• No results found

Barend Botje ging uit varen · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Barend Botje ging uit varen · dbnl"

Copied!
8
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

bron

exemplaar Koninklijke Bibliotheek Den Haag, signatuur: XKE 057 [1]

Barend Botje ging uit varen. J. Vlieger, Amsterdam ca.1885

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_bar004bare01_01/colofon.htm

© 2010 dbnl

(2)

1

[Barend Botje ging uit varen]

Ik heb mijn geld op hoopen gesteld, Gestapeld op zijn kanten;

Ik heb mijn liefje een ring beloofd, Een ring met diamanten.

Ziedaar, schoone jonkvrouw!

Heb jij der mijn hand van trouw, En daarop zoo zoen ik jou.

Barend Botje ging uit varen

(3)

Hansje Knipperdolletje Die zat laatst aan den dijk, Hij krabde daar zijn bolletje, Zijn mutsje viel in 't slijk.

Toen kwam daar een meisje loopen;

Hansje, wil je je mutsje verkoopen?

Neen zus, malle zus!

Wie verkoopt er ooit zijn muts?

Barend Botje ging uit varen

(4)

3

Berend Botjen ging uit varen Met zijn scheepjen naar Zuidlaren.

De weg was recht, De weg was krom,

Nooit kwam Berend Botjen weerom.

Barend Botje ging uit varen

(5)

De bakker op den hoek, Die heeft van nacht geblazen,

De vellen van zijn broek, Die hangen voor de glazen, Als een boekweiten koek.

Barend Botje ging uit varen

(6)

5

Klaas Vaak, die komt, Klaas Vaak, die komt, Hij komt de schoorsteen in;

Hij komt op kindjes oogjes, Is dat geen goed begin?

Barend Botje ging uit varen

(7)

Ju, ju, paardjen,

En jij moet naar den stal;

De koetjes eten 't hooi op, En jij krijgt niemendal.

Barend Botje ging uit varen

(8)

7

Twee mannetjes waterhalen, Twee mannetjes pompen, Hoog op de klompen, Laag op de muilen;

't Kindjen begint te huilen Dek toe, dek toe,

Dominee op den preekstoel.

Barend Botje ging uit varen

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Want ik heb van Jantje Paf geproevd Soete lieve Meid die laat haar kussen Van bombe latie Peeperkoek3. Van bombe latie

Tree in 't Bosch met bange, schreeden waar 't edelst pand mij wierd ontrukt,2. waar dwaal ik heenen, waar dwaal ik heenen, Vlieg in deez' River,

Zijn blinkend stalen harnas ving alle zonnestralen op, en Hansje moest aldoor in de blauwe oogen van den koning zien.. Trelker, Hansje

Hansje Knipperdolletje, Die zat laatst aan den dijk, Hij krabde daar zijn bolletje Zijn mutsje viel in 't slijk.. Hansje wil je je

‘Neen,’ zoo juicht hij, ‘'t is geen schijn, 'k Moet wel een gelukskind zijn. Alles, alles is

‘'k Ben gelukkig 't varken kwijt, En zoo van mijn angst bevrijd!’. Zoo juicht

Toen droomde ze, juist zooals Hansje zei, De mooiste sprookjes, de sprookjes van Mei!. Sprookjes van vogels en bloemetjes zoet, Sprookjes van zon, die

Zoo sprak vorst van Bessenstein: Hansje ging gauw Naar de aardige prinsjes, zoo keurig in 't blauw!. Kom jongens, klim vlug in