• No results found

Heinrich Hoffmann, Soep Hein · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Heinrich Hoffmann, Soep Hein · dbnl"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Heinrich Hoffmann

Vertaald door: Vertaling W.P. Razoux

bron

Heinrich Hoffmann, Soep Hein (vert. W.P. Razoux). J. Vlieger, Amsterdam 1880-1890

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/hoff049soep01_01/colofon.php

© 2010 dbnl

(2)

1

De Geschiedenis van Soep Hein.

Hein was gezond gelijk een visch, En dik en vet, - en rood en frisch, Hij had een hongerige maag, En elke spijs genoot hij graag;

Maar eens smeet Hein zijn lepel neêr.

En riep: ‘Ik lust die soep niet meer!

Loop met die nare soep maar heen!

Ik wil geen soep meer eten! Neen!’

Dit gaf zijn ouders veel verdriet, Maar ander eten kreeg hij niet;

Zoodat hij reeds den tweeden dag Veel magerder en bleeker zag, - En weêr smeet Hein zijn lepel neêr, En riep: ‘Ik lust die soep niet meer!

‘Loop met die nare soep maar heen!

Ik wil geen soep meer eten! Neen!’

Den derden dag, O lieve tijd!

Toen zag hij geel van magerheid, Maar toch kreeg hij zijn soepbord weêr, En ziet.... hij smeet den lepel neêr, En riep ook voor den derden keer;

‘Och, moeder! 'k lust die soep niet meer!

Loop met die nare soep maar heen!

Heinrich Hoffmann, Soep Hein

(3)

Zoo dan gelijk een spinnerag, Hij woog niet zwaarder dan een lood, En op den vijfden was hij - dood!

(4)

3

De Geschiedenis van den Wilden Jager

Eens trok de wilde jagersman, Zijn grasgroen jagersrokje an, Nam zijn geweer en ook zijn tasch, En deed voor de oogen 't brilleglas, Toen zocht hij in de velden rond, Of hij daar niet een haasje vond; - Maar 't haasje schuilde in 't groene kruid En lachte stil den jager uit.

Doch eind'lijk werd de zon zoo heet, De jager was zoo nat van 't zweet;

Hij vleide zich in 't lommer neer, En op den grond lag hij 't geweer.

Nu had de jager 't naar zijn zin, En daarom sliep hij spoedig in;

Dat zag de haas, - die slimme guit, Die kroop toen zachtkens uit het kruid, Hij nam 't geweer weg en den bril En hield zich als een muis zoo stil.

Heinrich Hoffmann, Soep Hein

(5)
(6)

4

Fluks had het haasje, voor de pret, Den bril zich op den neus gezet, En lag 't geweer, welk stout bestaan!

Manmoedig op den jager aan.

Wat was die arme man bevreesd!

Nog nooit was hij zoo bang geweest, Hij nam de vlucht, en riep: ‘Och! och!

Mijn lieve menschen, help mij toch!’

De jager liep door 't groene gras,

Totdat hij bij zijn woning was; - Daar sprong de man, met pak en zak, Voorover in den regenbak.

't Was juist bijtijds, want eensklaps: - ‘Paf!’

Daar schoot de haas zijn snaphaan af.

Voor 't venster zat de jagersvrouw, Die juist haar koffie drinken zou;

Maar toen de haas had losgebrand, Schoot hij haar 't kopje uit de hand:

En ziet! - vlak bij den regenbak, Daar zat in 't gras, op zijn gemak, Het zoontjen van den grooten haas; - Dien armen, kleinen springersbaas, Werd al het heete koffienat, Pardoes! - op kop en neus gespat.

Hij gaf een gil, - zijn pijn was groot, - En 's avonds was het haasje dood.

Heinrich Hoffmann, Soep Hein

(7)
(8)

5

De muurbekladder

Wilt naar dit lief, klein huisjen kijken Daar juist de schilders verf op strijken Half rood, half wit, heel net en schoon, Zoo stelt het huisjen zich ten toon.

Heinrich Hoffmann, Soep Hein

(9)

Op eens komt Ernst, en welk een' schand, Hij trekt figuurtjens op den wand;

Die deugniet, met zijn gekke kuren, Besmeert gestadig al de muren.

Maar ziet! de schilder komt geloopen, En doet hem 't grapjen duur bekoopen, Hij pakt den jongen bij zijn kop.

En knijpt zijn oor, en slaat er op.

(10)

8

Hoe Ernst ook schreeuwt, hij houdt hem vast, En neemt zijn groote schilderskwast,

En doopt hem in zijn' pot met groen, En smeert den knaap van haar tot schoen. - Zijn heele aangezicht was groen,

Zijn buisjen en zijn broek was groen, En wie of ook den jongen zag, Begon te schateren van lach. -

Heinrich Hoffmann, Soep Hein

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Eens trok de wilde jagersman, Zijn grasgroen jagersrokje an, Nam zijn geweer en ook zijn tasch, En deed voor de oogen 't brilleglas.. Toen zocht hij in de velden rond, Of hij daar

Door de wolken vaart hij heen, Vruchtloos is zijn bang gesteen En zijn hoed waait ver hem voor, Heel de hoogen hemel door!. Waar hij zoo is heen gesneld Is aan niemand

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde kinderwerk 'Der Struwwelpeter' (vert... Wilt naar dit lief, klein huisjen kijken, Daar juist de

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter' (vert... De Geschiedenis van

Maar eens smeet Hein zijn lepel neêr, En riep: ‘Ik lust die soep niet meer.. Loop met die nare soep

Maar 's morgens van den andren dag Kust hem zijn moeder met een lach, En noemt hem weêr haar lieve Piet - - Dat was hem in geen jaar geschied. - En zie, wat ligt daar in

Nu schept Mam voor kleine Hans Weer een bordje vol, maar thans Zegt de dikkerd, neen hoor, neen, Ik lust die nare soep niet, neen.. 't Woudvogeltje,

Jong haasje ligt, zoo pas geboren, In kruid en klaver sluimrend neêr, En kent nog d' angst niet hem beschoren,.. Van jagtroer of van 't