Vraag nr. 370 van 20 april 1998
van de heer LEONARD QUINTELIER Beplanting langs gewestwegen – Beleid
Een niet te verwaarlozen gedeelte van het groen in Vlaanderen wordt gevormd door de beplantingen aangebracht langs de gewestwegen. De diensten van het Vlaams Gewest staan in voor de aanplan-ting en het onderhoud van deze beplanaanplan-tingen. De belangrijkste functie van deze aanplantingen is zonder twijfel de schermfunctie. Daarnaast kunnen deze beplantingen echter ook een significante eco-logische rol vervullen.
1. Hoeveel bomen en struiken worden jaarlijks door de diensten van het Vlaams Gewest langs gewestwegen aangeplant ?
2. Welke soorten vormen hiervan de hoofdmoot ? Wat zijn de criteria die worden gebruikt om bepaalde (mengelingen van) soorten te verkie-zen ?
3. Waar worden deze planten aangekocht ? Is het betrokken plantgoed gewonnen uit zaad van inheemse genotypes ?
Antwoord
1. Bij de administratie Wegen en Verkeer bestaat er geen vaste planning voor een jaarlijkse her-haalde aanplanting. Het aantal aangeplante bomen en struiken varieert derhalve jaarlijks. Voor het plantseizoen 1997-1998 werden er door de vijf provinciale afdelingen van de administratie Wegen en Verkeer samen circa 5.000 bomen en circa 185.000 haag-, b o s g o e d-planten en heesters aangeplant.
Buiten deze cijfers vallen de 330.000 bomen die op de middenberm van de El9 werden geplant (Brussel-Antwerpen).
2. Wat de bomen langs de gewestwegen betreft, wordt in hoofdzaak gekozen voor inlandse, streekeigen soorten zoals de eik, de esdoorn, d e valse acacia, de berk, de linde, de es en de paar-d e k a s t a n j e. Dit is overigens ook het geval voor de overige beplanting (bosgoed en heesters).
De criteria die worden gehanteerd om de keuze van de planten te bepalen, hangen onder meer af van de te beplanten ruimtes, de functie die de planten te vervullen hebben, de bodemgesteld-h e i d , de resistentie tegen milieuverontreiniging, de ziekte- en insectengevoeligheid, de dichtheid en de grootte van het gewas, en de kostprijs is eveneens van doorslaggevende betekenis. Bij de El9-aanplanting werd ook speciaal reke-ning gehouden met het "sociaal" karakter van de bomen. Hier werd namelijk gekozen voor de volgende groepsgewijze combinaties :
haagbeuk – inlandse – eik – tamme kastanje ; valse acacia – grauwe els – abeel ;
es – ruwe berk – abeel.
3. De aankoop en de levering van de planten vor-men een onderdeel van een aanbesteding. D e betrokken aannemers kopen de planten aan bij erkende boom- en plantenkwekers, die op hun beurt de soortechtheid en herkomst van inheemse soorten met een label waarborgen. Sommige soorten worden gestekt, zoals lugus-trum, en andere gezaaid, zoals eik.
De dienst Teeltmateriaal is verantwoordelijk voor de certificatie van het bosbouwkundig t e e l t m a t e r i a a l . In de activiteiten van deze dienst past ook de fytosanitaire controle van de kwe-kerijen.