• No results found

Vraag nr. 272 van 28 januari 2005 van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Vraag nr. 272 van 28 januari 2005 van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Vraag nr. 272 van 28 januari 2005

van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Grondreiniging in open lucht – Maatregelen In Zwijndrecht op de Kruibeeksesteenweg is een bedrijf gevestigd dat grondreiniging uitvoert in open lucht.

Het betrokken bedrijf heeft in zijn milieuvergun-ning een toelating voor het reinigen van grond in open lucht tot een BTEX-waarde (benzeen, tolu-een, ethylbenzeen en xylenen) van 500 mg/kg droge stof (ds). Nochtans wordt in het kwaliteitsregle-ment voor de certificatie van grondreinigingscen-tra voorgesteld om gronden met een concengrondreinigingscen-tratie aan BTEX groter of gelijk aan 25 mg/kg ds steeds te reinigen in een afgesloten ruimte voorzien van afzuiging en luchtzuivering, en enkel gronden in open lucht te behandelen met een concentratie van BTEX kleiner dan 25 mg/kg ds.

Het kwaliteitsreglement voor de certificatie van grondreinigingscentra is niet bindend, maar het lijkt aangewezen, gelet op de ligging van het bedrijf in de onmiddellijke omgeving van een woongebied en gelet op de grote hoeveelheid vluchtige stof-fen, het kwaliteitsreglement dienaangaande na te leven.

Klachten bij de gemeente Zwijndrecht worden steeds genegeerd, en ook een klacht bij de adminis-tratie Leefmilieu, dienst Milieuvergunningen, heeft nog niet tot een oplossing geleid.

1. Gaat de minister ervan uit dat, zoals het kwali-teitsreglement voorschrijft, de uitoefening van zulke activiteiten in de onmiddellijke omgeving van woongebieden en met aanwezigheid van gevaarlijke stoffen inderdaad niet kan in open lucht ?

Zo ja, welke initiatieven neemt hij terzake ?

2. Hoe verloopt de klachtenbehandeling in een dergelijke aangelegenheid als het betrokken gemeentebestuur niet wil optreden ?

Welke mogelijkheden resten er voor de burgers als de administratie Leefmilieu dan op haar beurt voor klachten doorverwijst naar het gemeente-bestuur ?

3. In welke mate is dit dossier een voorbeeld van het ontbreken van een degelijk

milieuhandha-vingsbeleid en welke conclusies trekt de minis-ter daaruit ?

Antwoord

1. Het bedoelde grondreinigingsbedrijf aan de Kruibeeksesteenweg is vergund sedert 2 november 1998 met de basisvergunning 98-088. De vergunning heeft een looptijd tot 12 novem-ber 2018. De basisvergunning is afgeleverd door de bestendige deputatie van de provincie Antwerpen. De grondreiniging wordt uitge-voerd in open lucht. Tegen de vergunning 98-088 werd beroep aangetekend en het beroep is door de minister onontvankelijk verklaard: vergunning AMV/71942/1002 van 2 mei 1999.

Op 8 mei 2002 werd een bijkomende vergun-ning 01-515 afgeleverd aan de exploitant voor een uitbreiding van het grondreinigingsbedrijf. De vergunning is afgeleverd door de besten-dige deputatie van de provincie Antwerpen. In de vergunning 01-515 is onder artikel 3, §3 – bijzondere voorwaarden – punt 4 ondermeer volgende bijzondere voorwaarde opgelegd: "Verontreinigde gronden met concentratie van BTEX groter dan 500 mg/kg droge stof mogen niet aanvaard worden met het oog op een biologische behandeling ervan."

Het meest nabijgelegen woongebied is meer dan 400 meter verwijderd van het grondreinigings-bedrijf. Uit dit woongebied heeft de buitendienst Antwerpen van de afdeling Milieu-inspectie nog geen klachten ontvangen. Tussen het grondrei-nigingsbedrijf en het meest nabijgelegen woon-gebied ligt een militair domein.

De BTEX-norm van 500 mg/kg droge stof is wel reeds aangeklaagd door een bewoner waar-van de woning ligt in het industriegebied waar ook het grondreinigingsbedrijf gevestigd is. De grens van de achtertuin van de woning va n de klager is gemeenschappelijk met de grens van het grondreinigingsbedrijf.

(2)

de BTEX-norm van 500 mg/kg droge stof niet overschreden wordt. De gevonden resultaten van de tien analyses geven een waarde die klei-ner is dan 0,2 mg/kg ds. De norm van de ver-gunning wordt gerespecteerd.

2. Het bedoelde grondreinigingsbedrijf is volgens Vlarem I ingedeeld als een klasse 1-inrichting. Het toezicht op de klasse 1-inrich-ting wordt uitgevoerd door de buitendienst Antwerpen van de afdeling Milieu-inspectie. De klachten die bij de Milieudienst van de

gemeente Zwijndrecht worden gemeld over een bedrijf dat is ingedeeld als klasse 1-inrichting worden door de gemeente doorgestuurd naar de buitendienst Antwerpen van de afdeling Milieu-inspectie en ook behandeld en afgewerkt door deze dienst. De buitendienst Antwerpen van de afdeling Milieu-inspectie wijst geen klachten door naar het gemeentebestuur in verband met de exploitatie van het bedoelde klasse 1-grond-reinigingsbedrijf.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het besluit van de Vlaamse regering van 14 april 2000 tot bepaling van de vergunningplich- tige functiewijzigingen en van de werken, h a n- delingen en wijzigingen waarvoor

Noch artikel 25 §3 van het decreet betreffende het natuurbe- houd en het natuurlijk milieu, noch het besluit houdende maatregelen ter uitvoering van het gebiedsgericht

In de ontwikkelingsschets opgemaakt door ProSes, de Projectdirectie Ontwikkelingsschets Schelde- estuarium, worden de kosten voorgesteld voor de ontpoldering en voor de aanleg

Groendaken aanleg Wevelgem Aanleg groendak op NEC De Rand 0,0129 Groendaken reglement Antwerpen Subsidiereglement groendaken 0,0000. Groendaken reglement Anzegem

Bovendien is het door de eerdere afvloeiingen van personeel (in totaal al 35 medewerkers sinds 1 december 2001) omzeg- gens niet meer mogelijk om intern nog taken van boswachters

In de voorbije vijfjaar werden geen busstroken aangelegd waarbij op de rijbaan voor het autover- keer het aantal rijstroken van twee tot één werd verminderd.. Gezien het

Op 26 november 2003 werd de goedkeuring voor project 21.702 - KWZI Diel in Dessel door de toenmalige minister ingetrokken, dit wegens protest van omwonenden waardoor de

Een gecoördineerd antwoord zal worden verstrekt door de heer Kris Peeters, Vlaams minister van Openbare Werken, Energie, Leefmilieu