• No results found

Vraag nr. 73 van 4 november 1997 van mevrouw VERA DUA

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 73 van 4 november 1997 van mevrouw VERA DUA"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 73

van 4 november 1997 van mevrouw VERA DUA

Oude spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide – Inrichtingsplannen

Bij besluit van 12 juni 1995 heeft de minister het landinrichtingsproefproject Westhoek goedge-k e u r d . In het richtplan wordt de spoorwegbedding Nieuwpoort-Diksmuide enkel uitgerust voor wan-del- en fietstoerisme.

Op voorstel van het provinciebestuur heeft de Vlaamse Landmaatschappij (VLM) echter een inrichtingsplan uitgewerkt waarin wordt voorzien in de aanleg van een ruiterpad langs het Nieuw-poortse gedeelte van de oude spoorwegbedding. Dit werd uitgewerkt op vraag van de We s t - V l a a m-se Vereniging voor Vrije Tijd en de We s t - V l a a m s e Federatie van Ruiterijverenigingen, en zou worden medegefinancieerd via Interreg II-kredieten. De werken voor de aanleg van dit ruiterpad zou-den worzou-den gecombineerd met de aanleg van pers-leidingen door Aquafin.

Aan dit project zijn een aantal bezwaren verbon-den :

– de veiligheid van fietsers en wandelaars zou in het gedrang komen ;

– er zijn een groot aantal onteigeningen nodig om dit ruiterpad te realiseren ;

– er zijn een aantal zeer gevaarlijke verkeersknel-punten op dit traject aanwezig, waardoor de combinatie met ruitersport zeer moeilijk is ; – de oude spoorwegbedding heeft een aparte

flora en fauna, die ernstige schade zullen onder-vinden bij omvorming tot ruiterpad.

1. Waarom houdt de administratie van de minister geen rekening met de goedgekeurde beslissin-gen van het beslissin-genoemde richtplan (blz. 200 en 204) en wil zij plots met zeer veel spoed dit rui-terpad realiseren ?

2. Heeft de minister het inrichtingsplan voor bedoeld ruiterpad reeds goedgekeurd ? Zo ja, wanneer ? Welke adviezen heeft hij terzake ingewonnen, wat was de inhoud van deze advie-zen ?

3. Heeft de minister terzake reeds het standpunt van het Nieuwpoortse stadsbestuur ingewon-nen ? Zo ja, wanneer ? Wat was dit advies ? 4. Zijn een milieueffectrapport, een studie van het

Instituut voor Natuurbehoud (INB) en een ver-keershaalbaarheidsstudie noodzakelijk ? Zo ja, is dit eventueel al gebeurd en met welke resul-taten ?

5. Heeft de minister reeds een kostenraming voor dit pad laten opmaken ? Zo ja, h o e v e e l bedraagt deze raming ?

Antwoord

1. De recreatieve valorisatie van de oude spoor-wegbedding waarvoor een inrichtingsplan werd o p g e m a a k t , past in de opties en maatregelen van het goedgekeurde eindvoorstel van richt-plan (structuur voor recreatief medegebruik pagina 50 e. v. ) . De aanleg van een ruiterpad past in deze structuur. Dit ruiterpad wordt opgenomen als onderdeel van het inrichtings-plan. Het inrichtingsplan wordt momenteel aan de adviesprocedure onderworpen.

De geciteerde bladzijden 200 en 204 betreffen geen beslissingen, maar zijn een bijlage bij het ontwerp van richtplan van december 1993 dat vanaf 1994 aan de adviesprocedure werd onder-worpen.

2. Het inrichtingsplan dat werd opgemaakt, e n waarvan het ruiterpad slechts een klein onder-deel is, wordt voorafgaandelijk aan de goedkeu-r i n g, confogoedkeu-rm de agoedkeu-rtikelen 13 tot 16 van het besluit van de Vlaamse regering van 6 juni 1996 houdende nadere regelen betreffende de land-i n r land-i c h t land-i n g, aan de advland-iesprocedure onderwor-pen.Het inrichtingsplan werd op 6 oktober 1997 ter raadpleging aan het landinrichtingscomité voorgelegd en kort nadien voor advies aan de betrokken gemeentebesturen van Nieuwpoort, Diksmuide en Koksijde en de bestendige depu-tatie overgemaakt.

Deze adviezen worden verwacht binnen de voorziene termijnen van drie maanden. H e t inrichtingsplan werd op 6 november aan de stuurgroep voorgelegd, die in een volgende ver-gadering haar advies zal formuleren. N a d i e n wordt een eindvoorstel opgemaakt dat met de adviezen van het landinrichtingscomité en de Commissie voor Landinrichting ter goedkeuring wordt overgemaakt.

(2)

3. Het inrichtingsplan werd opgemaakt in overleg met onder meer het Nieuwpoortse stadsbestuur. Er bleek geen bezwaar tegen de integratie van het ruiterpad in het inrichtingsplan indien vol-doende maatregelen werden genomen teneinde de veiligheid van fietsers en wandelaars te garanderen.

Hieraan werd in het plan tegemoetgekomen. Het noordelijke trajectgedeelte van het ruiter-pad ligt aan de voet van de bedding, die in dit trajectgedeelte in ophoging ligt ; het zuidelijke gedeelte wordt via een afsluiting en een vol-doende afstand tot het fietspad gerealiseerd. 4. Een afzonderlijke studie van het Instituut voor

Natuurbehoud en een verkeershaalbaarheids-studie zijn niet noodzakelijk. Zowel naar ver-keersveiligheid als naar de ecologische waarden van de bermen van de bedding werd onderzoek verricht.

In het kader van de opmaak van het inrichtings-plan is een afzonderlijke ecologische studie opgemaakt voor de spoorwegzate, de aangren-z e n d e, actueel waardevolle weilandpercelen en de Koolhofput.

De aanwezige vegetaties werden geïnvesteerd in de periode van half juni tot begin juli 1996. Op basis van de inventarisatiegegevens werd een beschrijving van de vegetatietypes opge-maakt. Voorts werden per onderscheiden vege-tatietype de beheersopties vastgelegd en uitge-werkt in een voorstel van beheersplan. Met het oog op de ontwikkeling van diverse vegetatiety-pes en begeleidende fauna-elementen worden verschillende beheersvormen voorgesteld : begrazingsbeheer, maaibeheer en akkerrandbe-heer. Deze beheersvoorstellen zijn in het inrich-tingsplan geïntegreerd.

In het kader van de opmaak van het inrichtings-plan werden de verkeersproblemen die zich kunnen voordoen, geïnventariseerd en werden voorstellen geformuleerd. In overleg met de afdeling Wegen West-Vlaanderen zullen de voorstellen voor de overgangen met de gewest-wegen technisch verder worden uitgewerkt. Inzake de milieueffectrapportering zal de betrokken regelgeving worden gevolgd.

5. De kostenraming van het ruiterpad is onderdeel van het financieringsplan dat aan het inrich-tingsplan is toegevoegd. De kosten voor de aan-leg van het ruiterpad (incl. een minimale

grond-verwerving van ca. 0,45 ha) bedragen ongeveer 1,2 miljoen frank.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de studie "De institutionele en bestuurskundige efficiën- tie en effectiviteit van de muskusratbestrijding in het Vlaamse gewest" die in 1995 door

De zeewering langs de kust en de aan getijden onderhevige rivieren valt onder de bevoegdheid van de heer Eddy Baldewijns, Vlaams minister van Openbare We r k e n , Vervoer

In het protocol tussen het federaal ministerie van Financiën en het ministerie van de Vlaamse Gemeenschap is bepaald dat de schattingen worden opgesteld door de

De onderzoeksprojecten die rechtstreeks en uit- sluitend door de Vlaamse minister bevoegd voor Wetenschap en Technologie werden toegekend, hebben hetzij te maken met evaluatie,

Ofschoon een archeologische bescherming hier dus niet wenselijk was én is, biedt het decreet van 30 juni 1993 houdende bescherming van het archeolo- gische patrimonium, en meer

Reglementering weekendverblijven – Concordantie De problematiek van weekendverblijven in de daartoe aangewezen zones wordt onder meer gere- geld door het koninklijk besluit

Bijgevolg ontvingen de Gentse Feesten in 1996 een bedrag van 75.000 frank, en na ontvangst van de afrekening 1997 zal vermoedelijk hetzelfde bedrag in het najaar van 1997 kunnen

Heeft de minister reeds initiatieven genomen ten aanzien van zijn collega bevoegd voor Amb- tenarenzaken, teneinde het statuut van de bos- arbeiders te verbeteren.. Wat zijn