Vraag nr. 311 van 20 maart 1998
van de heer JOHAN MALCORPS NV Derese Zedelgem – Locatie
Het slachthuis NV Derese Roger uit Zedelgem is reeds vele jaren de oorzaak van heel wat milieu-h i n d e r, ongenoegen en klacmilieu-hten van de buurtbewo-n e r s. NV Derese Roger is eebuurtbewo-n ibuurtbewo-ndustrieel slacht-huis.
De bewoners hebben een bezwaar ingediend bij de minister van Leefmilieu tegen de milieuvergunning klasse 1, verleend door de bestendige deputatie van West-Vlaanderen op 11 december 1997. H e t betreft een milieuvergunning voor het aanpassen en herschikken van een afvalwaterzuiveringsinstal-latie.
De inrichting bevindt zich in een woongebied van het gewestplan Diksmuide-To r h o u t , waarin uit-drukkelijk wordt vermeld dat de woongebieden bestemd zijn voor wonen, alsmede voor handel, d i e n s t v e r l e n i n g, ambacht en kleinbedrijf, v o o r z o v e r deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewe-zen gebied moeten worden afgezonderd. I n t u s s e n is het bedrijf sterk uitgegroeid en is het ontegen-sprekelijk geen kleinbedrijf.
Het bijzonder plan van aanleg (BPA) Sint-Elooi, hier van toepassing, vermeldt uitdrukkelijk als voorwaarde dat de hinder veroorzaakt door de inrichting beperkt moet blijven tot de perceels-g r e n z e n , en dat de woninperceels-gbuurt niet wordt perceels- gehin-derd door geurhinder, gas- of stofemmissies, n o c h door andere hinderlijke uitwasemingen, noch door trillings- en geluidshinder, afvalopstapeling en der-g e l i j k e. Ook stelt de der-gemeente Zedelder-gem in haar advies bij de betrokken milieuvergunningsaan-vraag dat er geen geurhinder mag optreden.
Ten slotte vermeldt de verleende milieuvergunning onder meer dat de exploitant een geurstudie en een geluidsstudie dient te laten uitvoeren door een erkende milieudeskundige, waarin de eventueel noodzakelijke saneringsmaatregelen worden aan-g e aan-g e v e n . De studie moet binnen een termijn van zes maanden worden bezorgd aan de afdeling Milieuvergunningen van de administratie Milieu-, N a t u u r- , Land- en Waterbeheer (Aminal) en aan de bestendige deputatie van We s t - V l a a n d e r e n . H e t gevolg van deze termijn is dat de minister bij de beoordeling van dit dossier geen rekening zal kun-nen houden met deze studie daar deze er wellicht
nog niet zal zijn, zodat dit geen afdwingbaar karak-ter heeft.
Hoort een dergelijk grootbedrijf uit oogpunt van ruimtelijke ordening, zowel op basis van het gewestplan als op basis van het geldende BPA , thuis in een woongebied ?
Heeft de minister reeds een herlokalisatie voor dit bedrijf overwogen ?
Antwoord
Het bijzonder plan van aanleg "Sint-Elooi", g e w i j-zigd bij ministerieel besluit van 9 juni 1992, is van latere datum dan het op 5 februari 1979 vastgesteld g e w e s t p l a n . De inrichting dient aldus te worden getoetst aan de voorschriften van het bijzonder plan van aanleg, en niet aan het voorschrift "woon-gebied" van het gewestplan.
Het behoort tot de bevoegdheid van de overheid die zich uitspreekt over de milieuvergunning, om te beoordelen of het bedrijf beantwoordt aan de ste-denbouwkundige voorschriften van het bijzonder plan van aanleg.