• No results found

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter' · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter' · dbnl"

Copied!
34
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der

Struwwelpeter'

Heinrich Hoffmann

Vertaald door: W.P. Razoux

bron

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter' (vert. W.P. Razoux). 1860-1870

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/hoff049nieu02_01/colofon.php

(2)

© 2011 dbnl

(3)

t.o. 5

De Geschiedenis van de Muurbekladder.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(4)

5

Wilt naar dit lief, klein huisje kijken, Daar juist de schilders verw op strijken, Half rood, half wit, heel net en schoon.

Zoo stelt het huisje zich ten toon.

Op eens komt Ernst, en welk een schand', Hij trekt figuurtjes op den wand;

Die deugniet, met zijn gekke kuren, Besmeert gestadig al de muren.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(5)

6

Maar ziet! de schilder komt geloopen, En doet hem 't grapje duur bekoopen, Hij pakt den jongen bij zijn kop, En knijpt zijn oor, en slaat er op.

Hoe Ernst ook schreeuwt, hij houdt hem vast, En neemt zijn grooten schilderkwast,

En doopt hem in zijn' pot met groen, En smeert den knaap van haar tot schoen.

Zijn heele aangezigt was groen, Zijn buisje en zijn broek was groen, En wie of ook den jongen zag, Begon te schateren van lach. -

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(6)

t.o. 6

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(7)

t.o. 7

De ijselijke Geschiedenis van den Klimmer.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(8)

7

't Kleine Pietje, 't kleine Pietje, O, dat was zoo'n deugenietje, Stout zijn, was zijn daag'lijks leven;

Vaak deed hij zijn moeder beven Als hij klom op bank en stoelen; -

‘Die niet leeren wil moet voelen!’

Sprak zijn moeder ied'ren keer, Maar toch deed de knaap het weêr.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(9)

8

Eens was 't venster opgeschoven, Daar kwam stoute Piet weêr boven, Klom voor 't raam al heen en weêr, En - o Wee! - daar viel hij neêr, En daar brak hij, op de steenen, Beî zijn armen en zijn beenen.

Vrees'lijk was 't gegil op straat!

‘Kind'ren, 't was het loon van 't kwaad!’

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(10)

t.o. 8

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(11)

t.o. 9

De Geschiedenis van den Snoeper.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(12)

9

Een snoeper en een bordenlik, Dat was de kleine Frederik.

Als hij iets te snoepen vond Ging het daad'lijk naar zijn mond.

In een potje, zoet en frisch, Stond de melk een sop den disch.

Niemand was er in 't vertrek, En daar kwam de likkebek, Klom op 't bankje, nam den pot, En ging likken als een zot.

Maar daar komt de meid. - O schrik!

‘Wacht!’ - roept zij, - ‘jon melkjelik!’

Frits kijkt angstig naar haar om, En daar valt èn melk èn kom; -

't Druipt hem neêr langs wang en kleêren; - Om zijn spijt nog te vermeêren

Komen kind'ren zonder tal, Om te lagchen om 't geval.

‘Wat ben je wit, o Frederik, Jou snoepert en jou melkjelik!

Je hemd vloeit langs je ligchaam neêr, Jij lekkerbaard, jij witte heer,

Sliep uit, sliep uit, dien melkjedief, Wat staat die witte kleur hem lief!’

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(13)

10

De Geschiedenis van Hans-kijk-in-de-lucht.

Als Hans naar school toeging, alleen, Keek hij altijd naar boven heen; - 't Gezigt scheen 't meest hem te vermaken Van vogels, wolken, lucht en daken; - Voor zijn eigen voeten ziet

't Opwaarts kijkend knaapje niet.

Wie voorbij komt, roept: ‘Wat klucht!

Hier is Hans-kijk-in-de-lucht!’

Spoorslags liep er eens een hond, - Hans zag weêr de lucht in 't rond;

Steeds omhoog Keek zijn oog;

Maar hij merkt geen hond, en ziet! - Wat geschiedt?

Eensklaps tuim'len Hans en hond Rollebollend op den grond.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(14)

t.o. 10

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(15)

t.o. 11

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(16)

11

Eens ging langs den waterkant, Met zijn schooltasch in zijn hand, Hans naar school en keek omhoog, Hoe de musch en zwaluw vloog; - En zoo liep hij, wel te moê, Regelregt op 't water toe.

Nog een stap! - en, plof! in 't sop Viel hij neêr, hals over kop! - En de vischjes, zeer vervaard, Roeiden weg met in en staart.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(17)

12

Maar, - Goddank! twee mannen naken, En die nemen lange haken,

En die trekken, uit het sop, Onze Hans nog levend op.

Ziet! hier staat hij druipend nat, Rillen doet hij als een blad;

't Water loopt het arme wicht Uit zijn haar langs 't aangezicht.

't Druipt hem neêr uit hals en mouw, Ach! hij beeft van schrik en koû.

En de vischjes, vol van lach, Komen schat'rend voor den dag, Steken 't kopje uit den vloed En, met spotlust in 't gemoed, Roepen ze uit: - ‘Dat was een klucht, Malle kijkert-in-de-lucht!’

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(18)

t.o. 12

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(19)

t.o. 13

De Geschiedenis van den vliegenden Robert.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(20)

13

Als de regen nedervloeit, En de stormwind tiert en loeit, Zijn bij 't hoekje van den haard Kind'ren 't allerbest bewaard.

‘Neen!’ dacht Robert, ‘'k wil niet vreezen, Zulk een weêr moet heerlijk wezen!’

Weg snelt hij met dollen kop En zij paraplutje op.

't Stormweêr raast met dol geweld, Boomen worden omgeveld;

Robert zwoegt toch door, en nu Vat de wind zijn paraplu,

En hij vliegt door 't luchtruim voort; - Niemand, die zijn schreeuwen hoort.

Wolken snelt hij reeds op zij, En zijn hoed vliegt hem voorbij.

Door de wolken vaart hij heen, Vrucht'loos is zijn bang gesteen, En zijn hoed waait ver hem voor, Heel den hoogen hemel door.

Waar hij zoo is heen gesneld Is aan niemand nog verteld.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(21)

14

De Geschiedenis van den Straatschender.

Van de jongens, langs de straat, Deed steeds Koenraad 't meeste kwaad.

In de modderplassen trappen Vond hij d' aardigste der grappen.

En zag hij een rijtuig gaan, Fluks liep Koen er achteraan, En dan sprong, met dollen kop, Koenraad 't achterbankje op.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(22)

t.o. 14

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(23)

t.o. 15

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(24)

15

Doch eens - O ijslijkheid! - hij viel, Zijn regterbeen kwam onder 't wiel, Toen leed hij lang de zwaarste pijn, En moest voor altijd kreupel zijn.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(25)

16

De Geschiedenis van den luijen Frans.

Ziet hier! daar ligt de luije Frans, Hij is zoo log gelijk een gans, De luilak is zijn ware naam;

Tot slapen is hij 't best bekwaam.

Als alles lang in 't huis ontwaakt is, En ieder bed reeds lang gemaakt is, Dan helpt bij hem geen leven maken, Hij snorkt en wil maar niet ontwaken;

De luilak is zijn ware naam, Tot slapen is hij 't best bekwaam.

Door slapen wordt de luije Frans Zoo dom gelijk de domste gans, Hij wordt steeds dikker, altijd dikker, Tot hij zoo rond is als een knikker;

Wie hem ziet, die zegt: ‘die Frans Is een luije, logge gans!’

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(26)

t.o. 16

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(27)

t.o. 17

De Geschiedenis van den wilden Karel.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(28)

17

Karel is een wreede snaak, Dieren plagen zijn vermaak, Katjes knijpt en martelt hij, Honden laat hij nimmer vrij.

Laatst pakte hij een moedig paard, Waarop een heer zat, bij den staart.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(29)

18

Het groote paard, dat werd toen kwaad, Ziet, hoe het beest naar acht'ren slaat;

Hij raakte Karel op zijn scheen, Die stortte neêr, en brak zijn been.

Daar schreeuwt nu Karel ‘ach!’ en ‘wee!’

Daar ligt hij op de kanapée, Hij kermt en jammert en hij schreit:

‘O wee, mijn been, wat smart, wat spijt!’

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(30)

t.o. 18

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(31)

t.o. 19

De Geschiedenis van den Plaaggeest.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(32)

19

Kindren, weest toch braaf en goed;

Doet niet als die deugniet doet, Die slechts op de midd'len denkt, Hoe hij and'ren 't beste krenkt, Volgt toch Hendriks voorbeeld niet, 't Plagen bragt hem in 't verdriet.

Die slechte knaap liep dag aan dag, Ver van het ouderlijk gezag, Gelijk een deugniet langs de straat, En deed er niets dan kattenkwaad. - Een oude fruitvrouw sliep eens in, En Hein, die 't zag, kreeg 't in zijn zin Om haar te plagen; en daar gleed Door 't vrees'lijk schoppen dat hij deed, Haar tafel om; en noot en peer

Viel toen in drek en modder neêr.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(33)

20

Het moedertje, dat fluks ontwaakt, Bemerkt de schâ, die Hendrik maakt;

Zij schreeuwt en gilt, zij tiert en raast, En dienders komen in der haast.

Die hebben aanstonds, zonder schroomen, Den jongen met zich meê genomen.

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

(34)

t.o. 20

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde Hoogduitsche kinderwerk 'Der Struwwelpeter'

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Door de wolken vaart hij heen, Vruchtloos is zijn bang gesteen En zijn hoed waait ver hem voor, Heel de hoogen hemel door!. Waar hij zoo is heen gesneld Is aan niemand

Heinrich Hoffmann, Een nieuw aardig prentenboek als vervolg op het beroemde kinderwerk 'Der Struwwelpeter' (vert... Wilt naar dit lief, klein huisjen kijken, Daar juist de

Maar eens smeet Hein zijn lepel neêr, En riep: ‘Ik lust die soep niet meer.. Loop met die nare soep

Maar 's morgens van den andren dag Kust hem zijn moeder met een lach, En noemt hem weêr haar lieve Piet - - Dat was hem in geen jaar geschied. - En zie, wat ligt daar in

Eens trok de wilde jagersman, Zijn grasgroen jagersrokje an, Nam zijn geweer en ook zijn tasch, En deed voor de oogen 't brilleglas, Toen zocht hij in de velden rond, Of hij daar

Eens ging langs den waterkant, met zijn schooltasch in zijn' hand, Hans naar school en keek omhoog Hoe de musch en zwaluw vloog; - En zoo liep hij, wel te moê, Regelrecht op 't

Toen zag hij geel van magerheid,- Maar toch kreeg hij zijn soepbord wêer, En ziet.- hij smeet den lepel nêer, En riep ook voor den derden keer:..

Heinrich Hoffmann, Een aardig prentenboek met leerzame vertellingen (vert.!.