Ontwerpnotulen College van Burgemeester en Schepenen maandag 8 februari 2021
Aanwezig:
Jan de Keyser, burgemeester-voorzitter
Els Roelof, Katrien Talloen, Delphine Roels, Geert Pyfferoen, Sam Van de Caveye, Sebastian Vande Ginste, schepenen
Jan Compernol, algemeen directeur
De voorzitter verklaart de zitting voor geopend om 14:00 uur.
BESLOTEN ZITTING Bestuur en Beleid
Notulen
1. Goedkeuren van de notulen van de vorige zitting van het College van Burgemeester en Schepenen
Het College van Burgemeester en Schepenen 1. Bevoegdheid
- Decreet Lokaal Bestuur, in het bijzonder artikel 50 2. Rechtsbronnen en adviezen
- Huishoudelijk reglement voor de Gemeenteraad, vastgesteld door de Gemeenteraad op 18 april 2013
3. Feiten en argumenten
De notulen van de vorige vergadering worden goedgekeurd op de eerstvolgende vergadering van het College van Burgemeester en Schepenen.
De goedgekeurde notulen worden ter beschikking gesteld van de gemeenteraadsleden via het raadsnet.
4. Financiële gevolgen en link naar beleidsplan
Deze beslissing kadert in actieplan 11.2 (De werking en besluitvorming van de bestuursorganen worden professioneel ondersteund) – actie 11.2.2 (redactie besluiten) van het beleidsplan 2020- 2025.
BESLUIT:
Enig art. – Het College van Burgemeester en Schepenen keurt de notulen van de vorige vergadering, die doorging op 1 februari 2021, goed.
Algemeen beleid & coördinatie
2. Advies verlenen over het agendapunt ‘Bekrachtigen van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 13 januari 2021 'Goedkeuren van het protocol voor de
elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) naar de gemeente Oostkamp in het kader van het doorgeven van persoonsgegevens conform artikel 34/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve
gezondheidsbeleid''
Het College van Burgemeester en Schepenen verleent een gunstig advies over het agendapunt
‘Bekrachtigen van de beslissing van het College van Burgemeester en Schepenen van 13 januari 2021 'Goedkeuren van het protocol voor de elektronische mededeling van persoonsgegevens van het Agentschap Zorg en Gezondheid (AZG) naar de gemeente Oostkamp in het kader van het doorgeven van persoonsgegevens conform artikel 34/1 van het decreet van 21 november 2003 betreffende het preventieve gezondheidsbeleid'’ en vraagt de voorzitter van de Gemeenteraad om het punt te agenderen op de volgende Gemeenteraad.
3. Advies verlenen over het agendapunt ‘Afsluiten van een samenwerkingsovereenkomst met de scholengroep Karel de Goede vzw met betrekking tot het gebruik van de infrastructuur van de VBS De Sprong Waardamme’
Het College van Burgemeester en Schepenen verleent een gunstig advies over het agendapunt
‘Goedkeuren van de notulen van de vorige zitting van het College van Burgemeester en Schepenen’
en vraagt de voorzitter van de Gemeenteraad om het punt te agenderen op de volgende Gemeenteraad.
Wonen & Omgeving
Ruimtelijke Ordening - verlenen van advies
4. Advies verlenen over het agendapunt Vaststellen prioriteitenkader en handhavingsplan ruimtelijke ordening en milieu in kader van de intergemeentelijke omgevingshandhaving'
Het College van Burgemeester en Schepenen verleent een gunstig advies over het agendapunt
‘Vaststellen prioriteitenkader en handhavingsplan ruimtelijke ordening en milieu in kader van de
intergemeentelijke omgevingshandhaving’ en vraagt de voorzitter van de Gemeenteraad om het punt te agenderen op de volgende Gemeenteraad.
5. Verlenen van een gunstig advies over het agendapunt ‘Vaststellen van het stratentracé en instemmen met de wegenis-, riolerings-, en infrastructuurwerken van de omgevingsaanvraag van Hectaar tot het bouwen van 12 woningen, het aanleggen van een weg met bijhorende
infrastructuur en omgevingsaanleg, Hogendaledreef, 8020 Oostkamp, sectie F, 341G, 336S, 3°
afdeling
Het College van Burgemeester en Schepenen verleent een gunstig advies aan het agendapunt
‘Vaststellen van het stratentracé en instemmen met de wegenis-, riolerings-, en infrastructuurwerken van de omgevingsaanvraag van Hectaar tot het bouwen van 12 woningen, het aanleggen van een weg met bijhorende infrastructuur en omgevingsaanleg, Hogendaledreef, 8020 Oostkamp, sectie F, 341G, 336S, 3° afdeling’ en te vragen aan de voorzitter van de gemeenteraad om het punt te agenderen op de volgende Gemeenteraad.
Ruimtelijke Ordening - openbare onderzoeken
6. Organiseren openbare onderzoeken in het kader van omgevingsaanvragen die opstarten tussen 6 februari 2021 en 9 februari 2021
Het College van Burgemeester en Schepenen 1. Bevoegdheid
-Decreet lokaal bestuur van 22 december 2017 in het bijzonder artikel 56, §2.
-het Decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
2. Rechtsbronnen en adviezen
-art. 67 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
-Decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid.
-Besluit van de Vlaamse Regering van 1 juni 1995 houdende algemene en sectorale bepalingen inzake milieuhygiëne (VLAREM II), en latere wijzigingen.
3. Feiten en argumenten
Volgens voormeld artikel moet voor sommige dossiers in het kader van een
omgevingsaanvraag een openbaar onderzoek worden georganiseerd waarbij de aanpalende eigenaars worden aangeschreven en het dossier ter inzage ligt aan loket 4 ‘wonen en
omgeving’ gedurende 30 dagen.
4. Financiële gevolgen en link naar beleidsplan
Deze beslissing kadert in actie 5.2.2. van het beleidsplan 2020-2025 Geen uitgave voorzien.
BESLUIT:
Enig art. – Het College van Burgemeester en Schepenen beslist om een openbaar onderzoek te organiseren met betrekking tot volgende dossiers:
1.
JPB Building, Hoogveldstraat 7, 8020 Oostkamp tot het verkavelen van een grond in 4 kavels voor ééngezinswoningen, 6 kavels voor private garages, 1 kavel voor een private fietsenberging en 2 kavels voor ontsluitingsinfrastructuur, na sloping van de bestaande bebouwing, gelegen Molenstraat 36, 8020 Oostkamp. Sie H, 882S, 883K, 884B2, 3e afdeling.
Openbaar onderzoek van 6/02/2021 tot en met 07/03/2021.
OMV_2020169287 V/731/1
2.
Vivendo, Magdalenastraat 20 B1,8200 Sint Andries Brugge, tot het bouwen van 16+6 sociale huurappartementen, gelegen Fabiolalaan, 8020 Oostkamp, 3e afd, sectie H nrs 0960 W4 – 0960 V4
Openbaar onderzoek van 9/02/2021 tot en met 10/03/2021
OMV_2020162683
Ruimtelijke Ordening - meldingen
7. Akte nemen van een melding van Decoutere Hanne & De Clerck Nico, Muntestraat 7, 8020 Hertsberge, tot het uitbreiden van de woning, gelegen Muntestraat 7, 8020 Hertsberge. Sie D, 823t, 4e afdeling
Dossiernummer Omgevingsloket Gemeentelijk dossiernummer
OMV_2021008306 2021/21
Besluit van het college van burgemeester en schepenen tot aktename van de melding van Decoutere Hannede heer De Clerck Nico voor stedenbouwkundige handelingen te Oostkamp, Muntestraat 7 De melding ingediend door Decoutere Hanne en de heer De Clerck Nico met als adres Muntestraat 7, 8020 Oostkamp werd per beveiligde zending verzonden op 23 januari 2021.
Deze melding werd onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet van 5 april 1995 houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening en hun uitvoeringsbesluiten.
Artikel 111 van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning luidt:
“De bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, gaat na of de gemelde handelingen of exploitatie meldingsplichtig zijn of niet verboden zijn bij of krachtens:
1° artikel 5.4.3, § 3, van het DABM;
2° artikel 4.2.2, § 1, van de VCRO.
Als de handelingen of de exploitatie meldingsplichtig en niet verboden zijn, neemt de bevoegde overheid, vermeld in artikel 107, akte van de melding. Ze bezorgt de meldingsakte per beveiligde zending aan de persoon die de melding heeft verricht binnen een termijn van dertig dagen vanaf de dag na de datum van ontvangst van de melding.
Als de handelingen of de exploitatie niet meldingsplichtig of verboden zijn, stelt de overheid, vermeld in artikel 107, de persoon die de melding heeft verricht binnen dezelfde ordetermijn daarvan in kennis. In dat geval wordt geen akte genomen en wordt aan de melding geen verder gevolg gegeven.”
Voorwerp van de melding
De melding heeft betrekking op een terrein, gelegen te Muntestraat 7, 8020 Oostkamp, kadastraal bekend als: Afdeling OOSTKAMP 4 AFD (HERTSBERGE), sectie D, 0823 T .
De melding omvat de volgende stedenbouwkundige handelingen:
VERBOUW_MET_ZF_ZW Gebouw of
Constructie Uitbouw
veranda Verbouwen en/of uitbreiden zonder functiewijziging en zonder wijziging van aantal
woongelegenheden Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens plannen van aanleg + bijhorende voorschriften
De aanvraag is volgens het gewestplan Brugge-Oostkust (KB 07/04/1977) gelegen in een woongebied.
De aanvraag is gelegen binnen een gebiedsdekkend provinciaal RUP Solitaire vakantiewoningen.
Goedgekeurd dd. 05/06/2015. Dit RUP is niet relevant voor huidige aanvraag. De aanvraag is niet gelegen binnen een gemeentelijk BPA / RUP. De aanvraag is gelegen binnen de vergunde, niet vervallen verkaveling C.V.H.C. nv V/534/1, goedgekeurd dd. 13/11/2002.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De bepalingen van de vergunde, niet vervallen verkaveling C.V.H.C. nv V/534/1 zijn van toepassing.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is in overeenstemming met de voorschriften.
Beschrijving van de aanvraag
De omgevingsmelding omvat het bouwen van een aanbouw in het verlengde van de rechter zijgevel, met een totale oppervlakte van 26 m² aan een bestaande woning ter uitbreiding van de leefruimte.
Het betreft een aluminium constructie met glas, waarbij de oppervlakte van het glas kleiner is dan 75%
van de totale oppervlakte. De constructie heeft een totale hoogte van 3.00 m (plat dak), een breedte van zo’n 6.00 m en een bouwdiepte van 4.50 m. De totale bouwdiepte van de woning komt hierdoor op een 13.00 m.
Bevoegdheid
De melding heeft geen betrekking op een Vlaams of provinciaal project, noch op een ingedeelde inrichting van klasse 1, noch op een gemeentegrensoverschrijdend project.
Het college van burgemeester en schepenen is dan ook bevoegd voor de aktename.
Onderzoek van het meldingsplichtig en niet-verboden karakter
Er zijn geen ingedeelde inrichtingen of activiteiten verbonden aan de melding.
De melding is gelegen in woongebied volgens het gewestplan ‘Brugge-Oostkust’.
Er wordt voldaan aan het volgende artikel van het besluit van de Vlaamse Regering van 16 juli 2010 betreffende de meldingsplichtige handelingen ter uitvoering van de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening:
Artikel 4. Voor de oprichting van bijgebouwen die aangebouwd zijn aan de hoofdzakelijk vergunde of vergund geachte woning, wordt de vergunningsplicht vervangen door een verplichte melding als aan de volgende voorwaarden voldaan is.
1° er wordt geen vergunningsplichtige functiewijziging doorgevoerd;
2° het aantal woongelegenheden blijft ongewijzigd;
3° de totale oppervlakte van de bestaande en de op te richten aangebouwde bijgebouwen bedraagt maximaal 40 vierkante meter;
4° de gebouwen worden geplaatst in de zijtuin tot op 3 meter van de perceelsgrenzen of in de achtertuin tot op 2 meter van de perceelsgrenzen;
5° de hoogte is beperkt tot 4 meter.
In afwijking van het eerste lid, 4°, mag, als het hoofdgebouw is opgetrokken op of tegen de
perceelsgrens, het aangebouwde bijgebouw ook opgetrokken worden op of tegen de perceelsgrens, tegen een bestaand aanpalend gebouw, als de bestaande scheidingsmuur niet gewijzigd wordt. De bouwdiepte van het nieuw op te richten aangebouwde bijgebouw overschrijdt de bouwdiepte van het aanpalende gebouw niet.; Voor de toepassing van dit artikel worden als bijgebouwen
beschouwd : de fysiek aansluitende aanhorigheden die in bouwtechnisch opzicht een rechtstreekse aansluiting of steun vinden bij het hoofdgebouw.
De gemelde stedenbouwkundige handelingen zijn meldingsplichtig en niet verboden.
Besluit
Artikel 1. Er wordt akte genomen van de melding ingediend door Decoutere Hanne en de heer De Clerck Nico voor de in het meldingsdossier opgenomen stedenbouwkundige handelingen.
Artikel 2. De plannen en het meldingsdossier waarop deze akte gebaseerd is, maken integraal deel uit van de meldingsakte.
Uitvoerbaarheid
U mag het project uitvoeren of exploiteren de dag na de datum van de betekening van de meldingsakte.
Aanplakking
U moet de meldingsakte bekend maken door de aanplakking van een affiche op de plaats waar het voorwerp van de melding uitgevoerd zal worden conform artikel 139 BVR OVG.
De aanplakking gebeurt door de gemeente.
De aanplakking gebeurt conform artikel 59 BVR OVG waarbij de vergunningsaanvrager gelezen moet worden als de persoon die de melding verricht. Het opschrift van de aan te plakken affiche luidt :
"BEKENDMAKING MELDINGSAKTE".
Verval
De meldingsakte vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de gemelde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de meldingsakte;
2° als het uitvoeren van de gemelde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de gemelde gebouwen niet winddicht zijn binnen drie jaar na de aanvang van de gemelde stedenbouwkundige handelingen;
4° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de meldingsakte aanvangt.
De meldingsakte voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de gemelde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan.
Beroepsmogelijkheid
U kan tegen deze beslissing een verzoekschrift tot schorsing en/of vernietiging indienen bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen op het volgende adres:
Raad voor Vergunningsbetwistingen p/a Dienst van de Bestuursrechtscolleges Koning Albert II-laan 35 bus 81
1030 Brussel
U doet dit op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending (dit is per aangetekende brief of door neerlegging ter griffie) binnen een vervaltermijn van 45 dagen die ingaat de dag na de betekening van deze beslissing.
Het verzoekschrift wordt in vijfvoud ingediend, namelijk één origineel en vier afschriften (fotokopies of een digitale kopie). Gelijktijdig met de indiening van het verzoekschrift stuurt u een afschrift van het verzoekschrift ter informatie aan de verwerende partij (dit is de overheid die de beslissing genomen heeft).
U bent een rolrecht verschuldigd van:
- 200 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot vernietiging;
- 100 euro bij het indienen van een verzoekschrift tot schorsing of tot schorsing wegens uiterst dringende noodzakelijkheid.
U betaalt het rolrecht binnen een termijn van 15 dagen, die ingaat de dag na deze van de betekening van het verzoek daartoe door de griffier van de Raad. Als het bedrag niet binnen de termijn van 15 dagen is gestort wordt het beroep niet-ontvankelijk verklaard.
Meer info
De procedure voor de Raad van Vergunningsbetwistingen wordt geregeld in
- het decreet van 4 april 2014 betreffende de organisatie en de rechtspleging van sommige Vlaamse bestuursrechtscolleges,
- het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
- het besluit van de Vlaamse Regering van 16 mei 2014 houdende de rechtspleging voor sommige Vlaamse Bestuursrechtscolleges.
Meer info vindt u op de website van de Raad voor Vergunningsbetwistingen.
(http://www.dbrc.be/vergunningsbetwistingen)
Omgevingsvergunning
8. Verlenen van een voorwaardelijke omgevingsvergunning aan Pollet Rik, Klaprozenlaan 1, 8210 Zedelgem, tot het opsplitsen van een woning in twee individuele entiteiten, gelegen Kortrijksestraat 68, 8020 Oostkamp. Sie H, 821c, 3e afdeling
BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING
Dossiernr omgevingsloket : OMV_2020130213 Dossiernr EPB : OMV_2020130213 Dossiernr gemeente : 2020/368
Het college van burgemeester en schepenen heeft de omgevingsaanvraag ingediend door Pollet Rik ontvangen.
Het betreft een aanvraag tot het opsplitsen van een woning in twee individuele entiteiten De aanvraag werd per beveiligde zending verzonden op 1 oktober 2020
Het resultaat van het volledig- en ontvankelijkheidsverzoek werd verstuurd op 31 oktober 2020.
De aanvraag heeft betrekking op volgend(e) terrein(en) : Kortrijksestraat 68, 8020 Oostkamp
OOSTKAMP 3 AFD H 0821 C
De aanvraag omvat:
- stedenbouwkundige handelingen
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze omgevingsaanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, hun uitvoeringsbesluiten en het VLAREM II besluit.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 01-02-2021.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Beoordeling Stedenbouwkundige Handelingen : Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens plannen van aanleg + bijhorende voorschriften
De aanvraag is volgens het gewestplan Brugge-Oostkust (KB 07/04/1977) gelegen in een woongebied.
In deze zone gelden de stedenbouwkundige voorschriften van art 5.1.0 van het KB dd. 28/12/1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp gewestplannen en de gewestplannen.
Woongebieden zijn bestemd voor wonen, alsmede voor handel, dienstverlening, ambacht en kleinbedrijf voor zover deze taken van bedrijf om redenen van goede ruimtelijke ordening niet in een daartoe aangewezen gebied moeten worden afgezonderd, voor groene ruimten, voor sociaal-
culturele inrichtingen, voor openbare nutsvoorzieningen, voor toeristische voorzieningen, voor agrarisch bedrijven. Deze bedrijven, voorzieningen en inrichtingen mogen echter maar worden toegestaan voor zover ze verenigbaar zijn met de onmiddellijke omgeving.
De aanvraag is gelegen binnen een gebiedsdekkend provinciaal RUP Solitaire vakantiewoningen.
Goedgekeurd dd. 05/06/2015. Dit RUP is niet relevant voor huidige aanvraag.
De aanvraag is niet gelegen binnen een gemeentelijk BPA/RUP. De aanvraag is niet gelegen binnen een vergunde, niet vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag De bepalingen van het gewestplan zijn van toepassing.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is conform de geldende voorschriften maar er zijn afwijkingen op de gemeentelijke verordeningen woonkwaliteit meergezinswoningen en parkeren:
Verordening parkeren vereist: Aanvraag voorziet:
Elke bijkomende entiteit 1,33x het aantal
bijkomende entiteiten aantal parkeerplaatsen op eigen terrein. Dit betekent concreet 1
bijkomende parkeerplaats.
0 parkeerplaatsen op eigen terrein (er is geen ruimte).
Verordening woonkwaliteit meergezinswoningen
vereist: Aanvraag voorziet:
-per woonentiteit moet een private buitenruimte voorzien worden onder de vorm van gelijkvloerse tuin, een koer of een terras van 5 m²
-Fietsstalplaats: per woonentiteit minimum 2 -Collectieve berging: minimum 1m² per entiteit -Collectief groen: er moet collectief groen voorzien worden
-collectieve buitenruimte: minimum 15m² per project
-Geen buitenruimte voor entiteit op gelijkvloers -geen voorzien
-geen voorzien -geen voorzien -geen voorzien
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen
Indien door omstandigheden op het terrein (technische onmogelijkheden, stedenbouwkundige argumenten,…) de normen uit deze verordening niet realiseerbaar zijn kan de vergunningverlenende overheid afwijkingen toestaan. Deze afwijkingen hebben een uitzonderlijk karakter en moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden door de vergunningverlenende overheid. De aanvraag moet bij zijn aanvraag een goed onderbouwde verantwoordingsnota bezorgen.
Historiek:
Aanvragen stedenbouwkundige vergunningen
Geen vermeldingen in het vergunningenregister aanwezig.
Aanvragen omgevingsvergunningen
*Op 02/07/2018 werd door het College van Burgemeester en Schepenen een omgevingsvergunning verleend voor het plaatsen lichtreclame aan voorgevel - logo zijgevel OMV_2018069993
Milieuvergunningen:
ARAB-vergunning 31022/17524/1/A/1
Omschrijving: WERKPLAATS SCHOENHERSTELLING Aanvrager: Claeys Robert-Vandeputte Annie Beslissing: Gunstig op 25/03/1985
Vergund tot: 24/03/2015 Inventaris onroerend erfgoed Niet opgenomen.
Algemene historiek gebouw/bewoning
Het pand is gebouwd tussen 1850 en 1874 (gegevens volgens kadaster). Er is geregistreerde bewoning van 1948 tot 1992 (voor het volledige pand). In 1999 een notering van een winkel (hersteldienst), wel nooit stedenbouwkundig aangevraagd, wel milieuaanvraag. In 1994 werd een aanvraag geweigerd voor het creëren van een appartement. In 1995 werd een tweede gezin ingeschreven
(gedomicilieerd). Dit werd echter nooit geregulariseerd. De huidige aanvraag strekt tot regularisatie van het creëren van een tweede entiteit bovenop een bestaande entiteit.
Beschrijving van de omgeving en de aanvraag:
Beschrijving van de plaats/omgeving
Het perceel is gelegen langs de Kortrijksestraat midden in het centrum van Oostkamp. De
Kortrijksestraat is de hoofdstraat van het handelscentrum en maakt deel uit van de centrumzone met vooral gesloten bebouwing en diverse functies (wonen, handel, horeca, diensten). Het perceel ligt op de hoek van de Walstraat maar heeft adres in de Kortrijksestraat. Het bestaande pand is een
hoekpand, quasi volledig volbouwd en omvat twee bouwlagen met een hellend dak.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De omgevingsaanvraag omvat het opsplitsen van een woning in twee individuele eenheden, handel op het gelijkvloers en appartement op de verdiepingen.
Het appartement omvat één slaapkamer (in de zolderverdieping), een badkamer, een keuken, een living en een wasplaats. De toegang naar dit appartement gebeurt via de Walstraat (achterzijde van het pand). De toegang naar het handelspand aan de voorzijde via de Kortrijksestraat. Het
appartement is bereikbaar via een trap. Bij dit appartement hoort een klein tuintje aan de achterzijde.
Beschrijving van de aangevraagde ingedeelde inrichtingen of activiteiten.
Niet van toepassing.
Beschrijving van de inrichting/bedrijf Niet van toepassing.
Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar Wettelijke bepalingen
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 10/11/2020 tot en met 9/12/2020. De aanvraag valt immers onder de omgevingsaanvragen die moeten openbaar gemaakt worden In toepassing van art.
13a) en artikel 67 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Evaluatie van de procedure/aantal bezwaren.
Er werden geen bezwaren ingediend Evaluatie van de bezwaren.
Niet van toepassing.
Externe adviezen:
*Op 09/11/2020 werd advies gevraagd aan de Brandweer. Dit advies werd gegeven op 11/11/2020 en is gunstig. De aanvraag voldoet aan de geldende reglementering en is bijgevolg gunstig mits voldaan wordt aan de opmerkingen gemaakt in het brandpreventieverslag in bijlage. De volgende specifieke voorwaarden moeten stipt nageleefd worden:
• De woongelegenheid horende bij de handelszaak kan enkel worden bewoond door de uitbater van de handelszaak. Onder geen enkel beding kan de woongelegenheid achter het handelspand verhuurd worden aan derden.
• Doorvoeringen tussen beide compartimenten dienen te voldoen aan bijlage 7. De conformiteitsattesten moeten bij controle aan de brandweer overhandigd worden.
• Beide compartimenten dienen van elkaar te zijn gescheiden met wanden EI 60.
• Op elke bouwlaag moet veiligheidsverlichting voorzien worden. Bij controle door de brandweer moet een keuringsverslag betreffende de lichtsterkte en een attest van goede werking
overhandigd worden.
• De rookmelders moeten voorzien worden.
• In beide woongelegenheden dient minstens een draagbare snelblusser te worden voorzien.
Interne adviezen:
Niet van toepassing.
Richtlijnen en omzendbrieven
Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25/1/2002 en 25/10/2002.
Verordeningen:
De aanvraag werd getoetst aan de verordeningen en is er niet mee in overeenstemming – zie overzicht onder stedenbouwkundige basisgegevens.
Mer-screening:
De stedenbouwkundige vergunningsaanvraag heeft geen betrekking op een project dat voorkomt op de lijst van Bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering dd. 01/03/2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening. De aanvraag is dan ook niet screeningsplichtig.
Watertoets:
Volgens www.watertoets.be is het perceel niet gelegen in een mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied. Voorliggende aanvraag heeft geen enkele invloed op het
watersysteem zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd.
De gewestelijke verordening hemelwater is niet van toepassing. Er zijn geen wijzigingen aan het pand, gaat over een regularisatie.
Sloopopvolgingsplan Niet van toepassing.
Archeologienota:
Het project is vrijgesteld van het opmaken van een archeologienota aangezien het goed niet in een beschermde archeologische site of vastgestelde archeologische zone is gelegen en een
perceelsoppervlakte heeft van < 3.000 m².
Natuurtoets:
Niet van toepassing.
Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid):
Niet van toepassing.
Decreet grond- en pandenbeleid.
Niet van toepassing.
Scheidingsmuren:
Niet van toepassing.
Milieuaspecten:
Rekening houdend met de kenmerken van het project, de omgeving en de analyse blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Wegenis:
Niet van toepassing.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening:
Voorwaardelijk gunstig,
De omgevingsaanvraag omvat opsplitsen van een woning in twee individuele eenheden, handel op het gelijkvloers en een appartement op de verdiepingen.
De aanvraag is gelegen in woongebied volgens het gewestplan Brugge-Oostkust en voldoet mbt de bestemming aan de geldende bestemmingsvoorschriften. De gemeentelijke stedenbouwkundige verordeningen ‘ruimtelijke vereisten en woonkwaliteit meergezinswoningen’ en ‘aanleggen parkeerplaatsen’ zijn van toepassing. De aanvraag is niet conform de geldende vereisten:
Verordening parkeren vereist: Aanvraag voorziet:
Elke bijkomende entiteit 1,33x het aantal
bijkomende entiteiten aantal parkeerplaatsen op eigen terrein. Dit betekent concreet 1
bijkomende parkeerplaats.
0 parkeerplaatsen op eigen terrein (er is geen ruimte).
Verordening woonkwaliteit meergezinswoningen
vereist: Aanvraag voorziet:
-per woonentiteit moet een private buitenruimte voorzien worden onder de vorm van gelijkvloerse tuin, een koer of een terras van 5 m²
-Fietsstalplaats: per woonentiteit minimum 2 -Collectieve berging: minimum 1m² per entiteit -Collectief groen: er moet collectief groen voorzien worden
-collectieve buitenruimte: minimum 15m² per project
-Geen buitenruimte voor entiteit op gelijkvloers -geen voorzien
-geen voorzien -geen voorzien -geen voorzien
Indien door omstandigheden op het terrein (technische onmogelijkheden, stedenbouwkundige argumenten,…) de normen uit deze verordening niet realiseerbaar zijn kan de vergunningverlenende overheid afwijkingen toestaan. Deze afwijkingen hebben een uitzonderlijk karakter en moeten uitdrukkelijk gemotiveerd worden door de vergunningverlenende overheid. De aanvraag moet bij zijn aanvraag een goed onderbouwde verantwoordingsnota bezorgen. In huidig geval gaat het over een situatie die al jaren in de feiten zo is maar nooit zo vergund. Het gaat om een perceel met een zeer beperkte oppervlakte, gelegen op een goede commerciële locatie middenin het centrum van Oostkamp. Door de beperkte oppervlakte is het onmogelijk om te voldoen aan de bepalingen inzake private buitenruimtes, fietsstalplaatsen, collectieve berging, collectief groen en collectieve
buitenruimte. Doordat het gaat om een beperkt aantal entiteiten en de ligging in een centrumzone kan hier uitzonderlijk een afwijking op de verordening ‘ruimtelijke vereisten en woonkwaliteit
meergezinswoningen’ toegestaan worden. Een afwijking op de verordening ‘aanleggen
parkeerplaatsen’ is eveneens mogelijk maar dan is wel het belastingreglement op het ontbreken van parkeerplaatsen van toepassing. De belasting bedraagt 15.000 euro per ontbrekende parkeerplaats.
De belasting is verschuldigd na de definitieve vaststelling van het aantal ontbrekende parkeerplaatsen.
Hier is aangetoond dat er een tekort is van 1. Deze belasting zal als voorwaarde worden opgenomen bij de omgevingsvergunning.
Voor de rest zijn er geen wijzigingen aan de volumes, inplanting en gabarit. Het advies van de Brandweer is voorwaardelijk gunstig. De voorwaarden worden opgenomen in de voorwaarden bij de vergunning.
Resultaten openbaar onderzoek
Er werd een openbaar onderzoek gehouden van 10/11/2020 tot en met 9/12/2020. De aanvraag valt immers onder de omgevingsaanvragen die moeten openbaar gemaakt worden In toepassing van art.
13a) en artikel 67 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning. Er werden geen bezwaren ingediend tijdens het openbaar onderzoek.
Algemene conclusie
De aanvraag is voorwaardelijk aanvaardbaar en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Specifieke voorwaarden:
-Het belastingreglement dd 19/12/2019 op het ontbreken van parkeerplaatsen is van toepassing. Er is op basis van dit reglement een belasting verschuldigd voor een bedrag van 15.000,00 euro. Een factuur wordt toegevoegd aan de vergunning.
-Er moet worden voldaan aan de rookmeldersverplichtingen voor nieuw te bouwen/te verbouwen woningen. (Decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en het bijhorende uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2012). In alle nieuw te bouwen woningen en in alle woningen waaraan renovatiewerken worden uitgevoerd waarvoor een
stedenbouwkundige vergunning vereist is en waarvoor de stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd na de inwerkingtreding van dit decreet, moeten de rookmelders geplaatst worden op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering. Vanaf 1 januari 2020 moet een rookmelder worden geplaatst op elke verdieping.
-Het brandpreventieverslag dd.11/11/2020 dient stipt te worden nageleefd. Doordat er een brandpreventie moest worden opgemaakt werd hiervoor door de Brandweer zelf een factuur opgemaakt. Op de folder via de volgende link http://www.zone1.be/wp-
content/uploads/2015/11/Het-brandpreventieverslag_opmaak.pdf In het verslag zijn de volgende specifieke voorwaarden opgenomen:
• De woongelegenheid horende bij de handelszaak kan enkel worden bewoond door de uitbater van de handelszaak. Onder geen enkel beding kan de woongelegenheid achter het handelspand verhuurd worden aan derden.
• Doorvoeringen tussen beide compartimenten dienen te voldoen aan bijlage 7. De conformiteitsattesten moeten bij controle aan de brandweer overhandigd worden.
• Beide compartimenten dienen van elkaar te zijn gescheiden met wanden EI 60.
• Op elke bouwlaag moet veiligheidsverlichting voorzien worden. Bij controle door de brandweer moet een keuringsverslag betreffende de lichtsterkte en een attest van goede werking
overhandigd worden.
• De rookmelders moeten voorzien worden.
• In beide woongelegenheden dient minstens een draagbare snelblusser te worden voorzien.
BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier:
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij de motivatie van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
Besluit
1. De aanvraag ingediend door Pollet Rik inzake het opsplitsen van een woning in twee individuele entiteiten, gelegen te Kortrijksestraat 68, 8020 Oostkamp te vergunnen in de zitting van 8 februari 2021. Het college van burgemeester en schepen geeft de vergunning af aan de aanvrager, die ertoe verplicht is het college van burgemeester en schepenen per aangetekende brief op de hoogte te brengen van het begin van de handelingen waarvoor vergunning is verleend, ten minste acht dagen voor de aanvatting van die handelingen.
2. Volgende voorwaarden en/of lasten worden opgelegd:
Stedenbouwkundige voorwaarden:
-Van een vergunning mag gebruik worden gemaakt als de aanvrager niet binnen vijfendertig dagen, te rekenen vanaf de dag van aanplakking, op de hoogte werd gebracht van de instelling van een administratief beroep (artikel 4.17.19 Vlaamse Codex).
-Het belastingreglement dd 19/12/2019 op het ontbreken van parkeerplaatsen is van toepassing. Er is op basis van dit reglement een belasting verschuldigd voor een bedrag van 15.000,00 euro. Een factuur wordt toegevoegd aan de vergunning.
-Er moet worden voldaan aan de rookmeldersverplichtingen voor nieuw te bouwen/te verbouwen woningen. (Decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en het bijhorende uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2012). In alle nieuw te bouwen woningen en in alle woningen waaraan renovatiewerken worden uitgevoerd waarvoor een
stedenbouwkundige vergunning vereist is en waarvoor de stedenbouwkundige vergunning wordt aangevraagd na de inwerkingtreding van dit decreet, moeten de rookmelders geplaatst worden op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering. Vanaf 1 januari 2020 moet een rookmelder worden geplaatst op elke verdieping.
-Het brandpreventieverslag dd.11/11/2020 dient stipt te worden nageleefd. Doordat er een brandpreventie moest worden opgemaakt werd hiervoor door de Brandweer zelf een factuur
opgemaakt. Op de folder via de volgende link http://www.zone1.be/wp-content/uploads/2015/11/Het- brandpreventieverslag_opmaak.pdf
In het verslag zijn de volgende specifieke voorwaarden opgenomen:
• De woongelegenheid horende bij de handelszaak kan enkel worden bewoond door de uitbater van de handelszaak. Onder geen enkel beding kan de woongelegenheid achter het handelspand verhuurd worden aan derden.
• Doorvoeringen tussen beide compartimenten dienen te voldoen aan bijlage 7. De conformiteitsattesten moeten bij controle aan de brandweer overhandigd worden.
• Beide compartimenten dienen van elkaar te zijn gescheiden met wanden EI 60.
• Op elke bouwlaag moet veiligheidsverlichting voorzien worden. Bij controle door de brandweer moet een keuringsverslag betreffende de lichtsterkte en een attest van goede werking
overhandigd worden.
• De rookmelders moeten voorzien worden.
• In beide woongelegenheden dient minstens een draagbare snelblusser te worden voorzien.
Er worden geen lasten opgelegd
Verval van de omgevingsvergunning – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 99. § 1. De omgevingsvergunning vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de verwezenlijking van de vergunde stedenbouwkundige handelingen niet wordt gestart binnen de twee jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
2° als het uitvoeren van de vergunde stedenbouwkundige handelingen meer dan drie opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
3° als de vergunde gebouwen niet winddicht zijn binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning;
4° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangt;
5° als de kleinhandelsactiviteiten niet binnen vijf jaar na het verlenen van de definitieve omgevingsvergunning aanvangen.
De termijn, vermeld in het eerste lid, 1°, kan evenwel, op verzoek van de vergunninghouder, voor een periode van twee jaar verlengd worden als hij aantoont dat de niet-verwezenlijking het gevolg is van een vreemde oorzaak die hem niet kan worden toegerekend. De vergunninghouder dient de aanvraag van de verlenging, op straffe van verval, met een beveiligde zending en minstens drie maanden vóór het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar in bij de overheid die de vergunning heeft verleend. Die overheid weigert de aanvraag van de verlenging alleen als:
1° er geen sprake is van een vreemde oorzaak die niet aan de vergunninghouder kan worden toegerekend;
2° de aangevraagde en vergunde handelingen strijdig zijn met inmiddels gewijzigde stedenbouwkundige voorschriften of verkavelingsvoorschriften.
De overheid bezorgt haar beslissing uiterlijk de dag van het verstrijken van de oorspronkelijke vervaltermijn van twee jaar. Bij ontstentenis van een beslissing wordt de verlenging geacht te zijn goedgekeurd. Als de verlenging wordt goedgekeurd, worden de termijnen, vermeld in het eerste lid, 3°
en 4°, ook met twee jaar verlengd.
Als de omgevingsvergunning uitdrukkelijk melding maakt van de verschillende fasen van het bouwproject, worden de termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in het eerste lid, gerekend per fase. Voor de tweede fase en de volgende fasen worden de termijnen van verval bijgevolg gerekend vanaf de aanvangsdatum van de fase in kwestie.
§ 2. De omgevingsvergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit vervalt van rechtswege in elk van de volgende gevallen:
1° als de exploitatie van de vergunde activiteit of inrichting meer dan vijf opeenvolgende jaren wordt onderbroken;
2° als de ingedeelde inrichting vernield is wegens brand of ontploffing veroorzaakt ten gevolge van de exploitatie;
3° als de exploitatie op vrijwillige basis volledig en definitief wordt stopgezet overeenkomstig de voorwaarden en de regels, vermeld in het decreet van 9 maart 2001 tot regeling van de vrijwillige, volledige en definitieve stopzetting van de productie van alle dierlijke mest, afkomstig van een of meerdere diersoorten, en de uitvoeringsbesluiten ervan. De Vlaamse Regering kan nadere regels bepalen voor de inkennisstelling van de stopzetting.
§ 2/1. De omgevingsvergunning voor het uitvoeren van kleinhandelsactiviteiten vervalt van rechtswege als de kleinhandelsactiviteiten meer dan vijf opeenvolgende jaren worden onderbroken.
§ 2/2. De omgevingsvergunning voor het wijzigen van de vegetatie vervalt van rechtswege als het wijzigen van de vegetatie niet binnen twee jaar na het verlenen van de definitieve
omgevingsvergunning aanvangt.
§ 3. Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1, betrekking hebben op een gedeelte van het bouwproject, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor het niet-afgewerkte gedeelte van een bouwproject. Een gedeelte is eerst afgewerkt als het, in voorkomend geval na de sloping van de niet-afgewerkte gedeelten, kan worden beschouwd als een afzonderlijke constructie die voldoet aan de bouwfysische vereisten.
Als de gevallen, vermeld in paragraaf 1 of 2, alleen betrekking hebben op een gedeelte van de exploitatie van de ingedeelde inrichting of activiteit, vervalt de omgevingsvergunning alleen voor dat gedeelte.
Artikel 100. De omgevingsvergunning blijft onverkort geldig als de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 naar klasse 2 overgaat of omgekeerd.
In geval de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit van een project door een wijziging van de indelingslijst van klasse 1 of 2 naar klasse 3 overgaat, geldt de vergunning als aktename en blijven de bijzondere voorwaarden gelden.
Artikel 101. De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1 worden geschorst zolang een beroep tot vernietiging van de
omgevingsvergunning aanhangig is bij de Raad voor Vergunningsbetwistingen, overeenkomstig hoofdstuk 9 behoudens indien de vergunde handelingen in strijd zijn met een vóór de definitieve uitspraak van de Raad van kracht geworden ruimtelijk uitvoeringsplan. In dat laatste geval blijft het eventuele recht op planschadevergoeding desalniettemin behouden.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de archeologische opgraving, omschreven in de bekrachtigde archeologienota overeenkomstig artikel 5.4.8 van het Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013 en in de bekrachtigde nota overeenkomstig artikel 5.4.16 van het
Onroerenderfgoeddecreet van 12 juli 2013, met een maximumtermijn van een jaar vanaf de aanvangsdatum van de archeologische opgraving.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst tijdens het uitvoeren van de bodemsaneringswerken van een
bodemsaneringsproject waarvoor de OVAM overeenkomstig artikel 50, § 1, van het Bodemdecreet van 27 oktober 2006 een conformiteitsattest heeft afgeleverd, met een maximumtermijn van drie jaar vanaf de aanvangsdatum van de bodemsaneringswerken.
De termijnen van twee, drie of vijf jaar, vermeld in artikel 99, in voorkomend geval verlengd conform artikel 99, § 1, worden geschorst zolang een bekrachtigd stakingsbevel, zoals vermeld in titel VI van de VCRO, niet wordt ingetrokken, hetzij niet wordt opgeheven bij een in kracht van gewijsde gegane beslissing. De schorsing eindigt van rechtswege wanneer geen opheffing van het stakingsbevel wordt gevorderd of geen intrekking wordt gedaan binnen een termijn van twee jaar vanaf de bekrachtiging van het stakingsbevel.
Beroepsmogelijkheden – uittreksel uit het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Artikel 52. De Vlaamse Regering of de gewestelijke omgevingsambtenaar zijn bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van de deputatie in eerste administratieve aanleg.
De Vlaamse Regering bepaalt in welke gevallen de gewestelijke omgevingsambtenaar over het beroep kan beslissen.
De deputatie is voor haar ambtsgebied bevoegd in laatste administratieve aanleg voor beroepen tegen uitdrukkelijke of stilzwijgende beslissingen van het college van burgemeester en schepenen in eerste administratieve aanleg.
Artikel 53. Het beroep kan worden ingesteld door:
1° de vergunningsaanvrager, de vergunninghouder of de exploitant;
2° het betrokken publiek;
3° de leidend ambtenaar van de adviesinstanties of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde als de adviesinstantie tijdig advies heeft verstrekt of als aan hem ten onrechte niet om advies werd verzocht;
4° het college van burgemeester en schepenen als het tijdig advies heeft verstrekt of als het ten onrechte niet om advies werd verzocht;
5° ...;
6° de leidend ambtenaar van het Departement Omgeving of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde;
7° de leidend ambtenaar van het Agentschap Innoveren en Ondernemen of bij zijn afwezigheid zijn gemachtigde, als het project vergunningsplichtige kleinhandelsactiviteiten omvat;
8° de leidend ambtenaar van het agentschap, bevoegd voor natuur en bos, of, bij zijn afwezigheid, zijn gemachtigde als het project vergunningsplichtige wijzigingen van de vegetatie omvat.
Artikel 54. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid ingesteld binnen een termijn van dertig dagen die ingaat:
1° de dag na de datum van de betekening van de bestreden beslissing voor die personen of instanties aan wie de beslissing betekend wordt;
2° de dag na het verstrijken van de beslissingstermijn als de omgevingsvergunning in eerste administratieve aanleg stilzwijgend geweigerd wordt;
3° de dag na de eerste dag van de aanplakking van de bestreden beslissing in de overige gevallen.
Artikel 55. Het beroep schorst de uitvoering van de bestreden beslissing tot de dag na de datum van de betekening van de beslissing in laatste administratieve aanleg.
In afwijking van het eerste lid werkt het beroep niet schorsend ten aanzien van:
1° de vergunning voor de verdere exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit waarvoor ten minste twaalf maanden voor de einddatum van de omgevingsvergunning een vergunningsaanvraag is ingediend;
2° de vergunning voor de exploitatie na een proefperiode als vermeld in artikel 69;
3° de vergunning voor de exploitatie van een ingedeelde inrichting of activiteit die vergunningsplichtig is geworden door aanvulling of wijziging van de indelingslijst.
Artikel 56. Het beroep wordt op straffe van onontvankelijkheid per beveiligde zending ingesteld bij de bevoegde overheid, vermeld in artikel 52.
Degene die het beroep instelt, bezorgt op straffe van onontvankelijkheid gelijktijdig en per beveiligde zending een afschrift van het beroepschrift aan:
1° de vergunningsaanvrager behalve als hij zelf het beroep instelt;
2° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
3° het college van burgemeester en schepenen behalve als het zelf het beroep instelt.
De Vlaamse Regering bepaalt, eventueel met inbegrip van een onontvankelijkheidssanctie, nadere regels met betrekking tot de opbouw en de inhoud van het beroepsschrift en de bewijsstukken die bij het beroep moeten worden gevoegd opdat het op ontvankelijke wijze wordt ingesteld.
Artikel 57. De bevoegde overheid, vermeld in artikel 52, of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar onderzoekt het beroep op zijn ontvankelijkheid en volledigheid.
Als niet alle stukken als vermeld in artikel 56, derde lid, bij het beroep zijn gevoegd, kan de bevoegde overheid of de provinciale respectievelijk gewestelijke omgevingsambtenaar of de door hem
gemachtigde de beroepsindiener per beveiligde zending vragen om binnen een termijn van veertien dagen die ingaat de dag na de verzending van het vervolledigingsverzoek, de ontbrekende gegevens of documenten aan het beroep toe te voegen.
Als de beroepsindiener nalaat de ontbrekende gegevens of documenten binnen de termijn, vermeld in het tweede lid, aan het beroep toe te voegen, wordt het beroep als onvolledig beschouwd.
Artikel 57/1. Beroepen inzake omgevingsvergunningen die uitsluitend kleinhandelsactiviteiten omvatten en die louter gebaseerd zijn op economische criteria in functie van economische doelstellingen, zijn onontvankelijk.
Artikel 58. Het resultaat van het onderzoek, vermeld in artikel 57, wordt aan de beroepsindiener binnen een termijn van dertig dagen die ingaat de dag na de datum van de verzending van het beroepschrift per beveiligde zending meegedeeld.
De onvolledigheid of onontvankelijkheid heeft van rechtswege de stopzetting van de beroepsprocedure tot gevolg. De beslissing wordt ter kennis gebracht van:
1° de beroepsindiener;
2° de vergunningsaanvrager;
3° de deputatie als die in eerste administratieve aanleg de beslissing heeft genomen;
4° het college van burgemeester en schepenen.
Beroepsmogelijkheden – regeling van het besluit van de Vlaamse Regering decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning
Het beroepschrift bevat op straffe van onontvankelijkheid:
1° de naam, de hoedanigheid en het adres van de beroepsindiener;
2° de identificatie van de bestreden beslissing en van het onroerend goed, de inrichting of exploitatie die het voorwerp uitmaakt van die beslissing;
3° als het beroep wordt ingesteld door een lid van het betrokken publiek:
a) een omschrijving van de gevolgen die hij ingevolge de bestreden beslissing ondervindt of waarschijnlijk ondervindt;
b) b) het belang dat hij heeft bij de besluitvorming over de afgifte of bijstelling van een omgevingsvergunning of van vergunningsvoorwaarden;
4° de redenen waarom het beroep wordt ingesteld.
Het beroepsdossier bevat de volgende bewijsstukken:
1° in voorkomend geval, een bewijs van betaling van de dossiertaks;
2° de overtuigingsstukken die de beroepsindiener nodig acht;
3° in voorkomend geval, een inventaris van de overtuigingsstukken, vermeld in punt 2°.
Als de bewijsstukken, vermeld in het tweede lid, ontbreken, kan hieraan verholpen worden overeenkomstig artikel 57, tweede lid, van het decreet van 25 april 2014.
Het beroepsdossier wordt ingediend met een analoge of een digitale zending.
Het bevoegde bestuur kan bij de beroepsindiener, de vergunningsaanvrager of de overheid die in eerste administratieve aanleg bevoegd is, alle beschikbare informatie en documenten opvragen die nuttig zijn voor het dossier.
De beroepsindiener geeft, op straffe van verval, uitdrukkelijk in zijn beroepschrift aan of hij gehoord wil worden.
Als de vergunningsaanvrager gehoord wil worden, brengt hij het bevoegde bestuur daarvan
uitdrukkelijk op de hoogte met een beveiligde zending uiterlijk vijftien dagen nadat hij een afschrift van het beroepschrift als vermeld in artikel 56 van het decreet van 25 april 2014, heeft ontvangen, op voorwaarde dat hij niet de beroepsindiener is.
Mededeling
Deze gegevens kunnen worden opgeslagen in een of meer bestanden. Die bestanden kunnen zich bevinden bij de gemeente, waar u de aanvraag hebt ingediend, bij de provincie, en ook bij de Vlaamse administratie, bevoegd voor de omgevingsvergunning. Ze worden gebruikt voor de behandeling van uw dossier. Ze kunnen ook gebruikt worden voor het opmaken van statistieken en voor wetenschappelijke doeleinden. U hebt het recht om uw gegevens in deze bestanden in te kijken en zo nodig de verbetering ervan aan te vragen.
9. Beraadslaging openbaar onderzoek Pollet Rik, Klaprozenlaan 1, 8210 Zedelgem, tot het opsplitsen van een woning in twee individuele entiteiten, gelegen Kortrijksestraat 68, 8020 Oostkamp. Sie H, 821c, 3e afdeling
OMGEVINGSAANVRAAG BERAADSLAGING OPENBAAR ONDERZOEK
De aanvraag vraag werd ingediend door:
Pollet Rik
KLAPROZENLAAN 1 8210 Zedelgem
De aanvraag heeft betrekking op volgend terrein : Kortrijksestraat 68, 8020 Oostkamp
Dossiernummer Omgevingsloket Gemeentelijk dossiernummer
OMV_2020130213 2020/368
OOSTKAMP 3 AFD H 0821 C Het betreft een aanvraag tot opsplitsen van een woning in twee individuele entiteiten De volgende artikelen zijn van toepassing:
-Artikel 13a) en artikel 67 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
-Artikel 56 van het decreet Lokaal Bestuur van 22 december 2017;
Er zijn tengevolge van de openbaarmaking, in toepassing van voormeld besluit, geen bezwaren ingediend.
BESLUIT:
Art. 1. - Het onderzoek inzake hogervermelde aanvraag tot stedenbouwkundige vergunning dat werd gehouden van 10-11-2020 tot 09-12-2020 te sluiten.
Art. 2. - Vast te stellen dat de openbaarmaking conform de geldende voorschriften werd aangeplakt.
Art. 3. - Vast te stellen dat geen bezwaren werden ingediend.
Art. 4 - Een afschrift van deze beslissing zal, samen met de overige voorgeschreven documenten, bij het dossier van de bouwaanvraag gevoegd worden.
10. Verklaring openbaarmaking Pollet Rik, Klaprozenlaan 1, 8210 Zedelgem, tot het opsplitsen van een woning in twee individuele entiteiten, gelegen Kortrijksestraat 68, 8020 Oostkamp. Sie H, 821c, 3e afdeling
OMGEVINGS AANVRAAG
VERKLARING VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN DAT DE BEKENDMAKING VAN DE AANVRAAG TOT OMGEVINGSVERGUNNING DOOR DE AANVRAGER WERD AANGEPLAKT.
De aanvraag vraag werd ingediend door:
Pollet Rik
KLAPROZENLAAN 1 8210 Zedelgem
De aanvraag heeft betrekking op volgend terrein : Kortrijksestraat 68, 8020 Oostkamp
OOSTKAMP 3 AFD H 0821 C
Het betreft een aanvraag tot opsplitsen van een woning in twee individuele entiteiten
De bekendmaking werd op de wijze, voorgeschreven bij artikel 13a) en artikel 67 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de
omgevingsvergunning, door de aanvrager, op het terrein waar de werken zullen uitgevoerd of de handelingen zullen worden verricht, aangeplakt.
11. Verlenen van een voorwaardelijke omgevingsvergunning aan Lumbeeck Frederik, Amber &
Amoury, Stuivenbergstraat 123, 8020 Oostkamp, tot het verbouwen van een eengezinswoning, gelegen Stuivenbergstraat 123, 8020 Oostkamp. Sie C, 749m, 1e afdeling
BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN TOT VERLENING VAN EEN OMGEVINGSVERGUNNING
Dossiernr omgevingsloket : OMV_2020092908 Dossiernr EPB : OMV_2020092908 Dossiernr gemeente : 2020/476
Dossiernummer Omgevingsloket Gemeentelijk dossiernummer
OMV_2020130213 2020/368
Het college van burgemeester en schepenen heeft de omgevingsaanvraag ingediend door Lumbeeck Frederik, Amber & Amoury ontvangen.
Het betreft een aanvraag tot het verbouwen van een eengezinswoning De aanvraag werd per beveiligde zending verzonden op 9 december 2020
Het resultaat van het volledig- en ontvankelijkheidsverzoek werd verstuurd op 22 december 2020.
De aanvraag heeft betrekking op volgend(e) terrein(en) : Stuivenbergstraat 123, 8020 Oostkamp
OOSTKAMP 1 AFD C 0749 M
OOSTKAMP 1 AFD C 0749 L
De aanvraag omvat:
- stedenbouwkundige handelingen
Het college van burgemeester en schepenen heeft deze omgevingsaanvraag onderzocht, rekening houdend met de terzake geldende wettelijke bepalingen, in het bijzonder met het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning, het decreet houdende algemene bepalingen inzake milieubeleid, de Vlaamse Codex Ruimtelijke Ordening, hun uitvoeringsbesluiten en het VLAREM II besluit.
Het college van burgemeester en schepenen neemt kennis van het verslag van de gemeentelijke omgevingsambtenaar van 02-02-2021.
VERSLAG GEMEENTELIJKE OMGEVINGSAMBTENAAR
Beoordeling Stedenbouwkundige Handelingen : Stedenbouwkundige basisgegevens
Ligging volgens plannen van aanleg + bijhorende voorschriften
De aanvraag is volgens het gewestplan Brugge-Oostkust (KB 07/04/1977) gelegen in een agrarisch gebied (GP0901). In dit gebied gelden de stedenbouwkundige voorschriften van artikel 11.4.1. van het Koninklijk Besluit van 28 december 1972 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp- gewestplannen en de gewestplannen. Deze voorschriften luiden als volgt:
Agrarische gebieden zijn bestemd voor de landbouw in de ruime zin. Behoudens bijzondere bepalingen mogen de agrarische gebieden enkel bevatten de voor het bedrijf noodzakelijke gebouwen, de woning van de exploitanten, benevens verblijfsgelegenheid voor zover deze een integrerend deel van een leefbaar bedrijf uitmaakt, en eveneens para-agrarische bedrijven.
Gebouwen bestemd voor niet aan de grond gebonden agrarische bedrijven met industrieel karakter of voor intensieve veeteelt, mogen slechts opgericht op ten minste 300 m van een woongebied of op ten minste 100 m van een woonuitbreidingsgebied, tenzij het een woongebied met landelijk karakter betreft. De afstand van 300 en 100 m geldt evenwel niet in geval van uitbreiding van bestaande bedrijven. De overschakeling naar bosgebied is toegestaan overeenkomstig de bepalingen van artikel 35 van het Veldwetboek, betreffende de afbakening van de landbouw- en bosgebieden.
De aanvraag is gelegen binnen een gebiedsdekkend provinciaal RUP Solitaire vakantiewoningen.
Goedgekeurd dd. 05/06/2015. Dit RUP is niet relevant voor huidige aanvraag. De aanvraag is niet gelegen binnen een gemeentelijk BPA/RUP. De aanvraag is niet gelegen binnen een vergunde, niet vervallen verkaveling.
Bepaling van het plan dat van toepassing is op de aanvraag
De bepalingen van het gewestplan Brugge - Oostkust zijn van toepassing.
Overeenstemming met dit plan
De aanvraag is niet in overeenstemming met de voorschriften.
Afwijkings- en uitzonderingsbepalingen Artikel 4.4.12. VCRO:
In alle bestemmingsgebieden geldt dat de vigerende bestemmingsvoorschriften op zichzelf geen weigeringsgrond vormen bij de beoordeling van een aanvraag voor een omgevingsvergunning voor het verbouwen van een bestaande zonevreemde woning, op voorwaarde dat het aantal
woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.1.1, 18°, is wel toegelaten.
Artikel 4.4.15. VCRO:
Het uitbreiden van een bestaande zonevreemde woning is vergunbaar, voor zover het bouwvolume beperkt blijft tot ten hoogste 1 000 m3 en op voorwaarde dat het aantal woongelegenheden beperkt blijft tot het bestaande aantal. De creatie van een zorgwoning in de zin van artikel 4.1.1, 18°, is wel toegelaten.
De mogelijkheden, vermeld in het eerste lid, gelden niet in :
1° ruimtelijk kwetsbare gebieden, met uitzondering van parkgebieden;
2° recreatiegebieden, zijnde de als dusdanig door een plan van aanleg aangewezen gebieden, en de gebieden, geordend door een ruimtelijk uitvoeringsplan, die onder de categorie van
gebiedsaanduiding « recreatie » sorteren.
Historiek:
Aanvragen stedenbouwkundige vergunningen (enkel de relevante worden opgesomd)
*Op 20/08/1976 werd door het College van Burgemeester en Schepenen een stedenbouwkundige vergunning verleend voor het bouwen van een woning.
Aanvragen omgevingsvergunningen
Geen vermeldingen in het vergunningenregister.
Milieuvergunningen:
Geen vermeldingen in het vergunningenregister.
Beschrijving van de omgeving en de aanvraag:
Beschrijving van de plaats/omgeving
Het perceel is gelegen langs de Stuivenbergstraat in de deelgemeente Oostkamp (Moerbrugge) in het oosten van de gemeente, ten noorden van de spoorweg Brugge/Gent. Het landschap wordt
gekenmerkt; door een open agrarisch gebied met verspreide bebouwing. Op het betrokken perceel is een bestaande woning, een luifel en een apart bijgebouw aanwezig, samen met een verharding rond de woning en een verharde oprit. De bestaande woning is ingeplant op 13.63 ten opzichte van de as van de weg, op 8.90m ten opzichte van de linkerperceelsgrens en op 2.21m ten opzichte van de rechterperceeslgrens. De bouwdiepte van de woning bedraagt maximum 8.70m (miv de luifel), de gevelbreedte 26.94m. De woning omvat één bouwlaag met een hellend dak met een kroonlijsthoogte van 3.09m en een nokhoogte van 6.09m. Het afzonderlijke bijgebouw is ingeplant op 19.56m ten opzichte van de as van de weg, op 0.50m ten opzichte van de linkerperceelsgrens en op 3.75m ten opzichte van de woning.
Beschrijving van de aangevraagde stedenbouwkundige handelingen
De omgevingsaanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van de woning na afbraak van het afzonderlijke bijgebouw. De woning zelf wordt hoofdzakelijk intern verbouwd (herschikken van de ruimtes, kleine aanpassing ter hoogte van de voordeur, kleine wijzigingen overige gevels) en de aangebouwde berging aan de rechterzijde wordt afgebroken waardoor de woning nu ingeplant wordt op 6.67m ten opzichte van de rechterperceelsgrens. Linksachter de woning wordt een uitbreiding voorzien op de plaats waar vroeger het bijgebouw stond. Deze uitbreiding heeft een gevelbreedte van 10.40m en een bouwdiepte van 9.85m en is ingeplant tegen de achtergevel van de woning en op 1.13m ten opzichte van de linkerperceelsgrens. Deze uitbreiding omvat één bouwlaag met een plat dak met zadeldakvormige oversteek met een maximum hoogte van 2.95m. Door deze uitbreiding krijgt de woning een gevelbreedte van 34.76m en een maximum bouwdiepte van 19.94m. In deze
uitbreiding wordt een ruime zitplaats met kitchenette voorzien. Het volume van de woning na verbouwingen en uitbreiding is 995,4 m³. De materialen van de uitbreiding zijn: Gevels in deels metselsteen, deels beton en deels hout. Het metselwerk wordt afgewerkt met een paramentsteen in neutrale kleur. De gevelopeningen worden ingevuld met schrijnwerk in aluminium in een donkere kleur.
De dakbedekking gebeurt met pannen in een antracietkleur. De goten worden bekleed met HPL in een kleur gelijkaardig aan de pannen. De afvoeren worden uitgevoerd in zink.
Aan de linkerzijde van het perceel wordt een beperkt terreinophoging voorzien.
Openbaar onderzoek/raadpleging aanpalende eigenaar Wettelijke bepalingen
Er werd geen openbaar onderzoek gehouden. De aanvraag valt immers niet onder de
omgevingsaanvragen die moeten openbaar gemaakt worden In toepassing van art. 13a) en artikel 67 van het Besluit van de Vlaamse regering tot uitvoering van het decreet van 25 april 2014 betreffende de omgevingsvergunning.
Evaluatie van de procedure/aantal bezwaren.
Niet van toepassing.
Evaluatie van de bezwaren.
Niet van toepassing.
Externe adviezen:
Niet van toepassing.
Interne adviezen:
Niet van toepassing.
Richtlijnen en omzendbrieven
Omzendbrief van 8 juli 1997 betreffende de inrichting en de toepassing van de ontwerp-gewestplannen en gewestplannen, gewijzigd via omzendbrief dd. 25/1/2002 en 25/10/2002.
Verordeningen:
De aanvraag werd getoetst aan de verordening inzake voorbouwlijn en is ermee in overeenstemming.
De uitbreiding wordt gesitueerd op 9.00m uit de as van de weg.
Mer-screening:
De stedenbouwkundige vergunningsaanvraag heeft geen betrekking op een project dat voorkomt op de lijst van Bijlage III bij het besluit van de Vlaamse Regering dd. 01/03/2013 inzake de nadere regels van de project-m.e.r.-screening. De aanvraag is dan ook niet screeningsplichtig.
Watertoets:
Volgens www.watertoets.be is het perceel niet gelegen in een mogelijk of effectief overstromingsgevoelig gebied. Voorliggende aanvraag heeft geen enkele invloed op het
watersysteem zodat in alle redelijkheid dient geoordeeld te worden dat geen schadelijk effect wordt veroorzaakt. Er dienen dan ook geen voorwaarden of maatregelen te worden opgelegd. De aanvraag is gelegen in een individueel te optimaliseren gebied volgens het zoneringsplan van VMM. Er moet een IBA voorzien worden, Aquafin zal in opdracht van het gemeentebestuur instaan voor plaatsing en onderhoud.
De gewestelijke verordening is ook van toepassing. De aanvraag voorziet enkel het plaatsen van een regenwaterput met een inhoud van 10.000 liter, met een overloop naar de vijver. Er wordt geen infiltratievoorziening voorzien, noch een IBA. Er wordt geen motivatie aangegeven mbt een afwijking hierop.
De bestaand riolering wordt hier niet aangepast terwijl er ook een kitchenette wordt voorzien in de uitbreiding. Dit DWA wordt nergens op aangesloten. Dit is niet realistisch. De aanvraag heeft dus de watertoets niet doorstaan. Er zullen voorwaarden opgelegd worden met betrekking tot een IBA, infiltratievoorziening en DWA.
Sloopopvolgingsplan Niet van toepassing.
Archeologienota:
Niet van toepassing.
Natuurtoets:
Niet van toepassing.
Mobiliteit – MOBER (transport en verkeersveiligheid):
Niet van toepassing.
Decreet grond- en pandenbeleid.
Niet van toepassing.
Scheidingsmuren:
Niet van toepassing.
Milieuaspecten:
Rekening houdend met de kenmerken van het project, de omgeving en de analyse blijkt dat de mogelijke milieueffecten van het project niet aanzienlijk zijn.
Wegenis:
Niet van toepassing.
Beoordeling van de goede ruimtelijke ordening:
Voorwaardelijk gunstig.
De omgevingsaanvraag omvat het verbouwen en uitbreiden van de woning na afbraak van het afzonderlijke bijgebouw. De aanvraag is gelegen in een agrarisch gebied en valt onder de bepalingen rond zonevreemde woningen, meer bepaald artikels 4.4.12 en 4.4.15 VCRO. De aanvraag voldoet aan alle bepalingen hieromtrent. Het volume na uitbreiding bedraagt minder dan 1.000m³, namelijk 995,4 m³ en het aantal woongelegenheden blijft beperkt tot één.
De inplanting van de uitbreiding is niet gebruikelijk. Er wordt slechts iets meer dan 1.00m vrijgehouden ten opzichte van de linkerperceelsgrens. Dit is wel min of meer op dezelfde inplanting als het af te breken bijgebouw waardoor de ruimtelijke impact van de wijziging zeer beperkt zal zijn. Het nieuwe volume omvat slechts één bouwlaag met en afgeschuind plat dak.
Ook kan er op het links aanpalend perceel nooit gebouwd worden waardoor er nooit een negatieve impact zal zijn wat betreft lichten en zichten. De inplanting is hier dan ook uitzonderlijk aanvaardbaar op basis van voorgaande motivering. De aanvraag heeft de watertoets niet doorstaan waardoor een aantal bijkomende voorwaarden hieromtrent zullen worden opgelegd. De terreinophoging aan de linkerzijde mag geen wateroverlast bezorgen aan het links aanpalende perceel. Ook dit zal worden opgelegd in voorwaarden.
Resultaten openbaar onderzoek Niet van toepassing.
Algemene conclusie
De aanvraag is voorwaardelijk aanvaardbaar en in overeenstemming met de goede ruimtelijke ordening.
Specifieke voorwaarden:
-Er moet worden voldaan aan de rookmeldersverplichtingen voor nieuw te bouwen/te verbouwen woningen. (Decreet van 1 juni 2012 houdende de beveiliging van woningen door optische rookmelders en het bijhorende uitvoeringsbesluit van de Vlaamse Regering van 6 juli 2012). In alle nieuw te bouwen woningen en in alle woningen waaraan renovatiewerken worden uitgevoerd waarvoor een
omgevingsvergunning vereist is en waarvoor de omgevingsvergunning wordt aangevraagd na de inwerkingtreding van dit decreet, moeten de rookmelders geplaatst worden op de wijze bepaald door de Vlaamse Regering. Vanaf 2020 is men verplicht om op iedere bouwlaag een rookmelder of een branddetectiesysteem te plaatsen. De verplichting geldt zowel voor huurwoningen als voor woningen die de eigenaar zelf bewoont.
-Bij sloopwerken en/of verbouwingswerken moeten de werken uitgevoerd worden conform artikel 148 decies 2.5 van het Algemeen Reglement voor de Arbeidsbescherming. In het bijzonder mag bij de sloop en/of verbouwing van gebouwen, constructies en installaties en het verwijderen van asbest daaruit geen asbest in het milieu terechtkomen.
-het perceel is gelegen in een individueel te optimaliseren gebied volgens het zoneringsplan van VMM.
Er moet een IBA voorzien worden, Aquafin zal in opdracht van het gemeentebestuur instaan voor plaatsing en onderhoud.
-De gewestelijke stedenbouwkundige verordening inzake hemelwaterputten, infiltratievoorzieningen, buffervoorziening & gescheiden lozing van afvalwater en hemelwater dd 05/07/2013 moet stipt nageleefd worden. Dit betekent dat een infiltratievoorziening moet worden voorzien conform deze verordening of grondig moet worden gemotiveerd waarom er hierop een afwijking wordt gevraagd.
-De terreinophoging aan de linkerzijde van het perceel mag geen wateroverlast met zich meebrengen voor de omliggende percelen.
BESLUIT VAN HET COLLEGE VAN BURGEMEESTER EN SCHEPENEN
Op basis van de hierboven vermelde overwegingen, komt het college van burgemeester en schepenen tot de volgende beoordeling van het dossier:
Het college van burgemeester en schepenen sluit zich aan bij de motivatie van de gemeentelijke omgevingsambtenaar.
