• No results found

Vraag nr. 73 van 28 maart 2002 van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 73 van 28 maart 2002 van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 73 van 28 maart 2002

van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Jeugdruimtebeleid – Restkrediet

Het uitvoeringsbesluit bij het decreet inzake het jeugdruimteplan bepaalt in artikel 7 dat elk jaar het restkrediet wordt overgeheveld naar het Fo n d s voor Culturele Infrastructuur (FOCI) en moet aan-gewend worden voor jeugdinfrastructuur met bo-venlokale functie.

Klopt het dat de minister het financiële tekort van de oprichting van het Steunpunt Jeugd zal opvullen met het geld dat beloofd was voor culturele infra-structuur ?

Op welke manier zal dit geld dan concreet worden aangewend ?

Antwoord

Ik verwijs graag naar mijn antwoord op de vraag om uitleg van 28 maart 2002 gesteld door de Vlaams volksvertegenwoordiger Bart Smet ( H a n -delingen Commissievergadering – Nr. 187 van 28 maart 2002, blz. 15 e.v. – red.).

Uit het antwoord dat ik toen formuleerde, heb ik onderstaande passages gehaald die op de tweeledi-ge vraag van de Vlaamse volksvertetweeledi-genwoorditweeledi-ger een antwoord kunnen geven.

Ten gevolge van de opstart van het Steunpunt Jeugd en Je u g d b e l e i d , alsook van de nieuwe Je u g d-raad voor de Vlaamse Gemeenschap en de eenma-lige investeringen die hiermee gepaard gaan, w e r d ik genoodzaakt om inderdaad een begrotingsver-schuiving voor te stellen aan de collega's in de re-gering en aan het parlement. Deze eenmalige in-vesteringen waren bij de begrotingsopmaak niet in te schatten. Beide organisaties waren immers nog volop in oprichting. Daarenboven komt nog dat de b e g r o t i n g s r u i m t e, door de gewijzigde macro-econo-mische situatie ten gevolge van de terroristische aanslag op 11 september vorig jaar, beperkt is. I k wil in deze dan ook in een solidaire oplossing voor-zien die wel aansluit bij de logica van het decreet lokaal jeugdwerk en de optie om overschotten te spenderen aan investeringen met bovenlokaal jeugdbelang.

Het lijkt mij logisch dat verschuivingen en bespa-ringen worden toegepast op begrotingsposten waar nog geen nominatief engagement op rust. Va n d a a r

dat ik inderdaad ervoor heb geopteerd om de een-malige investeringssubsidie voor het Steunpunt en de Jeugdraad weg te nemen bij het restkrediet dat ondergebracht is bij het decreet houdende subsi-diëring van de gemeentebesturen en de VGC inza-ke het voeren van een jeugdwerkbeleid.

Dit restkrediet ontstaat doordat gemeentebesturen te kennen geven dat zij voor 1 juni 2002 geen jeugdruimteplan zullen opmaken en beginnen uit-voeren in 2002. Volgens de voorlopige gegevens van de afdeling Jeugd en Sport gaven 69 gemeente-besturen (exclusief de faciliteitengemeenten) te kennen dit jaar voor 1 juni geen jeugdruimteplan te zullen indienen. Dit de facto afzien van subsidies voor het begrotingsjaar 2002 binnen de prioritei-t e n r e g e l i n g, heefprioritei-t prioritei-toprioritei-t gevolg daprioritei-t er een resprioritei-tkredieprioritei-t ter beschikking is van zo'n 374.802 euro of zo'n 15.119.475 frank. Mijn voorstel is dus inderdaad om hiervan zo'n 320.000 euro over te hevelen naar het Steunpunt en de Je u g d r a a d . De rest wordt nog even als reserve achter de hand gehouden om ge-meentebesturen die, in tegenstelling tot wat ze be-w e e r d e n , toch een jeugdruimteplan indienen voor 1 juni, toch nog te kunnen honoreren. Wanneer op 1 juni de prognose correct blijft, kan het resterende gedeelte van het restbedrag inderdaad naar het Fonds voor Culturele Infrastructuur worden over-geheveld.

Ik wil er hier nog eens uitdrukkelijk op wijzen dat de overheveling absoluut geen gevolgen heeft voor de door de Vlaamse regering aangegane engamenten ten opzichte van de onderscheiden ge-m e e n t e b e s t u r e n . Elk gege-meentebestuur zal zijn toe-gezegd trekkingsrecht kunnen verkrijgen wanneer het aan de decretale bepalingen voldoet. G e m e e n-tebesturen die na 1 juni 2002 een jeugdruimteplan indienen (en uitvoeren), kunnen vanaf 2003 een beroep doen op de voorbehouden middelen. Daarnaast wil ik de Vlaamse volksvertegenwoordi-ger ook wijzen op de middelen die (buiten het voornoemde decretale kader) voor 2002 en via het Fonds voor Culturele Infrastructuur reeds werden toegewezen aan jeugdinfrastructuur van bovenlo-kaal belang. Het gaat maar liefst om 1.283.500 euro (51.776.261 fr.) voor jeugdhuizen en muziekactoren die werken rond popmuziek, met een bovenlokaal b e r e i k , over heel Vlaanderen verspreid. We komen hiermee tegemoet aan het grootste deel van de in-gediende aanvragen.

(2)

g e p o n e e r d , als zou het budget voor het lokale jeugdbeleid worden afgeroomd, klopt dus hoege-naamd niet. Ik denk dat de gemeentebesturen en bovenlokale jeugd- en jeugdwerkinitiatieven uit onder andere Brugge, D i k s m u i d e, I e p e r, H a s s e l t , S i n t - N i k l a a s, Opwijk en Eeklo, die in 2002 een in-frastructuurproject gesubsidieerd krijgen uit het F O C I , daar de levende getuigen van zijn. Ook in 2001 werd vanuit het Fonds voor Culturele Infra-structuur reeds 39.950.000 frank of 990.000 euro aan gelijkaardige jeugd- en jeugdwerkinitiatieven toegezegd.

Op 30 april zal ik ook zicht hebben op de nieuwe aanvragen voor jeugdinfrastructuur binnen het FOCI, vermits dit de uiterste indieningsdatum is. Als concreet antwoord op de door de V l a a m s e volksvertegenwoordiger gestelde vragen kan ik dus het volgende stellen.

1. Het klopt dat middelen die via het decreet op het lokaal jeugdwerkbeleid zouden worden overgeheveld naar het Fonds voor Culturele In-f r a s t r u c t u u r, in 2002 eenmalig naar het Steun-punt Jeugd en de Jeugdraad voor de V l a a m s e Gemeenschap worden overgeheveld.

Ik wil evenwel nog eens benadrukken dat de overheveling absoluut geen gevolgen heeft voor de door de Vlaamse regering aangegane enga-gementen ten opzichte van de onderscheiden g e m e e n t e b e s t u r e n . Wanneer de gemeentebestu-ren de afdeling Jeugd en Sport correct van hun intenties in verband met hun jeugdruimteplan op de hoogte hebben gebracht, moet elk ge-meentebestuur zijn toegezegd trekkingsrecht kunnen verkrijgen. Hiertoe moeten ze vanzelf-sprekend wel aan de decretale bepalingen vol-doen.

Door het eenmalige karakter van de overheve-ling kunnen de gemeentebesturen die na 1 juni een jeugdruimteplan opmaken, vanaf 2003 het toegezegde trekkingsrecht verkrijgen. D a a r e n-boven meen ik duidelijk te hebben aangegeven dat de middelen die vanuit het Fonds voor Cul-turele Infrastructuur naar lokale jeugd- en jeugdwerkinitiatieven gaan (weliswaar met een duidelijk bovenlokaal bereik), de (in de termi-nologie van de vraag beloofde) overheveling van de middelen meer dan compenseren. 2. De overgehevelde middelen worden gebruikt

voor de huur van de bureauruimtes voor 2002, de benodigde informatica (pc's, p r i n t e r s, ...) en

bureau-infrastructuur (kasten, t a f e l s, s t o e l e n ,t e-lefoons, faxtoestellen, ...).

Voor de begrotingsopmaak 2003 zijn de ge-sprekken met de verschillende organisaties aan het opstarten, zodat we nu tot een correcte in-schatting kunnen komen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het zal de Vlaamse volksvertegenwoordiger be- kend zijn dat vele indoorkartings zich momenteel echter bevinden in een industriegebied of gebied voor ambachtelijke bedrijven..

Hebben ze alle de laatste vijf jaar vol- daan aan het decreet, gelet op het feit dat som- mige zichzelf hebben opgeheven en vervolgens opnieuw een jongerenbeweging hebben

Hieruit bleek dat slechts één crematorium in Vlaanderen aan de normen voldoet, maar de overi- ge crematoria moeten tegen 2003 zijn aangepast aan de wetgeving.. de kisten

Z o worden door bemiddeling van de bosgroep houtloten verkocht die zijn samengesteld uit bomen van verschillende eigenaars.. D e bomen van een individuele eigenaar zouden gezien

Op basis van de resultaten van het wetenschap- pelijk onderzoek uitgevoerd door het Instituut voor Bosbouw en Wildbeheer en op basis van de normen voor PCB's en zware metalen heb ik

Op 4 december 2000 vond in een indoorkarting in Wallonië een incident plaats waarbij een vijftigtal personen werd bevangen door koolstofmonoxide1. Vooral de werking van

De gemeten piekconcentraties blijven ver bene- den deze waarde, waaruit kan worden afgeleid dat er geen schadelijke gevolgen voor mens en omgeving mogelijk waren bij de gemeten

H e t decreet betreffende water bestemd voor menselij- ke aanwending bepaalt expliciet dat de V l a a m s e regering hier regulerend kan optreden en bevat reeds een aantal