Vraag nr. 306 van 4 februari 2005
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE Vermindering rijstroken – Verkeersdoorstroming Systematisch wordt overal in Vlaanderen het aan-tal rijstroken op gewestwegen verminderd van twee naar één. De tweede rijstrook wordt dan een bus-strook.
Omdat het gewone verkeer nog maar één rijstrook ter beschikking heeft, wordt de verkeersstroom langer. Het verkeer zoekt vluchtwegen via woon-wijken, waardoor ook in deze woonwijken de ver-keersdruk groter wordt.
1. Welke gewestwegen werden de voorbije vijf jaar ingekrompen tot één rijstrook met busstrook ? 2. Werden daarbij maatregelen genomen om de
verkeersdoorstroming te bevorderen ?
Zo ja, welke maatregelen voor welke gewestwe-gen ?
N.B. Deze vraag werd gesteld aan de ministers Peeters (vraag nr. 306) en Van Brempt (nr. 87)
Gecoördineerd antwoord Vlaams-Brabant
Op volgende plaatsen werd een bijzonder overrijd-bare bedding gerealiseerd, samen met een vermin-dering van het totaalaantal rijstroken:
– N9 in Asse – NI in Vilvoorde – N2 in Diest – NI in Zemst – N2 in Kortenberg – N4 in Oudergem-Overijse – N21 in Kampenhout – N26 in Kampenhout – N211 in Vilvoorde
Bij de realisatie van deze bijzonder overrijdbare beddingen dienden geen maatregelen genomen te worden om de verkeersdoorstroming te bevorde-ren.
Oost-Vlaanderen
In de voorbije vijfjaar werden geen busstroken aangelegd waarbij op de rijbaan voor het autover-keer het aantal rijstroken van twee tot één werd verminderd.
Gezien het antwoord onder voorgaand punt is het antwoord op de tweede vraag nihil.
West-Vlaanderen
In de voorbije vijfjaar werden geen busstroken aangelegd waarbij op de rijbaan voor het autover-keer het aantal rijstroken van twee tot één werd verminderd.
Gezien het antwoord onder voorgaand punt is het antwoord op de tweede vraag nihil.
Limburg
In het totaal werd op acht plaatsen een busstrook aangelegd waarbij op de rijbaan voor het autover-keer het aantal rijstroken van twee tot één werd verminderd.
Op volgende gewestwegen werden op die vakken zelf geen maatregelen noodzakelijk geacht om de verkeersdoorstroming te bevorderen:
a. N715, Zonhoven-Lommei; b. N78, Vroenhoven-Maaseik; c. N75, Hasselt-Dilsen;
d. R70, Kleine Ring om Hasselt.
Op de vier hiernavermelde vakken werden wel maatregelen genomen om de verkeersdoorstro-ming te bevorderen. Deze maatregelen worden per wegvak vermeld.
busstroken. Rechtsafbewegingen voor andere voer-tuigen blijven toegelaten op deze busstrook. Ter bevordering van de doorstroming werd de wer-king van de verkeerslichten geoptimaliseerd. Op de N78 in Tournebride werd het aantal rijstro-ken gereduceerd van twee naar één rijstrook per rijrichting, samen met een afbouw van de toegela-ten snelheid. Voor het links afslaand verkeer wer-den afzonderlijke opstelstroken gemaakt zodat de doorstroming niet gehinderd wordt, hetgeen een optimalisering van de veiligheid voor dat linksaf-slaand verkeer inhoudt.
Op de N75 Europalaan te Genk werd het aantal rijstroken ook gereduceerd van twee naar één rij-strook per rijrichting.
Ter bevordering van de doorstroming werd het doorgaand verkeer, via aangepaste richtingssigna-lisatie, geleid langs primaire wegen.
Op de Kleine Ring van Hasselt werd het aantal rijstroken ook gereduceerd van twee naar één rij-strook per rijrichting, met alle verkeer op de bui-tenzijde in tegenwijzerszin. Over grote gedeelten van de binnenring werden busbanen aangelegd. Ter bevordering van de doorstroming werd de werking van bestaande verkeerslichten geoptima-liseerd.
Antwerpen
De meeste gewestwegen waar de laatste twee jaar busbanen zijn aangelegd ten koste van een rijvak voor het overige wegverkeer, hebben te maken met de werken aan deRing om Antwerpen (Rl). In principe zijn deze ingrepen van tijdelijke aard, maar na de werken zal bekeken worden waar en met welke ingrepen deze busbanen kunnen behou-den blijven. De doorstroming van alle verkeer zal op dat moment bekeken worden.
Op de gewestweg NI in Mortsel en deels ook in Merksem was er reeds een (vrije) trambaan aan-wezig, die nu met enkele tientallen centimeters ver-breed werd tot een vrije tram- én busbaan. In het geval Mortsel is de aanleg van een normaal voet-pad en normaal fietsvoet-pad de voornaamste reden dat er van twee naar één rijstrook per rijrichting diende te worden overgegaan. De verkeersdoorstroming
werd bevorderd met een aangepaste regeling van de verkeerslichten.
Buiten deze twee bovenvermelde wegen zijn nog te vermelden :
– NI in Brasschaat: geen doorstromingsproble-men voor het autoverkeer;
– NI 14 Ekeren/Hoevenen (Leugenberg): met een betere lichtenregeling is een verbeterde situatie verkregen voor alle verkeer;
– N70 Zwijndrecht: de tramverlenging van een aantal jaar geleden maakte het noodzakelijk om het aantal rijstroken voor het autoverkeer te beperken voor een vrije tram- en busbaan. Het overige verkeer heeft geen noemenswaardige hinder.
Algemeen kan hier gesteld worden dat op enige afstand van de betrokken wegvakken andere belangrijke verkeersassen aanwezig zijn om een gedeelte van het verkeer over te nemen.