Vraag nr. 193 van 28 maart 2002
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE NV Prayon Rupel (Ruisbroek) – Diisopropylether In Boom worden door de Vlaamse Milieumaat-schappij (VMM) metingen gedaan waarbij wordt vastgesteld dat de belangrijkste geurcomponent di-isopropylether is. Deze geur zou afkomstig zijn van het bedrijf Prayon Rupel.
In 2000 werden piekconcentraties gemeten die de geurdrempel van 70µg/m3overschrijden (µg : m
i-crogram ; m3: kubieke meter).
1. Wanneer werden deze piekconcentraties geme-ten ?
2. Wat is de evolutie ten opzichte van het jaar voordien ?
3. Zijn er schadelijke gevolgen mogelijk voor mens en omgeving bij de overschrijding van de norm ?
4. Werden er in het verleden acties ondernomen naar aanleiding van de overschrijding van de norm ?
Welke initiatieven werden er na de laatste vast-stellingen genomen ?
Antwoord
1. Bij de steekproefsgewijze controles op de aan-wezigheid van geurcomponenten in de lucht in de omgeving van het bedrijf Prayon Rupel wer-den in 2000 vier overschrijdingen vastgesteld van de geurdrempel van 70 µg/m3(17 ppb) zoals
die in de literatuur vermeld wordt (ppb : p a r t s per billion – red.).
De overschrijdingen werden vastgesteld op 26 april (79,2 µg/m3) , 17 mei (115,1 µg/m3) , 24
no-vember (88,4 µg/m3) en 20 december (104,9
µ g / m3) . De gemeten waarden zijn
halfuurgemid-delden.
2. In 1999 werden eveneens vier overschrijdingen v a s t g e s t e l d , namelijk op 8 januari (83,53 µg/m3) ,
9 juni (108,7 µg/m3) , 14 juli (80 µg/m3) en 16
de-cember (75,8 µg/m3).
We kunnen dus spreken van een stagnering van de toestand.
3. De waarde van 70 µg/m3is enkel een
richtwaar-de voor richtwaar-de geurperceptie. Een norm voor richtwaar-de concentratie in de omgevingslucht is er niet. De maximaal toegelaten concentratie voor acht uur continue blootstelling in arbeidsplaatsen ( M AC-waarde) voor diïsoproylether bedraagt 250 ppm, of omgerekend 1.055.000 µg/m3(ppm :
parts per million – red.). Een richtwaarde voor omgevingslucht wordt verkregen door de MAC -waarde door 100 te delen, wat resulteert in 10.550 µg/m3, grofweg ongeveer 1 mg/m3.
De gemeten piekconcentraties blijven ver bene-den deze waarde, waaruit kan worbene-den afgeleid dat er geen schadelijke gevolgen voor mens en omgeving mogelijk waren bij de gemeten con-centraties.
4. Prayon Rupel NV heeft in 1999 een programma uitgewerkt om de uitstoot van diisopropylether te verminderen. De uitvoering van het program-ma is in 2000 gestart. Eind 2002 moet het pro-gramma volledig toegepast worden.
De extractie-installaties, waarin diisopropyl-ether gebruikt wordt, zijn in gesloten systemen g e b r a c h t . De installaties zijn getest op lekdicht-heid.
Er zijn bijkomende condensors geplaatst die het vluchtige diisopropylether afkoelen. De gerecu-pereerde vloeistof komt terug in het extractie-proces.
Prayon Rupel NV heeft wijzigingen aange-bracht in de productie, waardoor ze minder diisopropylether nodig heeft.