Vraag nr. 270 van 28 januari 2005
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Boswachters – Takenpakket
Meerdere malen is tijdens de begrotingsbesprekin-gen de problematiek van het tekort aan boswach-ters aangekaart.
Er rijst immers terzake een probleem in verband met het takenpakket en de verloning van de bos-wachters binnen het huidige werkschema van 38 uur. De boswachters wensen niet langer prestaties te leveren in de weekends als hiervoor niet de juiste verloning tegenover staat. De administratieve over-last zou zwaar doorwegen in hun takenpakket en weekendpermanentie zou bijgevolg niet meer bin-nen het huidige werkurenschema ingevuld kunbin-nen worden.
1. Op welke manier biedt de minister een oplos-sing m.b.t. het zware administratieve werk ? 2. Werd er al eens een evaluatie uitgevoerd van
het takenpakket van de boswachters binnen het werkschema van 38 uur ?
3. Op welke manier wil de minister het toezicht op de bossen in de weekends behouden ?
4. Kan de minister meedelen of hij onderhande-lingen heeft gevoerd met de boswachters om te zoeken naar een structurele oplossing ?
5. Binnen welke termijn wil de minister een con-crete oplossing aanbieden ?
Antwoord
1. De verzwaring van de werklast als gevolg van bijkomend administratief werk heeft verschillende oorzaken. Zo is er het algemeen erkende probleem van overreglementering en van de complexiteit van de regelgeving, wat de administratieve afhandeling van machti-gingen, vergunningen, plannen, handhaving verzwaart. Verder is er ook de plicht tot gron-dige motivatie van beslissingen en de vraag tot verantwoording en rapportering over de werkzaamheden. Ik ontken ook niet dat binnen de overheid heel wat interne administratieve
regels van toepassing zijn die te maken hebben met "interne controle".
Het is evident dat deze administratieve taken niet van vandaag op morgen kunnen afgebouwd worden. Er zullen hierbij meerdere sporen moeten gevolgd worden. Belangrijk hierbij is het standpunt van de Vlaamse Regering om via het principe van wetsmatiging tot een sterke vereenvoudiging van regelgeving te komen. Dit zal uiteraard in fases verlopen.
Op de principes van motivatieplicht en het geven van verantwoording wens ik niet terug te komen. Daarnaast ben ik van oordeel dat ook de administratie zelf de verantwoordelijkheid draagt om te onderzoeken waar vereenvou-diging mogelijk en aangewezen is. Zeker voor diensten die dagelijks op het terrein moeten functioneren, is voldoende autonomie en flexi-biliteit noodzakelijk om vlot en efficiënt te kun-nen werken. Ik zal dan ook opdracht geven aan de administratie om dit onderzoek te verrichten en zal de bevindingen en acties tot administra-tieve vereenvoudiging opvolgen.
Daarnaast zou ervoor kunnen geopteerd wor-den om een aantal administratieve taken uit handen van de boswachter te nemen, maar vaak zijn deze verbonden met het specifieke takenpakket van boswachters, waarvoor de nodige technische en terreinkennis noodza-kelijk zijn. Bovendien is het door de eerdere afvloeiingen van personeel (in totaal al 35 medewerkers sinds 1 december 2001) omzeg-gens niet meer mogelijk om intern nog taken van boswachters te herschikken naar andere medewerkers.
De beperkte budgettaire middelen maken het ook niet mogelijk om op korte termijn bijko-mende administratieve medewerkers aan te wer-ven.
combineren zijn binnen één functie, of dat meer specialisatie in bepaalde deeltaken hier niet nodig is. Het lijkt me aangewezen dat dit grondiger onderzocht wordt na de oprichting van het Agentschap Natuur en Bos, waarin de beide huidige afdelingen Bos en Groen en Natuur zullen opgaan.
Het is bekend dat het huidig contingent aan boswachters niet volstaat om de gewenste en kwalitatieve dienstverlening te leveren die men verwacht. Recente bevraging van het publiek in de groene domeinen toont aan dat men sterk vragende partij is naar de aanwezigheid van "overheidspersoneel" zoals de boswachters, dit in het kader van toezicht en veiligheid.
3. Ik zou eerst de bewering dat de boswachters niet langer prestaties willen verrichten in de weekends wegens de lage verloning, willen nuanceren. Ik denk niet dat dit het stand-punt is van de grote meerderheid van de bos-wachters. Het probleem is vooral, zoals in vorig punt geschetst, het uitoefenen van het ganse takenpakket binnen de 38-urenweek. De boswachters ervaren de vergoeding voor extra prestaties bovenop de verplichte werkprestatie als laag en dus weinig motiverend.
De reden om de weekenddienst terug te schroeven, is vooral het feit dat weekend-diensten, om veiligheidsredenen, in ploegen van minstens twee boswachters moeten gebeu-ren. De gepresteerde uren lopen op die manier hoog op en dienen gecompenseerd te worden binnen het pakket van de 38 urenweek. Op die manier zorgt de weekenddienst – zeker in die entiteiten waar het aantal boswachters sterk teruggevallen is – voor een bovenmatig hoge tijdsbesteding, waardoor de andere taken die evenzeer een kwalitatieve dienstverlening naar "klanten" inhouden, zoals machtigingen,
subsidies, en dergelijke in het gedrang komen. Om opnieuw een algemene weekenddienst in te
voeren, zou minstens het contingent dat op 1 december 2001 aanwezig was, opnieuw beschik-baar moeten zijn. Dit betekent dat er op korte termijn zeventien boswachters zouden dienen aangeworven te worden. Ik vrees dat dit binnen de huidige financiële context niet haalbaar is. In de houtvesterijen waar het contingent aan bos-wachters sterk is teruggevallen, werden reeds
andere kerntaken stopgezet, zoals de organisa-tie van de houtverkoop.
4. Het formele overleg tussen werkgever en werknemer verloopt wat dit aspect betreft via het Basisoverlegcomité van de administratie Milieu-, Natuur-, Land- en Waterbeheer (Aminal), dat door de directeur-generaal, als vertegenwoordiger van de werkgever, wordt voorgezeten. In dit comité is de problematiek van de weekenddienst, gekoppeld aan het afne-mend personeelsbestand, besproken en werd overeengekomen om de weekenddienst om de voormelde redenen stop te zetten. Vanuit dit comité is het opnieuw op peil brengen van het contingent aan boswachters als enige structurele oplossing naar voren gescho-ven. Andere onderhandelingen hebben niet plaatsgevonden. Het afdelingshoofd van de afdeling Bos en Groen heeft vorig jaar alle buitendiensten bezocht en deze problematiek besproken met de boswachters. Hieruit is naar voren gekomen dat de boswachters betreuren dat door personeelsgebrek tot deze drastische maatregel is moeten worden overgegaan. Zij zijn van oordeel dat zij hierdoor tekortschie-ten in de dienstverlening aan het publiek en de lokale besturen, en ze zien dit als een grote handicap in hun functioneren. Zij worden immers hierover steeds aangesproken en moeten als eersten de kritiek hierover incas-seren. Anderzijds gaan ze akkoord met het feit dat de precaire situatie dergelijke drastische maatregelen nodig maakt. Zij vragen niet liever dan om in de mogelijkheid gesteld te worden hun taken, die ze als heel relevant zien voor de samenleving, volwaardig te kun-nen uitoefekun-nen.