het zelfs uiterst moeilijk is om intering te voorkomen.

Men zal tot het inzicht moeten ko- men, dat full employment bij voort- schrijdende inflatie slechts te finan- cieren is zolang men nog vertrouwen in het ruilmiddel blijft behouden, m.a.w. zolang men verdunde limo- nade nog limonade noemt. Er zal echter een tijd aanbreken, dat men dit geen limonade meer noemt en dan zullen de politici gedwongen zijn van koers te veranderen. Voor- alsnog zullen zij dit echter niet doen, in de· eerste plaats omdat het heel moeilijk schijnt te zijn gemaakte fou- ten te erkènnen en. in de tweede plaats, omdat slechts zeer weinigen beseffen wat van deze politiek uit- eindelijk de gevolgen moeten zijn.

Het is ook hier: Niet de geschiedenis, maar de ervaring zal het moeten leren!

vooRTS zal men de moed moeten hebben door de omstandigheden te gaan inzien, dat het beter kan zijn een betrekkelijk geringe blijvende arbeidsreserve ter beschikking te hebben, met een maximum aan pro- ductiviteit van het ·werkende ge- deelte, dan zoals nu, op full employ- ment te blijven aansturen, met het gevolg dat die 100 pct. werkers aan- zienlijk minder presteren dan 98 pct.

werkenden met 2 pct. arbeidsreserve zouden doen. Tevens zal men moeten inzien, dat de te hoge staatsuitgaven, zowel als de full-employment-poli- tiek, inflatie tot voorwaarde hebben, en dat dus zowel met de "full-em-

"Hoe bereiken wij internationaal de grootst mogelijke productie". ])an is het niet zo moeilijk in te zien dat het experiment van de geleide economie juist kon worden bedreven uit de besparingen, die het kapitalis- tische stelsel vroeger heeft opgele- verd.

Men heeft vroeger wel eens grzegd, dat de welvaart altijd het grootst zou zijn onder het kapitalistische stelsel en deze voorspelling is nu bezig waarheid te worden. Men heeft in de geleide economie geen nieuw kapi- taal en geen nieuwe welvaartsLron- nen weten te vormen; men heeft eenvoudig de bestaande kapitalen en de vroegere welvaart op,;eteerd en dit ten koste van een steeds

"zachter" worden van de gulden.

Vandaar dan ook, dat wij er aan blij- ven vasthouden, dat een eerstC' voor- waarde voor een gezond economisch stelsel is: Herstel van een "harde"

gulden en herstel van multi-lateraal goederen- en geldverkeer, waar convertibiliteit, dus volledig vrije inwisselbaarbeid niet kan worden gemist.

Wanneer die convertibiliteit zal wor- den bereikt, dan is het mete<~n ge- daan met de monetaire souvereini- teit, die de voorstanders van de ge- leide economie zo vurig begeren. Dan zal iedere valuta zijn werkelijke waarde krijgen en ligt men aan de internationale ketting. Daarom is ook de liberalisatie zo belangrijk.

J. W.H.

DISTRICTSDAG NOORD- HOLLAND

Interessante

Op 16 Febrt<ttri organiseerde het district Noord-Holland van de

· J.O.V.D. een districtsdag in Alkmaar.

Na de opening door Klaas Edzes, voorzitter van het district ving mr. dr. C. Berkhouwer, voorzitter van de plaatselijke gemeenteraadsfractie van de V.V.D., zijn toespraak over

"Politieke Bezinning" aan met de aanwezigen namens de V.V.D. een welkom in de kaasstad toe te roepen.

Hij betoogde, dat de jongeren, waar- toe de heer Berkhouwer zich ook rekende, zich dienen te bezinnen op de politiek. Spreker ging in op aller- lei politiek-actuele problemen. De liberalen zijn voorstanders van de ontwikkeling van de vrije persoon- lijkheid; dit houdt niet in, dat wij het "laissez faire-laissez aller" pro- pageren. Deze kreet is niet ontstaan in de 19e eeuw, zoals velen denken, doch werd reeds in de tijd van Col- bert uitgeroepen door een Frans zakenman tegen de toen ook al diep- gaande overheidsbemoeienis in zijn land.

De sociale maatregelen moeten maat- schappelijk en economisch verant- woord zijn. De belastingheffing moet uitsluitend dienen om in de behoefte van de overheid te voorzien; niet voor spreiding van het bezit.

Wij dienen er niet voor terug te dein- zen liberaal te heten, ondanks de ongunstige franje, die politieke tegenstanders erom heen geweven hebben.

Voor de emancipatie van de arbei- dersklasse hebben ook de liberalen het hunne bijgedragen; we denken hier bijvoorbeeld aan Van Houterr's

inleiding

van

Mr. Dr.

geestesproduct: de kinderwet, de verrichtingen op sociaal terrein van het liberale kabinet Pierson-Goeman Borgesius. Hoewel spr. het werk van Traelstra en Domela Nieuwenhuis niet wilde onderschatten of misprij- zen, betwijfelde hij, of zij de wel- stand van het gehèle Nederlandse volk op een hoger niveau hebben ge- bracht.

De heer Berkhouwer toonde zich een groot voorstander van de eenwor- ding van Europa.

Amerika heeft ons in dit opzicht een voorbeeld gegeven; reeds in 1787 hadden 13 Amerikaanse staten de brede visie om tot eenheid te komen.

Europa begint eerst thans, nu zij door grote druk van buiten daartoe ge- dwongen wordt. Doch, het tragische daarvan is, dat we tegenover de technische faciliteiten grote staat- kundige barrières ontmoeten. Op dit punt was spreker niet al te optimis- tisch.

Met een beroep op onze persoonlijke verantwoordelijkheid riep mr. Berk- houwer ons, jongeren, op, over de kunstmatige staatsbarrières heen te grijpen.

Berkhouwer

Na de gezamenlijke maaltijd sprak, daar Edgar Nordlohne wegens ziekte verhinderd was, onze vice-voorzitter, Jacques Linssen over de beginselver- klaring van de J.O.V.D., die geba- seerd is op: Vrijheid, Verantwoorde- lijkheid, Sociale Gerechtigheid en Verd,raagzaamheid. Hij deed dit op zo'n áantrekkelijke manier, dat men van de gelegenheid tot het stellen van vragen geen gebruik behoefde te maken.

De avond werd besloten met dansen en voordracht.

Dat het district Noord-Holland zich vooral tot taak stelt de beginselen van de J.O.V.D. in deze provincie uit te dragen blijkt wel uit het feit, dat op 5 April a.s. in Bussum opnieuw een districtsdag wordt georgani- seerd, waar o.m. een deskundige zal spreken over "Onze verhouding tot Indonesië" en "Heeft de V.V.D. ge- faald in haar politiek ten,opzichte van Indonesië?" Wij verwachten weer vele bezoekers.

De districtsdag in Alkmaar heeft de kiem gelegd voor een nieuwe afde- ling: Den Helder!

~'---~

1 ~ Demontage en montage van staalconstructies I ~ Alle hijswerken, alle sjouwwerken

- Zware fransporten

~ Ook takelwagens met 5 m. tot 5 ton - met 12 m. - 3 ton

F ~UME~:AA!b ~O!RD!I. !00~5!3~ j

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

f 10.000,-, maar dit geldt alleen voor loontrekkenden (de loonbelas- ting houdt geen rekening met spaar- tegoeden). Kleine zelfstandigen - en is het gewaagd te

Vroeger, vele lange jaren geleden, leefde in het donkere Wettenbos een klein mannetje, dat Laks heette. Mammoet vond het zo fijn bij Laks, dat hij vele jaren bij hem

Uit praktische overwegingen (span- ning in de wereld verkleinen), maar vooral ook uit idealisme, moeten we voor de onderontwikkelde gebieden iets doen. De liberale

De vakbeweging zoekt nu andere on- derwerpen om .zich mee bezig te houden: zo wil zij zich gaan be- moeien met het sociale beleid bin- nen de onderneming

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE Tel. Bij herhaling hebben wij op deze plaats reeds vastgesteld, dat de verkiezingsuit- slagen, die toch maatgevend

Naar mijn mening moeten we dus het kalmer aan gaan doen en er niet maar volledig aan toe geven, men bedenke vooral dat voor niet alle bedrijfstakken dit even

teneinde een geboortedaling te be- werkstelligen, noodzakelijk maken. Het beste is natuurlijk dit langs in- directe weg te bereiken en de be- volking vrijwillig tot

Congres van de Intern. Federation of Radical en Liberal Youth stelde. Bet liberalisme stelt zich ten doel, elk individu de vrijheid en de gelegen- heid te geven om zijn