• No results found

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE "

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

NAADLOZE STALEN BUIZEN

N.V. Rijnstaal

vlh J. W. OONK & CO.

MAANDORGAAN ARNHEM

Tel. 24941-44 Postbus 42

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE

OntlMerpresolutie ,,Demoplan''

"In their ,enthusiasm the planners are apt to think people exist for the plan. The great proteetion

d.~a.Îil-.:ott.. ~-i1j:, "'~~.t~h.Jc

ii3

~ iu~v~

planning by Liberals."

Grimond, voorziUer Engelse Libe- rale partij.

D e mogelijkheid bestaat, dat in de Westerse landen bij een verdere economische ontwikkeling de onoverzichtelijkheid van het eco- nomisch leven en de onevenwichtig- heid in de groei sterk toenemen; met alle ellende van dien (produktie-in- krimping, faillissement, ontslag). Om dit gevaar 1c voorkomen zal een goede vorm van nationaal-economi- sche planning ook in deze landen noodzakelijk zijn.

Op grond hiervan nam de Engelse liberale partij in 1961 een resolutie aan, waarin werd aangedrongen op de totstandkoming van een globaal economisch vijfjarenplan volgens een door de partij aangegeven me- thode. Voorts sprak de Wereldfede- ratie van Liberale en Radicale Jon- geren zich op haar jaarcongres in 1962 uit voor een stelsel naar het voorbeeld van het huidige Franse planningsysteem (zie septembernum- mer Driemaster).

Ondergetekenden achten de "plan- ningsgedachtc" van grote betekenis voor het welvarende Westen; zij bie- den U daarom onderstaande ont- werpresolutie inzake "Democratische Planning in de Westerse landen"

(Demoplan) aan. Zij trachten daar- mee tevens een bijdrage te leveren aan de zo noodzakelijke ontwikke- ling van het liberalisme in ons land.

De Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie, enz. enz.

Overwegende:

dat de mogelijkheid bestaat, dat in de Westerse landen bij een verdere economische ontwikkeling de on- evenwichtigheid in de groei sterk toeneemt;

dat in deze landen, met uitzondering van Frankrijk, de bestaande vormen van nationaal-economische planning het particuliere bedrijfsleven en de overheid onvoldoende "houvast" ge- ven voor een beleid op langere ter- mijn;

Spreekt als haar mening uit:

dat de invoering van een doelmati- ger vorm van nationaal-economische planning in de Westerse landen overwogen dient te worden ten einde met behoud van het stelsel van on- dernemingsgewijze produktie een sterke en evenwichtige economische groei te waarborgen;

dat evenwel een autoritair en detail- listisch planningssysteem als strijdig met de huidige grondslagen van de

-y-\J-

e.s Le1.

~e t.ilaa L;:,.._~:..appij

rnvet w·orden afgewezen;

dat daarentegen een op democrati- sche wijze tot stand gekomen meer- jarenplanning de voorkeur verdient, welke voldoet aan de volgende eisen:

a) opstelling in overleg tussen over- heid en bedrijfsleven;

b) bekrachtiging door het parle- ment; en

c) globale taakstelling, d.w.z. niet per bedrijf, maar voor enkele belang- rijke sectoren van het bedrijfsleven in hun geheel;

dat bij een voortgaande economische integratie coördinatie van de natio- nale meerjarenplannen op Europees niveau eveneens overwogen dient te worden;

en gaat over tot de orde van de dag.

PRE-ADVIES

In de Westerse landen bestaat een wijdverbreide afkeer van economi- sche planning voorzover de overheid daarin een min of meer belangrijke rol speelt. Dat komt vooral omdat het woord "planning" door velen wordt verbonden met staatssocia- lisme of communisme, met een auto- ritaire en detaillistische bemoeienis t.o.v. het bedrijfsleven.

Het is weinig bekend, dat er ook in het Westen een hoog ontwikkelde vorm van nationaal-economische planning bestaat, waaraan de ge- noemde bezwaren ontbreken. Hier

kan met recht gesproken worden van democratische en globale plan- ning. De voornaamste doelstelling ervan is gelegen in een flinke en evenwichtige economische groei, zonder werkloosheid en mèt stabiele prijzen; één en ander binnen het ka- der van een vrije en harmonieuze maatschappij.

Een ruimere toepassing van dit soort planning verdient in de ver- schillende Atlantische landen over- weging, omdat de weergegeven doel- stelling met het stijgen van de wel- vaart langs andere weg steeds moei- lijker te bereiken zal zijn. In de af- zonderlijke bedrijven is goede plan- ning reeds onontbeerlijk gebleken;

de ontwikkelingsgebieden zouden er volgens de hulpbiedende landen meer gebruik van moeten maken.

Hoogontwikkelde landen als de Ver- enigde Staten en Engeland kunnen zich niet blijven veroorloven dit mid- del te versmaden en genoegen te ne- men met de wankele gang van re- cessie tot recessie. Binnenkort kan misschien hetzelfde gesteld worden t.a.v. de E.E.G. Regeren is vooruit- zien. Vooruitzien is ook: planning.

Planning in Westers,e landen Wat wordt er aan nationaal-econo- mische planning gedaan in de Wes- terse sfeer? Hieronder volgt een be- knopt exposé van de methoden, die in Nederland en in Frankrijk worden toegepast.

In Nederland worden van overheids- wege af en toe "Industrialisatie- nota's" uitgebracht. Deze nota's be- vatten een soort minimumtaakstel- ling t.a.v. de industrialisering, die nodig is om voldoende werkgelegen- heid voor de groeiende beroepsbe- volking te scheppen. D.w.z. er zal door de overheid tot actie worden overgegaan als de ontwikkeling te langzaam is. Voorts wordt er ieder jaar door het Centraal Planbureau een Centraal Economisch Plan opge- steld met betrekking tot het daarop- volgenG jaar. Dit plan is eigenlijk geen plan in de zin van een voorop- gezet program van actie, maar een wetenschappelijk gefundeerde prog- nose van het economisch gebeuren.

Op grond van deze korte-termijn- voorspelling kunnen overheid en be- drijfsleven hun beleid vormen.

Een soortgelijke methode wordt ook gevolgd in de Scandinavische landen en Engeland. Van een geheel ander stelsel wordt echter gebruik gemaakt in Frankrijk: daar bestaat de "éco- nomie concertée".

Sinds 1947 werkt men in Frankrijk met plannen voor de lange termijn, die een werkelijke taakstelling in- houden van belangrijke sectoren van het economisch leven, zoals mijn- bouw, electriciteit, staal, landbouw, enz._ O.veF de.

resnltat.e~L hie~:v<:..n.

wordt zowel in Frankrijk zelf als daarbuiten in brede kring gunstig geoordeeld.

Het gaat hier om vierjarenplannen, waarvan het vierde thans in uitvoe- ring is (1962-1965). De verantwoor- delijkheid voor de planvorming ligt bij het Commissariat General du Plan, een overheidsinstelling met een interdepartementaal karakter.

Van grote betekenis is echter, dat bij de opstelling een groot aantal com- missies uit verschillende bedrijfs- takken wordt ingeschakeld (Ie de- mocratisch kenmerk), terwijl het parlement het laatste woord heeft (2e democratisch kenmerk). In de commissies hebben zitting: onderne- mers, vertegenwoordigers van werk- gevers- en werknemersverenigingen, gebruikers, overheid en experts. In kort bestek verloopt de plannings- procedure als volgt:

1) Het Commissariat maakt een globale schets; de gevolgen van al- ternatieve groeipercentages voor consumptie, export en investeringen

worden nagegaan. Na advies van een economisch-sociale raad (vertegen- woordigers van grote belangengroe- pen} kkst de r\;gering het na te stre- ven groeipercentage.

2) Door genoemde commissies wordt het globale plan voor een 28-tal sec- toren uitgewerkt.

3) Door het Commissariat wordt van de sectorplannen een

~amenhan­

gend geheel gemaakt.

4) Parlementaire goedkeuring van het plan is vereist voor dat het van kracht wordt.

Onder invloed van deze Franse me- thode worden thans in Italië, Enge- land en Noorwegen "plannen'' be- raamd om eveneens tot een dergelij- ke vorm van planning te komen.

Voor- en nadelen

De industrialisatienota's en de jaar- prognoses van het Centraal Planbu- reau vergroten in ons land het in- zicht in het economisch gebeuren.

Daar staat tegenover dat zij weinig gelegenheid bieden tot werkelijke beleidsvorming op langere termijn, waardoor de continue groei van de economie nauwelijks wordt bevor- derd.

Met het Franse systeem zijn speciaal t.a.v. de economische groei gunstige resultaten bereikt, maar het is stellig nog voor verbeteringen vatbaar. Zo moet er blijkens de opgetreden in- flatie meer evenwicht komen tussen expansie en financiering. Voorts moet meer aandacht worden besteed aan de landbouw, die in de gehele ontwikkeling ten achter is gebleven.

Tec.::::lst~C!

\:an door

llîC(:r

decenL:a11- satie (b.v. naar de commissies) de democratische grondslag van het ge- heel worden verbreed. Er dient nog gewezen te worden op een toene- mende kans op kartelpraktijken on- der invloed van de planprocedure.

Maar zonder planning zijn de kar- tels ook wel present.

De verdiensten van de Franse plan- ning komen meer in concreto op het volgende neer:

1) De samenstelling van het plan vormt een soort marktanalyse op na- tionaal niveau, hetgeen het inzicht in de afzetmogelijkheden vergroot.

2) Het formuleren van de doelstel- lingen voor een periode van vier ja- ren bevordert de evenwichtige groei en verkleint de kans op "Fehlinves- tierungen". Het vertrouwen van het bedrijfsleven in de economische ont- wikkeling zal hierdoor toenemen.

3) De doelstellingen van het plan zijn in feite een stimulerende taak- stelling voor het economisch leven, zonder dat elk bedrijf wordt voor-

(zie pag. 2)

(2)

HET NEDERLANDSE PARLEMENT

Dienen slechts de instellingen veranderd te 1111orden?

In de gemeenteraad van een be·kende stad in het centrum des lands (Amers- foort?), zo hoorde ik onze oud-voorzitter in zijn Rotterdamse op·eningsr·e·de vertellen, moeten de vroede vaderen aan de meest onbenullige zaken aan- dacht be,steden. Zij dienen - als ik het goed onthouden heb - te beslissen over de aanschaf van de nieuwe we·rkplunje voor d.e bij de gemeente werk- zame schoonmakers.

De heer De Bruijne gebruikte dit voorbe·eld om zijn stelling te bewijz.en, dat er iets aan onz,e staatsinrichting mankeert; men kan door de bomen het bos niet meer zien, en de gemiddelde burger haalt over al het politieke gedoe minachtend zijn schouders op.

Op grond van deze en dergelijke ar- gumenten hoort men veelvuldig een diepgaande herziening van onze staatsinstellingen bepleiten. In de JOVD bestudeert de commissie met de fraaie en zelfbedachte naam

"Demostaat" dit vraagstuk. Deze commissie publiceerde ook in De Driemaster van september 1962 een indrukwekkende vragenlij st.

Het is echter jammer, dat een be- langrijk onderwerp niet tot het stu- dieprogram behoort. Blijft dit thans beperkt tot, wat ik zou willen noe- men, de technische aspecten van de staatsinrichting, wenselijk ware ge- weest dit uit te breiden met het probleem van het dalende prestige van onze vertegenwoordigende licha- men.

Dit zou voor genoemde commissie niet geheel onmogelijk zijn geweest;

Wanneer ik juist ben ingelicht, heeft deze commissie reeds eerder haar werkterrein aanzienlijk vergroot - overigens terecht.

Uittocht der prominenten Over het prestige en het aanzien van in het bijzonder ons parlement wordt de laatste tijd veel geschreven en gezegd. Inderdaad openbaren zich thans onplezierige verschijnselen.

Hierop ging ook wijlen dr L. G.

Kortenhorst vrij uitvoerig in bij de aanvaarding van het voorzitterschap van de Tweede Kamer.

Hij toonde zich ernstig verontrust

(vervolg van pag. 1)

geschreven wat en hoeveel te pro- duceren.

4) Op weloverwogen wijze kan wor- den opgesteld, wat op economisch gebied moet gebeuren; er bestaat hierdoor de gelegenheid naast de private sector ook de publieke sector aandacht te geven (auto's, maar ook wegen). Voorts draagt dit bij tot de oplossing van vraagstukken, die ver- bonden zijn aan: de invoering van sociale maatregelen (b.v. arbeids- tijdverkorting); eventuele werkloos- heid door automatisering; hulp aan onderontwikkelde landen; en een eventuele heroriëntatie van de in- dustrie als gevolg van ontwapening.

over het feit, dat vele prominenten zich - om andere redenen dan de leeftijd of de gezondheid - uit het politieke leven terugtrekken. In alle grotere partijen, behalve misschien de P.v.d.A., neemt men dit waar.

Re,gering en pa.rlement Welke zouden de oorzaken hiervan kunnen zijn? Het lijkt mij al te naïef, te veronderstellen, dat slechts de wijze waarop onze staatsinstel- lingen zijn ingericht hier van in- vloed is. Sterker nog, de betekenis daarvan is voor dit probleem vrij gering.

Wanneer wij het parlementaire le- ven van de laatste tien jaren de revue laten passeren, is het niet te ge- waagd, de diverse regeringen, maar evenzeer de kamers zelf verantwoor- delijk te stellen voor de huidige te- leurstellende gang van zaken.

Onder de regeringen-Drees was de betekenis van het parlement nihil.

Men kon er steeds van overtuigd zijn, dat elk voorstel van betekenis reeds tevoren binnenskamers van een meerderheid voorzien was. Vrij- wel alle debatten waren schijnverto- ningen, waarbij slechts de V.V.D.

van tijd tot tijd krachtig protesteer- de tegen deze gang van zaken - in 1958 gelukkig met succes.

Zwakke ministers Onder de regering-De Quay gaat het

kerheid als gevolg van de afhanke- lijkheid van de economische ontwik- keling van het buitenland (v.nl. im- port en export). Door een verdere uitbouw van de E.E.G. zal deze on- zekerheid in de Westeuropese landen evenwel verminderen; tevens ont- staat dan de mogelijkheid een coör- dinatie van de nationale meerjaren- plannen in Europees verband tot stand te brengen.

Bij de invoering van een democra- tisch en globaal planningssysteem

anders, maar helaas niet in alle op- zichten beter. Nu doet zich het uiterst zonderlinge verschijnsel voor, dat ministers die algemeen

"zwak" genoemd worden - zodanig overtuigd zijn van eigen onmisbaar- heid, dat zij met de kamers op zijn zachtst gezegd een loopje nemen.

Een zeer kras staaltje leverde on- langs minister Beerman in de Twee- de Kamer.

Ernstige verwijten over het povere resultaat van zijn departement in de afgelopen 3

1

12 jaar werden losjes van de hand gewezen met de op- merking, dat harder werken zinloos leek; de kamercommissie van justi- tie was immers ook langzaam! Dat was voor de geachte afgevaardigden kennelijk een toereikend antwoord;

er werd tenminste niet veel meer over gezegd. Over enkele andere ministers, die niet zwak genoemd worden, fluistert men weer, dat zij het parlement maar een blok aan het been vinden.

Mogen wij de Telegraaf geloven (en waarom zouden wij dat niet eens één keer doen?), dan is minister Luns zo'n bewindsman. Het mag bijzonder gelukkig genoemd worden, dat prof.

Vondeling hem bij de algemene poli- tieke beschouwingen duidelijk te- rechtwees.

Actualiteit Eén ander belangrijk aspect dient nog aangestipt te worden. Het Ne- derlandse parlement is vaak onvol- doende bij actuele politieke gebeur- tenissen betrokken. Vergelijken wij dit eens met de situatie in Engeland.

Op de dag dat dit artikel geschre- ven wordt - 20 november - werd in het Lagerhuis een debat gehouden tussen de Engelse premier MacMillan en de oppositie over het Indisch- Chinese grensgeschil. Dat wil dus zeggen: direct op de dag, dat de situatie in Indië aanmerkelijk ver- slechterde.

kan men in ons land gebruik maken van de bestaande privaat- en/of pu- bliekrechtelijke overlegorganen, als- mede van het Centraal Planbureau.

Het scheppen van nieuwe organen dient zoveel mogelijk achterwege te blijven.

H. JONGEDIJK E. NYPELS

D. R. F. VAN BREMEN A. V. Th. KOCH.

G. C. WALLIS DE VRIES

Zoiets behoort in Nederland tot de volstrekte onmogelijkheden. Gedu- rende de Nieuw-Guinea-crisis in het afgelopen jaar kwam de TweedE:

Kamer vrijwel nooit voor een debat hierover bijeen. Spaarzame pogin- gen van de oppositie hier iets in te veranderen werden door de regering op de bekende vlotte wijze tegenge- werkt met een beroep op het lands- belang. Merkwaardig toch, dat dit soort belangen in Engeland kenne- lijk zoveel kleiner is. (Daar was het mogelijk, dat in de meest kritieke momenten van de tweede wereldoor- log - de meidagen '40 bijvoorbeeld - Churchill in het Lagerhuis ver- scheen om deel te nemen aan een debat over de toestand).

Een enkele maal werd inderdaad van gedachten gewisseld tussen regering en Kamer over Nieuw-Guinea. Dan ging het nog vaak zeer merkwaardig toe. Legendarisch behoort bijvoor- beeld de zitting van 4 en 5 april te worden. Het plan-Bunker was en- kele dagen oud. De regering (of al- leen minister Luns) was op de hoog- te en deed tegenover de Kamer of haar (zijn) neus bloedde. Het geheel werd later een schimmenspel ge- noemd. Nu kan men natuurlijk weer met het landsbelang gaan schermen.

Het lijkt mij weinig zinvol; het plan lekte enkele dagen later toch uit, en schrijver dezes heeft geen enkel na- delig effect daarvan kunnen bespeu- ren.

En het gevolg van al deze dingen?

Dat hoort U dagelijks op straat, in de tram of waar ook elders: "Poli- tiek meneer? Een vuile zaak; neem dit van mij aan: de heren bekoksto- ven het wel en de gewone man komt er toch niet tussen."

Zeker, de inrichting van de staats- instellingen behoeft hier en daar wat verbetering. Maar de wortel van het kwaad ligt elders.

R. A. HEYTING

Literatuuropgave:

- De Nederlandse Industrie; Or- gaan van het Verbond van Neder- l.andsche Werkgevers; 15 mei 1962;

blz. 384/387.

- Economisch-Statistische Berich- ten; 11/7/1962, 1817/1962, 17/10/1962 en 24/10/1962; de artikelen van drs. M.

Hart en drs. G. R. Otten.

- Elseviers Weekblad; 24 novem- ber 1962; blz. 21/23.

- Planning with a Purpose; Liberal Publication Department; London- 1962.

Conclusie

Naar onze mening verdient voor een ontwikkelde economie de Franse planning de voorkeur boven de Ne- derlandse methnde. Deze laatste mag overigens nauwelijks met de term planning worden aangeduid.

Met het Franse systeem zijn goede resultaten te bereiken; enkele nade- len ervan kunnen zonder bezwaar worden opgeheven of verkleind.

liberale beginselen en verdraagzaamheid

Liberalisme is ondogmatisch en het staat op de bres voor geestelijke vrijheid. Daarom is Liberalisme de beste bodem voor democratie. Wilt U een dagblad lezen, dat in volkomen onafhankelijkheid sinds 1844 van Liberale beginselen uit wordt geredigeerd, abon- neert U dan op de NRC.

Er moet daarom overwogen worden in Nederland en de overige Westerse landen een soortgelijk stelsel van planning in te voeren. Een bijzondere moeilijkheid, welke zich speciaal voor ons land voordoet, is de onze-

NIEUWE ROTTERDAMSE COURANT

POSTBUS 824, ROTTERDAM - TELEFOON: 111.000

(3)

.JA

De argumentatie van de hoogleraren Van Bernmelen en Pompe met be- trekking tot hd vrijlaten van de nog te Breda gevangen gehouden vier oorlogsmisdadigers mag dan op be- paalde punten minder gelukkig zijn, ook ik ben van mening, dat thans wel de tijd is gekomen, dat het Neder- landse volk de morele moed op- brengt deze lieden een betrekkelijke mate van vrijheid te hergeven. Wij beroemen ons er op, leven en dood, mens en onmens te kunnen bekijken van een ethisch hoog standpunt, wij pretenderen, dat onze rechtspraak in geen geval berust op gevoelens van wraak, maar op overwegingen allereerst om tot verbetering van de delinquent te komen, en waar dit onmogelijk is, om de maatschappij althans tegen de delinquent te be- schermen.

De daden, door het viertal bedreven, zijn dermate weerzinwekkend, dat verbetering n<lUWelijks te verwach- ten valt. De vraag echter, of deze lie- den nog een gevaar vormen voor de maatschappij, moet mijns inziens ontkennend worden beantwoord. Het lijkt uitgesloten, dat zij nogmaals, hetzij direkt hetzij indirekt, de oor- zaak kunnen zijn van heilloze daden als door hen bedreven. Wat helaas niet impliceert, dat dergelijke daden daarna nooit meer bedreven zijn of zullen worden.

Een begenadiging, noemt de heer Marcuse de omzetting van doodstraf in levenslang. Hij heeft makkelijk spreken. Persoonlijk kan ik deze be- genadiging niet anders zien dan een levenslang uitstel van executie. Zeer vele menen zelfs, dat levenslang een zwaardere straf is dan de doodstraf, ook vele tot levenslang veroordeel- den. Gratiëring tot de doodstraf be- staat voor hen niet; de maatschappij is wreed genoeg om elke poging tot zelfmoord rigoreus te belemmeren.

Ik wil de heer Marcuse dan ook in overweging geven zich eens nader te bezinnen op wat levenslange gevan- genisstraf nu eigenlijk wel betekent.

Wanneer M. in zijn artikel spreekt over posthuum eerherstel aan Eich- mann en Himmler, maakt hij zich schuldig aan een demagogie, die men slechts elders dan in liberale kring zou verwachten.

Natuurlijk is het zeer begrijpelijk, dat de afschuwelijke daden, door het viertal gepleegd, alleraard wraakge- voelens in de mensen wakker roept.

Wraakgevoelens waaraan in bepaal- de mate kan en mag worden tege- moet gekomen. In mijn jongste jaren gebruikten wij de kreet: niet marte- len, ineens doodslaan. In tegenstel- ling tot bijvoorbeeld het geval Eich- mann waren ten aanzien van deze vier heren blijkbaar net niet vol- doende termen aanwezig voor het ineens doodslaan. Regelmatig wor- den er om veel minder overigens

!:'lensen op legale wijze geslacht.

Maar zou nu, na bijna achttien jaar, het martelen niet eens op kunnen houden?

Tenslotte hoeven wij niet eens ons andere oor aan te bieden.

G. VAN DER MOST

Om een verenigd democratisch Europa

In het laatste nummer van de Drie- master geeft de heer H. D. Schouten een "antwoord aan Evert Hoven'' en daarmee zijn visie op het probleem van Spanje's toetreding tot de EEG (voorzover dat een probleem moet zijn).

(zeer) losse band van Spanje met de EEG, gepaard gaande met een poli- tiek dictaat. Ik toop tenminste, dat de heer Schouten dit bedoelt met zijn "minimum voorwaarden". Men hoeft hier echter niet al te veel haast te maken. Toetreding van Engeland dient op de allereerste plaats te blij- ven staan. Vooral ook om het demo- cratisch element in de EEG te ver- sterken.

De argumenten, waarmee de heer Schouten zijn "wind of change" in Spanje tot een ongerechtvaardigde storm tracht aan te wakkeren, zijn niet bijzonder imponerend. Ik zal ze hier niet herhalen, men kan ze vin- den in het januari-nummer, pagina 5.

Wel zal ik graag de bronnen ver- nemen van heer Schoutens bewering, dat de invloed van de Falange-partij afneemt.

Heeft hij hierin gelijk, dan is dit in- derdaad een verheugend teken te noemen. Waaruit blijkt dat de mi- nisters van Financiën en Woning- bouw liberaal zijn (of komen we hier weer voor 't bekende probleem: "Wat is liberáál?!!"). In de derde plaats zou ik graag een (beknopt) overzicht- je willen zien van de vooruitstreven- de activiteiten van Opus Dei, aange- zien ik wel eens andere berichten over deze priesterorde heb vernomen.

En dan die grotere persvrijheid. Een van de aardigste bon mots uit Spanje van de laatste tijd is, dat men vroe- ger als journalist precies wist waar men aan toe was, wat men schrijven mocht en wat niet, maar dat men dat tegenwoordig pas merkt als men in de gevangenis zit ....

Even verder schrijft de heer Schou- ten: "en ook het optreden van de militaire tribunalen is weinig huma- nitair (of humaan? - R.M.M.) te noemen". Dat is op z'n zachtst ge- zegd wel bijzonder euphemistisch uitgedrukt ....

De heer Schouten keert zich er in zijn inleiding tegen, dat zij, die niet a priori afwijzend staan tegenover associatie van Spanje, voor opportu- nisten worden uitgemaakt. Hij noemt dit een aardig voorbeeld van het

"LDC jargon". Wat is dat, heer Schouten? Hebt U hier niet een eti- ketje van bedenkelijk allooi opge- plakt? Dat staat U niet fraai. Vooral niet, omdat U even verder fier ver- klaart: "Met het opplakken van etiketten zijn we niet geholpen".

In diezelfde alinea's bedient U zich van het woordje 'principeruiterij'.

Kent U nog meer van die afschuwe- lijke germanismen, heer Schouten?

R. M. MARCUSE

Mr F. G. VAN DIJK

Vrij veel leden van de huidige Twee- de Kamerfractie van de VVD zullen na de verkiezingen van 15 mei niet terugkeren. In het algemeen bewoog een juist inzicht in de situatie en een gevoel voor het mogelijke, enerzijds enkelen van hen zich uit eigen be- weging niet meer herkiesbaar te stel- len. Anderzijds bracht eenzelfde in- zicht de liberale partij ertoe de an- deren, die zich wel herkiesbaar had- den gesteld, te passeren.

Op een uitzondering na. Met verbijs- tering heeft men mogen beleven, dat het Tweede Kamerlid mr F. G. van Dijk niet eens op de kandidaten- lijst van de VVD voorkomt. Inder- daad, verbijstering. Want juist de heer Van Dijk behoort tot de weini- gen, die met kop en schouder uitste- ken boven het gros van zijn partij- genoten.

De heer Van Dijk is een van de bril- jantste Nederlandse vertegenwoor- digers in de Europese parlementaire instellingen. Het is treurig, dat de

en onvermoeid zijn krachten in dienst stelde van een werkelijk de- mocratisch verenigd Europa, uit de Tweede Kamerfractie heeft laten verdwijnen. Juist door zijn Europese activiteiten kon de heer Van Dijk in eigen land en met name in het natio- nale parlement, minder actief zijn.

Had men soms anders gedacht? In de VVD zijn (Europese) parlementa- riërs van groot kaliber maar heel dun gezaaid. Reden te meer om op die weinigen, waartoe ook mr. F. G. van Dijk behoort, bijzonder zuinig te zijn.

Wat hem voor mij zo bijzonder sym- pathiek maakt is, dat hij steeds van mening is geweest, dat geestverwant, minister S. H. Visser, ondanks alles fatsoenlijk behandeld dient te wor- den. Met prof. mr. P. J. Oud stond hij in deze mening alleen, hetgeen bij de behandeling van de begroting van Defensie in de Tweede Kamer wel is gebleken. (Vragen enkele arg-

deze niet als een martelaar be- schouwd moet worden. Als een offer op het altaar van Recht en Orde van Godin Telegrafia .... ).

Wij zijn mr. F. G. v. Dijker dankbaar voor dat hij onvermoeibaar ijverde voor een Europa, dat zowel demo- cratisch als verenigd moet zijn. Zijn werkzaamheden als Europees parle- mentariër brachten velen ertoe een voorkeursstem op hem uit te bren- gen. Zij vragen zich thans met ver- ontrusting af, wie in staat zal zijn hem op bevredigende wijze te ver- vangen.

Ik zie mr. F. G. van Dijk met grote spijt uit de Tweede Kamer verdwij- nen. Ik weet, dat zeer velen, met name in de JOVD, maar ook in de VVD en daarbuiten, dit gevoel delen.

Wij hopen, dat deze echte liberaal in 1967 in ons parlement, en daarmee tegelijk weer in het Europese, zal terugkeren.

R. M. MARCUSE

De mammoet en 't mannetje laks <II>

H et is, lieve kinderen, nu .a] weer meer dan een half jaar geleden, dat ik jullie het verhaaltje van Mammoet en het mannetje Laks vertelde. Weten jullie het nog?

Vroeger, vele lange jaren geleden, leefde in het donkere Wettenbos een klein mannetje, dat Laks heette. En hij woon- de daar niet alleen, want op zekere dag klopte er op de deur van Laks z'n hutje een dier, dat vertelde, dat hij Mammoet heette, en vroeg of hij binnen mocht komen. Dat mocht.

Mammoet vond het zo fijn bij Laks, dat hij vele jaren bij hem bleef wonen. En in die tijd leerde Laks hem allerlei mooie kunstjes.

Ik vertelde jullie toen, dat hij Mammoet leerde rekenen en lezen. Alleen Grieks lezen, dat kon Laks Mammoet maar niet leren, dat kwam misschien wel omdat het mannetje er zelf ook altijd zo'n moeite mee had gehad. Maar zoiets weet je natuurlijk nooit zeker.

Op zekere dag ging Laks met Mammoet op stap. Dat deed hij omdat hij nogal trots was en dus ook aan andere mensen wilde laten zien wat voor knappe dingen hij Mammoet alle- maal geleerd had. Maar ook deed hij het omdat Mammoet zo groot werd dat hij niet langer in Laks' hutje kon blijven wo- nen. Laks hoopte dat Mammoet bij andere mensen zou mo- gen blijven.

Jullie weten misschien ook nog wel, dat ze opeens bij een groot huis kwamen, dat midden in het Wettenbos stond. En daar mochten ze binnen en ze werden in de tweede kamer van dat huis gelaten. Toen ging Laks vertellen wat Mam- moet allemaal kon en ook dat hij lief was voor kindertjes.

Maar wat bleek toen, Laks had hem geleerd alleen voor bizondere kindertjes erg lief te zijn. Sommige mensen waren daar wel wat boos over, maar Mammoet mocht toch een kamer verder. En daar was ik de vorige keer gebleven.

Deze keer zal ik jullie het hele verhaal vertellen. Waar was ik ook al weer? 0 ja, ik weet het al, Mammoet en Laks kwa- men dus in de volgende kamer, dat was de eerste. En Laks ging weer precies vertellen wat Mammoet allemaal kon. Dat vonden die mensen daar prachtig. Vooral de bizondere, de gewone mensen (vroeger noemden ze die: o .. , o .. , juist . . openbare) vonden het niet zo Jeuk, dat Mammoet de bizon- dere kindertjes voortrok. Andere mensen weer waren zó bizonder bizonder, dat ze Mammoet niet bizonder genoeg vonden. Weer andere waren zó gewoon, dat ze zich bizonder gingen voelen. En Laks, die een hééél slim mannetje was, liet ze in die waan natuurlijk, want hij wilde dat Mammoet zo zou blijven.

En ja hoor, hij kreeg zijn zin, Mammoet mocht door de eerste kamer heen, en nadat hij eerst wat staatsblad had gegeten, let hij nu op alle kindertjes uit het grote huis in het Wettenbos.

Hoe hij dat doet vertel ik jullie niet, want het moet een Jeuk verhaaltje blijven, anders droom je misschien vannacht zo vervelend. Maar Jekker slapen hoor!

SPIONÈUR P.S. Dit verhaaltje was voor de kleuters onder m'n lezers.

Ben je geen kleuter meer en vond je het toch Jeuk? Dan moet je eens naar oom Erwin gaan, die kan zulke spannende Indianenverhalen vertellen, dat zul je vast wel Jeuk vinden!

Spi.

(4)

Staalconstructies voor Speciaalbedrijf

alle doeleinden plaatwerk

voor zwaar

Constructiewerkplaatsen

w. Huizer n.v. Capelle a/d IJssel - telefoon 01804-2657

'érekpaardenconferentie

te Woudschoten

OP 23 EN 24 MAART a.s. wordt de Trekpaardenconferentie ge- houden te Woudschoten, in het Henri Dunant-huis.

Het programma luidt als volgt:

ZATERDAG, 23 MAART 1963:

14.00 uur Ontvangst deelnemers.

15.00 uur

15.15 - 17.15 uur

Opening door de landelijk voorzitter onder het motto "Foei ketters, Bravo".

Behandeling afdelingszaken onder het motto

"Uithuilen en opnieuw beginnen".

Maaltijd.

17.30 uur

19.00 - 22.00 uur

22.00 - ? uur

Toelichting door Ds F. H. Landsman en dis- cussie over het rapport van de Hervormde Synode inzake Kernbewapening.

Gelegenheid tot spel.

ZONDAG, 24 MAART 1963:

tot 12.00 uur Kerkgang (gelegenheid hiervoor is in Woud- schoten).

uur Lunch.

12.00 13.00

15.00 16.00

uur Inleidingen door twee van de opstellers van de concept-resolutie "Demoplan". Zie voor deze concept-resolutie elders in dit nummer.

uur Wat verder ter tafel komt en rondvraag.

uur Sluiting.

De kosten voor deelneming bedragen f 8,50 per persoon (excl.

gebruik van linnengoed) voor het gehele weekend. De reiskosten 2e klasse N.S. boven f 6.- worden vergoed.

Vriendelijk verzoek U tijdig op te geven aan het algemeen secre- tariaat, Huis te Hoornkade 6, Rijswijk Z.H.; sluitingsdatum 20 maart 1963.

U gelieve gebruik te maken van onderstaand formulier.

Ondergetekende:

adres: , woonplaats:

afdeling:

geeft zich op voor deelneming aan de Trekpaardenconferentie te Woudschoten op 23 en 24 maart 1963; de kosten worden op het conferentieoord voldaan.

O.B.-verklaring

Het Dagelijks Bestuur der Jongeren Organisatie Vrijheid en Democratie is ernstig verontrust over de door President De Gaulle gevoerde poli- tiek ten aanzien van de toetreding van Engeland tot de E.E.G. De natio- nalistische houding van de Franse president is in duidelijke tegenspraak met het open karakt,er van de E.E.G., vastgesteld in het verdrag van Rome.

Het Dagelijks Bestuur acht het ge- wenst, dat het streven naar opne- ming van Engeland in de E.E.G. met onverminderde kracht wordt voort- gezet, ook indien dat e,en verdere uitbouw van de int,erne integratie

van de zes E.E.G.-landen, en de as- sociatie van de Afrikaanse landen tijdelijk v,ertraagt.

Hilversum, 28 januari 1963.

HET DAGELIJKS BESTUUR

Demostaat

De inzendtermijn voor antwoorden op de vragen van de commissie

"Demostaat" is verlengd tot 31 maart.

De vragen met toelichting stonden afgedrukt in de Driemaster van sep.

tember 1962. Antwoorden gelieve men te z,end,en aan de secretaris der commissie, de heer Ch. H. Paris, Ferd. Bolweg 51, Amstelveen.

Spinners en Twijners van

Weef- en Tricotgarens

rH-;U Hi"u1

I I I I I I

Schakel bij Uw

EfFECTENTRANSACTIES

I de diensten in van onze afdeling

I I I I I I

Beleggingsonderzoek I

·~ Ook voor effecten: de HBU ~~

I HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.v. I

L _____ AMSTERDAM - DEN HAAG - ROTTERDAM

-...~

I

(5)

Political Science Fiction (IV)

U.S.E en U.S.S.R.

LJ.S.E.

West-Europa heeft de laatste vijftig jaar vrijwel geen stagnatie gehad in zijn econombche groei. Eén keer, in 1969, dreigde er een flinke terugval, doordat ook hier een zekere verza- diging van d<· particuliere vraag be- reikt werd. llit gebeurde naar ver- houding eerdt·r dan in de V.S. De Europeaan bl<'ek nl. niet zo'n fana- tieke consum<'nt te zijn als de Ame- rikaan; kon ook wat langer met zijn spullen toe.

De dreigende recessie werd handig opgevangen door het eerste Europese plan, dat dus meteen zijn diensten kon bewijzen. Bij het opstellen van dat plan was dankbaar gebruik ge- maakt van dt• ervaringen die Frank- rijk sinds 1!145 had opgedaan met zijn planning (economie concertée).

De democratische planning (immers een samenspd tussen overheid en bedrijfsleven) waarmee toen in Europa een begin werd gemaakt is tot op heden van groot belang ge- bleken voor onze samenleving. In een hoog ontwikkelde en dus zeer kwetsbare economie is zo'n stelsel onmisbaar. Hierin worden de pro- duktiedoeleinden .aangegeven voor de private en publieke sector en wel voor een periode van tien jaar. Ieder jaar wordt het geheel aangepast of herzien. Geen wonder, dat de jaar- lijkse debatten in het europaparle- ment over de nieuw ingediende plannen een hoogtepunt in het poli- tieke leven betekenen.

Dank zij deze planning kon ook de werkloosheid worden verholpen, die na 1965 ontstond door de technische en administratieve automatisering;

enerzijds met behoud van "getimede"

verkorting van de arbeidstijd en de opzet van ploegendiensten, ander- zijds door omscholing en schepping van werkgelegenheid in de diensten- sector. Het Amerikaanse werkloos- heictsdrama van de zestiger jaren kreeg zodoende geen Europese re-·

prise. En dan heeft de planning ten- slotte een goed figuur geslagen in het economisch omschakelingsproces ten gunste van het ontwapenings- accoord van 1972.

Als gevolg van één en ander kon Europa snel inlopen op het verschil in welvaart met de V.S. In 1970 lag (N.W.) Europa nog maar zo'n twintig procent tenachter;; nu is het wel- vaartspeil ongeveer gelijk. Het moet gezegd worden, dat de expansie de laatste tien jaar wat langzamer ver- loopt( maar des te sneller in de ont- wikkelingslcmden).

In 1974 moest er een Europese ver- keerstaal worden afgesproken.

Frankrijk ging weer eens heel ver- velend de Europese dwarskijker uit- hangen toen een paar jaar tevoren al bleek dat frans voor deze functie niet haalbaar was. De gallische haan werd niet moede iedere dag ver- woed de termen esprit, culture en grandeur uit te kraaien, maar het anders zo aardige beest was al een hele tijd vergeten deze kwalificaties een navenante inhoud te geven. En hoe kan dat ook anders, want Frank- rijk dreigde in die tijd (na De Gaulle's aftreden) een geweldige fascistische zwijnenpan te worden, waarin adel, officieren, boeren en slagers een fijnzinnig stukje samen- spel te zien gaven.

Om zijn zin te krijgen heeft Frank- rijk nog haastig geprobeerd het Ibe- risch schiereiland (economisch ge-

associeerd en half gedemocratiseerd) bij het politieke Europa in te bren- gen. Enfin, met ruime meerderheid werd het engeis gekozen. Naast de moedertalen dus het engels. We we- ten nu niet beter en het gaat goed.

Alleen hebben de taalpuristen han- denvol werk. In Brittannië werd het onderwijs in een andere grote taal (naar keuze verplicht gesteld; daar- door wordt er in Engeland veel meer aan russisch gedaan dan op het vasteland (Rusland uitgezonderd na- tuurlijk).

Een onderwerp, dat al aan het eind van de jaren zestig veel aandacht begon te trekken was de inkomens- en vermogensvorming, zoals dat toen heette. Het werd al gauw duidelijk, dat zich in de gemeenschappelijke markt - vooral in Duitsland en Zuid-Europa - sterke economische machtsconcentraties gingen vormen rond een klein aantal personen, wat allerminst in overeenstemming werd geacht met de idealen, die men zich omtrent de euromarkt had gesteld.

Trouwens in heel West-Europa wa- ren de bezitsverhoudingen weinig evenwichtig en als gevolg daarvan was ook de inkomensverdeling erg ongelijkmatig.

Een heel complex van factoren had in die richting gewerkt, zoals histo- rische oorzaken, waartoe zeker ge- rekend mag worden de energie van de stichters van industriële dynas- tieën. En verder hebben ook de zelf- financiering (winstinhouding) en de talrijke gevallen van samensmelting van bedrijven - methoden, die eco- nomisch gezien hun nut hadden - de bezitsconcentratie in de hand ge- werkt. Zelfs het Europese belasting- stelsel hielp hierin mee, aangepast als het was aan de Zuideuropese wijze van heffing, nl. merendeels in de vorm van verbruiksbelastingen.

Deze belastingaanpassing (1965-'70) was eigenlijk een knieval voor de traditionele Zuideuropese corruptie op fiscaal gebied. Door een welhaast georganiseerd geknoei kon daar tot dusver nooit een behoorlijke inkom- stenbelasting naar draagkracht wor- den ingevoerd.

De grootindustrie had intussen niet het rijk alleen; hun tegenspelers wa- ren de gigantische vakbonden en de opkomende consumen tenorganisa- ties. Er was dus wel een soort balans van machten in de vorm van een trias economica, maar deze toestand was toch niet gunstig omdat tegen- over de weinigen van het bezit het miljoenenleger van de vakbonds- leden stond, wat de massificatie van het volk in de hand werkte. Verder werden er door de overheid wel eens anti-trustachtige maatregelen geno- men; deze bleken evenals in de V.S.

een wassen neus te zijn.

In het Europese parlement en in de parlementen van de staten leidde deze ontwikkeling al spoedig tot po- litiek dispuut. De socialisten, die na een oriëntatiecrisis een zeer gema- tigd standpunt hadden ingenomen (waardoor een vinnig links groepje zich afsplitste) mompelden met wei- nig overtuiging nog wat na over so- cialisatie en drastische nivellering van inkomens; bleven overigens hun vertrouwen stellen in de vakbonden.

dus in de status quo. Weinig ingeno- men met de bezitsaccumulatie waren ook de liberalen. Zij vonden deze ontwikkeling gezien de omstandig- heden heel begrijpelijk, maar wil- den er toch om even begrijpelijke redenen wel wat tegenover stellen.

heid van de inkomens en openbaar advies over de inkomenshoogte door een onpartijdige "Board of the general income" zonder verdere be- voegdheid (al in 1960 door Engelse liberalen bepleit en tijdelijk inge- voerd door nota bene de Engelse Conserv.atives), aanzienlijke verho- ging van de successierechten, een vorm van medezeggenschap van de arbeiders en simpele spaarbevorde- ring. De christendemocraten wilden daarentegen nog steeds hun bureau- cratische bezitsvorming invoeren;

hun middel om links el} rechts in de partij te verzoenen.

Tegen dat alles waren de conserva- tieven van de Partij voor Europese Tradities (PET), die vooral van leer trokken tegen de liberalen en hun onder meer verweten, dat zij hun grote vrijheidsapostelen, zoals Adam Smith, verloochenden. Het antwoord van de liberalen was, dat de grote verschillen in bezit en inkomens volgens het systeem van de oude Smith (vrije prijsvorming en perfecte concurrentie) niet eens bestaanbaar waren; wat Smith nastreefde was sociale harmonie en nu zijn systeem al eeuwenlang buiten de realiteit bleek te staan, wilden zij met an- dere middelen komen om sociale harmonie te brengen.

Was dit onderwerp tijdens het eer- ste eurokabinet - dat zich vooral bezighield met grondwettelijke en landbouwzaken - al een strijdpunt, de verkiezingen van 1977 kregen deze kwestie .als voornaamste inzet.

De liberalen kwamen goed uit de bus en vormden met de democra- tisch-socialisten een minderheids- kabinet (49°/o) onder leiding van de Engelse liberaal Grimold.

Het succes van dit kabinet was niet gering. De liberale wensen ten aan- zien van de "geldkwestie" werden vrijwel volledig ingewilligd. Maar dat was niet het enige. Deze kwestie was namelijk een te harde noot ge- bleken voor de christendemocraten.

De tegenstellingen binnen deze par- tij waren te groot geworden en toen de politieke strijd zijn hoogtepunt bereikte stortte onder daverend ge- juich van alle niet-confessionele groepen de Christen-Democratische Unie ineen.

De lieden, die sinds jaar en dag had- den voorspeld, dat zulke partijen eens zouden stranden op de mam- mon kregen eindelijk gelijk. Chris- ten-democratisch mocht dit verlies zijn, democratisch was het winst, want in niet-confessioneel verband kon er nu minstens evengoed op christelijke wijze gepolitiekt worden waarbij de politieke verhoudingen aan duidelijkheid zouden winnen.

Bovendien w.as het nu gedaan met het theocratische sprookje, dat bij een confessionele partij op zijn minst een backbencher's plaats pleegt in te nemen.

Vermeldenswaard is, dat zich in de jaren tachtig een ingrijpende veran- dering op de kapitaalsmarkt voor- deed. Zoals bekend speelde de han- del in kapitaal zich in de negentien- de en het begin van de twintigste eeuw voornamelijk af op de effecten- beurzen. Welnu, omstreeks 1985 slo- ten successievelijk alle Europese ef- fectenbeurzen hun poorten wegens slapte in het bedrijf. Ze hadden vooral na 1950 steeds minder te doen gekregen voorzover het nieuwe uit- giften van aandelen en obligaties be- trof. De emissies werden te duur gevonden door bedrijfsleven en over- heid; deze leenden liever onderhands van banken e.d. De omzetten in de bestaande effecten waren inmiddels ook sterk verminderd, want de be- leggingsinstituten hadden vrijwel alle goede stukken opgekocht.

geheel verzorgd door de beleggings- banken, waar ook gespaard wordt.

Het ingelegde geld, dat natuurlijk geen koers heeft, doet zo'n drie à zes procent rente, al naar gelang de spaartermijn, de economische gang van zaken en de marktverhoudingen.

Door het grote belang, dat vrijwel iedereen heeft bij een behoorlijke manier van doen is er in 1988 een Beleggingskaroer gekomen (te ver- gelijken met bijvoorbeeld de al veel oudere Nederlapdse Verzekerings- kamer). De commissarissen voor het bedrijfsleven, voorzover zij de factor kapitaal vertegenwoordigen, worden aangewezen door de bankdirecties, maar met de goedkeuring van de Beleggingskamer. Dit voorkomt, dat er commissarissen in teveel zaken tegelijk zitten, wat vroeger nog al eens gebeurde.

Tien jaar geleden is ook de New Yorkse beurs ermee opgehouden.

Wallstreet is nu een deftig casino.

Bij alle aandacht voor de ontwikke- ling van de achtergebleven landen buiten Europa mocht natuurlijk het sociaal-economisch opvijzelen van Zuid-Europa niet worden vergeten.

Tegelijk met de Sahara begint Span- je al aardig groen te worden. In- dustrie, irrigatie en beplanting zijn de hoofdmoten van de ontwikkeling van Spanje, Portugal en Grieken- land. Er zit tempo achter en dat moet ook wel want alle drie zijn volwaardig lid van de Verenigde Staten van Europa.

U.S.S.R.

De marxistische leerstelligheid van het Russische bewind is de laatste tien jaar snel aan het verminderen en daar moeten wij het van hebben;

en ook de Russen, kortom alle aard- bewoners. Dat dogmatisme met al zijn krampachtigbeid tegenover de feitelijke ontwikkeling heeft bijna een eeuw lang de wereldverhoudin- gen danig verknoeid. Het heeft er veel van weg dat het communisme in dogmatisch opzicht goed in de l"!er is geweest bij fel-rechtszinnige godsdiensten; maar de gevolgen wa- ren erger dan de uitwerking van zulke religies omdat het communis- me het totale leven van een miljoe- nenvolk in zijn simpele vormpjes wilde bakken.

Als de zaak eens historisch bekeken wordt in termen van actie is gelijk aan reactie dan mag het wel duide- lijk zijn, dat de vroegere maatschap- pij, waaruit het marxisme en zijn toepassing zijn voortgekomen, een allerbedroevendste bedoening is ge- weest. Het is dan nog een geluk bij een ongeluk, dat het marxisme we- tenschappelijk wilde zijn. Want dit moest leiden tot "wetenschapsbeoe- fening", wat in ieder geval minder acuut gevaar opleverde dan de ideo- logie van Hitier en zijn bende. Als het marxisme regelrecht tot een oorlog had bevolen zouden de vre- deskansen miniem zijn geweest, on- danks atoomverweer. Maar de pro- feet Marx had het niet zo gesteld.

Hij zei, dat het kapitalisme door (eigen) crises aan zijn einde zou ko- men, waarna de macht zou toeval- len aan het proletariaat.

De "wetenschappelijke" observatie

van de Russen moest steeds weer

noteren, dat het Westen niet ineen-

stortte, integendeel steeds beter ging

lopen. De marxisten wisten voorlo-

pig niet beter te doen dan allerlei

kromme interpretaties te geven van

de vlotte gang van zaken in het

Westen. Bovendien zagen zij, dat de

economie in eigen land, ondanks alle

ideologische poeha, tal van kwalen

(zie pag. 6)

(6)

Liberalisme voor deze tijd

\a:n geachte zijde is ons er op attent gemaakt, dat in de Driemast,er ge,en en- kel woord hedt gestaan over de brochure "Libe,ralisme voor deze tijd". Dit is inderdaad e,en ernstige omissie ,en wij haasten ons dit goed te maken.

,.Liberalisme voor dez,e tijd" is geschr'even door de oud-voorzitter van de JOVD, dr. E. Nordlohne en uitgegeven door de JOVD. Het telt 25 bladzijden en behandelt "e,en liberale kijk" op achtereenvolgens het economische leven, S(•ciale rechtvaardigheid, de staatsinrichting en het gee,stelijk leven.

Het hoofdbestuur van de JOVD deelt in een voorwoord mee, deze brochure opgezet te hebben als een korte ver- handeling over de ontwikkelings- gang van het liberalisme. Het is ver- heugend, dat er in de JOVD over dit onderwerp geschreven en gedacht wordt, omdat een verdieping van de geschiedenis der beginselen ook meer inhoud zal geven aan de huidige po- litiek.

Nordlohne heeft op zijn eigen wijze, nu eens puntig, dan strijdbaar of be- schouwend zich in dit korte tijdsbe- stek goed van zijn taak gekweten, al is zijn persoonlijke instelling wel vaak bepalend geweest voor zijn grepen uit het verleden en over zijn schets van het liberalisme.

Zo heb ik tegen het hoofdstukje "het leven hier en nu" ernstige bezwaren, omdat dit godsdienst kenmerkt als iets wat van belang kan zijn voor het leven na de dood, maar niet voor de inrichting van staat en maatschap- pij. Als Nordlohne dit in het kader van zijn geschiedenisoverzicht ge- etaleerd had als een 19e-eeuwse ge- dachte, zou hij de toenmalige visie juist hebben weergegeven. Tegen- woordig is een dergelijke uitlating wel volledig uit de tijd en zal door geen enkel christen worden onder- schreven.

Een tweede opmerking betreft de

titel. Deze noodt tot lezen omdat de liberale literatuur van na de oorlog (gelijk in de vorige Driemaster ge- memoreerd is) vrij onbeduidend is en er onzekerheid over bestaat, wat onder liberaal moet worden ver- staan. De inhoud van de brochure echter geeft alleen een schets van de ontwikkeling van het liberalisme en spreekt niet over het heden.

De titel lijkt me dus niet zo juist.

Graag zou ik eens een brochure van de JOVD zien, die een schets geeft van het liberalisme voor deze tijd.

Het H.B. kan hiervoor bijvoorbeeld dr. Nordlohne uitnodigen!

Het ligt in de aard van een brochure niet elk onderwerp uitputtend te kunnen behandelen. N ordlohne schetst de z.i. belangrijkste ontwik- kelingen op duidelijke wijze, zij het, dat we er hier en daar bij moeten denken, dat ook anderen tot die ont- wikkelingen hebben bijgedragen.

Zo is het b.v. wel wat boud te bewe- ren, dat het een van de hoogt,epunten van het liberalisme is geweest, dat het liberale kabinet Cort van der Linden de openbare en bijzondere school financiële gelijkstelling be- zorgde.

Het is uitstekend, dat de JOVD der- gelijke brochures uitgeeft. Zij zijn uiterst leerzaam en geven de moge- lijkheid de liberale beginselen te

verdiepen. F. W.

Landbouvvlechnocraten?

Het verheugt mij ten zeerste, dat de heer Hubert laat weten, dat ik hem van een spookbeeld heb verlost. Ge- achte schrijver is echter nog wel be- angstigd, dat de technocraten het belang van eigen specialisatie over- trekken ten koste van het algemeen belang. Ik meen onze vriend gerust te kunnen stellen.

De landbouwcommissie is niet sa- mengesteld uit technocraten. Wij zijn allen jongeren met een ruime alge- mene belangstelling. Onze besprekin- gen hebben altijd in de meest pret- tige sfeer plaatsgevonden. Van conservatisme of zelfbehoud was

(vervolg van pag. 5)

had. Dat kwam door het systeem:

bureaucratie, te strakke planning in alle details.

Gaandeweg werden de marxisten wijzer: Na 1960 werd er geleidelijk aan wat meer gedecentraliseerd en bepaalde stukken kleinhandel kre- gen een zekere vrijheid van hande- len. Door de rehabilitatie van de landbouwers, tot 1962 zwaar mis- deeld, kwam er ook wat meer voed- sel uit de grond. Een goeie zet (van het Westen afgekeken) was de split- sing van tuinbouw en landbouw in aparte bedrijven wat voordien nau- welijks bestond met verwaarlozing van de landbouw als gevolg. Al de- ze maatregelen moesten, volgens de theoretici, worden gezien als voor- boden van het afsterven van de staat (door Marx voorspeld) en het begin van het echte communisme.

Achter deze schijnheiligheid schenen

nimmer sprake. Wij hebben ons stre- ven gericht op de toekomst, daarbij het algemeen belang nauwlettend in het oog houdend. Zou het niet waan- zinnig zijn, indien een commissie zich tot pressiegroep ontpopte?

Gelukkig is daarvan geen sprake.

Tenslotte ben ik verheugd over de beslissing, die het hoofdbestuur heeft genomen ten aanzien van het indie- nen van amendementen. Laten wij nu zorgen, dat wij allen tijdig ons zegje zeggen. Onnodig gemodder is dan hopelijk niet meer nodig.

Dat de heer Hubert voor de demo- cratie strijdt geeft mij een warm ge-

de sovjets te begrijpen, dat niet alles geregeld kon worden en dat de fines- se van een consumptieve maatschap- pij (wat de Sovjet-Unie kalm aan toch werd) niet door pure ambtena- ren kon worden verzorgd.

Materieel gaat het de Russen niet slecht; hun welvaart staat nog wel een kwart ten achter bij de westerse maar het verschil wordt kleiner. De groeiende welvaart doet de sovjet- nijd verder afnemen en ook de rui- me culturele en handelscontacten met de buitenwereld hebben de laat- ste tijd gezorgd voor een slinken van de oude tegenstelling. De geestelijke vrijheid in Rusland is eigenlijk al bijna op westers peil; de Russische kerk heeft ruime armslag en haar contacten met buitenlandse kerken hebben goede neveneffecten.

Het ideologisch conflict met de Chi- nezen heeft het soepeler worden van de marxistische leer (of de exegese daarvan) af en toe tegengewerkt. In

voel van intens liberalisme. Nu er zo weinig is gewijzigd acht ik het niet nodig, er nogmaals op terug te komen. Trouwens in deze beslist het hoofdbestuur. Het heeft tot een or- ganisatorische wijziging besloten.

Het congres, reeds in tijdnood, krijgt in de toekomst hopelijk geen shock- therapie (Gijsberts brief aan de landbouwcommissie) verpakt in een onorthodoxe methode, meer te ver- werken.

H. WESTEBRING

GEVAAR

Een jaar geleden schreef ik in de Driemaster een artikel, waarin ik ondermeer zei het bestaan van con- fessionele partijen een potentieel ge- vaar voor de democratie te achten.

Ik illustreerde die stelling met het citeren van een minderheidsvoorstel, dat de staatscommissie Van Schaik, bij de grondwetswijziging van 1952, naar voren bracht.

Als artikel 0 (nul) van de grondwet zou gelden: "het staatsbestel van het Koninkrijk wordt gedragen door de erkenning van God als Schepper en Bron van het recht". Dit voorstel werd indertijd verworpen.

De gedachte er achter leefde en leeft in confessionele kring echter voort.

Want tijdens een debat in de Tweede Kamer over grondwetsherziening heeft mr. Beernink, voorzitter van de CRU, blijkens een verslag in het Algemeen Handelsblad van 24 ja- nuari, zich hierover als volgt uitge- laten: "hij zou gaarne als eerste arti- kel in de grondwet zien opgenomen dat de overheid Gods dienaresse is en hij stelde vast, dat ook de pro- gramma's van de ARP, KVP, en SGP van deze gedachte uitgaan''.

Blijkbaar kunnen de confessionele partijen het niet opbrengen respect te hebben voor de beginselen van anderen. Zij blijven daardoor een potentieel gevaar voor de democra-

tie. H. WIEGEL

DRIEMAAL WAAROM

Waarom laten de liberale vertegen- woordigers in het Europese parle- ment te Straatsburg zich welgeval- len, dat iedere afgevaardigde, die niet socialistisch of niet christen-de- mocratisch is (voor het gemak?) maar liberaal wordt genoemd? Is het libe- ralisme zo karakterloos geworden, dat allerlei conservatieven, monar- chisten, onafhankelijken, republikei- nen, poujadisten, gaullisten en fas-

dat conflict werden herhaaldelijk de theoretische messen weer eens flink bijgeslepen. In 1965 was dat niet zonder gevaar omdat zich in de Sovjet- Unie een nationalistisch- marxistische groep omhoogdrong.

(Tegenhanger van het Coldwater- regiem in de V.S.?) Nationalistische tendenzen in Rusland waren trou- wens al even gevaarlijk ,als "de leer".

Op 't laatst vonden de Russen de Chinezen zo eigenwijs, dat ze ideolo- gisch hun eigen weg maar gingen.

Het botert nog steeds niet tussen die twee, ook al omdat China vindt, dat de communistische kameraad- schap de Russen er best toe mag brengen een stuk van het lege Siberië aan Peking te geven. Bovendien heeft China liever rechtstreekse Russische hulp dan bijstand via de Verenigde Naties. Enfin, China is intussen het uiterste wat er aan communisme op de wereld te vin- den is. Zijn volstrekte tegenhanger

cisten onder een liberale noemer zijn te brengen? Misschien zijn al deze lieden daar niet eens zo op gesteld en mogen wij van hun kant een ver- duidelijking verwachten.

Waarom moet nu uitgerekend de leider van de zeer rechtse Italiaanse Liberale Partij het voorzitterschap van de Liberale Internationale be- kleden? Het is toch voldoende be- kend, dat de Italiaanse liberalen een oerconservatieve perspectiefloze po- litiek voeren, die onmogelijk liberaal te noemen is. Onlangs hebben zij zich n.b. uitgesproken voor de Gaul- listische Europese politiek, waar- schijnlijk om protectionistische re- denen (hè?). Het beste zou zijn als zij in de "Internationale" vervangen zouden worden door de Italiaanse Republikeinen, die alleszins liberaal zijn.

Waarom gaan de Europese liberalen de strijd niet eens aanbinden met de confessionele partijen? In die krin- gen wordt een flinke dosis vijand- schap gevonden tegen de "Europese"

deelneming van Scandinavië en Engeland (met name in België en Duitsland). Daar wordt een Karolin- gisch klein Europa geprefereerd, hun grote (of alleen maar lange?) Karel is al present. Europa heeft Engeland en Scandinavië hard nodig.

Het zijn landen met een grote demo- cratische traditie.

H. JONGEDIJK

':De ':l>rie.ma~te.r

Maandorgaan van de Jongeren Organisatie Vrijheid en Demo- cratie (J.O.V.D.)

Hoofdredacteur: E. T. Hoven.

Leden van redactie:

H. Wiegel,

ir. F. Wagenmaker.

Drs F. A. Hoogendijk (secr.) Redactie-adres:

Krugerlaan 78, Gouda.

Adres - Administratie:

Gooiergracht 163, Laren (N.H.) Telefoon 02953-3563.

Abonnementsprijs minimum f 3,- per jaar. (Voor leden gratis).

Abonnements- en advertentie- gelden uitsluitend aan G. Stern- pher Laren (N.H.), Postgiro 244397 of op bankrekening, Hollandsche Bank-Unie N.V., Herengracht 434-438, Amsterdam.

is Zuid-Afrika, dat een paradijs voor rechtse ultra's is geworden. Geen zinnig mens zou in deze landen ook maar een dag willen wonen.

Het is een goed ding dat zich de laatste tijd in de Russische commu- nistische partij heel duidelijk twee vleugels beginnen af te tekenen en dat het volk via het kiezen van per- sonen ( op de uniforme lijst) zowaar invloed kan uitoefenen op de macht van deze varianten. Er is een rech- tervleugel van conservatieve marx- isten, een onvermijdelijke midden- moot en een linkervleugel van voor- uitstrevende (vrijzinnige) commu- nisten.

De orthodoxie raakt voortdurend meer in de minderheid ten gunste van de vrijzinnigen en de midden- orthodoxie. Misschien zijn er in 2010 wel aparte partijen.

H. JONGEDIJK

(Slot volgt)·

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

f 10.000,-, maar dit geldt alleen voor loontrekkenden (de loonbelas- ting houdt geen rekening met spaar- tegoeden). Kleine zelfstandigen - en is het gewaagd te

Uit praktische overwegingen (span- ning in de wereld verkleinen), maar vooral ook uit idealisme, moeten we voor de onderontwikkelde gebieden iets doen. De liberale

De vakbeweging zoekt nu andere on- derwerpen om .zich mee bezig te houden: zo wil zij zich gaan be- moeien met het sociale beleid bin- nen de onderneming

VAN DE JONGEREN ORGANISATIE VRIJHEID EN DEMOCRATIE Tel. Bij herhaling hebben wij op deze plaats reeds vastgesteld, dat de verkiezingsuit- slagen, die toch maatgevend

Naar mijn mening moeten we dus het kalmer aan gaan doen en er niet maar volledig aan toe geven, men bedenke vooral dat voor niet alle bedrijfstakken dit even

teneinde een geboortedaling te be- werkstelligen, noodzakelijk maken. Het beste is natuurlijk dit langs in- directe weg te bereiken en de be- volking vrijwillig tot

Congres van de Intern. Federation of Radical en Liberal Youth stelde. Bet liberalisme stelt zich ten doel, elk individu de vrijheid en de gelegen- heid te geven om zijn

Oud, maar verheugend nieuws Op 12 oktober werd de eerste ver- gadering van dit jaar gehouden. De voorzitter kon ca. De jongens werden door buiten-e staanders