Vraag nr. 144
van 4 december 1997 van mevrouw VERA DUA
Scheldebaggerspecie – Bestemming
Onlangs werd bekend gemaakt dat massale hoe-veelheden vervuilde baggerspecie uit de Beneden-Schelde bij Antwerpen illegaal op de Nederlandse markt worden verkocht. Jaarlijks wordt bijna een miljoen kubieke meter slib via het slibdepot van Ouden Doel met schepen naar Hansweert ver-voerd, en dit zonder exportvergunning.
Dit slib (specie klasse 3) mag volgens de Neder-landse wetgeving niet in de Westerschelde worden gedumpt omdat dit te sterk verontreinigd is, m a a r het wordt wel tegen goedkope prijzen op de Nederlandse markt verkocht als We s t e r s c h e l d e-zand en gebruikt voor onder meer dijkverzwaring. De administratie Waterwegen en Zeewezen van de Vlaamse Gemeenschap is op de hoogte van deze p r a k t i j k e n , maar zij staat enkel in voor het afleve-ren van de vergunning tot slibwinning en bekom-mert zich niet over wat er daarna met dit slib gebeurt.
1. Is de minister op de hoogte van deze praktijken en werd hij daarover gecontacteerd door de Nederlandse bevoegde diensten ?
2. Is er voor de uitvoer van dergelijke baggerspe-cie een exportvergunning vereist en wie is antwoordelijk voor het uitreiken van deze ver-gunning ?
3. Gaat het om illegale praktijken en indien dit het geval is, wie is verantwoordelijk voor de contro-le ?
4. Welke maatregelen neemt de minister om een einde te maken aan deze praktijken die een enorm risico voor het leefmilieu inhouden ? N.B. : Deze vraag werd eveneens gesteld aan de
heer Theo Ke l c h t e r m a n s, Vlaams minister van Leefmilieu en Tewerkstelling.
Gecoördineerd antwoord
In tegenstelling tot wat in het betrokken persbe-richt wordt vermeld, wordt in de Schaar van Ouden Doel g e e n verontreinigde slibspecie gestort, d o c h enkel niet-verontreinigde zandspecie. Een evalu-atie van de chemische kwaliteit van deze
zandspe-cie tussen 1989 en 1997 aan de hand van de gestor-te hoeveelheden zand en de analyseresultagestor-ten van de Vlaamse Milieumaatschappij in de baggerzones (plaatsen van herkomst van het zand) leidt tot een theoretische m a x i m a l e kwaliteitsklasse 2 voor de zandspecie in de Schaar van Ouden Doel volgens de Nederlandse Derde Nota Wa t e r h u i s h o u d i n g, wat betekent dat verspreiding/verwerking in het aquatisch milieu is toegestaan. Dit wordt bevestigd door een rechtstreekse bemonstering en analyse van het gewonnen zand in de Schaar van Ouden D o e l , die resulteren in een kwaliteitsklasse 1 vol-gens de Derde Nota Waterhuishouding.
1. Het Vlaams Gewest, in casu het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap, verleent vergunnin-gen voor het winnen van zand in de Schaar van Ouden Doel.
2. Deze commerciële zandwinningactiviteiten in de Schaar van Ouden Doel zijn absoluut nood-zakelijk voor het onderhoud van de Schelde. I n d e r d a a d , het zand dat in het kader van de onderhoudsbaggerwerken in de Beneden-Zee-schelde wordt gebaggerd, wordt voornamelijk gestort in de Beneden-Zeeschelde indien er geen directe vraag voor aanwending in infra-structuurwerken voorhanden is. We l n u , in de Beneden-Zeeschelde is er maar één stortplaats die hiervoor in aanmerking komt, namelijk de Schaar van Ouden Doel. Het moge duidelijk wezen dat de Schaar van Ouden Doel op deze manier snel vol zou zijn, ware het niet dat de zandwinners het geklepte zand opnieuw uitbag-geren voor verkoop.
Zonder de zandwinning in de Schaar van Ouden Doel kan de maritieme toegang tot de haven van Antwerpen niet meer worden verze-kerd.
3. Het vervoer en de eventuele uitvoer van de gewonnen zandspecie naar het buitenland is een federale bevoegdheid. Het is verder onbekend waar en voor welke doeleinden het gewonnen zand precies wordt benut. Het gewonnen zand wordt immers – na winning – voor verschil-lende doeleinden gebruikt (voornamelijk in bouw- en infrastructuurwerken), alwaar het aan talrijke technische en fysio-chemische kwali-teitscontroles wordt onderworpen.
Deze controles – die mede uit commerciële overwegingen worden uitgevoerd – zijn tot op heden echter steeds doeltreffend en adequaat gebleken.
4. Aangezien het om niet-verontreinigde zandspe-cie gaat (klasse 1 of ten hoogste 2 volgens de Derde Nota Waterhuishouding) die reeds aan talrijke controles werd onderworpen, is het risi-co voor verontreiniging van het leefmilieu beperkt, zoniet onbestaand.