• No results found

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATII

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATII "

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

VIJJBIID EN DEMOCIATIE

Zaterdag 11 februari 1956 - Ho.

J1kS

Enige beschouwingen over de

motie-Ritmeester

(Zie pag. 3J

WEEKBLAD VAN DE VOLKSPARTIJ VOOR VRIJHEID EN DEMOCRATII

IN -MEMORIAM MINISTER -Mr DONI{ER

Z

aterdagmorgen 4 februari. Ik draai als iedere ochtend aan de knop van mijn radiotoestel om naar de nieuwsberichten te luisteren.

De omroeper begint: "Wij hebben een droevige mededeling te doen .. Deze .. nacht- is in Rotterdam overleden de minister_ van Justitie, mr. L. A. Don-

ker." ,

Het geeft mij een schok. Toch is het niet de schok van het onverwachte. Ik had een dergelijk bericht gevreesd.• Wij wisten allen, dat zijn hart niet sterk was. Wij wisten, dat • er een zware taak op hem rustte en wij wist~n. c.lat hij niet de man was om zichzelf te sparen.

Gespaard had hij zich nooit. Hij was een man van onbegrensde toewijding aan elke taak, waar- voor ,hij zich zag gesteld. Hij heeft zijn leven ge- offerd aan de openbare zaak.

Ik weet het uit eigen ervaring, want ik heb hem in verschillende betrekkingen van zeer nabij aan het werk gezien.

Mijn eerste kennismaking met mr. Donker da- teert van een kwart eeuw geleden. Toen ontmoette ik hem enige malen in scheidsgerechten tot het be- slissen van geschillen gerezen bij de toepassing van de wet op de ziekteverzekering.

Hij was toen een jong advocaat in Rotterdam en ik kon weinig vermoeden, dat onze wegen elkaar in de toekomst zo dikwijls ZQ_uden kruisen, als het geval is gebleken.

Bij onze ·beraadslagingen in deze scheidsgerechten heb ik hem aanstonds leren waarderen, niet slechts als een bekwaam jurist, maar tegelijkertijd als een strikt rechtvaardig man.

In 1935 hernieuwden wij onze kennismaking in de Tweede Kamer. Donker wád benoemd in ·een tus- sentijdse vacature. Hij volgde een ·andere grote Rotterdamse figuur op. Hij nam toen de plaats in van de heer Brautigam, die haar open gemaakt had om het wethouderschap van de Maasstád te aan- vaarden.

Het was nog de tijd van de S.D.A.P. en het was spoedig duidelijk, dat Donker in haar fractie een belangrijke plaats zou gaan innemen. Het waren al dadelijk vooral de juridische problemen, die hij ging

behandelen. -

* * *

E

cht goed heb ik Donker echter l~ren kennen, nadat ik in oktober 1938 burgemeester van Rotterdam was geworden. Ik bemerkte al spoedig, _dat hij daar een der belangrijke figuren was in de

Raad. ·

Er werd mij intussen vóór de oorlog maar weinig tijd gelaten hem daar aan het werk te zien. De Duitse bezetting maakte toch aan de werkzaamheden van de gemeenteraden spoedig een einde. Zodra echter na de oorlog het grondwettelijk gemeentelijk bestel wordt hersteld, treedt Donker op als voor- zitter van de fractie van de P.v.d.A., de grootste fractie van de Rotterdamse Raad.

Hij neemt in de Raad met grote ijver aan het werk deel en doet dat op een wijze, die ook bij de raadsleden, die niet van zijn richting zijn, volle waardering vindt.

Reeds in deze dagen is Donker's taak zwaar. Hij is immers tegelijk lid van de Tweede Kamer en ook daar is voor hem aanstonds veel te doen.

Dit wordt in het bijzonder het geval, als in november 1947 de enquêtecommissie wordt inge- steld, die een onderzoek zal hebben te verrichten naar het in de jaren 1940 tot 1945 gevoerèle · rege·

ringsbeleid.

De commissie benoemt Donker tot haar voorzitter en die functie zal hij blijven vervullen tot zijn op- treden als minister van Justitie in september 1952.

De Kamer begaf zich met deze enquête op een terrein, dat zij in meer dan een halve eeuw niet had betreden. De laatste parlementaire enquête had plaats gehad in de jaren tachtig van de vorige eeuw.

Men had zo geleidelijk het gevoel gekregen, dat het enquêterecht van de Kamer tot een dode letter géworden w-as. De l{amer was tegen de werkzaam-

heden aan een grote enquête verbonden gaan opzien.

Toen in 1918, tegen het einde van de eerste wereldoorlog, het verlangen opkwam naar een on- _derzoek naar het crisisbeleid van· de regering had zij het denkbeeld van een parlementaire enquête van de hand gewezen.

Uit haar initiatief kwam een wet voort, die aan een buiten-parlementaire commissie de opdracht en de bevoegdheden verleende om eeri onderzoek naar dit beleid in te stellen.

In 1947 zal de Kamer echter beproeven haar eigen enquêterecht tot nieuw leven te wekken.

* * *

O

f dit pogen zal slagen zal moeten afhangen van de. wijze, waarop de enquêtecommissie haar taak zal vervullen. Men moet toch over die taak niet gering denken.

Van alle leden der commissie is gedurende een reeks van jaren een buitengewone inspanning ge- eist. Extra inspanning nog werd van haar voor- zitter gevorderd. Donker heeft die taak met nooit verflauwde ijver verricht.

De rapporten der commissie zijn daarvan het sprekend getuigenis. Voor hem, die de geschiedenis der oorlogsjaren zal willen schrijven, bevatten zij een séhat van materiaaL

Men·kan er zeker van zijn, dat de naam der com- missie en die van haar voorzitter in de toekomstige geschiedschrijving heel lang zal blijven voortleven.

Daarnaast vervulde Donker gedurende diezelfde tijd het voorzitterschap van de juridische commissie der Kamer. Wat dit voorzitterschap vordert heb ik persoonlijk in de jaren na 1952 kunnen ervaren en het vervult mij nog dagelijks met bewondering, dat Donker, naast het enorme werk der enquêtecommis- sie, ook dit werk op zich heeft willen nemen.

Bij de kabinetsformatie van 1952 ziet de Kamer Donker uit haar midden verdwijnen om de porte- feuille van Justitie op zich te nemen.

Voor- en tegenstanders van die formatie kunnen het erover eens zijn, dat de formateur hier een uit- nemende keuze had gedaan. Men mag dan ook gerust getuigen, dat, al was natuurlijk niet iedereen het met alle onderdelen .van zijn beleid eens, deze minister van Justitie in de Kamer_ het volle ver- trouwen genoot, ook van hen, die men tot de oppositie pleegt te rekenen.

Hij is er van de eerste dag af op uit geweest de achterstand, die er op het stuk van de juridische wetgeving heerste, in te halen. Het was niet zijn schuld, dat de. Kamer, die nu eenmaal ook aan an- dere zaken haar aandacht heeft te wijden, niet altijd het door hem gewenste tempo wist te bereiken.

Daarbij zette hij in het bijzonder zijn drijvendtt kracht achter de totstandbrenging van het nieuwe burgerlijk wetboek. Nog in het eerste jaar van zijn ministerschap· wist hij de behandeling der vraag- punten, die leidraad moesten zijn bij de opbouw van het wetboek met de Tweede Kamer tot een einde te brengen.

Het was voor hem een zware slag, dat in de voorzomer van 1954 de man, aan wie de samen- stelling van het wetboek was opgedragen, prof.

Meijers, plotseling door de dood werd weg- geroepen.

De tegenslag heeft hem niet ontmoedigd. Hij verzamelde andere medewerkers om zich heen en de arbeid ging voort.

* * *

A

l dit werk bracht hem in een veelvuldig con- . tact met de commissie van. Justitie in de Tweede Kamer. Talloze malen was hij in haar midden voor het plegen van overleg over zijn wets- ontwerpen.

Ik ben er zeker van, dat ik geen woord te veel zeg, wanneer ik als voorzitter van die commissie getuig, dat alle leden zonder uitzondering. hem grote achting en waardering toedroegen.

Aan die achting en waardering kon het nooit te kort doen, dat iemand het op een bepaald punt met zijn zienswijze niet eens kon zijn.

Allen zullen wij aan de gesprekken, die wij in de vergadering der commissie met hem mochten voeren, de beste herinnering-bewaren. De commissie zal de inspiratie, die van hem uitging, .zeer node missen.

Veel te jong is hij van ons heengegaan. Ook bui- ten de kring van zijn partijgenoten wordt dit ver- lies smartelijk erva,.ren.

In en buiten de Partij van de Arbeid brengt men een eerbiedige groet aan zijn nagedachtenis.

P.J. OUD

Dè Haagse Burgemeester en andere zaken

O

ns weekblad behoeft niet te vermelden het- gee_n in de afgelopen week tot grote emotie aanleiding heeft gegeven, omdat, naar men mag aannemen, vrijwel ieder Nederlander van de be- ri<!hten over de Haagse Burgemeester heeft kennis genomen. Het zou echter naar onze mening verkeerd zijn, als niet ook in ons weekblad melding ge·

maakt werd van deze zaak, vooral ook omdat niet melding maken van een zaak, die de bevolking zo beroert, in een weekblad, dat zich ook met actuele zaken bezig houdt, verkeerd zou zijn.

Gelukkig voor alle betrokkenen is thans een on·

derzoek ingesteld, zodat naar verwacht mag worden op korte termijn nadere mededelingen van de zijde van de Regeri_ng zullen volgen. Hangende dit on- derzoek past o.i. een onthouding van beoordeling van het gebeurde in Hazerswoude en van de be- noeming. Maar wel willen wij thans reeds iets zeg·

gen over de wijze van publikatie, zoals deze door h.et "Haags Dagblad" is gebracht. Wij achten deze afkeurenswaardig, om het zacht te zeggen. Vooral ook de argumentatie, dat men de berichten niet zou hebben gepubliceerd, als de burgemeester van Den Haag maar een goed burgemeester zou zijn ge·

weest, naar het oordeel van het "Haags Dagblad".

Dit impliceert veel meer het persoonlijk willen tref·

fen van een persoon, <;lan het opkomen voor het algemeen belang en dat is nu juist het zwakke punt in de publikatie van het "Haags Dagblad".

Wij spreken de verwachting uit, dat het onder- zoek op korte termijn zal plaats hebben, opdat er rust komt: Rust, die op het ogenblik verstoord is.

Als het onderzoek is afgesloten en de conclusies ge·

trokken kunnen worden, stellen wij ons voor uit- voerig op het geval van de Haagse burgemeester en andere zaken, welke daarmede betrekking houden, terug te komen. Tot zolang zullen wij over deze zaak zwijgen.

(2)

Flit&en van het Binnenhof

Y,v.d.-woord.voerder, de heer Den Har- tag) toch wel sterk geneigd waren zich acbber te scharen.

Een maiden-speech. die (voorlopig) niet doorging • Bliide en droewe herdenkingen - Benelux-protocollen ·- Extra herhalings- dagen voor de 3de divisie • De garantiepriis van de melk • Sug.

gesties van de heer Den Hartog • Binnenlandse zaken in de Eerste Kamer· Mr. De Vos van Steenwiik voelt voor .. een kopie thee met iets erbij" • De zilivel .. met de oren"" bii het product·

schap gesleept!

Die door het Landbouwschap voorge- stane regeling kwam hierop neer, dát voor de zandgronden een garantie werd gevraagd naar de totale kostprijs in die bedrijven, doch voor die op de betere gronden (de weidebedrijven) zou worden vastgeh.ouden aan het gemiddeld.e van de kostprijzen zowel op de goede als de minder goede gronden.

Minister Mansholt voelde daarvoor vooralsnog niet en beriep zich op cle eenmaai gemaakte afspralren.

Er is de vorige week op het "parle- mentaire vlak" (.zoals men dat tegen- woordig noemt) heel wat gebeurd ...

en niet gebeurd.

• Om met dat laatSte te beginnen: De ziekte van minister Donker (die helaas zijn doOd is geworden) - prof. Oud

•ijdt aan hem op de hoofdartikelplaats .een beschouwing) had o.a. ten gevolge, pat het ontwerp tot opheffing van de handelingsonbekwaamheid van de ge- huWde vrouw van de agenda moest worden afgevoerd.

·Ons nieuwe vrouwelijke Kamerlid, mevrouw mr. Stoffels-Van Haaften, zou daaraan haar maiden-speech hebben gewijd. Een dankbaar onderwerp voor

· een nieuw vrouwelijk Kamerlid en wij Jtopen óók daarom, dat de behaadeling :van dit onderwerp toOh nog op korte termijn zal kunnen blijken door te . gaan.

Voordat de Kamer mèt haar agenda begon, deed zich het bij.zondere feit voor, dat een der leden van de Kamer de Kamerpresident toesprak.

Eigenlijk spreekt i ede r Kamerlid bij iedere Kamerrede de voorzitter toe, omdat het hele debat over de voorzitter loopt. Maar dat is dan toch wat anders.

Nu was die rede gewijd aan zijn persoon.

Het was prof. Gerbrandy, die, onder bijval van de gehel·e Kamer, dr. Korten- horst welkom heette na diens ernstige ziekte en zi;În vreugde uitsprak, dat de K.alnerpresid·ent, monter en opgewekt als altijd, weer in zijn zetel aanwezig was.

Dan was het die dinsdag ( 31 januari) àe 18de verjaardag van Prinses Beatrix

en

de Kamervoorzitter kon mededeling doen van een door hem namens de Ka- mer gezonden telegrafische gelukwens aan haar, die in de ·Grondwet wordt aangeduid als ,,de dochter des Konings,

~ de verln()edelijke erfgenaam is van de Kroon", maar die wij in het spraak- gebrUik toch wel kernachtig mogen noemen: onze Kroonprinses.

· Dr. Kortenhorst had ook een droeve plicht: de herdenkilng van twee tijdens het Kerstrecès overleden oude bekenden van de Kamer: het bekwame oud-lid mr. De Wilde (tevens oud-minister) en de heer :J·. G. Pippel, die in het verleden de Kamer op zo voortreffelijke wijze beeft gediend, laatstelijk met de per- soonlijke titel van "directeur der grif- . fie'".

De heer Pippel is ook de schrijver • van het bekende standaardwerk: "Het Reglement van Orde van de Tweede Kamer der Staten-Generaal, zijn ge-

~hiedenis en toepassing" en bij deze herdenking gingen onze gedachten ook ::tog uit naar diens helaas te vroeg ge- storven zoon, mr. Pippel, die een twin- tigtal jaren geleden tweede secretaris was van de Liberale Staatspartij "De

\•rijheidsbond".

•••

w a t zich verder in die week in beide : Kamers heeft afgespeeld, kunnen we slechts in enkele woorden ~ revue laten passeren.

Daar waren allereerst de beide Bene.

lux-protocollen, welke, met aantekening slechts van de tegenstem der commu- nisten, zonder hoofdelijke stemming werden aanvaard als nieuwe stappen in

~ richting van de nog altijd als ideaal ttageslreefde Economische Un.ie.

- Het waren: het op 24 juli 1953 te 's-Gravenhage gesloten protocol betref- fende· de coördinatie van de economische en sociale politiek en het op 9 december 1953 te Luxemburg tussen dezelfde drie landen gesloten protocol betreffende de handelspolitiek.

· Ovmiddellijk na het in een apart arti-

~el op pag. 3 besproken ontwerp betref- fende onze voormalige krijgsgevange- nen aanvaardde de Kamer met 55 tegen 3 (communistische) stemmen het ·ont- werp tot wijziging van de Dienstplicht- wet, waarbij voor (een deel van) de derde divisie een maximum aantal van

~0 extra dagen voor l•erhalingsoefenin- gen boven het maximum van 85 dagen voor dit jaar wurdt toegestaan.

Ook onze v.v.d.-fractie stemde dus voor, maar zij deed dat toch niet dan nadat de heer K o r t ha 1 s een dUidelij- ke nadere toelichting van de minister bad gevraagd e11 verkregen omtrent de absolute noodzaak van deze VOOr velen toch wel harde r:~tregel.

De heer Korthals zei het in alle dui- delijkheid: De dienstplioot is - we we- ten het allen - voor de Nederlandse jongelingschap, maar voor het gehele maatschappeijlke leven eigenlijk, een zwaar offer, en extra-verplichtingen moeten wij slechts opleggen, wanneer het absoluut noodzakelijk is.

Men bedenke tocih wel, zo zei hij, wat enige weken extra opkomen betelrent voor de werknemer, die uit zijn positie wordt gehaald; wat het betekent voor de kleine ~elfstandige, de boer, de mid- denstander, die een van zijn zeer wei- nige werknemers voor enige tijd ziet vertrekken. En bovendien drong hij er op aan - en de minister ze~e dat met nadruk toe - dat nauwl-ettend zou wur- den toegezien, dat de voor herhalings- oefeningelk uitgetrokken tijd ook zo nuttig mogelijk wordt besteed.

's Ministers antwoord kwam op de hoofdzaak hierop neer, dat men geen oude schoenen mag weggboien alvorens men nieuwe heeft. Die derde divisie is in touw; heeft op het ogenblik een taak en zal die taak nog enige jaren moeten hebben.

Voorts is het zo. dat we in het wes- ter.. een verdediging hebben, die bepaald niet verminderd mag worden. We moe- ten ervoor zorgen, dat de mannen vol- komen op de hoogt-e zijn van de moder- nt: wijze van oorlogvoering, zodat de derd€ divisie zioh op dat gebied moet trainen en moet laten zien, wat zij kan.

Wanneer dat zo i s - zo was de eind- conclusie van onze woordvoerder, mede namens zijn fractie - dan heb ik daar- voor voldedig begrip en Óm die reden verklaar ik dus thans, mij met dit wets- ontwerp te kunnen verenigen. -

• • •

A

an het einde van die wèek wisselde de Kamer met minister Mansholt a.an de hand van een tweetal ministe- riële brieven of nota's, van gedachten

over de garantieprijs van de melk en de w{Jze van vaststelling van die prijs.

De regeling van het vorige jaar was gebaseerd op de gemiddelde kostprijs van de melk, 'waarop dan voor de be- drijven op de. zandgronden (de minder gunstige gebieden) een toeslag wordt gegeven.-

Voor het nieuwe "melkprijsjaar" (no- vember 1955-november 1956) had mi- nister Mansholt nu eenzelfde regeling vastgesteld, maar het Landbouwschap _ wilde een andere regeling-, waar de grote meerderheid der agrarische woordvoerders in de Kamer (ook onze

Bij dit debat heeft de heer Den Har- tog twee dingen gezegd, die wij hier in het bijzonder naar voren willen .halen.

De eerste opmerking was, dat het toch wel te betreuren was, dat ieder jaar

"gehr,rrewar" over de melkprijs ont- stond. Daarom vroeg hij overweging van de gedachte om, evenals in Enge- land en Amerika, de hoogte van de prijs, nadat deze eenmaal is vastgesteld, verder te koppelen aan bepaalde index-

cijfers.

_ De minister heeft zich daar voorlopig nogal gemakkelijk van afgemaakt door te zeggen: U spreekt wel van "geharre- war", maar dat geharrewar was niet nodig geweest, wanneer men zich "ril.aar aan de afspraken had gehouden. • Hij raadde de heer Den Hartog daarom aan, zijn gedachte eerst m::tar eens aan het Landbouwschap voor te leggen.

Ondertussen heeft de minister zich toch wel tot een nader gesprek met het Landbouwschap (indien tlit zich tot hem wendt) bereid verklaard en wellicht kan daar - zij het voor de toekomst - ook die suggestie van de heer Den Har- tog eens in alle rust worden bekeken.

Een tweede opmerking van de heer Den Hartog betrof do) subsidies oP de consumptiemelk. Geheel in overeen- stemming met OllF< streven naar beper- king en afschaffing der subsidies (weer een stuk bezuinigingsmogelijkheid, ook dOor de heer Van Leeuwen al meer ge- noemd) merkte de heer Den Hartog oP, dat we tooh eens ook van dit subsidie af moeten en dat in di~ richting bepaal- delijk moet worden gewerkt. In de rich- ting dus, dat ~ consument toch é én s de werkelijke prijs van de melk zal moe-

ten gaan betalen.

Hiermede verklaarde minister Mans- holt het volkomen eens te zijn.

• • •

ook de Eerste Kamer was op de 3lste januar.i bijeen en hier wijd- de voorzitter mr. Jonkman een keurige speech aan de jarige Prinses.

Verder wijdde deze Kamer de ti.id ''oor- namelijk aan de begroting van binnen- landse zaken, waarbij onze geestverwant mr. De Vos van Steenwijk o.a. zei het te betreuren, dat de bekende en (ook in de Tweede Kamer) veel besproken circu- laire van de minister aan de gemeente- besturen zo laat was· verzonden.

In vele gemeenten immers was de ont- werp-begroting reeds gereed, zodat met de in die circulaire gegeven nieuwe richtlijnen daarbij geen rekening kon worden gehouden.

Voor het overige vond spreker !k eis van de minister, dat gestreefd moet wor-

~.DEZE BURGER

heeft met brandende belangstelling, ilc mag wel zeggen: met roodgloeiende sympathie, kennis genomen van senator De Vos van Steenwijles pleidooi voor een kop-thee-met-iets-d'r bij

U en mijn partijgenoot had het over de ontvangsten door bestuurs- lichamen, waarbij niet zozeer stromen sjampanje over de rode tapijten stromen en kaviaar met soeplepels wordt opgediend, als wel de Canapeetjes met ditjes en datjes, de porten, de sherry's en de orrunsjoes-uit-blilc bij blqden vol worden rondgedragen langs de correcte doch steeds-uitge- hongerde bezoelcersschaar.

De heer De Vos van Steenwijk vond dat de heren bestuurderen tegen- woordig maar doen met die ontvangsten en dat een kopje thee met iets d'r. bij echt wel voldoende is.

Vindt deze burger 66k. En niet eens alleen omçiat de toastjes en de sherry's nu zp extravagant veel vragen vari de berooide openbare kas, maar omdat eenvoud nog steeds kenmerkend v66r het ware is en omdat als burgemeester of wethouder zè1f t h uj s ontvangt, privé en uit zijn particuliere middelen, hij hel ook niet zo breed laat hangen als hij ]1et exofiicio (niet) heeft. .

Gul zijn van andermans leer is een klein kunstje en het duidt bovendien op een foute mentaliteit; wie over de overheidskas beschikt moet deze met dezelfde - zo niet rpel nog zorgvuldiger - zorg behandelèn als hij het zijn eigen huishoudkas zou doen.

Maar wat wilt ge: het kreeft-met-mayonaise-bunleeren "op de kosten van de zaak" is een dagelijkse bezigheid van tienduizenden geworden. Het laten opdraaien door de zaak voor wat ge zelf niet betalen wilt of kunt uit eigen zak, is de gewoonste zaak van de wereld geworden. ·

Het is een soort klèin-profiteren dat kenmerkend is voor de geestesge- steldheid van wie - als het voor de zaak is - het zo nauw niet nemen:

Het is een kopje thee met wat erbij, maar dan zaJ de gemeenschap mij ook de sherry en de toastjes met zalm en paling verschaffen. ·,

Er zijn nog enkele ouderwetse jongens die vinden dat de overheid van zulk een héél-kleine-burger-mentaliteit verre moet blijven.

Tol deze jongens behoort, met volle overtuiging

DEZE BURGER

U n:BBUARI ltN - PAG. I

FRANS MURILOFF

PRESENTEERT Alexander Pola

in

het

Politiék-Çabaret

"'t Is Oud, 't blijft nieuw"

Veniere medewerkeaden zijn:

Dini de Neef

Rob

van Reijn ' Wouter Denijs

Leiden .. .. . ... . .. 28 Febl'Uari Strijen

29

Februári ])leppel

6

Maart ZUidhom 7 en 10

Maart

Emmeloord

9 Maart

Nieuwerkerk

a.d.

IJssel ...

13

Maart Tiel . .. .. .. .. .. .. ..

14 Maart

Gouda . .... ... . 16 Maart Alkmaar 1'7 Maart Rijswijk . . .. .. .. . 19 Maart Steenwijk 21 Maart Emmen .. .. . .. .. 24

Maart

Haarlem 10 April Zutphen 11 April Zaandam 12 April Groningen 23 April Eindhoven 27 April Utrecht . . . .. . 8 Mei Den Raag 9 en 30 Mei Almelo 17 Mei Apeldoom . . . 6

Juni

den naar een sluitende begroting, een

· normàle eis.

Op enkele onderdelen van het ge- meentelijk beleid gaf de minister richt- lijnen voor versobering. Maar, zo vroeg de heer De Vos van Steenwijk, zijn er niet nog meer gebieden aan te wijzen, waarop bezuinigd kan worden, vooral in de grote gemeenten? Is daar wel vol- doende sobez:heid?

Spreker had gehoord van een gemeen- te. die had besloten voortaàn bij ont- vangsten een zeer grote soberheid aan de dag te leggen en zich te bepalen tot

"een kopje thee met iets erbij". Indien dat inderdaad zo. is, dan zou deze ge- meente naar zijn mening een ju1st voor- beeld geven aan tal van collega-glil-

m~nten!

De heer De Vos van Steenwijk gaf bij deze begroting, mede met het oog op nogal scherpe uitlatingen in het jongste verslag van de parlementaire enquête- commissie 1940·1945, uiting aan zijn per- soonlijke gevoelens ten aanzien van de vroegere secretaris-generaal van bin- nenlandse zaken, mr. dr. K. J. Frede- riks.

Hij dacht aan diens huldiging door een aantal Israëlieten voor hetgeen hij tij- dens de bezetting voor een aantal hun- ner had gedaan. Hlj dacht ook aan het adres,· in 1946 door een aantal vooraan- staande Nederlanders tot dé minister v~n

binnenlandse zaken gericht en waarvnn de eerste ondertekenaar was de thar>s overleden kar·".,aal De Jong, met wie de secretaris-ge ·eraal tijdens zijn ambts- periode herhaaldelijk overleg pleegde en die steeds betoogd heeft, dat hij op :djn post moest blijven en niet mocht wijken.

Wanneer )Tlen nu na de bevrijding van oordeel mocht zijn geweest, dat een ~o

omstreden figuur als deze secretaris- generaal niet op zijn post kon blijven, dan komt toch de vraag op, of de rege- ring niet in een of andere vorm er uiting aan had moeten geven, dat zij des- niettemin waardering had ~oor hetgeen hij gedurende de bezettingsjaren op zijn moeilijke post had gedaan. De heer De Vos van Steenwijk bleef het persoonlijk betreuren, dat zulks niet was geschied.

Tenslotte moeten wij volstaan met de vermelding, dat onze Eerste-Kamerfrac- tie, met uitzondering van de heer :...ou- wes, haar stem niet heeft gegeven aan het wetsontwerp tot instelling van een productschap voor zuivel. De overwe- ging van de tegenstemmers was dezelfde als die van onze Tweede-Kamerfractie.

"De meerderheid van onze fractie" - zo zei prof. Molenaar o.a. - "heeft er bezwaar tegen, dat de zuivel er als het ware bij de oren wordt bijgesleept en naar een productschap wordt gedreven.

Dat is de reden, waarom de meerderhrid van onze fractie met dit wetsontwerp niet kan meegaan en dus zal tegern;tem- men".

Ook de fracties van de a.r., de c.h.

en de c.p.n. schaarden zich onder de tegenstemmers. Het ontwerp werd aan- vaard met 24 tegen 13 stemmen.

A.

(3)

Enigebeschouwingen overide motie-Ritmeester

De rechtvaa~digh.eid in het geding

* *

E r zijn mensen, die alleen reeds door

*

hun w ij z e van optreden weerstanden oproepen of die aanmerkelijk versterken.

Zij missen de soepelheid om, desnoods onder vol- : ledige handhaving van hun standpunt tegenover

· opponenten, toch blijk te geven van enig gevoel, van . enig begrip voor de reële ondergrond van een sterk verzet tegen een door velen onrechtvaardig geachte situatie. ·

Tot dezulken behoort ook de staatssecretaris van Oorlog, mr. F.

J.

Kranenburg, zoon van de bekende oud-hoogleraar, oud-voorzitter van de Eerste Kamer en oud-Staatsraad prof. mr:. R. Kranenburg.

Zeer sterk had dat de vroegere staatssecretaris van . Economische Zaken, de toen nog zeer jeugdige mr.

W. C. L. van der Grinten (1949-1951), die on- danks zijn erkende bekwaamheid in feite toch onge-

·schikt was voor het parlementaire werk.

Van mr. Kranenburg willen we dit laatste be- paald nog niet zeggen, maar zijn optreden, de vorige week, bij de behandeling van het wetsont-

"Werp met de lange naam: "Bepaling van de rechts- gevolgen van maatregelen, in bezet Nederlands ge- bied genomen met betrekking tot de rechtstoestand van militairen der Koninklijke Landmacht" was toch weinig gelukkig. .

Weinig gelukkig, nog geheel afgezien van zijn standpunt te dien aanzien. Hij gaf geen enkel blijk, ook maar iets te begrijpen van het geschokte rechts- gevoel van onze woordvoerder, de heer Ritmeester of van zijn partijgenoten, de heren Scheps en Goed- hart. En herhaaldelijk sprong hij, vooral tijdens de redevoeringen in eerste en tweede aanleg van de heer Ritmeester, op om de spreker te interrumperen;

iets, dat een bewindsman slechts bij hoge uitzonde-

ring pleegt te doen. -

Wij vragen van de bewindslieden zeker niet, dat zij zoete broodjes zullen bakken. Maar staatssecre- taris Kranenburg irriteert de Kamer meermalen en dat kan een bewindsman in zijn eigen belang è n in het belang van hetgeen hij verdedigt, bepaald beter vermijden!

W

aar het om gaat kan, na de publikàties in de.

dagbladen, hier eigenlijk in enkele woorden

w~rdeil gezegd. , ·

· Nadat eerst door de Duitse bezetter de dienst- plichtigen en het reservepersoneel met groot verlof waren gezonden, de beroepsofficieren op nonactivi- teit gesteld en de beroepsmilitairen beneden de rang van tweede luitenant ontslagen, werden later de ontslagen beroepsofficieren beneden de rang van tweede luitenant in krijgsgevangenschap gevoerd en werden de officieren op sluwe wijze opgeroepen en als krijgsgevangenen weggevoerd.

Het ontwerp beoogde nu die maatregelen te lega- liseren, na deze tot geoorloofde vormen te hebben

teruggebracht. _

De heer Ritmeester en degenen, die het met hem eens waren, achtten het nu in strijd met hun rechtsgevoel, dat militairen, die in krijgsgevangen- schap waren geweest, bezoldiging hadden ontvan- gen, maar dat deze n~et is betaald aan de militairen, die zich, overeenkomstig de oproep van de Neder- landse Regering in Engeland, aan die krijgsgevan- genschap onttrokken of ontvluchtten en waren on- dergedoken en aan het verzet waren gaan deel- nemen of naar Engeland waren overgestoken.

* * *

N

u begrijpe men goed: de heer Ritmeester ver- weet degenen, die in krijgsgevangenschap waren gegaan of geraakt, dat niet. Daarom zei hij ook, dat zij "op sluwe wijze" waren opgeroepen;

men zal zich nog herinneren, hoe dat is geschied Maar men zal moeten toegeven, dat de houding van degenen, die zich op alle mogelijke manieren daaraan hebben weten te onttrekken, in ieder geval hogelijk is te prijzen. Het zou, zo betoogde de heer Ritmeester, rechtvaardig zijn geweest, zo aan hen althans dezelfde salarissen en uitkeringen zouden zijn verleend, als aan hen, die als krijgsgevangenen zijn weggevoerd. .

Een ogenblik had onze geestverwant gemeend licht te zien. Dat was toen er een bespreking was van de Nationale Federatieve Raad van het V oor- malig Verzet Nederland (waarvan de heer Rit- meester, naar men weet, voorzitter is) met minister Staf, waarbij deze hoop gaf op een redelijk inzicht.

Maar de minister slaeg deze hoop de bodem in, toen hij in zijn beslissing aan de N.F.R. de betrokkenen weer verwees naar het Commissariaat voor Oorlogs- schade.

Een soort gunst dus en geen recht. Dat gaan naar het Commissariaat voor Oorlogsschade (dat ook on- voldoende geldmiddelen heeft trouwens) is het nu juist, wat men n i e t wil en onze woordvoerder voegde daaraan toe: wat ook om de hoogheid van de Staat niet m a g !

* * *

H

et gold hier dus wel duidelijk een Regerings- beslissing en deze moest de staatssecretaris nu eenmaal verdedigen. Maar wij herhalen: wat vooral irriteerde was het volkomen gebrek aan aan- voelen van het toch in wezen scheve en onrecpt- vaardigè in deze situatie en de botte wijze, waarop hij zijn afwijzingen inkleedde. En ook het gevaar, dat in deze houding is gelegen. Het gevaar namelijk, dat men in .het zeer onverhoopt voorkomen van een analogie in de toekomst zal redeneren: laten we maar· stil in krijgsgevangenschap gaan en blijven.

Mr. Kranenburg beriep er zich op, dat er geen rechtsband was tussen deze mensen en de Regering, maar de heer Ritmeester repliceerde fel: "Dan maakt U die rechtsband maar alsnog".

De staatssecretaris bleef er echtet bij, ,.dat er voor een nieuwe vorm van wetgeving volgens de Rege- ring geen plaats is en in de begrotingen ·van de beide Defensieministeries geen geld".

Aldus woordelijk het slot van Mr. Kranenburgs antwoord.

• • •

D

e heer Ritmeeste! toonde zich, terwijl de in- terrupties uit de Kamer en van achter de re- geringstafel heen en weer vlogen, allerminst over- tuigd.

Mr. Kranenburg had ook gezegd: Als we met deze mensen beginnen, moeten we dat ook doen (Zie vervolg pag. 4, onderaan)

BETALINGVAN ONZE KRIJGSGEVANGENEN

"Onttrek U zoveel mogelijk .... ", zei de Regering te Londen

I

(4)

De achtergronden van het succes van Poujade

Gevaren die onze mensheid bedreigen

Ontstellend velen menen te kunnen levensbeschouwelijke achtergron~ voor

leven zonder hun doen en

een laten

In het jaar ·t932 vroeg de leider van een grote Dnitse partij aan de Zwitser Max Picard, hoe het naar zijn mening toch mogelijk was, dat Hitier zo bekend was ge- worden en in korte tijd zoveel aanhangers had kunnen . vinden.

Deze wees.hem op de "Dlustrierte Zeitung", die op de tafel lag eîi zei hem, dat hij deze eens moest bekijken.

Op de eerste bladzijde stond de atbeetding van een bijna naakte danseres, op de tweede bladzijde oefende een bataljon soldaten met het machinegeweer, daaronder werd de geleerde X getoond in zijn laboratorium.

Op de derde bladzijde was de ontwikkeling van de fiets van het midden der negen- tiende eeuw af tot heden nitge~ld; daarnaast was een Chinees gedicht afgedrukt, op 'de volgende bladzijde waren gymnastiek-oefeningen van de arbeiders in de Y -fabrieken gedurende hun vrije tijd gefotografeerd. Daaronder stond het knopen- schrift van ee~ Zuid-Afrikaanse Indianenstam, op de tegenoverliggende bladzijde stond de afgevaardigde A "tijdens zijn zomervakantie.

"Dit is de wijze,'' zei Picard, "waarop de mens van heden de buitenwereld tot zich neemt. De mens van heden laat alle dingen naar zich toe bewegen in een onsamenhangende chaos, dit bewijst, dat ook zijn innerlijk een onsamenhangende

chaos is. ·

De mens van heden staat niet meer tegenover de onwankelbare gegevens der dingen en de dingen komen niet meer elk voor zich op hem toe, hij nadert de afzonderlijke dingen ook niet meer door een bijzonder besluit, doch naar de mens van heden, wiens innerlijk een onsamen- hangende chaos is, beweegt zich een uiterlijke, onsamenhangende chaos.

Er wordt in het geheel niet meer on- derzocht wat op iemand aankomt, doch xnen is tevreden d à t er - hoe dan ook - iets komt, en in deze onsamenhangen- de chaos kan alles en iedereen zich mengen - ook Adolf Hitler. Hij woont

den waren over de belastingen, een ver- schijnsel, dat op zichzelf helemaal niet een bepaald Frans verschijnsel is.

Immers, overal ter wereld schijnt men nu eenmaal liever weinig of geen belas- ting te betalen en overal vindt men poli- tieke partijen, die, als ze daar maar . enigszins de mogelijkheid toe zien, vóór de verkiezingen o.m. verklaren voor be- lastingverlaging te zijn.

Dat de Poujadisten het niet alleen aan de ontevreden winkeliers te danken heb- ben, dat ze thans ruim 11 % van het aantal stemmen verworven hebben, is nu overal wel duidelijk geworden. Maar nieC duidelijk is, hoe het mogelijk was, dat hun beweging, zonder een behoorlijk pro- gram - in de betekenis van een begin- selprogram kan men zelfs spreken van een volkomen ontbreken ervan - dit succes behaalde.

dan ook in het innerlijk van de. mens, - 1)el'nà"OO~'~ of

niet?

.zonder dat men merkt, hoe hij er is ~ ~

binnengeraakt en het hangt niet meer van de mens zelf doch van de handigheid van Adolt' Hitier af, of Hitier het inner- lijk van de mens alleen maar wil gebrui- ken voor een doortocht of dat hij er zich wil vasthaken."

Actuele Problemen I

In het Frankrijk van vandaag, waar de politiek naar het schijnt om de po- litiek wordt bedreven en politieke figu- ren als een Mendes-France, een Pinay, een Faure en een Duclos gehard zijn in de politieke strijd en hun mannetje !;!taan in het debat, treedt opeens een 35-jarige boekhandelaar, die men stellig niet on- intelligent mag heten, maar die het tegen de kei-harde politiekers naar veler over- tuiging wel zou afleggen~ naar voren en behaalt zijn beweging ruim 2% miljoen stemmen, hetgeen een zetelbezetting van 52 vertegenwoordigt.

In binnen- en buitenland staat men versteld. Men wist, dat in Frankrijk dui- . llienden kleine middenstanders ontevre-

Men noemt Ponjade een anti-semiet.

Als hij dat werkelijk is, dan zijn er ruim 2 miljoen Fransen, die niet vrij van anti- semietisme zijn. 1

Men noemt hem een fasolst. Indien dat inderdaad het geval is, dan is ruim 11 %. · van de Franse kiezers niet genezen van wat het fascisme. van Mussolint en het nazisme van Hitier Frankrijk aan smart en )eed en ongeluk bero'kkend hebben.

Ponjade verklaar·t het een, noch het ander te zijn. De tijd zal ieren, Of. zijn woorden waarheid bevatten. Dat hij zich voordoet als de sterke man, die Frankrijk nu eindelijk weer eens wll helpen aan iemand, die orde op zaken gaat stellen, ligt buiten elke twijfel. Ook die zijn aan- hangers hebben verkozen rn,óéten dit on- derkend hebben en daaruit mag dan worden geconcludeerd, dat ongeveer een tiende deel van Frankrijk niet wars is van een krachtfiguur.

Er zijn er, die beweren, dat Poujades succes een gevolg is van de Franse mentaliteit ten plattelande en in de

provincie, waar men gehecht is aan het bestaande, aan de bodem, aan zijn be- drijfje en zijn boerderijtje, waar men rus- tig wil leven op het stukje grond, dat men zich heeft verworven en dat men straks wil overdragen aan de oudste zoon.

Van dr. Baudet is onlangs een klein boekje verschenen, waarin men lezen kan, hoe dit verlangen in veler harten in Frankrijk sterk leeft. Maar als inder- daad Ponjade aan dat verschijnsel zijn succes te danken heeft, dan blijft er van vele beschuldigingen tegen hem en zijn aanhangers weinig over. Dan is hij niet de demagoog, die door heftige ob- structies, door verstoringen van bijeen- komsten van andere partijen en bewe- gingen, door rumoer en lawaai en zijn persoonlijke capaciteiten als volksmen- ner het licht ontvankelijke kiezersge- moed in opstand heeft gebracht.

Wanneer enige miljoenen Fransen mo- menteel niet opgewassen· zij.n tegen de structuurveranderingen van de maat- schappij tengevolge van de atomisering en de automatisering, de ontbinding van wat eeuwenlang als gebonden eenheid onwrikbaar leek en de bundeling . van nieuwe gemeenschappen, die men voor- heen niet mogelijk heeft geacht, dan is het Poujadisme niet alleen een conser- vatieve· beweging, maar zal het daaren- boven nog geruime tijd kunnen rekenen op d~ trouw van allen, die zich niet kun- nen aanpassen aan de nieuwe en de komende tijd. ·

In alle beschouwingen over het Po u-·

jadisme treft men grote tegenstellingen en misvattingen aan, die er op wijzen,

d~t de beweging in feite wordt ge- vreesd. En vrees is nu eenmaal in de politiek een slechte raadgeefster.

De gang van zaken in Frankrijk raakt de belangen van West-Europa. Dat staat vast. Een verscheurd en verdeeld Frankrijk is voor West-Europa 'n groot, zo niet een dodelijk gevaar.

Maar dit betekent nog niet, dat men in de andere West-Europese landen nu maar meteen de vrees moet hebben, dat de democratie ook daar · wel eens de hinder van het Franse verschijnsel zou kunnen ondervinden.

Het Poujadisme zal in Engeland geen enkele invloed kunnen uitoefenen.

Het zal dat stellig ook niet doen in de Scandinavische landen.

Italië kon er wel eens door beïnvloed worden. Er schijnt zich daar intussen al een soortgelijke beweging af te te- kenen.

Wat ons land betreft: het komt mij voor, dat er ten onz~nt weinig wijst op een zodanige geestesgesteld~eid bij ons volk, die ook maar enige kans voor politieke avonturiers biedt. De belastin- gen zijn, wie durft het ontkennen,

ewaar;

maar ons volk wéét, dat ons be- lastingstelsel aan hoge eisen wldoet.

Belastingontduiking wordt zwaar ge- straft, omkoperij komt niet voor, als de belastingdruk verminderd kan worden, dan wordt daarop van de zijde van ons parlement nadrukkelijk op gewezent iedere Nederlander weet, dat ons land arm en berooid uit de oorlog is geko- men, dat nadien een ramp van enorme omvang ons volk heeft getroffen, maar dat regering en volk, voorgegaan dooP een Vorstin, wier wijsheid, gevoel voop sociale rechtvaardigheid en soeiale voor- uitgang ·en verbetering tot wr over de grenzen als een lichtend voorbeeld geldt, het land door tegenspoed en rampen heen naar welvaart hebben geleid, hieJ'o bij zowel door werkgevers als werkne- mers naar vermogen gesteund.

Welvaart niet overal

Er bestaat, dunkt mij, dan ook niet de minste aanleiding om ons hier te lande van de wijs te laten brengen .door het succes van Ponjade in Frankrijk.

Maar dat wil niet zeggen, dat bij o•s alles even rooskleurig is. Dat er nergens ontevredenheid zou heersen.

Er is inderdaad welvaart en zeker is, dat brede volksgroepen daarin delen.

Maar men moet ziende blind zijn om te ontkennen, dat er niet duizenden zijn.

voor wie het leven uiterst moeilijk is en voor wie de welvaartssfeer, waarin zo..

velen verkeren, elke dag weer opnieuw een pijnlijke belevenis is, omdat zij nu eenmaal niet kunnen aanvaarden, dat in deze tijd hun moeilijkheden onoplosbaar zouden zijn.

Er is een woningtekort, dat, en daaJ'o over zijn we ·het allemaal eens, diep in- vreet op de geestesgesteldheid van dui- zenden woningzoekenden, vooral

op

die van jonge mensen, wier verlangen naar het stichten van een eigen gezin bij de dag groter en wier hoop op de verwezen- lijking ervan steeds minder wordt.

Er is ten onzent, en laten we dat eer- lijk erkennen, een verminderende be- langstelling voor de publieke zaak. Het woord van Thorbecke: Publiek recht, pu- blieke plicht, wordt door steeds mlnder · mensen verstaan. De verkiezing, al dan niet, van Abe Lenstra in het nationale elftal, wekt groter beroering dan de vraag, wie er minister-president wordt of minister >Van 0., K. en W.

De belangstelling voor de politieke bij- een!tomsten i~ in de laatste jaren sterk ' afgenomen.

Ons gehele politieke leven lijkt wat in·

het slop te zijn geraakt. Men krijgt de mensen niet warm meer.

Kwiinende belangsteRint voor de politiek

Belangrijker dan de vraag, hoe Pon- jade irt Frankrijk zijn succes heeft kun- nen behalen is momenteel voor ons het probleem, hoe we de Nederlandse kiezers en kiezeressen tot groter belangstelling · voor de politiek kunnen krijgen. En dan geloof ik, dat de oorzaken van deze ver- flauwde belangstelling helemaal niet alleen maar moeten worden gezocht In ons kiesstelsel.

De oorzaken liggen veel diéper. Het verbaast me, 'dat zo weinigen, die hier~

(Vervolg op pag. 6) CVerv<~lg van pag. 3)

voor alle b u r g e r s, die opgepakt zijn in de oorlog.

Met die burgers echter had de Regering, zoals de heer Ritmeester terecht vaststelde, inderdaad geen enkele verbintenis, zoals wèl het geval was met de militairen.

latere suggesties van de heer Scheps nog werd aan- gevuld. met de zinsnede: :" ... nodigt de Regering uit, met spoed met voorstellen, daartoe strekkende, te komen".

E

r is, na onze discussie met "Het Vrije Volk" ., 'over de bezuiniging, nog reden, hier iets aan toe te voegen.

Die burgers kunnen inderdaad hun schade laten vergoeden via het Commissariaat voor Oorlogs- schade, hoewel .ze veelal maar een gedeeltelijke ver- goeding krijgen, omdat er maar

.f

10 miljoen be- schikbaar was gesteld.

De voorstelling van zaken, alsof men dan ook plotseling die burgers zou moeten tegemoet komen, achtte onze geestverwant dus beslist onjuist.

Nogmaals: de heer Ritmeester was geenszins over- tuigd en kennelijk ook zeer verbolgen over de ge- prikkelde wijze, waarop van de' zijde der Regering dit debat werd gevoerd.

Met de socialistische afgevaardigden Scheps, Goedhart en Blom en onze geestverwanten Oud en Den Hartog als mede-ondertekenaren, diende de heer Ritmeester nu een motie in, luidende:

"De Kamer, gehoord de , besprekingen over het wetsontwerp 3390; is van oordeel, dat de militairen van iedere categorie, die zich aan de krijgsgevangen- schap hebben onttrokken .en . zich bij onze strijd- macht in Engeland hebben gevoegd of zijn onder- gedoken en zich bij het verzet hebben gevoegd, niet minder dienen te worden behandeld dan degenen, die. wel ia krijgsgevangenschap zijn gevoerd".

h amendement, dat door de heer Ritmeester op

* * *

D

e staatssecr.etaris wist niet beter te doen,. dan deze motie "wegens onduidelijkheid .en on- . overzienbare strekking" ernstig te ontraden en hij voegde daaraan toe, dat hij de Kamer "geen enkele illusie" kon geven, dat de Regering "iets kan doen om uitvoering te geven aan deze motie".

Hij kon deze houding ook daarom des te gemak- kelijker aannemen, aangezien zich hier - heel merkwaardig - een tegenstelling "links" tegen

"r'echts" openbaarde. Van de drie rechtse groepen kwam namelijk g~en geluid, dat erop duidde, dat men daar de voor het rechtsgevoel stuitende situatie voldoende aanvoelde.

Het, laatste woord van de staatssecretaris was het echter niet. Jiet moet hem toch niet pleizierig. ge- weest zijn, dat hij ook zijn directe geestverwaflten (of een deel van hen?) niet heeft weten te over- tuigen.

Toen de heer Vermeer (Arb.) kwam voorstellen, het wetsontwerp nu. aan te nemen, maar de verdere beraadslaging over de motie-Ritmeester-Scheps aan te houden, mits de staatssecretaris kon toezeggen, dat over de materie, die hier aan de orde was, over- leg zou plaats vinden met de vaste Commissie voor Oorlog en Marine, was zijn eerste (en tevens voor- lopig laatste) toeschietelijke woord~ "Een dergelijk overleg zeg ik gaarne toe" •

Hoewel hier liberalen en socialisten dus naast el- · ' kander hebben gestaan in een zaak, waar

2ij

de rech~. ,;

vaardigheid in het gedrang meenden te àien, achten wij het niet onmogelijk, dat het socialistisch orgaan ons zal willen toevoegen: daar hebt ge nu weer een geval, dat de V.V.D.-fractie met iets komt, dat weer

.geld kost. ·

Die toevoeging - we zeggen het maar bij voor-.

baat - is dan volkomen ten onrechte. Wij hebben in die discussie reeds klaar en duidelijk verklaard:

Ohdanks ons streven, om o~a. door meer efficiency en doelmatiger inrichting tot een sterke bezuiniging te komen op dat geweldige staatsapparaat en on- danks de zorgen, die we hebben over de hoogte van de staatsuitgaven in het algemeen, laten we ons toch het recht niet ontnemen, in bepaalde concrete·

gevallen wensen te uiten, die gHd kosten. En zeker laten we ons dat recht niet ontnemen, wanneer het gaat om gevallen van recht en rechtvaardigheid.

We kunnen daar echter nog aan toevoegen, dat de heer Ritmeester ons· verzekerde, dat het slechts gaat om enkele honderden gevallen èn dat van

"onoverzienbare kosten" geen sprake is, omdat ook hij het logisch vindt, dat rekening wordt gehouden met eventuele inkomsten, welke de betrokkenen hebben genoten dank zij het feit, dat zij zich aan die krijgsgevangenschàp hebben onttrokken. ·

Men spare ons dus voor legende-vorming, diç op niets is gebaseerd!

(5)

.,'t Is Otul, 't blijft nieuw,.

PREMIERE POLITIEK CABARET. LEIDEN Dinsdag 28 februari a.s. zal in 4e zaal "den Burgt" te Leiden de première van het politieke caba- ret onder leiding van Alexander Pola worden opgevoerd.

Mr. H. van Riel, de ondervoor- Kitter der partij zal in deze bij- eenkomst vóór de pauze het woord voeren.

De

partijvoorzitter prof. inr. P.

J. Oud zal, indien enigszins mo- gelijk deze eerste voorstelling van het politieke cabaret te Leiden

bi~wonen.

SIMPLUS

BRANDBLUSSERS

Officiëel goedgekeurd Talrijke attesten.

Veel meer waard dan de kostprijs!

SIMPLUS N. V.

DORDRECHT

(Vervolg van pag. 4)

over in de laatste tijd schreven, aan- dacht hadden voor de psychologische fac- toren en voor de • historische "groei" van de huidige lauwe interesse. Het is naar mijn overtuiging zo, dat er talrijke oor- zaken zijn, die in bepaalde perioden van een volksbestaan elkaar beïnvloeden en versterken.

Deze oor~o~aken nu liggen in verschil- lende vlakken;. van het maatschappelijk leven. Bestrijding ervan moet dan ook in wijder verband·' plaats vinden. Il\: bedoel dit: verbetering van het kiesstelsel heeft zeker zin, maar de betekenis ervan is gening, als .niet, tegelijkertijd op andere levensgebieden naar verbetering van' ontstane toestanden wordt gestreefd.

Wie zou menen, dat de· mensen wel meer belangstelling voor de publieke zaak zouden hebben, als ze maar eens wat meer afwiste:n van 'de staatsinrich- ting, overschat de betekenis daarvan.

Staatsburgerlijke opvoeding is de laatste jaren om strijd aángeprezen als het mid- del om de mensen tot wat meer belang- '"Btelling te brengen voor de publieke zaak.

En- terecht, maar waar men staatsbur- gerlijke opvoeding _gaat zien als het aan- brengen van kennis op staatkundig ter- . rein, slaat men de plank mis.

Waar dan begonnen moet worden?

Ik ving dit artikel aan met een be- schouwing van Max Picard. Ik- ont- leende haar aan zijn kleine boekje: "De mens zonder werkelijkheid". Welnu: de bron van ·alle oorzaken, welke we hier bedoelen, zullen we moeten zoeken in het feit, dat ontstellend veel mensen menen te kunnen leven zonder een levenswer- kelijkheid, zonder een levensbeschouwe- lijke ·achtergrond voor hun doen en laten.

Als we ons in ons land over één ding bezorgd moeten maken, dan is l)et daar- over: de vervlakking van het menselijk leven.

Ik geef toe: nog is het zo ver gelukkig hl Nederland niet.

Ondanks vele klaagzangen over massa- jeugd en massa-mensen, is de situatie heus niet zo slecht als sommige schrij- vers haar schilderen. Het is, om een enkel voorbeeld te noemen, nog altijd zo, dat de organisatie van ons politiek leven geschiedt rond beginselen en niet rond belangen om rond de een of andere ster- ke man (of politiek avonturier). Maar dat zou wel eens anders kunnen worden als we niet oppassen!

VAN MOURIK

Op zeer gunstige voorwaarden

le

Hypotheek vanaf

3~%

en voor de boerderijen vanaf 314%

Offerte zonder verplichtingen

Alg. Assurantiekantoor van- Asbeck

Diepenheimseweg 81_ GOOR tel. K 5470-816 b.g.g. 896

Cople voor deze rubr.ek te :renden naar:

MejuHr. Joh. H. Springer, Alexander- ttraat 16, Hoarlem.

Amsterdams initiatief verdient navolging

H

et is van zelfsprekend altijd nut- tig en nodig om de reeds aange- sloten leden wakker te houden en tot activiteit aan te sporen.

Maar het is evenzeer nodig belang- stelling voor de liberale gedachte op te wekken bij andersdenkenden. En vooral bij "niet-politiekdenkenden", zoals er, vooral bij de vrouwen,~ nog al te veel bestaan.

Vanuit deze gedachtengang heeft barones van Harinxma thoe Slooten te Amsterdam een middag-bijeen- komst bij zich thuis georganiseerd voor een aantal a-politieke dames.

Van de circa 25 genodigden waren er 16 gekomen, uit geheel uiteenlo- pende milieu's, en alle 16, vrouwen, die nog nooit naar een politieke bij- eenkomst waren geweest, noch iets wisten omtrent bestaande vrouwen- organisaties.

Behalve deze nieuwelingen-in-de- politiek had mevrouw van Harinxma ook een aantal getrouwde Amster·

damse vrouwelijke leden uitgenodigd en.-als spreekster was daar mejuf- frouw mr. J. Hefting, lid van de ge- meenteraad Utrecht voor de V.V.D., die een causerie. heeft gehouden over het onderwerp: "Waarom moet de vrouw. deelnemen aan het openbare leven?". De discussie die daarop is gevolgd heeft bewezen dat de opzet van mevrouw van Harinxma, belang.

stelling te wekken, goed is geslaagd:

De initatiefneemster is nu van plan deze dames en enigen, die ditmaal ver~

hinderd waren, aoch wel belangstel- den, nogmaals uit te nodigen en dan meer op de V.V.D. beginselen in te gaan - zij krijgen tevens allemaal een·

vouwblad van de Amsterdamse afde- ling van "Vrouwenbelangen".

E.S.r.

Hoe denkt U over een

~oopavond?

- De Nederlandse Huishoudraad, waar wij ook bij aangesloten zijn, houdt een enquête over deze vraag.

Onze centrale-vertegenwoordigsters hebben een aantal enquête-formulie- ren ter verspreiding ontvangen. Invul- ling kan geschieden volgens een be- - spreking op een vrouwenbijeenkomst,

maar ook individueel.

In elk geval moeten de formulieren vóór 26 februari bij ondergetekende weer terug zijn.

J.H.S.

Het Algemeen Secl'etariaat van de Volkspartij voor Vrijheid en Democratie is gevestigd Konin- ginnegracht 61 te 's-Gra._venhage, telefoon 111768 en 1143'15, giro 67880.

Komende Middenstands- forumavonden

In samenwerking met de betrok-ken afdelingsbesturen heeft de Landelijke Middenstandscommissie de volgende bij- eenkomsten, waarin een .i>Iiddenstands- fort!m zal optreden, belegd:

Maandag 13 februari 20 uur, te Leiden in "Het Gulden Vlies", Breestraat.

Maandag 20 februari 20 uur te Arnhem. • Dinsdag 13 maart, 20 uur te Zwolle,

in hotel Peters, Grote Markt.

. Deze bijeenkomsten zijn ook toegan- kelijk voor leden van omliggen~e af·

delingen.

N.V.

n

FEBB11:ABI ltiJI - PAft. I

Staaldraadkabel· en Herculestouwfabriek

voorheea

J~

}. C. DEN llA4N

[ GORINCHEM I

r.;u H;.,

I I

TJJll IS GELll

Geen verbeuzeling van lijd met bijkomstigheden. Zaken doen in grote elficienfe stijl is a/leen mo·

gelijk voor de zakenman, die zijn geldzaken doet door lussenkomst

van zijn bankier

atel

niet 11/f

fot

morgen,

waf

U lieden

door ons

k11nl laten doen.

I I I I I I I

I I I I I I I

I HOLLANDSCHE BANK-UNIE N.V. I L .

AMSTERDAM • DEN HAAG • ROTIERDAM

.J

.

---

De Nederlandse motor , met een wereldreputatie{

N.V. Appingedammer Bronsmotorenfabriek Appingedam

Werft leden voor de V. V.D. !

ONDER GARANTIE

Word ahonné op Vrijheid en Democratie

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Niet minder verheugend is het feit. dat ook voor natuur- en landschap toe- nemende belangstelling wordt gevonden en dat met name onder de jeugd deze

Conventie betreffende de Rechten van de Mens, toch hebben de eerste twee punten volgens H. geen':·waarde, zolang de Eur~ese burger zi~n finan- ciële

Nu weet ik niet, aldus pater Stokman, waarin dit ge- brek aan belangstelling precies heeft be- staan of waaruit het is gebleken, maar ik ben mij er wel van

dachten kwamen als die boze V.V.D.-ers. die zei: WÎ.Î geven een veel te groot deel van het nationaal inkomen aan Overheidsuitga- ven uit. Zij had- den allen

Een vierde punt. Een van Prof. Rommes ernstigste grieven is, dat de liberale frac. tie in de Tweede Kamer zich gekeerd heeft tegen de door de Minister van

Maar juist dit bewustzijn legt ons allen dan ook de verplichting op, ons voortdurend te bezinnen op die fundamentele vragen, die Thorbecke centraal stelde en

J. o e Commissie voor het Statuut van de Vrouw heeft onlangs haar 6de bijeenkomst te Genève gehouden. Deze Commissie is een onderdeel van de Economische en Sociale

tegen blikseminslag. Er wor- den daardoor allerlei situaties gescha- pen, waarin het geloof wordt tot een remmende factor en waardoor het iets van zijn