JANUARI 1971
Verkiezingen voor een andere politiek M. Bakker Technisch-wetenschappelijke ontwikkeling en
beroepsbevolking J. Visser 12
Bevoorrechting bij toekenning van
kinderbijslag en kinderaftrek C. de Rover 22 Abortus - een noodzakelijk kwaad G. Boekman-Blees 28
BOEKBESPREKINGEN
My Lai - verslag van een massamoord J. de Boo 34 Verkeerde uitgangspunten bij
emancipatie H. Molin-Gerritze 36
PARTIJDOCUMENTEN
Telegram van de CPN aan het Bevrijdingsfront
van Zuid-Vietnam 38
Telegram van het Zuidvietnamese Bevrijdingsfront
aan de CPN 38
Communiqué van het partijbestuur van de CPN 39
Kandidatenlijsten 39
POLITIEK EN CULTUUR
lnhoudsopgave
Politiek en Cultuur 1971
Binnenlandse vraagstukken
\'crkiL·;in~cn ,·our CL'!l dlldcrc politick I )c \'l'rkJL'Jing'>uit·J.lg -- cnkclc ,Llntckcningcn 1\IL·,hcu' cJ, wncld - ccn N /\ V() d,lmi"cc;t ,\hortu; L'L'Il nuodl.lkclijk kw.ud 1\inhcu\ cl clt·.uit .lhortu;klok tcrug
I )c .llloclillh'~Pl'riodc 111L'll\\ .lnti.'lt.lking-;,, .1pcn I let lll<..'Ll\\ c cL'ht\chciding\rcclu
(lndcrwij,,ll'tll' -- L'L'I1 ;~uk kl.t.''L'I1'trijd
lliL".,hcu\·ci \\'11 lliL't 011dcr\\'ij\ LlclttJg J.l.H tcrug Proh1cll1l'11 '.111 de g.1'>LlrhL·idcr - dccl Llll de
kl.l"l'il'tl'ijd '
\'ndcrc· "clijk;ch.tkc!i,t" hur"crlijkc per; --rq.:,LTlll: he\ nord celt:-. grot~~ cunccn1"
l )oo..,tclijk CronJngl'Jl llliddcn 111 de br.1ndin~ !>'"~' chi..,~-hc \\'cl;ijnvorg 111 lll't politickc ,
Lr.lclt!cn\cld .
llc Ncdcrl.lnd;c :\ntillcn, ;Llp;tc·c·n n.ur /uid ,\111crik.1
SL-hLTillLThorn-, LLlghock - dcm.l...,quC ,.,111 ccn
kuluni.llc politick .t!. li,d:-kc> M. /!,1/ckc> .\!. n.dd:n C. liockrn.:~n-8/cc.• C. liockm,m-1!/cc.• T liockm,,J T. Hoci:-m,m 0. 8osrn<1 0. 8o.m1.1 }. !\ n11/.:kcl \\" 1\rcmn } . . \lonii'n J. M. 1\. i I. l.um -- 1\:/\ \'() \'Crlcdcn, N/\ \'U hcdcn .!),· llllf'LTLli"t"l'jlL' trek !l.l.ll' [)j,lk,Ht.l !~n·cqcringsp.n.ldij.., nJct st.1hicl }. /. :\lonic'n 1.. )m l'L'Ilhctd tn de luonstrijd
l·.n·,lringL'll utt de hou\\'\',lkst.lking
1\L'\'OOtTL'chting hi) tockcnning \'.111 kindcrbij,d,lg c·n kindn.lftrck
V(1or L'L'll tltl'll\\' doL·Itrcffend woningbclcid \X'ontngbou\\ k.ltt gocdkopcr en <.,ncllcr i\i'ln.Llkpolitick en studclltcnbcwq;in,;
I )c lwtckL'lll\ \',lll !cdL'Il\\'l'n ing \'OOr de CPI'\ ,! )c .1rlwidcr..," .11.., ~tudic ohjcc,t \.111
t )tltl t'rtll'tltl' r'>'>{ 1ci ()I ()giL'
I )c lllOtll'Ll i rc cri~i.., l)c gL'\,lrl'il \,111 hct u!tr.lccntrifugcprojcct W. \'icu ~._;.,·cnhu )'SC C. de Ro·<xr \Y'. -c:.:~n hct Schip \\" i.'dll hct Sd1ip Sl'h . .-;d Sclnc11dcn /{ W',,/,-,{i.'CII }. W'i/dbrct ).!.1/' W'olff joop W'o//f (~C\\'l'\1\'0rllllllg ,Llll\Llg op gcmccntclijkc .1utonontlL' C. I jrnl:-cn lnternationale politiek Midden Omtcn bliji'r b,·,utdha.nd Cumntuni\tcn en k.nlwlickcn in de snijd
Communisten en katholieken in de strijd tegen Franco I [
De Nederlandse Antillen, stapsteen naar Zuid-Amerika
De imperialistische trek naar Djakarta lnvesterinpparadijs niet stabiel Japan geen wereldwonder
UIT DF TljDSCHRIFTEN Frans nco-kolonialisme en de EEG
Papoea Nieuw Guinca een AmtLliische kolonie Het neokolonicllismc vc1n Bonn
Theorie en geschiedenis
De oorsprong v~ln het gc;_În en de st<LH
Ontwikkclin~ van de maatschappij De betekenis van de communistische partij
Santiago Carillo L. /t.facamb,J }. Morrióz C.ztricn Wolf/ T. Divcnd,t!-K lok: Lc fJuan
De proletarische revolutie en de renet;aat K.wtsky De theoretische bronnen ,·an het dialectisch
G. ;\faas
materialisme
De kluisters van de produktiekrachten De Commune van Parijs
Knooppunt der historie
Technisch-werenschappelijke ontwikkelin~ en beroepsbevolking
De betekenis van ledcnwcrvin~ voor de CPN Het ontstcun van het Communistisch Manifest
Ontwerp van de communistische ~eloofsbelijdcnis Het bebn~ van de literatuur en de
111,1 rx istisch c I i ter .nu u rwetenschap
Cultuur
Toncel en het publiek dat thuis bleef Bij de vijfhonderdste ~eboortedag van
F. Schooncnbcr,~ F. Schoorzenberg }. \i isscr R. W .:draven jaap Wolff Y. Gnincp
Albrecht Dürer Nick j, Molenaar
Alphons Diepenbroek en de nationale
wedergeboorte
c.
PorcelijnMa x Ha velaar: eenheid V ~111 daad, gedachte
en poëzie }. G. Stli'G'C
Picasso en ZIJ11 rijd Georges Tabaraud Moorden mag lllCt 111CCr
Kort verhaal van c;, Verrips
Het belan~ van de literatuur en de
n·1arxistis(hc I itera tuurwetenschap A. Wouters
Boekbesprekingen
Een liberale visie op de EEG
(Prof. dr. P. Hartog: Nederland en de Euromarkt) M. Bakker
Spinoza-biografie van Thcun de Vries
(Theun de Vries: Spinoza) T. Hoekman
\
"
\1y L1i - 1·erslag v,111 een massamoord (Seymour M. Hersh: My Lai - verslag
, .. 1n een m.1ssamoord) J. de Boo
Nog een .1fgczaagdc "socialisten beschouwer" ( P. Hougenboom: 1-Icilsvcrwachting, evolutie
en vooruitgang) 0. Bosmu
Arheidersklllderen en middelb.ur onderwijs ( R. 1-; roes: Arbeiderskinderen en het
tniddelba.u onderwijs) 0. Bosm,1
De oorsprong , .. 111 het gc;.in en de sta~lt
Ontwikkeling v.ln de m.utschappij
( Friedrich Engels: De oorsprong v.ln het gezlll, ,·an de p.1rticulicrc eigendom en v.1n
de sLut) T Di<Hndu!-Kiok
Cepol.uisecrde geschieden is
(!'mr. dr. 1\nq.;nuns: Stapsvoets voorw.l,uts Soci,llc geschiedenis v.1n Nederland in de
nc••cntic;1dc eeuw) S. ··c~.rn ]Jongen
Lcn ~Trvalsing ,.,111 het mar'\Ï~n1c
( lhnic'i CueTin: Voor een liter.lir m.u:-c1sme
R. Kedward: De .ltLuchisten - De onmacht van het
oeweld) S. v,m /Jongen
llt~Jderd j,l.lr wereldgeschiedenis
Dr. 1\. Sum: llondcrd J!l.lr \\'creldgeschicdenis v.1n IB70-1'!70) Knoeien in het L1nd van Rembrand
(Uitg. K.ru:-,cm.ul: Heruitgave \',111
S. ·L,'UJJ l)ongcn
C. 1\usken Hun: I-let Lllld van Rcmbr.1nd) S. Gcugjn
lle politicologie v.ln Hoogendijk - dev.1lu.nie 1 :rn de wetenschap ( llr. Ferry Hoogendijk: Pol itiekc prop:rg.1nda
in Nederland) M. Mi/ikoi.é'ski
Vcrkeerde uirg.1ngspuntcn bij cmancip.uic
( 11. ll.llner, Andre,ls Burnier, Joke Kool-Smit,
M,uy Zeldenrust-Noord:rnus: De rechten 1'.111 de nouw) Schermerhorns dagbock - demasqué ',111 een
koloniale politiek
H. Molin-Gerrit;cc
(Nederlands 1-1 i,torisch Genootsclup:
lh~bock van Schermerhom }. Morciën
Snow, de Vereni"de St.Hen en China (Ed".u Snow: Red China Today
-The othcr side of the Rivcr) /. Morriën ivlulti·n.llion.llc ondernemingen - moderne
roofburchten in Europa
(Stichtin~ IPSO: Multi-nationale ondcrnemin<>en
moderne roofburchten in Europa) "\X'. Nicu-wcnhuyse
Terdood veroordeeld
( C. M.1as: Terdoodveroordeeld) A. vun Ommcrcn-Av·crink
Kernpunten v.1n de sociale politiek
(Mr.
J
Mannoury: Kernpunten van het sociale rechtKernpunten v.ln de sociale politiek) C. de Roc•er
V t·ijhuiters 1 ,1n de geest rond 1600
(llr. S. 11 . .J. Zilverberg: Geloof en geweten 111 de
;evenJicndc Eeuw) Ev·c~ T.L<
De computcnnaatschappij en de wezenlijke politieke Vr<l"Cn (W.uner & Stone: De computermaatschappijl "}. Visser
Sulin contr.1 Hitier
(Stichting IPSO: Stalin contra I-iitlcr) }. ljisberg
Partijdocumenten
Tclcgr.lm V11n de CPN :ran het Bevrijdingsfront van Zuid- Vietnam Telcgr.1111 van het 7uidvietnamcsc Bevrijdingsfront aan de CPN Communiqué van het partijbestuur van de CPN
Kandidatenlijsten Tweede Kamer
Verklezingsprog~"<l111 v._ln de CPN voor de Tweede Kan1cr\·crkiczingcn v",tn 2H april 1971
Ontmoetinf; delq;atics Communistische Partijen van Sp,1njc en Ncderbml Vcrklaring v',lll het dagelijks bestuur van de CPN
Communistische p,utij roept op tot vastberaden linkse politiek Bq;roctingssc-hrijvcn van de CPN aan de CPSU
Oproep van het partijbestuur van de CPN De strijd geut verder!
K,1ndid,nenlijst Eerste Kamer
VerkLning van het cLlgelijks bestuur van de CPN Steunt partij en krant
Oproep v,1n dagelijks bestuur v·,1n de CPN l\oodsclnp van de CPN cun het PNR-congrcs Partijbestuur CPN bijeen
M,uk De W,urheid sterk 111 de strijd
Oproep vcw het dagelijks bestuur van de CPN Vcrklaring van het dagelijks bestuur v,1n de CPN
Begroeting van de CPN a;:tn het congrc~ Y ,111 de Comt1ltlllistischc Partij van Groot-1\rittannic' P,ntijbcstuur CPN bijeen
24ste congres up 26, 27 en 2S mei I '!72
31 ste jaargang no 1 januari 1971
POLITIEK
EN
CULTUUR
maandblad, gewijd aan de theorie en praktijk van het marxisme-leninisme onder leiding van het partijbestuur der CPN
Verkiezingen voor een
andere
politiek
De parlementsverkiezingen, die op 28 april aanstaande zullen plaatsvinden, hebben hun schaduwen wel uitzonderlijk ver vooruitgeworpen.
Opstelling van programs en vooral samenstelling van lijsten begon vroegtijdig, bij de confessionele partijen en de PvdA zelfs zeer vroeg; maar feitelijk was de campagne ook voordien al lang aan de gang. Het gepraat over de in 1971 te vormen regeringscombinatie is eigenlijk niet van de lucht geweest, sinds in februari 1967 het huidige parlcment gekozen werd en ruim een maand later de regering-De Jong tot stand kwam.
Een van de voor de hand liggende oorzaken van deze nogal opmerkelijke gang van zaken is gelegen in het labiele karakter, dat de partijpolitieke vcrhoudingen hebben gekregen, en in de grote ontevredenheid over het regeringsbeleid.
Tussen de twee wereldoorlogen werd het parlementair-poli-tieke terrein in sterke mate gedomineerd door de confessio-nele partijen. Samen met de liberalen deelden zij alle lakens uit en pas op het ogenblik dat de tweede wereldoorlog op uitbreken stond (augustus 1939) werden voor het eerst so-ciaal-democraten op enkele ondergeschikte ministersplaatsen benoemd.
Na de tweede wereldoorlog overheerste aanvankelijk de com-binatie van K VP en PvdA. Ze was altijd goed voor minstens 60 procent van de kamerzetels en werd, naar behoefte, aan-gevuld met liberalen of protestanten, om een forse
In 1958 wijzigde zich het beeld; van toen af waren het in hoofdzaak weer confessioneel-liberale kabinetten, die het land bestuurden. Ook zij steunden op een comfortabele zetelmeerder-heid; aanvankelijk meer dan 50 procent van het totaal was bezet door de confessionele partijen, met daarbij nog eens een procent of tien voor d<è VVD.
Gezien door de bril der zetelvcrhoudingen (die uiteraard slechts een beperkte kijk bieden) waren er tot voor kort altijd vrij secure combinaties mogelijk om aan een fikse meerderheid in de Tweede Kamer te komen.
KVP-PvdA hadden die meerderheid, confessionelen en VVD h:tdden h:tar s:tmcn eveneens.
Die ;_ekerheid is nu aan het verdwijnen.
In het huidige parlcment heeft de K VP 39 /.ctels, de PvdA 34;
geen meerderheid dus.
In 1963 h:tdden zij er samen nog 93!
De gezamenlijke confessionele partijen, die in 1963 met 76 /.etc·ls
nog net een meerderheid hadden, hebben er nu met clk~1ar 66.
Met de VVD mee komen zij op 83, tegen 92 in 1963.
Het is duidelijk, dat mede op grond van de;e cijfers bij de vcr-schillende partijen grote on:t.ekerheid bestaat over de verdere ontwikkelingen en over de mogelijkhcid van ccn
kabinets-formatie na de verkiezingen van 1971.
Dat is een van de redenen waarom speculatics cn rouwtrekkerij
over de samemtclling van een nieuw kabinet 10 vroq.',tijdig zijn
aangevat. Waar kr;1cnt en zekerheid mankeren, hebben bluf en intimidatie altijd extra kansen.
Pokerspel
Het verloop van dit pokerspel is ruwweg als volgt geweest. Een jaar na de Kamerverkiezingen trad een driemansgroep uir de K VP-fractie, die later de kern zou vormen van de Politie: kc Partij Radicalen (PPR). De directe aanleiding tot de breuk was een gezamenlijk optreden van Schmclzcr, Bicsheuvel e1• Mcllema in Drachten, waar zij de toekomstige eenheid van hun partijen (KVP, AR en CHU) aankondigden.
Vanuit de PvdA werd de uittreding van de PPR luide toege-juicht; de CPN was sceptischer en opperde, dat men hier mogelijk met een abortus provocatus te doen had, met het doel linkse ontwikkelingen binnen de K VP vroegtijdig te wurgen. Geheel in overeenstemming met haar optimistische beoordeling
van de PPR, nam de PvdA op het congres van maart 1969 een
resolutie aan, waarin werd vastgesteld dat zij in 1971 niet met
deK VP in één regering zitting zou nemen. Zulks was al eerder verklaard ten opzichte van de VVD.
Uit het politieke gedrag van de PvdA-leiding viel op te maken
dat men koerste op een regeringsmeerderheid, gebaseerd op een groot /.etebantal voor PvdA, D'66, PPR en PSP, plus de Anti-Revolutionaire Parrij en/of mogelijk de Christelijk-Historische
In dc:t.c beoordeling speelden vcrkiczingscnquêtes een belang-rijke rol. Die ga ven aan, dat de PvdA bij vcrkic1"ingen ongeveer gelijk wu blijven, dat [)'66 20 tot 24 zetels wu krijgen, dat de PSP l-~elijk :tou blijven en dat de K VP enorme vcrlicl.cn zou
I ijden.
De PvdA zelf heeft grote bedragen uitgegeven aan het N l PO om regelmatig zulke politieke opiniepeilingen te verrichten. Dat NI PO sprak daarop het woord van degenen wier brood men
:1t; het liet voor de laatste provinciale starenverkiezingen zelfs de regeringspartijen hun meerderheid vcrlic:tcn, terwijl het aan PvdA, [)'6(,, PPI\ en PSP gezamenlijk maar liefst 63 :t.etels toewees.
De werkelijkheid was :1ndcrs. Zouden die vcrkiezingen voor de Kamer :tijn gehouden, dan :touden :te aan de betrokken partijen 53 :t.ctcls hebben opgeleverd.
De uitslag van de Sutenverkic:t.ingcn veranderde dus het beeld. De drie confessionele partijen waren door een gezamenlijke teruggang van 3 procent tegenover de laatste Kamerverkie:t.in-gen meer dan ooit afhankelijk geworden van de VVD, die dit onmiddellijk nadrukkelijk begon te demonstreren.
De PvdA op haar beurt bleek van PSP en PPR niets te
ver-wachten te hebben (beide p:1rtijen /.ouden maximaal twee :t.ctel~;
in het parlcment hebben gehaald), terwijl ook D'66, dat niet
hoger dan 11 :t.etels zou :t.ijn ~;ckomcn, geen uitkomst kon
bieden.
De uitslag g,1f bovendien voor de NAVO-ultra Coedlurt de doorslag bij :t.ijn besluit om uit de PvdA te stappen en met ee;1 eigen driemansfractie te gaan optreden, namens de kort tevoren door rechtse ex-PvdA-ers gevormde partij DS'70.
Door de;.e ontwikkelingcn warcn dc voorwaarden geschapen voor weer een nieuwe fase in het pokerspel der toekomstige kabinetsformatie.
Het initiatief werd daarbij genomen door de K VP.
Haar eerste :tct was l1et aanwij:t.cn van het Eerste l\.amcrlid
Steenkamp voor het op~;telkn van een nieuw program.
Steenkamp heeft, net als Cals, bij de PvdA-top de na~lm van
pro,~rcssicf te :t.ijn. Hocwel hij nooit afwijkt van de politiek v:'.n Schmcl:tcr, vcrstaat hij bctcr de kunst om die met SlKi:,.Je franje op te dirke,J en ten eeuwigen dage de indruk te wekken "het
gesprek" mct de PnlA te willen voeren.
Steenkamp ging het klooster in en kwam er met een program
uit; een ,~eschrift vol woningbouw en luchtverversing. Maar
ook een program om de kic~;drempcl op vijf zetels te zetten en
de NA VO-uitgHen intact te houden. Het enige nieuwe in het
stuk was, lLH het in alle openlijkheid pleitte voor
belasting-\'l'rhogi ng.
De PvdA-leiding was er nogal verlekkerd mee.
De volgende K VP-:t.ct was het aanwijzen van Veringa als lijst-,unvocrdcr. Vcringa is in vele op:t.ichtcn met Steenkamp te
troonrede, waarop Udink die n1ocht aanvullen n1et zijn
"rust-en-orde" -paragraaf.
Ook voor Vcringa heeft de PvdA een zwak plekje wegens diens progressieve schijngestalten.
De KVP-keus van het lijstaanvoerderschap had natuurlijk ook nog een andere betekenis.
Ze betekende het officiële afscheid van Schmclzcr, de man die in het bijzonder het mikpunt was van de anti-K VP-rcsolutic van het PvdA-congres van 1969.
Ze betekende tevens, dat de K VP een gebaar maakte tegen het ),abinct-De Jong, doordat de huidige premier niet boven aan de lijst werd geplaatst.
Op ongeveer dezelfde toer ging de AR.
Bicsheuvel leverde het ene schijngevecht tegen het kabinet na het andere - vooral tegen de VVD-ministers - en de huidige minister van sociale zaken, Rool vink, moest met een lagere plaats op de verkiezingslijst genoegen nemen.
De CHU tenslotte zette dan wel de stoer-doende Udink num-mer één, maar Mellema, de man die samen met Bicsbeu vel en Schmelzcr de toekomstige Christen-Democratische Unie had aangekondigd, werd naar ver onder aan de lijst gedegradeerd -een gedragslijn die op nogal hevige conflicten wijst.
Op een kier? De manoeuvres van de confessionele partijen, gevolgd als :t.c
waren op de voor het PAK van PvdA, PSP en PPR ont-nuchterende verkiezingsresultatcn, lieten de leiding van de PvdA bepaald niet onberoerd.
Al spoedig bleken daar nieuwe illusies over een combinatie met K VP en AR, volgens het model van de regering-Cals!Vonde-ling, te zijn ontstaan.
In een uiterst verwarde en verwarrende bijeenkomst van de partijraad werd de deur naar de KVP, die door de resolutie van 1969 gesloten scheen, "op een kier gezet". (De uitdrukking is van partijvoorzitter Vondeling.)
Vondeling zelf sloeg daarna flink aan het duwen om de kier te verwijden. In de ene redevoering na de andere betoogde hij, dat de K VP aan het veranderen was, totdat tenslotte de anti-KVP-resolutie geheel van de b~1an leek.
Leek.
Want juist toen het proces aan voltooiïng toe was kwam Rool-vinks loondictaat af, en de ondersteuning daarvan door alle regeringspartijen noopte de PvdA-leiding om de kierende, vcr-volgens steeds verder opengaande deur weer (voorlopig) dicht te doen.
Uiteraard blies, in dit politiek slofje-onder, ook D'66 braaf zijn
partiJtje mee.
De verkiezingsuitslag had voor deze partij, die gelanceerd was als Neerlands hoop in droeve dagen, uiteraard in vele opzichten een desastreus effect gehad.
Voor de grote politieke en financiële machten, die in ons
we-reldje aan de touwtjes trekken, was ze vooral Interessant
ge-weest vanwege de 18 tot 24 zetels die luar in een toekomstige
Tweede Kamer voorspeld en toegedacht waren en die een inte-ressante positie met betrekking tot de kabinetsformatie leken te garanderen. Die belangstelling moest wel tanen, toen men niet
meer dan de hel ft bleek te halen, en vooral toen naderhand de
gemeenteraadsverkiezingen een duidelijk dalende tendens
aan-gaven.
Bovendien was de voornaamste interne drijfkracht van D'66 geweest de verwachting van een aantal lieden dat zij, na een korte politieke inspanning, de nodige gestoeltes der ere zouden
kunnen bezetten - in parlement en zelfs in de regering.
I )ie vooruiuichten slonken eveneens - en dus de animo tot
activiteit.
Ik politieke kater, die op de verkiezingsuitslagen volgde, uitte
1.ich in de vreemdste capriolen.
1-hd 1)'(,(, eerst de ontploffing aller partijen vcrkondit~d,
plots-klaps dLuide ;e ;_·ollcdig om en begon ze te praten over een samenwerking tussen PvdA, K VP en D'66
Fn toen niemand dat meer ernstig nam werd !Hl[~ weer iets
nieuws bedacht en werd een brievencampagne over
samen-werking op touw gez-et, die reikte van VVD tot PSP. \Y/~~1rmee
dan tenminste nog eens voor een vrolijke noot werd gezorgd in het plechtstatige gedoe.
Vnlgens de meer en meer in zwang komende methoden, die hier te lande uit Amerika en West-Duitsland zijn overgewaaid, werd een groot deel van de1.e eerste fase van de
verkiczings-camp~1gnc "over de man" gespeeld. Steeds meer wordt door
cl,·
burgerlijke partijen getracht ;_ichzelf te identificeren met het een of andere rad en glad sprekende hoofd, dat de kiezer via de tv
wordt opgedrongen.
De vroegtijdige ~unwijzing van de lijstaanvoerders had,
evcn-~11s het eindeion geklets over de vraag, wie met wie samen de
toekomstige regering ;ou vormen, in belangrijke mate ten doel de aandacht af te leiden van de strijdvragen die bij de ver-kiei'.ingen hun rol zullen spelen en van de stembusstrijd een soort voetbalwedstrijd met een heleboel Cruyffs en Van Hane-gems te maken.
De grote kwesties
Het is opvallend, maar /.cker niet verbazingwekkend, hoc in de politieke discussies /.oals die tot nu toe tussen de verschil-lende hiervoor genoemde partijen 1.ijn gevoerd, alle ,_:;rote
Er wordt veel over Luns gepraat. Gaat hij weg of lllCt, ~~aat
hij naar de NAVO of niet?
Maar over de politiek van Luns, de Nederlandse buitenlandse
politiek van de laatste 20 ~\ 25 jaar en vooral over de
regering-De Jong wordt geen discussic gevoerd.
Iedere partij, die kansen meent te hebben om in de regering te worden opgenomen, heeft een eigen kandiehar voor het minis-terschap van buitenlandse z:1ken. Daarvoor schuift de CHU
U dink naar voren, de VVD De Koster, de i\ RP Bic~;hcLJvel,
Je
K VP Schmelzer en de PvdA Van der Stoel. Maar om wat te doen?
Er zijn ongetwijfeld vcrschillen tussen de kroonpretendenten. Luns is altijd de Amerikaan bij uitstek geweest, de man die met name ook bij alle moeilijkheden binnen de FEC optrad in de geest van het Witte Huis.
Het ziet
er
naar uit dat De Koster, en trouwens de VVD inhet algemeen, die politiek uiterst trouw ;>al willen blijven.
Maar bij Bicsheuvel en Schmclzcr mag men w~urschijnlijk een
zekere accentverlegging verwachten; het lijkt er op dat hun
oriëntatie meer in de richting t~aat van Duitsland en Frankrijk,
van de EEG dus.
Over dit alles hoort men echter niets in de discussies - laat
staan over de vcrdergaande vraagstukken.
De
Nederlandse politiek tegenover Vietnam heeft tot nu toeuitgemunt door een schandelijk pro-Amerikanisme. lcdere nieuwe misdaad van de Amerikanen, of het nu de overval op Cambodja dan wel de hervatting der bombardementen op Noord- Vietnam betreft, werd door Luns met verve verdedigd.
Hij kon dat doen, doordat noch door
de
regeringspartijen, nochdoor de PvdA wezenlijke kritiek op dit beleid werd uitge-oefend, althans niet duurzaam.
Bij de laatste behandeling van de begroting van buitenlandse zaken trok de PvdA-cr Danken fel van leer tegen Luns. Maar
zijn voornaamste grief bleek te zijn, dat de minister een
be-paaide groep van dcpartcmentsambtcnaren niet genoeg gelegen-heid bood om carrière te maken in de buitenlandse dienst. Met name de NAVO-politiek van Luns, die in de praktijk de hocksteen vormt van zijn hele optreden, werd alleen door de CPN serieus ter discussie gesteld.
Wc noemen het voorbeeld van de buitenlandse politiek, omdat het uiteindelijk van essentiële betekenis is voor de beoordeling van een beleid in het huidige tijdsgewricht.
Nederland en de atoomwedloop
Er wordt op dit ogenblik heel wat afgepraat op intcmationaal vlak; over ontwikkelingshulp, over het niet doorvoeren van atoomproeven op de occaanbodem, over internationale maat-regelen tegen de vliegtuigkaperij, over het Midden-Oosten, over Europese veiligheid, Berlijn, Zuid-Afrika.
Maar de belangrijkste vraagstukken zijn aan de orde in de Sowjet-Amerikaanse ;,ogen aam de Sa! t-bespreki ngen.
Die gaan over de atoombewapening en de steeds verdere uit-breiding cLurvan. Uit het praten en schrijven dat die bespre-kingen begeleidt, kan men opmaken dat er weliswaar mogelijk-heden tot het afremmen van bepaalde ontwikkelingen ter tafel
liggen - méér dan t2r tafel liggen is het nog altijd niet
-maar dat van een wezenlijke aanpak van het vraagstuk nog geen sprake is.
De harde feiten spreken hierover duidelijke taal.
In Amerika zijn de laatste jaren, na de totstandkoming van het
kernstopverdra,~, vel.: honderden atoomexplosies onder de
grond ontketend. Er wordt koortsachtig gewerkt .un steeds maar weer nieuwe wapens. Kort geleden heeft de Amerikaanse'
minister van oorlog, Laird - tussen zijn bevelen door om de
oorlog in Vietnam op te voeren - duidelijk gemaakt dat zijn
regering be1.ig is over te gaan van de ontwikkeling van
"af-schrikkin~,swapens" naar die van "eerste slag"-wapcns, wcll<rè
ten doel /.ouden hebben, door een verrassingsaanval de Sowjet-opslagplaatsen van atoomwapens te vernietigen.
Zo gaat, alle besprekingen ten spijt, de atoomwedloop door. En die raakt een wuenlijk clement in de politiek van Nederland,
doorebt ons land er via de NAVO-politiek en de ]\Ti\
VO-politici mee vcrknoopt is, ja i'.elfs tot een actief deelnemer wordt
gem~1ak t.
De directe verbindingsschakels van ons land met de ;inpcri~èlis
tischc atoompolitiek vormen een indrukwekkend aant~1l.
I) Nederland is lid van de NAVO, welker strategie de Ameri-kaanse atoombewapening tot spil heeft.
2) In het kader van de EEG neemt de Nederlandse regc<in;',
deel aan besprebngen over een "Politieke Unie", w~U!"V<ln met
1ume \'(Iest-Duitsland wenst dat die een Europese kcrnm~1ck
ren gevolge ~.al hebben.
3) Nederland treedt actief op voor toelating van Engeland, een van de weinige atoommogendheden, tot de EEC, De EEG
i'.ou daarmee twee atoommachten - Frankrijk en Engeland
-binnen haar rijen hebben, hetgeen de bevordering va•1 \X:1
est-Duitsland tot een /.elfde status onvermijdelijk zou \'ersnellen.
1) Nederland bergt op zijn grondgebied een niet officieel
be-kend, m~1ar aanzienlijk aantal opslagplaatsen van Am..:rik~1anse
~noomwapens. Tot voor kort werd hierbij aan Soestcrberg en
Volkcl, mogelijk aan Leeuwarden gedacht. Uit het incident van
Steen w ijkerwolc1 bleek dat er meer zijn.
5) Delen v~1n de Nederlandse strijdmacht -· met name de
lucht- en raketstrijdkrachten - worden opgeleid in
oorlogvoe-ring met behulp van Amerikaanse atoomwapens.
6) Nederland neemt deel aan het ultra-centrifut~eproject d,.,_t
grondstof voor atoomcentrales, nP.ar ook voor atoomwapens kan lcvcïen. Van de beide p,utncrs West-Duitsland en Engeland is de laatste in alle openlijkheid voornemens, de produktie hierop te richten.
7) In het kader van bovengenoemd project worden twee
Duitse. Het officieel bouwen van een Duitse fabriek hier te lande toont aan op welke wijze West-Duitsland in staat is dL internationale verplichtingen te ontgaan, die het land beper-kingen opleggen met betrekking tot de produktie van kern-materiaal.
8) In alle internationale overzichten wordt Nederland onmid-dellijk na de grote atoommogendheden genoemd als een land. dat tot het maken van kernw~1pens in staat zou i'.ijn.
Het non-proliferaticvcrdrag, w~1arin besloten ligt d,n Nnier-land van die aanmaak zou afzien, is nog steeds niet aan het parlement ter ratificatie voorgelegd, ofschoon het reeds drie jaar geleden tot stand gekomen is.
Natuurlijk is het vraagstuk van de luchtverontreiniging, waar wèl alle partijen over praten, ongelooflijk belangrijk.
Natuurlijk houden de drugs velen bci'.ig.
Maar het is absurd en weerzinwekkend om het te doen voor-komen alsof de scheidingslijnen in de politiek zouden lopen via het al dan niet willen legaliseren van soft drugs of zelfs de beoordeling van de pornografie, als er zulke waarlijk essentiële kwesties als Nederlands rol in de atoombewapeningswedloop be"taan - die zorgvuldig veowcgcn en ontlopen worden.
Verzet tegen regeringspolitiek Wij hebben hier uitvoerig de NA VO-politick en haar moge-lijke consequenties genoemd; er zijn nog meer vraagstukken die belangrijker zijn dan bijvoorbeeld de volkstelling.
Daar is de positie van de arbeidersklasse, onder meer in vcr-band met de loonpolitiek; daar is het aardgas, en de achter-stand van hen die er boven wonen. Er is de inflatie, de onder-gang van grote delen van de landbouw, de EEG.
Het zijn al deze punten waarover in de verkiezingsstrijd duide-lijke taal moet worden gesproken en die dreigen te verdrinken in het politieke schoolkinderen-gedoe van "Jopie wil met Door-tje, maar die wil met Henkic die met Truitje is".
Bij enquêtes, die toch waarlijk niet worden opgei'.et 0111 aan te tonen hoe antimilitaristisch de Nederlanders zijn, i~ uit ge-produceerde cijfers overduidelijk gebleken, dat de weerstand tegen de tot nu toe gevoerde bewapcningspolitiek snel 0111 zich heen grijpt.
In Anti-Revolutionaire rijen is, hoezeer ook getracht is het tl' verdoezelen, ten tijde van de programopstelling een diepe tegen-stelling over de atoombewapening aan het licht getreden. De bewegingen binnen de arbeidersklasse, zoals die er de laatste anderhalf jaar zijn geweest, zijn ongekend in onze geschiedenis. Hec begon met de strokartonacties, maar èn de 400
gulden-bewet~ing, èn de uurstaking van december 1970 hebben in oni'.e
historie geen enkel precedent.
omvang bij de jaarlijkse huurvcrho~~ingen, vrouwen demonstre-ren voor crèches, antifascisten tegen Burgos-processcn.
Terwijl dus sommigen het politieke beeld willen aftekenen als een gevecht (of schijngevecht) om ministerszetels, is de werke-lijkheid dat het volk bijna alle aspecten van het onder leiding van De .Jong gevoerde regeringsbeleid vcrwerpt en in zijn op-treden de vcrcisten voor een andere, een nieuwe politiek aan de orde stc It.
Voor verandering
Het is hierom geweest, dat het partijbestuur van de
Communis-i.ische Partij, in een vcrklaring van begin oktober 1970, stelling
heeft genomen in de toen reeds volop woedende l.etel- en per-soncndiscussies.
Hé:t "tandpunt van de CPN kwam hier op neer: "Het gaat niet
cm ·wie, het gaat om wat".
Het partijbestuur signaleerde de zich ontwikkelende beweging als het belangrijkste politieke feit en het noemde daarvan de
bcbn~'riikste punten, 1.oals die ook hierboven ;t] even
gememo-reerd i'ijn.
Vc~volgens stelde het de centrale eisen aan de orde, die bij al
dc/.e strijdpunten ter sprake komen. Eisen op het gebied van
de looq- en sociale politiek, van de wonin~bouwpolitiek, de
democratie en de vrede. Men kan ze afgedrukt vinden in het
oktobernummer van P. en C., nr. I 0 van' 1970.
Aan die eisen werd de belangrijke conclusie vastgeknoopt, d,u het er on/.e partij niet in de eerste plaats om gaat, welke per-sonen en welke partijen in de regering zitting zullet' nemen, maar of die regering de in de eisen geformuleerde en door het volk in zijn algemeenheid vcrlangde politiek zou doorvoeren. Als een regering, uit wie dan ook bestaande, dat zou doen, dan /.ou /.ij op de parlementaire steun van de Communistische
Par-tij kunnen rekenen - aldus de partijresolutic.
Met een paar opmerkingen kan dei'.e stellingname wellicht nog wat worden geaccentueerd.
Het geven van parlementaire steun aan een rcgcrinu betekent
in wc1en, ebt men zich bereid verkhan iets niet te doc:1.
lht~~ene W<1t men niet doet is: helpen de regering ten val te
brengen.
Al eerder, bijvoorbeeld in de nacht van Schmelzer, heeft de
CPN geen steun gegeven aan het ten val brengen v<1•1 een
kabinet. Maar dan was de reden een actuele. In het gcval-C::ds
ging het om een duidelijke rechtse aanval, met rechts~ politieke
oogmnkcn waaronder de verdeling van de olie- en gacbuit uit de N oor(li'.cebodcm een zeer belangrijke was.
Het bg voor de hand dat de CPN die aanval op het zittende
k,1binet niet wilde delen. M~1ar dat hield allesbehalve in, dat ze
steeds 1.0 /.ou handelen.
W<1•1ncer wij nu /eggen, dat wij een re,~ering, die zou optred.:n
in de geest van de door ons geformuleerde en onder grote delen
c:an betekent d:tt, dat wij de uitvoering van die politiek mogelijk
willen maken door in geen geval mee te werken ~1an de val vz-n
zo'n kabinet - uiteraard, zolang het zich :1:111 de ged:1ne
be-loften zou houden.
Het geven van parlementaire steun a:m een kabinet be~ckc:·:'
natuurlijk niet, dat men zich met dat kabinet vcreen ze! vir't.
De Communistische Partij heeft hJ.ar eigen t~ichtbijliggende C'l
vcrderstrekkende eisen.
De hoofdpunten van luar program zijn op het bat: te c'"'"J'r_• no;~ eens nadrukkelijk vastgelegd, terwijl ook kort >èckdcn een program voor de Tweede Kamerverkiczi'lgcn dcor lv·t par6i-be:;tuur is aangenomen.
Bij c1e eerste oogopslag ziet men dat dit verkiezing~- I''' ,,.r;,._
program verder ~':~lat dan de eisen die wii stellen .",,, '" ·: ~,;·•c
ri~Jg, wiJlen wij ha:1r on:..:c parlementaire steun ge"'-'" \XI:· p•·atr"'
namelijk niet over onze regering, een regering wa(lf"V(l ,, ,1c
co,,,-F!~nistischc partij deel zou uitmaken.
Dat wu op dit ogenblik niet !'ealistisch /_;jn.
H·:t moet t·ommigen misschien mcrkw:urdig ziin VOlF[~ekonwn
c1at de pers, zij het summier, van de communisri~;chc stcllin~~
name kennis heeft gc~~even zonder dat daarbij honende
com--l'Wntaren van het overbekende soort werden gcpL'at~;t_
Ook toen door on7.e Tweede Kamerfractie het punt vndcr
uit--?Cvverkt werd, bij de al~~cmene be~cbouwin~rcn en bij t1ebattcn
over de loonpolitiek, was daarvan geen sprake. Dat heeft zo zijn redenen.
Tn de eerste plaats zijn de door de CPN ~!eformulc<~rdc
vcr-lano;cns, hoc diep die ook zouden ingr:ip~'n in de ~rcvocrdc
politiek, !,ebasccrd op wat werkelijk op vrot;: scha~,] leeft.
Vriic onderhandelingsposities voor de arbeiders tq~cPover de
onc~crncmcrs; aantasting van de grote vermogens L'P wi11Stcn;
het beschermen v~1.n de democratische rechten v~,_n
de
b"rgcrs:het vncrcn v~1.n ee11 buitenlandse politiek die onc 0'1ttrekt aan
de atoombewapeningswedloop en die de /.ware bcw;lpcnings-lasten verlicht.- het zijn bep,,a]d geen verlan•(Cll'' i1ic een communistisch monopolie vormen.
F,r is nu
wel
niemand meer, die het gewicht van c1ccommunis-tische partij in dit land zal ontkennen.
Van lVl ie rio, sprekend over de door hem voon.icne verdere
winst voor de CPN, sprin\~t daarbij vol~!cns een interviewer op
en roept uit: "Dat is beestachtig gevaarlijk".
Andere kranten en tijdschriften signaleren, elk op ci>~en W!Ji'.C,
in interviews of report~:gcs de presentic v;111 de CPl'-f in c1c
Nederlandse politiek. Hoc kan het ook anders?
De o 1der CO'l1munistischc leiding gevoerde loon~1ctics, in cle
strokarton, bij Honig, in de bouw en in de Rotterdamse haven, hebben diepe indruk gemaakt.
Een politieke actie als die tegen het Socharto-bcwind is door het
hele land in grote spanning gevolgd en h'~cft, ;~_]
dan
ni·~tinstemmend, respect gewekt.
de politiek van de regering-De Jong (op 4 oktober 1969) Z!Jn bepaald niet onopgemerkt voorbijgegaan.
Twee verkie:t.ingsoverwinningen hebben bevestigd, dat de CPN in een drietal centra van het land: Amsterdam, Groningen en
de Zunstreek een grote partij is, terwijl er groei in die richting
te 1.ien valt in Rotterdam, Twente en elders.
Communisten nemen deel aan het dagelijks bestuur van pro-vincies en gemeenten; daar en onder de massa vervullen zij op velerlei wij:t.e posities die gebaseerd zijn op het vcrtrouwen van velen.
Het gewicht van de Communistische Partij is van dien aard ,;eworden, dat het eenvoudigweg een onmogelijkheid is daar-over in honende :t.in te spreken.
Bij dat alles komt nog iets wat men :t.ich niet elke dag realiseert, maar wat :t.ijn eigen gewichtige rol speelt.
Aa'1 de lopende band sneuvelen in Nederland dagbladen, door-èbt i'.c in combinaties opgaan en hun eigen ge:t.icht verliezen.
lil de Lapitalistische wereld is het aantal communistische
dag-bladen tot een ;eer gering aantal teruggevallen;
anticommunis-me en kostens6jgingcn hebben op dat punt in de loop der j~.ren
<~en forse tol geëist. Maar De Waarheid heeft zich weten tc
k1ndhaven, voornamelijk dank zij de offerzin en de werkkr0.ch;: v,1:1 clc CPN en haar aanhang.
Dat heeft niet slechts betekenis voor een voortdurende kbsse-bcwuste e11 oppositionele voorlichting; dat is ook v;1.n 011mcte-liik belang bij de betekenis die men aan de communictische partij moet toekennen.
lharom dus dat het standpunt van de CPN met betrekking tot de verkie:t.ingen en de regeringsformatie gewicht heeft en dat het in de verkie:t.ingsstrijd /.al tellen.
Daarom ook, dat die verkiezingen zelf van groot gewicht zul-len :t.ijn. Er is veel en grote beweging onder het volle Er is een brede stroming die een nieuwe politiek eist, die wil breken met wat De .Jong en de :t.ijnen willen en doen.
Vcrsterking van de communistische posities zal de duidelijkste aanwij/.ing geven van de kracht van die beweging.
M. BAKKER
Technisch-wetenschappelijke
ontwikkeling en beroepsbevolking
In de beginperiode van de verder doorgevoerde mechanisering en vooral van de automatisering, zo ongeveer in het begin van de vijftiger jaren, hebben deskundigen de opvatting gehuldigd, dat het met de praktische toepassing daarvan wel los zou lo-pen. De remmende factoren, van technische en economische aard, zouden zo groot worden, dat van invoering op grote schaal geen sprake zou kunnen zijn.Enerzijds zouden een vcrder doorgevoerde mechanisering en de aanschaffing van automatische apparatuur zulke ontzagwek-kende bedragen vergen, dat - z.o ze dan voorhanden z.ouden zijn - deze nauwelijks rendabel gemaakt konden worden; an-derzijds zou, technisch gez.ien, slechts een klein deel van de pro-duktie - men schatte dit percentage tussen de 5 en 10 procent - te automatiseren z.ijn.
Het ontwikkclingstempo, zo luidde toen één van de opvattin-gen, moest dus wel laag blijven en van een stormachtige ont-wikkeling, die anderen meenden te voorzien, zou al helemaal geen sprake kunnen zijn.
Beide opvattingen waren uiteraard gebaseerd op de toenmalige stand van de techniek en de ontwikkelingen waren toen nog moeilijk te overzien. Aan het begin van de vijftiger jaren was de elektronische apparatuur, die immers de ziel van alle auto-matische processen uitmaakt, nog verre van volmaakt. In een vorig artikel (Politiek en Cultuur december 1970) hebben wc al uiteengezet, dat computers toen nog groot waren, met be-perkte mogelijkheden, onbetrouwbaar, en ondanks de /.eer hoge kosten bleken storingen aan de orde van de dag. Da~uin is ech-ter een snelle verandering opgetreden en wetenschappelijke ont-dekkingen en technische vindingen hebben de elektronische ap-p<,ratuur betrouwbaarder, sneller en veelzijdiger gemaakt. Volgens de huidige stand van ontwikkeling zijn er weliswaar in Nederland nog geen volledig geautomatiseerde produktie-bedrijven, maar wel een reeks van produktie-bedrijven, waar een half-automatische produktie is ingevoerd, die tot een ongekende verhoging van de produktie en een verscherping van de uitbui-ting heeft geleid.
De verdergaande mechanisatie en automatisering is echter niet alleen van invloed op de industriële produktie, maar vindt ook zijn weerslag in de agrarische sector. Ook in de/.e sector zullen automatische processen van toenemende betekenis worden en zij zijn dat reeds voor een deel; de sterk vcrgrote opbrengst van landbouw en veeteelt is mede het resultaat van mechanisering en van wetenschappelijk onderzoek.
Verandering beroepsbevolking
Het steeds meer gebruiken van ingewikkelde landbouwmachi-nes en trekkers met vele soorten hulpapparatuur hebben tot een ware ontvolking in de agrarische sector geleid.
In 1889 werkte iets minder dan een derde (31 ,8 procent) van
de beroepsbevolking in de landbouw, vrijwel precies evenveel in de industrie en iets meer dan een derde in de gezamenlijke overige beroepen, die men wel als "diensten" in de ruime zin
pleegt aan te duiden.
In 1960 werkte nog I 0,8 procent in de landbouw, maar in de
industrie werkte 4~,~ procent, terwijl de diensten 47, I procent
vroegen. Blijkens de volkstellingen van 1889-1960 is wel het
meest opvallende de daling van het aantal in de landbouw werkzamen en de toenemende betekenis van de dienstvcrlenen-de sector.
De daling in de landbouw wordt nog opvallender, wanneer men haar beschouwt uit een oogpunt van de "arbeid" in de zin
van de in een afhankelijke positie werkzamen. Het ~1antal
7>elf-standigen in de landbouw steeg van 1889 tot 1947 geleidelijk
van 147.000 tot 234.000 en toonde daarna een relatief geringe
daling tot ~ 17.000 in 1960. Het ~1antal medewerkende zoons
daalde van 110.000 in 1947 tot 61.000 in 1960, het aantal
land-arbeiders van ~09.000 tot 113.000. Uit bter gepubliceerde
cij-fers, gebaseerd op steekproeven, valt af te leiden, dat sinds 1960 het aantal landarbeiders opnieuw snel is teruggelopen en
een eind beneden de I 00.000 is gekomen.
Ook de daling van het aantal medewerkende zoons ?>ct :t"ich
krachtig voort en er is - ?"ckcr als gevolg van mechanisering
en automatisatic, die "minder handen nodig maken"- een ver-schuiving gaande van de arbeid in de landbouw van de afhan-kelijkcn (landarbeiders en medewerkende zoons) naar de
zelf-standigen - uiteraard zelfstandig in de zin van de te
vcrrich-ten arbeid, want vele boeren zijn door leningen en kredievcrrich-ten volledig afhankelijk van banken e.d. en staan als gevolg van de Mansholt-plannen op de nominatic om te verdwijnen. Om het met andere woorden en met totaalcijfers te zeggen: in de dertiger jaren werkte nog ongeveer een vijfde gedeelte van oni'>L' bevolking in de landbouw. Vorig jaar was nog maar een tiende deel werkzaam in de agrarische produktie en de ver-wachting is, dat dit zeer binnenkort '"elfs nog beneden de tien procent />al dalen.
Door de optelsom van vcrdergaande mcchaniserin,~,
automa-tisering en kapitalistische rationalisatie wordt de menselijke ar-beid in het produktieproces steeds verder teruggedrongen en i'.owcl in de agrarische sector als in de industrie zullen nog be-langrijke verschuivingen in de samenstelling van de beroeps-bevolking optreden.
Onverbiddelijke onteigening
Datgene wat in het kapitalistische jargon in het algemeen als
eigenlijk te beperkt om ten volle de betekenis van de hiermee samenhangende ontwikkelingen te doorgronden. Er gaat meer achter schuil, want het betreft hier voor een belangrijk deel niet alleen "simpele" bcrocpsvcranderingen, maar, wat voor ve-len nog belangrijker is, een principiële wij1.iging van hun klas-sepositie: het gaat om de proletarisering van nieuwe lagen van de bevolking.
Kenmerkend voor de positieverandering van veel mensen in de huidige maatschappij is, naast de andere werkomstandighe-den, die samenhangen met het andere beroep, tevens het ver-lies van economische J.clfstandighcid door vcrver-lies van het be-zit van eigen produktiemiddclcn.
In plaats van hun vroegere zelfstandigheid (als "klein baasje") komt de onafwendbare noodzaak tot verkoop van arbeids-kracht tegen loon om in het onderhoud te kunnen voorzien. Dat de onverbiddelijke onteigening van de1.e nieuwe lagen voorheen zelfstandigen en hun toevoeging aan de arbeiders-klasse gepaard gaat met grote sociale ellende is in de geschie-denis van het kapitalisme wel aangetoond. De maatschappe-lijke ontreddering door vcrlies van tradities, sociale zekerheid
en de onderwerping aan de loondienst en alles
w~H
daar aanverdere veranderingen mee samenhangt, leidt bij deze groepen vaak tot verbittering.
In de loop van de verdere ontwikkeling verscherpt de klassen-structuur in onze maatschappij zich nog naar een polarisatie van bezitters en nict-beJ.itters, naar een overheersende twee--deling, die nu bijna het gehele volk omvat.
Dat aan deze beweging inderdaad nog steeds geen cind geko-men is blijkt uit de cijfers, die aantonen dat het percentage loon- en salaristrekkenden nog voortdurend groeit. Het blijkt voorts ook -en zelfs op indringende wijze- uit het groeiend aantal faillissementen van kleine zelfstandigen en uit de koers van de EEG-landbouwpolitiek, die erop is gericht de hdft van de kleinere bocren in de aangesloten landen van hun be-drijven te stoten.
De veranderingen, die in de samenstelling van de beroepsbevol-king optreden, zijn dus voor een deel van invloed op de klas-senverhoudingen en in de eerste plaats daarom dus van belang.
Zij zal - waar het bijvoorbeeld de ontvolking van de
agrari-sche sector betreft, de situatie in bepaalde delen van ons land wijzigen en de zogenaamde structuurproblemen een nóg ster-ker accent kunnen geven, zoals bijvoorbeeld in Groningen.
Psychische spanningen
Een van de argumenten, die promotors van kapitalistische ra-tionalisatie bij herhaling hanteren om de veranderingen die de-ze voor de mensen meebrengen te doen aanvaarde.1, is dat de techniek veel zwaar, routinematig en vcrvelend werk uit han-den zal nemen.
banen, als er iets beters voor in de plaats zou komen, en zo op
het oo~ lijkt het inschakelen van machines in plaats van
men-selijke arbeid een prachtige oplossin~. Maar het is duidelijk,
dat alles niet zo fraai is!
De technische vooruit~an~ ~aat ook gepaard met grote
belas-tin~ van de psychische en fysieke toestand van de mens. Op enkele internationale conferenties van de ILO (internationale
arbeidsor~anisatie - een UNO-or~anisatie in Cenève) is dat
al aan de orde gekomen.
Door de uitvindingen van nieuwe materialen, het invoeren van moderne produktiemethoden, het toenemende gebruik van che-mische produkten in de landbouw en uiteindelijk ook door
ge-bruik van atoomcner~ie, zijn voor arbeiders in alle landen van
de wereld nieuwe ~evarenbronnen ontstaan, waarvoor
veilig-hcidsimpcctic en wetgeving nog geen bescherming bieden. De lichamelijke arbeid is inderd:ud door de inzet van machi-nes overal sterk verminderd. Maar daarvoor in de plaats kwa-men enorme nerveuze spanningen, onder meer als gevolg van
de ~rote verantwoordelijkheid bij de bediening van
hoogont-wikkelde machines.
Onder/.oekingen in de Westduitse Bondsrepubliek hebben aan-getoond, dat in een bedrijf de door zware arbeid optredende liesbreuken met 85 procent terugliepen, maar dat door de in-voering van de automatisering bij de arbeiders sbpeloosheid, storingen van de bloedsomloop en hartziekten toenamen, /.iekten dus, die men vroeger niet /.onder meer als "beroeps-/.iekten" erkende. Er is sprake van, dat zich met de
voort-schrijdende techniek een v~randering in de beroeps/.iekten
voor-doet.
In West-Duitsland wordt thans overwogen om in de toekomst
op de [ 32 scholen voor ingenieursopleid in~ het onderwerp
ar-beidsbescherming in het lcerp I an op te nemen om aan de
~roeiende problemen op dit ~ebied het hoofd te bicden!
Ook de kapitalisten in de Verenigde Staten zijn tot de erken-ning moeten komen, dat het werken in geautomatiseerde be-drijven vele niet voor/.iene complicaties met /.ich meebrengt. Een daarvan is de vereenzaming, omdat het toezicht op een automatisch werkende machine maar weinig personeel vereist, d.n /.o nodig kan ingrijpen. Deze personen hebben normaal
feitelijk niets te doen, maar mo~en hun arbeidsplaats toch geen
moment verlaten, omdat de kans bestaat, dat juist dan iets ge-beurt. Onder/.oekingen in Amerika wezen uit, dat een aantal
personen hierdoor psychische moeilijkheden krijgt, zij ~ingen
lijden a.111 een vorm van dwangneurose.
Een ander probleem hangt samen met het feit, dat bij steeds vcrbeterde constructies van de machines de kans op storingen
kleiner wordt. In 1962 al werd tijdens een congre~ in New
Yurk geponeerd, dat binnen ahienbare tijd de totale tijd, ver-loren door storingen, bij een door een computer t:,ecomman-dccrde petrochemische industrie minder dan een uur per jaar zou /.ijn. Toch moet dan onmiddellijk op handbediening
twee weken produktieverlies veroorzaken vanwege het weer moeten starten van de processen. Er moet dus steeds personeel zijn, dat op ieder moment het werk van de automaat kan over-nemen. Aangetoond is echter, dat iemand, die een gecompli-ceerde taak slechts enkele keren per jaar hoeft uit te voeren, zijn ervaring en beoordelingsvermogen verliest, /'.ülLtt de kan-sen op foutief ingrijpen steeds groter worden.
Ditzelfde probleem is bekend in de luchtvaart en de vluchtna-bootsers vormen daar een hulpmiddel om de piloten te laten oefenen onder abnormale omstandigheden. Er bestaan tegen-woordig ook nabootsers voor geautomatiseerde installaties, waarmee door regelmatig oefenen de kundigheden van het be-dienend personeel op peil moeten worden gehouden en /'.clfs kunnen worden uitgebreid, in ons land onder meer bij de Staats-mijnen en enkele oliemaatschappijen.
Wijzigingen binnen arbeidersklasse Het gaat bij de nieuwe technisch-wetenschappelijke ontwikke-ling niet alleen om veranderingen, die tevens de klassepositie van de daarbij betrokkenen beïnvloeden. Van mass<1lcr omvang zijn de wijzigingen, die zich voltrekken binnen de arbeiders-klasse, waarbij twee bewegingen zijn te signaleren.
De ene is de relatieve daling van het industriële aandeel in de beroepsbevolking nu, en de onvermijdelijke absolute daling
la-ter. De andere kunnen we het best omschrijven als de gelijk-schakeling, de toenemende uniformiteit van de diverse sociale lagen binnen de arbeidersklasse. Beide zijn niet geheel te schei-den en houschei-den direct vcrband met de technische ontwikkeling, maar in dit artikel lijkt het nuttig toch een zeker o11derscheid te maken.
In de gehele industriële sector l'.ien wc, dat het aantal arbeiders geen gelijke tred houdt met de toeneming van de produktie. Dit komt er eenvoudig gezegd op neer, dat men globaal geno-men met hetzelfde aantal geno-mensen steeds meer produceert. Nu kan het effect van dit gegeven per bedrijf natuurlijk ver-schillen, d.w.z. dat in een bepaald bedrijf de produktie nog kan stijgen met minder mensen en in weer een ander bedrijf een geringere stijging van het aantal arbeiders te zien /'.al geven, maar met een veel grotere stijging van de produktie.
toekomstige wcrkgclcgcnhcid, maar ook voor andere proble-men. Wc bedoelen hiermee kwesties als de verdwijnende be-roepen en nieuwe bebe-roepen; de omscholing; de zogenaamde (om een Amerikaanse uitdrukking te gebruiken) up- of downgra-c~ing, de mobiliteit, enz. Het behoeft geen betoog, dat met de-ze k wcstics tevens de arbeidsvoorwaarden op de heli ing ko-men, alsook de vakopleiding.
Men treft nog al eens als gangbare mening aan, dat de auto-matisering hogere eisen stelt aan de mensen en dus de algc-mene geschooldheid noodzakelijk groter zou moeten worden. In 1.ijn algemeenheid en op den duur kan dit zeker wel juist worden geacht. Vooral ook de nieuwe beroepen als program-meur, systeemanalist, etc. vcreisen zeker een hoge mate van
be-kwaamheid. Ook zal de technische ontwikkeling de toplaa~
van technische en wetenschapsmensen op elk gebied doen toe-nemen.
Maar ook deze medaille heeft een kcco.ijdc en het is maar net hoc je het bekijkt. Het is namelijk zo, dat niet alleen de aard
van het werk belangrijk verschuift, maar ook de
inhoud
on-dergaat veranderingen. Wij doelen hier op de tendens tot ver-smalling van de taken en de minder praktische ervaring, die nodig is om vele soorten nieuwe werkzaamheden te verrichten. De kortere vooropleidingen die voor de praktische uitvoering nodig zijn, maken tevens de vervangbaarheid van deze taken voor de ondernemers gemakkelijker. Daar wc uit ervaring de ondernemersmentaliteit kennen en weten, dat /.ij op elke cent arbeidsloon knijpen, wu dit van invloed kunnen zijn op de loon hoogte.
Teken- en ontwerpmachines
Fr 1.ijn, naast de in ons vorig artikel aangevoerde voorbeelden, nog andere, die eveneens aantonen dat vakarbeid, waarvoor een j,ucnlange opleiding en ervaring nodig was, plaats moet maken voor nieuwe werkmethoden en technieken, waarvoor met enige oefening kan worden volstaan. ln de grafische in-dustrie worden niet alleen /.etters, maar ook andere beroepen ;1ls de lithografie etc. door nieuwe machines en procédés
ver-vangeiL
M;LH niet alleen de sinds lang bekende beroepen komen onder druk te staan door de technische vooruitgang; zelfs de nieuw-ste beroepen worden daar alweer door aangetast. Zo menen sommige deskundigen, dat binnen afzienbare tijd middelen
zul-len worden gevonden om ook de programmeurfuncties te
la-ten vcrrichla-ten door machines. Zo kan de automatisering nieuw werk scheppen, dat terzelfder tijd door dezelfde ontwikkeling ;1] weer gedoemd is te verdwijnen.
In het produktieproces en zeker waar directe produktievc ar-beid wordt verricht, moeten wc ook rekening gaan houden met een algemene vereenvoudiging van de werkzaamheden waar nieuwe technieken en werkmethoden worden ingevoerd. Maar
het ontwerpen, voorbereiden en het plannen etc. zullen machi-nes mensen gaan vervangen en vandaag
de
dag doen reeds tc-ken- en ontwerpmachines zulk werk.Het valt daarbij op, dat de nieuwe geschoolde taken breed uit-gcmeten worden als "upgrading" (een hogere, nieuwe functie verkrijgen), maar dat de "downgrading" (het vcrlies van be-roep of achtcruitstclling) stelselmatig wordt ver:(wcgcn of ver-donkeremaand.
Veel routinewerkzaamheden worden wel door machines over-genomen, maar voor de arbeiders komen er nieuwe en meestal hoogopgevocrde, nog geestdodender werb·.aamhedcn voor in de plaats.
We willen hier melding maken van een ondeooek in Oosten-rijk. fn een bepaald bedrijf werd daar in handenarbeid enkele jaren geleden per man en per schicht 36 tot 40 stub van een bepaald produkt vervaardigd, maar thans produceert één man reeds 500 stuks! Vroeger had de arbeider ongeveer elf minuten nodig om zo een stuk te produceren. Zijn werk was lichame-lijk zwaar, maar er waren talrijke handgrepen noochakclichame-lijk, die afwisseling brachten. Bovendien was er door jarenlange er-varing een zekere arbcidspauze, oftewel tijd voor een sigaretje tussendoor, ontstaan.
Nu bij de produktie van 500 stuks staat het echter geheel an-ders! In minder dan een minuut moet één stuk gereed z.ijn; de
handgrepen, nog twee soms drie, zijn niet alleen monotoon,
maar de arbeider heeft ook zijn mogelijkheid voor een sigaretje verloren.
Het verlaten van de werkruimte wordt door de ondernemer als een kostbare aangelegenheid beschouwd en daarom verbo-den. Want gaat de arbeider drie keer per dag tien minuten weg voor een sigaretje, dan betekent dit voor de ondernemer een vcrlies van dertig stuks, dat wil zeggen bijna z.oveel als
vroe-ger de gehele dagproduktic! Het werk van de arbeider is
licha-melijk weliswaar lichter geworden, maar de nerveuze spanning enorm gegroeid. Valt er een stuk uit, dan gaat een rood licht in
de werkplaats branden, wat de bazen onmiddellijk signaleren. In een ander bedrijf werden 36.000 strekkende meter van een produkt gefabriceerd, nu met hetzelfde personeelsbestand -is dat 400.000 strekkende meter.
Het grootste deel van de arbeiders moet zich onverbiddelijk aan de veranderende produktiemethoden aanpassen.
De Westduitse schrijver Ci.inter Wallraff schildert in z.ijn bock "Reportages uit de industrie" (hij werkte incognito in een be-drijf) de gang van zaken aldus: "Het fnuikende aan de band is het ecuwig eentonige, het niet-kunnen-bijhouden, het uitge-leverd zijn. De tijd verglijdt kwcllcnd langz.aam, zij is leeg, om-dat niets gebeurt om-dat met het werkelijke leven vcrband houdt ... " En vcrder heet het: "thuis heb ik uren nodig, om mij van het werk op mijn vrije tijd in te stellen".
nau-welijks kan voorstellen". Het blad laat een 40-jarige elektro-technische lasser aan het woord, die verklaarde: "lk ben net als een motorpers of een booraggregaat, ik ben alleen maar een machine".
Bij de staking eind vorig jaar bij Ceneral Motors, waaraan hon-derddui;,enden arbeiders deelnamen, waren niet alleen loon-eisen gesteld, maar was één van de voornaamste loon-eisen "vermen-selijking van de arbeidsvoorwaarden".
Beambten
De technisch-wetcnscluppelijke ontwikkelingen hebben ook de gehele specifieke sociale positie van de beambten in het bedrijf aangetast. De vroegere bevoorrechte sociale condities, tot uiting komend in o.m. langere vakanties, kortere werkdagen en door-betaling bij l,iekte e.d. l,ijn achterhaald door de result:tten van de strijd van de handarbeiders, of door integratie zonder meer
verloren gcg~un.
Ook de uitsluiting van de groep beambten van de bedrijfsre-gcls en controle met bijbehorende disciplinaire straffen, waar-aan deze groep een belangrijk deel van zijn status ontleende, \!aat meer en meer tot het vcrleden behoren. Men behoeft deze J:1atste kwestie niet te overschatten om toch ook hier belang-rijke veranderingen te zien.
Bij aanvallen van de ondernemers op de posities v,1n de arbei-dersklasse l,ijn de beambten niet meer bij voorbaat de gespaar-de groep. Vaak ;,clfs l,ijn ze bij rationahaties, reorganisaties en concentratics de eerste slachtoffers. Vooral ook bij de modern-ste rationalisaticcampagncs, zoals deze momentcel op de bedrij-ven en kantoren plaatsvinden, 1.ijn de beambtenfuncties mede een object van mechanisering en automatisering. De redenen daarvan 1.ijn, dat deze groep door zijn groeiend aantal een be-langrijke kostenfactor is geworden en het feit, dat de rationa-lisatie in het vcrleden voornamelijk op de handarbeidersfunc-ties gericht was, waardoor de andere funchandarbeidersfunc-ties in dcl,e zin eigen-lijk een soort achtergebleven gebied geworden waren.
lntussen heeft de technologie de middelen gevonden om ook de/.e functies te mechaniseren en zelfs te automatiseren. Voor-namelijk in de bedrijven zelf is de positie van de beambten dus ook belangrijk en beslissend aan het veranderen.
Terwijl het eigenlijk nooit zo eenvoudig is geweest om aan te
geven w~H nu precies onder beambten moest worden verstaan,
wordt dit thans met de dag moeilijker. De laatste jaren wordt in de literatuur veel aandacht besteed aan het beambtcnvraag-stuk, waarbij vele omschrijvingen van deze groep opgang doen. Men beijvert 1.ich vooral om de in wezen oppervlakkige vcr-schillen met de handarbeiders aan te dikken. Rondom de be-ambten, employés of middengroepen worden dan theorieën opge1.et, die !lloctcn aantonen, dat wc bezig zouden zijn de kbsscnnLutsch,1ppij te ontgroeien en rustig een zogenaamde
Sommige sociologen gaan zelfs zover, dat zij bijzondere cultu-rele kenmerken, als religie, leefwijze en vrijetijdsbesteding, van groter gewicht achten dan de positie in het produktieproces en van daaruit allerlei kunstmatige maatschappelijke constructies bedenken.
Verscherping sociale tegenstellingen De meeste sociologen schermen met een ratjetoe van bedenk-sels, ontleend aan uiterlijke verschillen, waaraan elke helder-heid ontbreekt. Maar ook als men zich bepaalt tot de wel re-levante verschillen tussen diverse groepen in de economische sector, ook dan is nauwelijks aan te geven waar een grens tus-sen handarbeiders en beambten precies loopt.
Welk onderscheid men ook wil maken, steeds blijkt dat er van een homogene sociale groep geen sprake is en door de snelle veranderingen in maatschappij en bedrijf onder invloed van de techniek ook steeds minder sprake zal zijn.
Het niveau van de functie gaat steeds minder een rol spelen en zeer vele handarbeidersfuncties hebben een duidelijk hoger functieniveau dan die van vele groepen, die tot beambten ge-rekend worden. Het is duidelijk, dat dit tevens het geval is met de scholing en de opleiding.
Natuurlijk zijn er vele handarbeidersfuiKtics die slechts enige oefening vereisen, maar dit geldt eveneens in toenemende mate voor veel taken in de administratieve sector. Zo zien wc dat het minder mogelijk wordt een grenslijn tussen handarbeiders en beambten aan te geven. Dat ook de loonhoogte aangepast is, of nog verder zal worden, behoeft geen uitvoerig betoog. Het is vandaag de dag al zo, dat vele zgn. niet-handarbeidersfunc-ties lager gewaardeerd en gehonoreerd worden dan vele hand-arbeidersfuncties. We willen hierbij opmerken, dat geschoolde arbeiders, technische kaders en beambten als geheel een hoger loonniveau houden en dat dit voor geoefende en geschoolde ar-b<:idcrs van betekenis is, omdat zij geprikkeld worden hun loon-eisen daarop te richten. Er is dan ook alle aanleiding te voor-komen, dat het loonpeil van hoger gekwalificeerden kunstma-tig beneden het bereikbare wordt gedrukt - een poging, die bij ?e _kapitalistische ondernemers duidelijk aanwijsbaar aan-wezig IS.
Natuurlijk moeten we de problemen, die ondanks het wegval-len van vele verschilwegval-len nog blijven bestaan, zeker niet onder-schatten. Ondanks alle wijzigingen in de positie van de be-ambten, employés en kantoorbedienden zou het zinloos en on-juist zijn toe te geven aan primitieve gelijkmakerij en het niet meer willen zien van verschillen, die nog blijven bestaan. De,.e wortelen vooral in de traditionele geaardheid, zij het van ver-minderde en voorbijgaande aard, maar daarom zeker niet min-der werkelijk; bepaald door de sociale historie en traditie van dit deel van de arbeidersklasse.
die de laatste jaren steeds duidelijker aantoont, dat het klas-scbewustzijn onder beambten en technische kaders toeneemt.
In de loonstrijd op de bedrijven en in de strijd te~cn
massa-ontslagen zijn zij ~cmccnschappelijk met de ovcrit>;c arbeiders
op~etrcden en worden de fundamentele belan~en van beide ~roepen steeds meer als één beschouwd, al blijven remmende factoren optreden, waardoor de nieuwe situatie on voldoende
wordt op~cvan~cn.
Tijdens de mci-junibcwc~in~ van 1968 in Frankrijk traden de
nieuwe catc~ori.:ën werkers op de voor~rond en ~roeide de
to-tale eenheid, die elf miljoen stakers omvatte, aan~cvoerd door
stakin~scomités waarin ook beambten, in~enieurs en technisch
personeel een plaats hadden en soms zelfs de lcidin~ ~aven. Dit
tot ont~oochelin~ van de theoretici van de "~roepenmaatschap
pij", die het te~endeel van een dcr~elijke ontwikkelin~ hadden
vast~esteld.
De wetenschappelijk-technische revolutie vcrzacht de sociale te~enstellin~ tussen arbeid en kapitaal niet, maar versterkt
haar. Er treedt een veranderin~ op, die 1.ijn invloed Gp de
poli-tieke verhoudin~en zal doen ~clden. Zolan~ het kapitalisme
heerst kan en zal de technisch-wetenschappelijke vooruit~an~
met schokken ~cpaard ~aan en het is daarom een noodzaak de
ontwikkelin~cn nauw~czet te vol~en en de bclan~en van alle
werkers te vcrdedi~en.