Vraag nr. 127 van 5 januari 1998
van de heer JOHAN MALCORPS
RWZI Waregem – Te ch n i s che kenmerken – Financiering
Er rijzen vragen over de nieuwe rioolwaterzuive-ringsinstallatie (RWZI) in Wa r e g e m , zowel inzake de technische kenmerken als inzake de financie-ring.
1. Klopt het dat de NV Aquafin voor deze splin-ternieuwe RWZI een afwijking inzake de emis-sienormen heeft gevraagd (een zogenaamde exoneratie) ? Voor welke normen ?
Wat is het standpunt van de minister ?
2. Klopt het dat Aquafin in deze RWZI een zand-en koolfilter heeft geïnstalleerd zonder officiële goedkeuring ? Wat is hiervan de reden ? Is dit dan een investering die financieel voor 100 % voor eigen rekening van Aquafin is ?
3. Deelt de minister de mening van zijn voorgan-ger, die akkoord ging met het standpunt van de Vlaamse Milieumaatschappij (VMM) dat Aqua-fin de investeringen in deze RWZI die niet waren opgenomen in het technisch plan en geen officiële goedkeuring hadden, zelf moet betalen ? Hoe wordt dit dan verrekend ?
4. Op hoeveel capaciteit–inwonersequivalent (IE) is deze RWZI berekend ? Wat is het procentu-ele aandeel van de bevolking respectievelijk van de industrie ?
Antwoord
1. Door de NV Aquafin werd een tijdelijke afwij-king van de lozingsnormen aangevraagd voor de CZV-norm (chemische zuurstofvraag). Deze vraag werd op 7 oktober 1997 afgewezen. 2 en 3. De kooldosering en de zandfiltratie (er is
geen koolfilter) worden geïnstalleerd met goed-keuring van het Vlaams Gewest conform het aangepast technisch plan, en dit bij wijze van t e s t i n s t a l l a t i e. De kosten hiervoor zullen dus aan de NV Aquafin worden terugbetaald. 4. Het technisch plan van 1993 van de RW Z I
Waregem werd opgemaakt voor 80.000 IE. N a uitvoering van de projecten van de investerings-programma's en het totaal rioleringsplan (TRP)
bedraagt het aandeel van het huishoudelijk afvalwater 39 % op debietbasis en 36 % op B Z V-basis (biochemische zuurstofvraag), d u s gemiddeld ongeveer 32.000 IE.