• No results found

AFSTAND OF BETROKKENHEID: ENGAGEMENT IN DE TEKSTEN VAN JELLE BRANDT CORSTIUS

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "AFSTAND OF BETROKKENHEID: ENGAGEMENT IN DE TEKSTEN VAN JELLE BRANDT CORSTIUS"

Copied!
96
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

AFSTAND OF BETROKKENHEID:

ENGAGEMENT IN DE TEKSTEN VAN

JELLE BRANDT CORSTIUS

E

EN ONDERZOEK NAAR INHOUDELIJK

,

PERSOONLIJK EN VORMELIJK ENGAGEMENT IN DE

JOURNALISTIEKE TEKSTEN VAN

J

ELLE

B

RANDT

C

ORSTIUS

Lotte Terpstra S1934511

Masterscriptie MA Journalistiek Begeleider: Dr. I.M. van den Broek Tweede lezer: Dr. F. Harbers Datum: 14 juli 2015

(2)

1

INHOUDSOPGAVE

INHOUDSOPGAVE 1

1. INLEIDING 3

1.1INLEIDING EN VERANTWOORDING 3

1.2VERANTWOORDING VAN GEKOZEN TEKSTEN 5

1.3OPBOUW VAN DE SCRIPTIE 5

2. THEORETISCH KADER: ENGAGEMENT 7

2.1WERKDEFINITIE ENGAGEMENT 7

2.2HISTORIOGRAFIE: ENGAGEMENT IN DE GESCHIEDENIS 11

2.21DE JAREN DERTIG EN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG: VERZUILING 12

2.2.2DE JAREN ZESTIG:DE FICTIEVE ROMAN WORDT AFGEZWOREN 15

2.2.3NA HET POSTMODERNISME:DE AANSLAGEN OP 11 SEPTEMBER 2001 20

2.2.4DEELCONCLUSIE HISTORIOGRAFIE 22

2.3ENGAGEMENT IN TEKSTEN 23

2.3.1THEMATISCH:IMMERSION JOURNALISM 23

2.3.2JOURNALISTIEK: METAJOURNALISTIEK 26

2.3.3NARRATIEVE STRATEGIEËN IN JOURNALISTIEKE TEKSTEN 31

2.3.4DEELCONCLUSIE ENGAGEMENT IN TEKSTEN 36

2.4JELLE BRANDT CORSTIUS: JOURNALIST IN RUSLAND 36

3. METHODE 39

3.1AANPAK ONDERZOEK: KWALITATIEVE TEKSTANALYSE 40

3.4CORPUS VAN TEKSTEN 41

4. IMMERSION JOURNALISM 42

4.1INHOUDELIJK ENGAGEMENT: ONDERWERPEN IN DE TEKSTEN VAN JELLE BRANDT CORSTIUS 43

4.1.1OP ZOEK NAAR HET ONGEWONE IN HET DAGELIJKS LEVEN 43

4.1.2OORLOGEN EN CONFLICTEN (IN DE KAUKASUS) 48

4.1.3DE POLITIEKE SITUATIE IN RUSLAND 49

4.2THEMATIEK: DE BENADERING VAN ZIJN ONDERWERPEN 50

4.2.1ONRECHT 51

4.2.2MARGINALISERING 52

4.2.3OVERLEVEN 54

4.2.4MACHT 55

(3)

2

5.1REFLECTIE OP DE JOURNALISTIEK IN HET ALGEMEEN 57

5.1.1BEPERKTE PERSVRIJHEID IN RUSLAND 58

5.1.2GEVOLGEN VAN DE BEPERKTE PERSVRIJHEID VOOR BRANDT CORSTIUS 60

5.2PERSOONLIJKE BETROKKENHEID BIJ ZIJN WERK 63

5.2.1REIZEN 63

5.2.2ALTERNATIEVE BRONNEN 65

5.2.3INTERVIEWS 68

5.3DEELCONCLUSIE: PERSOONLIJK ENGAGEMENT 70

HOOFDSTUK 6: ENGAGEMENT IN VORM 71

6.1.AANWEZIGHEID IN DE TEKST 71

6.1.1VERTELPERSPECTIEF 71

6.1.2FOCALISATIE 76

6.2DE PERSOONLIJKE STEM VAN DE AUTEUR IN DE TEKST 79

6.2.1DE IMPLIED AUTHOR 79

6.2.2IRONIE 81

6.3DEELCONCLUSIE ENGAGEMENT IN VORM 84

7. CONCLUSIE 87

8. LITERATUURLIJST 91

8.1PRIMAIRE LITERATUUR 91

(4)

3

1. INLEIDING

1.1 INLEIDING EN VERANTWOORDING

Toen ik de boeken van Jelle Brandt Corstius las, vond ik één van de interessantste aspecten dat hij veel zelf in de teksten aanwezig is en alles zelf lijkt te willen ervaren. Hij laat vaak blijken hoe zijn ontmoetingen met mensen verlopen en hoe hij aan zijn informatie komt. Bij het theoretische specialisatiecollege Journalistieke & Literaire Cultuur in het collegejaar 2012/2013 kwam ik in aanraking met journalistieke methodes als immersion journalism en metajournalistiek in de literaire journalistiek. Met mijn achtergrond in de Nederlandse literatuur vond ik dit direct interessante materie om verder onderzoek naar te doen. Brandt Corstius heeft vijf jaar in Rusland gewoond en gewerkt als correspondent voor Trouw. Hierdoor woonde hij tussen de Russen. En hoewel zijn verhalen tussen 2005 en 2010 zijn geschreven, lijken ze nog steeds actueel. Ook toen speelde bijvoorbeeld de homohaat al in Rusland en ook toen was president Poetin al bezig zoveel mogelijk macht naar zich toe te trekken.

In dit onderzoek zal gekeken worden naar engagement in de journalistieke teksten van Jelle Brandt Corstius. Sinds enkele jaren, specifiek gezegd sinds de aanslagen op 11 september 2001, lijkt er weer meer interesse te zijn voor geëngageerde literatuur. Ook in de journalistiek is dit terug te zien. Een voorbeeld hiervan is het verhaal in De Volkskrant ‘De overtreffende trap van erg is op Filipijnen bereikt’ van Michel Maas van 16 november 2011. In dit artikel beschreef hij vanuit zijn eigen observaties en gevoel hoe het daar was en hij maakte duidelijk wat zijn positie was: “Bijna sta je dan met hem mee te huilen. Om alle doden en overlevenden, om alle ellende, om Kamer 206 waar niemand meer kan wonen. Maar je geneert je, slikt de tranen weg. Je doet of ze er niet zijn en je stapt snel in je auto. Want je moet dit verhaal nog afmaken.”1 Naar mijn mening word je als lezer door deze persoonlijk geëngageerde verhalen meegesleept in de situatie en kun je als lezer voelen wat er aan de hand is. Later in dit onderzoek zal blijken dat geëngageerde literatuur van alle tijden is, maar er wordt nog weinig wetenschappelijk onderzoek naar gedaan.

Om dieper in te kunnen gaan op engagement, zal ik eerst vertellen wat het inhoudt. Engagement kan gezien worden als een betrokken houding, maar ook als literaire en journalistieke vorm. Omdat dit onderzoek op tekstniveau plaatsvindt, wordt het lastig om iets te kunnen zeggen over de houding van de auteur, omdat deze vaak niet in de tekst wordt weergegeven. Daarom zal in dit onderzoek engagement gezien worden als betrokkenheid die in een (journalistieke) tekst is terug te vinden. Hier zal naar worden gekeken door middel van verschillende narratieve concepten, zoals immersion journalism, metajournalistiek en verschillende tekstuele kenmerken. Daaraan voorafgaand zullen in het theoretisch kader de verschillende tijdsvakken besproken worden waarin engagement belangrijk was in (journalistieke) teksten.

In de geschiedenis is een aantal periodes aan te wijzen waarin engagement belangrijk was in de literatuur en journalistiek, zowel in de Verenigde Staten als in Nederland. Ik zal deze periodes hier kort bespreken en in het theoretisch kader zullen ze uitgebreid aan bod komen. Ook zal hier naar voren komen dat engagement op verschillende manieren kan worden bekeken,

1 Maas, M. ‘De overtreffende trap van erg is op Filipijnen bereikt’ in De Volkskrant (16 november 2013)

Beschikbaar via:

(5)

4 namelijk persoonlijk, inhoudelijk en engagement in vorm. Inhoudelijk engagement beleefde in de jaren ’30 in Nederland het hoogtepunt, omdat men te maken kreeg met politieke veranderingen in Europa, en Nederland in die tijd verzuilde. Het politieke en culturele leven was hierdoor sterk met elkaar verbonden. In de literatuur uitte zich dit vooral in tijdschriften en kranten: voor elke politieke of religieuze groep werd een eigen tijdschrift of krant opgericht.2 Ook in Amerika was inhoudelijk engagement van groot belang, voornamelijk in de literaire journalistiek. Amerika kreeg te maken met the Great Depression, de economische crisis in de jaren dertig waar de Amerikaanse burgersamenleving hard door werd getroffen. Auteurs als Ernest Hemmingway richtten zich hierdoor op de non-fictieroman, omdat fictie geen invloed uit kon oefenen op de situatie. Door het verhaal van door de crisis getroffen mensen weer te geven, konden ze laten zien wat de crisis nu echt met de maatschappij deed.3 Hier op volgend was de periode na de Tweede Wereldoorlog een periode waarin engagement weer veel in teksten naar voren kwam. In Nederland wilde men in romans de oorlog verwerken en auteurs deden dit in ooggetuigenverslagen en in de vorm van dagboeken.4 In Amerika was de opleving van geëngageerde literatuur en journalistiek eind jaren veertig alweer op zijn eind gekomen. In de Tweede Wereldoorlog hield men vast aan het streven naar objectiviteit en wilde men omdat de oorlog zo’n lastig evenement was, zo feitelijk mogelijk weergeven.5

In de jaren zestig keerde engagement weer terug in de literatuur en in Amerika met name in de journalistiek. In Nederland kwam een tweede opleving van engagement na de Tweede Wereldoorlog op gang, waarin de belangrijkste werken uit deze tijd verschenen: De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans en Het Stenen Bruidsbed van Harry Mulisch. Mulisch liet in deze periode de fictieve roman volledig achter zich om zich op de non-fictie over de oorlog te richten. De Tweede Wereldoorlog werd een belangrijk onderwerp in de rest van zijn oeuvre.6 In Amerika traden in deze periode veel veranderingen op in de maatschappij en deze waren ook terug te vinden in de journalistiek. De stroming New Journalism ontstond, welke zowel als politieke als literaire stroming gezien kan worden. Door middel van literaire kenmerken in de tekst werd gepoogd alle veranderingen in de maatschappij op de juiste manier weer te geven.7

Zoals eerder genoemd is sinds de aanslagen op 11 september 2001 nieuwe interesse ontstaan voor geëngageerde literatuur en journalistiek. Ook de journalistieke teksten van Jelle Brandt Corstius zijn na deze datum verschenen en, hoewel ze niets te maken hebben met deze aanslagen, is hier betrokkenheid in terug te vinden. Op het kaft van zijn tweede boek Kleine Landjes wordt gezegd: “Net als in zijn succesvolle debuut ‘Rusland voor gevorderden’ (inmiddels 3e druk) vervalt Brandt Corstius in ‘Kleine Landjes’ niet in eindeloze politieke analyses, maar ontdekt hij de Kaukasus door met de mensen te praten. (…) Door de levendige verhalen van Brandt Corstius

2 Boven, E. van & M. Kemperink. Literatuur van de Moderne Tijd. Nederlandse en Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw (Bussum: Uitgeverij Couthino, 2008), 185.

3 Sims, N. True Stories. A Century of Literary Journalism. (Evanston, Illinois: Northern University Press,

2007), 133; Hartsock, J. C. A history of American literary Journalism. The emergence of a Modern Narrative

Form. (Amherst: University of Massachusetts Press, 2000), 167.

4 Brems, H. Altijd weer die vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005. (Amsterdam: Uitgeverij Bert Bakker), 68.

5 Sims, N. True Stories. A Century of Literary Journalism, 165.

6 Anbeek, T. Na de oorlog. De Nederlandse roman 1945 – 1960, 121; Brems, H. Altijd weer die vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005, 68.

(6)

5

komen deze kleine, obscure landjes voor de lezer tot leven.”8 In mijn ogen kan Brandt Corstius zich betrokken tonen door met de lokale bevolking te praten en het gebied in zijn teksten tot leven te brengen. Brandt Corstius duikt in onderwerpen om te ontdekken wat er precies gebeurt in een bepaalde regio. Ik wil weten hoe hij dit doet en wat het effect hiervan is. Daarom heb ik de volgende hoofdvraag geformuleerd die in dit onderzoek beantwoord zal worden:

In hoeverre en op welke manier komt engagement voor in de teksten van Jelle Brandt Corstius?

1.2 Verantwoording van gekozen teksten

Als corpus heb ik voor deze scriptie de drie boeken gekozen die Jelle Brandt Corstius tussen 2005 en 2010 schreef als correspondent in Rusland. Deze drie boeken vul ik aan met krantenartikelen die hij in dezelfde periode voor Trouw schreef. In de krantenartikelen heb ik echter een selectie gemaakt, omdat niet alle teksten geschikt zijn voor het onderzoek. Ik heb teksten uitgezocht waarin engagement voor kan komen en deze selectie heb ik gemaakt op basis van genre. Hierdoor worden achtergrondartikelen en reportages wel meegenomen in het onderzoek, maar nieuwsberichten niet. In nieuwsberichten worden vaak officiële bronnen aangehaald en weinig andere bronnen aangesproken. Hierdoor zal het lastig worden om in deze teksten de narratieve analyse uit te kunnen voeren.

Met de thematiek is bij de selectie van de krantenartikelen geen enkele rekening gehouden. Hoewel Brandt Corstius aangeeft een voorkeur te hebben voor ‘kleine landjes’ is dit geen reden om artikelen met andere onderwerpen uit te sluiten. Het is interessant om ook te kijken hoe hij in deze teksten te werk gaat en of er eventueel een verschil is aan te wijzen bij de onderwerpen.

1.3 Opbouw van de scriptie

De scriptie bestaat uit zeven hoofdstukken, die als volgt zijn ingedeeld. Na deze inleiding volgt het theoretisch kader, waarin een werkdefinitie van engagement besproken wordt, een historiografie over engagement in de literatuur en journalistiek wordt weergegeven en wordt uitgelegd met welke tekstkenmerken engagement in de journalistieke teksten van Jelle Brandt Corstius onderzocht zullen worden. In de historiografie zullen de jaren dertig, de periode na de Tweede Wereldoorlog, de jaren zestig en de periode na de aanslagen van 11 september 2001 naar voren komen, vanuit zowel Nederlands als Amerikaans perspectief. Na het theoretisch kader volgt een methodisch hoofdstuk waarin de aanpak van het onderzoek uitgelegd zal worden.

Het tweede deel van de scriptie bevat de analyse, die zal bestaan uit drie hoofdstukken die ingedeeld zijn per tekstkenmerk dat onderzocht gaat worden. In het eerste hoofdstuk staat immersion journalism centraal en hier zal worden gekeken naar de inhoud van de teksten van Jelle Brandt Corstius. Dit wordt gekoppeld aan het inhoudelijk engagement. Vervolgens zal door middel van metajournalistieke reflectie gekeken worden naar de aanwezigheid van Jelle Brandt Corstius in zijn teksten. In dit hoofdstuk staat tegelijkertijd persoonlijk engagement centraal. Ten slotte volgt er een hoofdstuk waarin narratieve tekstkenmerken als het vertelperspectief, de implied author, focalisatie en ironie centraal staan. Dit hoofdstuk is gekoppeld aan engagement in

8 Brandt Corstius, J. Kleine Landjes, beschikbaar via: http://www.jellebc.nl/kleine-landjes/, geraadpleegd

(7)
(8)

7

2. THEORETISCH KADER: ENGAGEMENT

2.1 Werkdefinitie engagement

Door de eeuwen heen zijn er veel verschillende definities van engagement gevormd vanuit verschillende wetenschappelijke disciplines zoals de literatuurwetenschap en de filosofie. Er wordt gezegd dat zelfs Plato en Aristoteles zich al bezighielden met engagement in hun teksten en sindsdien zijn er in de geschiedenis verschillende periodes aan te wijzen waarin engagement naar voren komt in de literatuur of de journalistiek. In dit hoofdstuk zullen een paar van deze periodes uitgelicht worden die relevant zijn voor de historiografie in dit onderzoek, namelijk de jaren dertig, de jaren na de Tweede Wereldoorlog, de jaren zestig en de periode na de aanslagen op het World Trade Center in 2001. Eerst zal in deze paragraaf een werkdefinitie van engagement gevormd worden aan de hand van een aantal bronnen uit onder andere de literatuurgeschiedenis en filosofie.

Omdat er vanuit zoveel verschillende disciplines zoveel verschillende definities over engagement zijn gevormd, wordt er gezegd dat het gebrek aan een eenduidige definitie van engagement ten koste gaat van een inhoudelijke discussie over hedendaagse geëngageerde literatuur.9 Omdat er volgens wetenschappers geen consensus bestaat over hoe engagement geïnterpreteerd moet worden, zou de maatschappelijke discussie over geëngageerde literatuur niet op gang komen. De vraag is echter of er wel een eenduidige definitie van engagement te geven valt. Veel definities blijven vaag en zijn te herleiden tot ‘schrijven vanuit betrokkenheid bij een actueel maatschappelijk en/of politiek onderwerp’. Hoewel betrokkenheid de kern van engagement is, houdt engagement meer in dan betrokkenheid bij een actuele gebeurtenis. Daarom werk ik in deze scriptie met een werkdefinitie, waarbij ik engagement in drie componenten verdeel. Hierbij gaat het om een inhoudelijk, vormelijk en persoonlijk component.

Inhoudelijk engagement is een term die afkomstig is uit de literatuurgeschiedenis en wijst erop dat engagement onlosmakelijk verbonden is met de actuele politieke en sociale omstandigheden in de samenleving. Zoals Neerlandicus Piet Verkruijsse engagement definieert: “Een literatuuropvatting van auteurs die het belang van hun teksten niet in de literaire teksten ervan zien, maar in een buiten de literatuur gelegen functie die doorgaans van politieke of sociale aard is.”10 Het klopt dat in de literatuur een afspiegeling van de samenleving te zien is. Een tekst wordt in een bepaalde periode geschreven en vaak zijn er in die tekst kenmerken uit dat tijdperk terug te vinden. Kort gezegd draait inhoudelijk engagement om een actuele maatschappelijke gebeurtenis waarbij de auteur zich betrokken toont.

Inhoudelijk engagement kan in de literatuur voorkomen in de vorm van een autobiografische of non-fictieroman, maar ook in fictie kunnen elementen uit de wereld buiten het boek naar voren komen. Thomas Vaessens noemt Tirza van Arnon Grunberg als voorbeeld van een geëngageerde roman.11 In deze roman beschrijft Grunberg een man die bang is voor de

9 Joosten, J. ‘Is het werkelijk? Engagement in de litratuurkritiek (analyse)’ in Breuken en bruggen: moderne Nederlandse literatuur: hedendaagse perspectieven. Eds. Bernaerts, L., Strycker, C. de & Vervaeck, B. (Gent:

Academia Press, 2011), 165.

10 Verkruijsse, P. J. et al. Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek. (2002) Beschikbaar via:

http://www.dbnl.org/tekst/bork001lett01_01/bork001lett01_01_0006.php#e053, geraadpleegd op 30 oktober 2013.

11 Vaessens, T. De revanche van de roman. Literatuur, Autoriteit en Engagement. (Amsterdam: Uitgeverij

(9)

8 Marokkaanse vriend van zijn dochter, omdat hij hem op Mohammed Atta vindt lijken, één van de terroristen die betrokken was bij de aanslagen op het World Trade Center in 2001. Romans als Tirza kunnen volgens Vaessens bijdragen aan het maatschappelijk debat over actuele onderwerpen, omdat de lezer het onderwerp door de ogen van het personage kan bekijken en zich zo in kan leven in de situatie. Vaessens pleit er zelfs voor dat engagement zoveel mogelijk terugkeert in de literatuur, zodat iedereen zich met de onderwerpen kan identificeren.12 Hij stelt dat iedere lezer een gebeurtenis zoals 11 september 2001 heeft meegemaakt en er een bepaald beeld bij gevormd heeft. Door er literatuur over te schrijven, kunnen zowel de schrijver als lezer meer betrokken raken bij het onderwerp stelt Vaessens. De vraag is natuurlijk of dit daadwerkelijk het geval is en of mensen de actuele boodschap wel uit de roman halen.

Tijdens het postmodernisme, een stroming die ongeveer vanaf de jaren tachtig tot het begin van de eenentwintigste eeuw leidend was in de literatuur, waren waarden als afstandelijkheid en ironie leidend in de literatuur. In deze periode was de auteur niet als personage terug te vinden in zijn teksten en men was sceptisch over het beschrijven van de werkelijkheid in de literatuur. Dr. Allard den Dulk is van mening dat deze waarden het tegenovergestelde zijn van betrokkenheid. Ook denkt hij dat de terugkeer van inhoudelijk engagement deze postmodernistische waarden in de literatuur heeft doen verdwijnen. Engagement draait volgens hem voornamelijk om betrokkenheid bij de realiteit en de samenleving en oprechtheid.13 Deze waarden staan haaks op ironie en afstandelijkheid en hierdoor voelen auteurs zich tegenwoordig weer betrokken bij maatschappelijke en politieke thema’s waar de lezer zich mee kan identificeren.

Hoewel Vaessens en Den Dulk voorstanders van de terugkeer van engagement zijn, sluiten niet alle wetenschappers zich hierbij aan. Ook onder de Nederlandse auteurs heerst verdeeldheid. Schrijvers als Marjolijn (Maxime) Februari, Charlotte Mutsaerts, Joost Zwagermans en Arnon Grunberg halen actuele maatschappelijke en politieke thema’s aan in hun boeken, maar veel andere auteurs, onder wie Connie Palmen, zien er juist helemaal niets in.14 Het grootste punt van kritiek van deze tegenstanders is dat de literatuur slechts gezien moet worden als kunstvorm en dat het door de literaire kenmerken geen geschikt middel is om het over maatschappelijke en politieke thema’s te hebben. Door de literaire kenmerken kun je er niet vanuit gaan dat je het gewenste politieke en maatschappelijke effect bereikt bij de lezer.15 Met andere woorden: de lezer kan literatuur beschouwen als vermaak, in plaats van zich in te leven in de beschreven maatschappelijke situatie. Critici stellen dus de vraag of de literatuur wel het juiste platform is om maatschappelijke en politieke kwesties aan de kaak te stellen. In een roman kunnen personages

12 Ibidem, 15.

13 Dulk, A. den ‘Foreword’ in “Love me till my heart stops”: Existentialist Engagement in Contemporary American Literature. A philosophical analysis of the fiction of David Foster Wallace, Dave Eggers and Jonathan Safran Foer (New York: Bloomsbury Academic, 2014), 5.

14 Ibidem, 13; De Wereld Draait door, fragment ‘Schrijversdebat’, uitgezonden op 4 april 2012.

Beschikbaar via:

http://dewerelddraaitdoor.vara.nl/Detail-stand-up-comedy.2544.0.html?&tx_ttnews%5Bpointer%5D=652&tx_ttnews%5Btt_news%5D=6268&tx_ttnews%5 BbackPid%5D=2542&cHash=81a3b181707da6d9bdb7781a4467d9af, geraadpleegd op 19 december 2013.

(10)

9 wel met een actueel thema in aanraking komen, maar de werkelijkheid van het verhaal moet binnen het verhaal zelf tot stand komen op tekstueel niveau en niet op inhoudelijk niveau.16

Een tweede manier waarop engagement in teksten voor kan komen, is persoonlijk engagement. Persoonlijk engagement kan vooral gezien worden als de houding van de auteur die in de tekst naar voren komt. Engagement kan gezien worden als persoonlijk doel en hoeft niet altijd te herleiden tot een maatschappelijk of politiek doel.17 Dit aspect van engagement is erg interessant om te bestuderen in dit onderzoek, aangezien Jelle Brandt Corstius op de kaften van zijn boeken te kennen geeft een buitengewone interesse voor Rusland en met name kleine landjes (de gebieden in de Kaukasus van Rusland) te hebben. Het persoonlijke aspect van engagement komt voort uit het existentialisme, een term die gevormd is door een groep filosofen waar ook Jean-Paul Sartre deel van uitmaakte.18 In de filosofie van deze groep werd ‘existentie’ in verband gebracht met de term ‘engagement’. Existentialisme kan gezien worden als een intentionele betrokkenheid bij een onderwerp, een opdracht van de maatschappij die door de mens zelf uitgevoerd moet worden.19 Hoewel het om persoonlijk engagement gaat, is Sartre’s definiëring van engagement sterk maatschappelijk gericht omdat hij vindt dat de – vaak onrechtvaardige – maatschappelijke situatie vraagt om betrokkenheid.20 Van Stralen wil deze definitie breder opvatten en ziet engagement als een levenshouding waarbij de keuzes die je maakt laten zien dat je betrokken bent bij de ander en zijn persoonlijke situatie. Engagement heeft in dit geval dus niet altijd te maken met een politiek doel.21 Hoewel er ook veel verschillende interpretaties van existentialisme te vinden zijn, is dit degene die ik wil volgen in deze scriptie. Het geeft aan dat de auteur vanuit persoonlijke keuzes betrokkenheid toont bij een ander persoon (of onderwerp). Hoewel persoonlijk engagement iets anders is dan inhoudelijk engagement, hoeven persoonlijke doelen niet per definitie los te staan van maatschappelijke doelen. Bijvoorbeeld filosofe Karen Vintges stelt dat persoonlijke kwesties altijd politiek geladen zijn.22 Dit betekent dat wie je wilt zijn en hoe je wilt leven altijd verbonden is met doelen en belangen buiten jezelf, waardoor een persoonlijk doel tegelijkertijd een maatschappelijk doel kan zijn.23

In de journalistiek is persoonlijk engagement de laatste jaren ook steeds vaker terug te vinden. Steeds vaker verschijnen er verhalen in kranten die vanuit een persoonlijke ervaring of interesse geschreven zijn. Zo beschreef Turkije-correspondent Arjan van der Ziel van De Volkskrant in de zomer van 2013 de rellen in Istanbul vanuit een persoonlijke situatie. Zijn vrouw moest ten tijde van de rellen bevallen van een tweeling in de stad en in zijn artikel ‘Je moet ze Park en Gezi noemen’ beschrijft hij hoe voor hem zoiets moois gebeurde ten tijde van chaos in de stad.24 Een reden waarom dit soort vanuit de journalist geschreven verhalen aan populariteit winnen, is

16 Ibidem, 105-106.

17 Stralen, H. van, ‘Inleiding’ in: Beschreven keuzes. Een inleiding in het literaire existentialisme.

(Leuven/Apeldoorn: Garant Uitgevers n.v., 1996), 8.

18 Ibidem, 15. 19 Ibidem, 20. 20 Ibidem, 59. 21 Ibidem.

22 Vintges, K. De terugkeer van het engagement (Amsterdam: Uitgeverij Boom, 2003), 44. 23 Ibidem, 105-106.

24 Ziel, A. van der. ‘Je moet ze Gezi en Park noemen’ in De Volkskrant 17-06-2013. Geraadpleegd op

30-09-2013 via

(11)

10 omdat ze op deze manier herkenbare emoties aan de lezer over kunnen brengen. Door een verhaal als het ware van binnenuit te vertellen, kan de lezer zich persoonlijk aangesproken voelen. Dit kan ervoor zorgen dat de lezer dichter bij de ervaring komt te staan, waardoor hij zich meer betrokken voelt. Een kanttekening bij deze persoonlijke methode is dat de journalist moet uitkijken dat hij niet teveel op de voorgrond treedt. Het voornaamste doel van journalistiek moet de lezer op een objectieve manier informeren blijven.25

Ten slotte is engagement in vorm van belang voor dit onderzoek. Het onderscheid tussen inhoudelijk engagement en engagement in vorm wordt door vele wetenschappers gemaakt, maar het wordt vaak als onzinnig beschouwd omdat auteurs niet heel duidelijk voor inhoudelijk of vormelijk engagement lijken te kiezen. Maar met het oog op de narratieve analyse die ik in dit onderzoek wil uitvoeren, zal ik het onderscheid tussen de twee wel maken. Vormelijk engagement heeft betrekking op de weergave van de tekst. Een tekst kan bijvoorbeeld aangepaste typografische kenmerken hebben die een bepaald effect kunnen bewerkstelligen. Een voorbeeld hiervan is Eating Animals van Jonathan Safran Foer waarin hij schokkerende woorden typografisch benadrukt in grootte of dikte van de letters, om de lezer extra bewust te maken van wat er gebeurt in de vleesindustrie. Ook kan vormelijke betrokkenheid naar voren komen in de syntaxis van de tekst, dus in de opbouw van zinnen. Zinnen kunnen in een aangepaste volgorde weergegeven worden, om bepaalde elementen neer nadruk te geven. Ten slotte kan vormelijk engagement voorkomen in de fonologie van een tekst. De manier waarop een tekst wordt voorgelezen heeft ook invloed op het effect van een tekst. Ook op deze manier kunnen belangrijke elementen benadrukt worden.26

In deze scriptie zal ik engagement in vorm echter op een andere manier benaderen. In plaats van te kijken naar typografische, syntactische of fonologische aspecten die worden benadrukt, zal ik engagement in vorm bekijken vanuit verschillende narratieve tekststrategieën. Ik zal kijken naar het vertelperspectief, focalisatie, de implied author en ironie in de tekst. Door het vertelperspectief in de teksten van Jelle Brandt Corstius te analyseren, kan zichtbaar worden op welke manier hij zich in de tekst positioneert. Door middel van deze narratieve concepten kan in de vorm van de tekst gekeken worden of Brandt Corstius zich betrokken toont. Het vertelperspectief kan ons vertellen op welke manier Brandt Corstius aanwezig is in zijn teksten, focalisatie waar hij naar kijkt en op welke manier hij dit doet en de implied author kan ons vertellen op welke manier Brandt Corstius achter de schermen van de tekst invloed uitoefent. Deze concepten zullen later in dit onderzoek uitgebreider uitgelegd worden, maar elk concept belicht de vorm van de tekst op een andere manier, waardoor betrokkenheid vanaf verschillende kanten bekeken wordt.

Een ander begrip wat een belangrijke rol speelt in de stijl van Brandt Corstius is ironie. In traditionele journalistieke teksten is ironie door de neutrale toon niet gebruikelijk, maar aangezien de boeken van Brandt Corstius ook veel raakvlakken hebben met de literatuur is er meer vrijheid in vorm. Voor engagement speelt dit ook een andere rol, omdat ironie ervoor kan

25 Jong, S. de. ‘Journalistiek kan best persoonlijk zijn – zolang het niet om jezelf gaat’ in NRC.nl 29 juni 2013.

Geraadpleegd op 1 oktober 2013. Beschikbaar via:

http://www.nrc.nl/ombudsman/2013/06/29/journalistiek-kan-best-persoonlijk-zijn-zolang-het-niet-om-jezelf-gaat/

26 Verkruijsse, P. J. et al. Letterkundig lexicon voor de neerlandistiek. (2002) Beschikbaar via:

(12)

11 zorgen dat de lezer nooit helemaal vanuit kan gaan wat de auteur precies bedoelt met een uitspraak en dit veel zegt over de houding van de auteur tegenover zijn onderwerpen.27 Ook kan ironie ervoor zorgen dat de oprechtheid van de auteur in twijfel wordt getrokken, omdat hij ook ironische opmerkingen over zichzelf kan maken.28 Deze stijl kan dus gevolgen hebben voor de manier waarop Brandt Corstius zich betrokken toont in zijn teksten.

In deze paragraaf is aan de hand van een aantal auteurs een korte werkdefinitie van engagement gevormd. In de komende paragrafen wordt engagement verder uitgewerkt aan de hand van verschillende periodes in de geschiedenis waarin geëngageerde literatuur en journalistiek belangrijk was. Daarnaast zal ik dieper ingaan op de manieren waarop inhoudelijk, persoonlijk en vormelijk engagement in teksten voor kan komen en op welke manier dit onderzocht zal worden. Dit zal gebeuren aan de hand van de werkdefinitie zoals die in deze paragraaf gevormd is.

2.2 Historiografie: engagement in de geschiedenis

Er is een aantal periodes in de geschiedenis aan te wijzen waarin engagement belangrijk was in de literatuur en journalistiek. Deze engagement-oplevingen kunnen zowel in Amerika als in Nederland (Europa) belangrijk zijn geweest. In de literatuur zijn vooral het interbellum en de periode na de Tweede Wereldoorlog tot het begin van de jaren zestig belangrijk geweest. In de journalistiek zijn in de Verenigde Staten drie periodes aan te wijzen waarin engagement hoogtij vierde. Dit gebeurde in de vorm van literaire journalistiek rond 1890 en de eerste decennia van de twintigste eeuw, de jaren dertig en veertig en in de jaren zestig en zeventig, de tijd van New Journalism.29 Omdat de jaren dertig tot en met zeventig zowel voor de literatuur als de journalistiek een belangrijke periode voor engagement was, zal ook hierover verteld worden. De jaren rond 1890 zullen buiten beschouwing blijven omdat deze minder relevant zijn voor dit onderzoek. Een tijd die wel besproken zal worden, is de periode na de aanslagen op het World Trade Center op 11 september 2001, omdat hiermee het eind van het postmodernisme werd ingeluid en ook de journalistieke teksten van Jelle Brandt Corstius in deze periode geschreven zijn.

Het lijkt erop dat het niet geheel toevallig is dat men in deze periodes geëngageerde teksten schreef: de actualiteit leende zich ervoor. In het interbellum was in Amerika een economische crisis gaande en in Europa veranderden de politieke omstandigheden door de opkomst van het Nazisme en het fascisme. Na de Tweede Wereldoorlog wilden auteurs hun oorlogstrauma verwerken in de literatuur en in de jaren zestig had Amerika te maken met vele sociale veranderingen, zoals de protesten tegen de Vietnamoorlog en de opkomst van de Civil Rights Movement. Deze periodes met politieke en maatschappelijke veranderingen hadden invloed op de literatuur en journalistiek, waarin als gevolg van de omstandigheden ook veranderingen optraden.30 In deze periodes werd meer geëngageerde literatuur en journalistiek geschreven, zoals autobiografische romans die na de Tweede Wereldoorlog verschenen en de stroming New Journalism, waar journalisten een nieuwe manier zochten om de sfeer van de veranderende maatschappij weer te kunnen geven in hun teksten. In elk van deze periodes zal

27 Harbers, F. ‘Defying Journalistic Performativity. The Tension Between Journalism And Literature in

Arnon Grunberg’s Reportage’ (2011). Interférences littéraires / Literaire interferenties, no 7, 153.

28 Ibidem.

(13)

12 gekeken worden op welke manier engagement in de literatuur en teksten naar voren kwam, waarbij rekening zal worden gehouden met de werkdefinitie waarin naar voren kwam dat engagement inhoudelijk, persoonlijk en in vorm kan zijn.

2.21 DE JAREN DERTIG EN NA DE TWEEDE WERELDOORLOG: VERZUILING

De grootste verandering die in de jaren dertig in Nederland optrad, was de verzuiling van de samenleving. Dit betekent dat het politieke en maatschappelijke leven sterk met elkaar verbonden waren. Hiervoor zijn twee directe oorzaken aan te wijzen. Ten eerste traden er tussen de Eerste en de Tweede Wereldoorlog in Europa politieke veranderingen op, zoals de opkomst van het Nazisme in Duitsland en het fascisme in Italië. Door deze politieke onzekerheden wilden mensen zich verenigen en dit gebeurde vooral in religieuze en politieke groepen.31 De tweede oorzaak is te vinden in de sociale veranderingen die in Nederland optraden. In deze periode werd de kloof tussen arm en rijk aanzienlijk kleiner. Het reële inkomen van burgers nam toe, waardoor niet meer al het geld nodig was voor de eerste levensbehoeftes. Gezinnen hielden nu ook geld over voor culturele activiteiten.32 Door deze politieke en sociale veranderingen voelden mensen een sterke behoefte om ergens bij te horen en dit vonden ze vaak in de kerk of een politieke partij, omdat ze hier mensen met dezelfde normen en waarden als zijzelf troffen. Het gevolg hiervan was dat de band tussen het politieke en religieuze leven meer dan ooit verbonden was met het culturele leven.33 Dit betekent dat politiek en religie de grootste vrijetijdsbesteding van de meeste Nederlanders werd. Opvallend is dat vooral in Nederland de verzuiling merkbaar was onder de bevolking, terwijl dit in de rest van Europa – waar ook tekenen van verzuiling waren – veel minder gebeurde.34

De verzuiling was in Nederland vooral zichtbaar in de literatuur en journalistiek door de explosieve toename van tijdschriften in het interbellum. Hierbij ging het om ongebonden tijdschriften, zoals De Vrije Bladen (1924 -1931) en Forum (1931-1935). Deze tijdschriften waren niet gericht op een bepaalde religieuze of politieke groep. Maar de meerderheid van de nieuwkomers was wel aan een religieuze of politieke groep verbonden. Katholieke jongeren konden lid worden van De Gemeenschap (1925-1941), terwijl linkse jongeren vooral Links Front (1934) lazen.35 Deze bladen zouden bijdragen aan het gemeenschapsgevoel van de betreffende groep. Een andere manier waarop engagement zichtbaar werd in de literatuur was door dichters die zich in hun gedichten engageerden met de politieke ontwikkelingen in Europa uit die tijd. Dichter Willem Elschot schreef bijvoorbeeld een gedicht over Marinus van der Lubbe, een jonge Nederlandse communist die tijdens het Hitlerregime het Rijksdaggebouw in brand stak en daarvoor onthoofd werd.36 Er kan dus gezegd worden dat in het interbellum vooral sprake was van inhoudelijk geëngageerde literatuur, omdat de maatschappelijke en politieke omstandigheden grote invloed hadden op wat er toen geschreven werd. Door de verzuiling was

31 Boven, E. van & M. Kemperink. Literatuur van de Moderne Tijd. Nederlandse en Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw, 195.

32 Aerts, R. et al. Land van kleine gebaren. Een politieke geschiedenis van Nederland 1780 – 1990.

(Nijmegen/Amsterdam: Uitgeverij SUN, 1999), 198.

33 Ibidem, 199. 34 Ibidem.

35 Boven, E. van & M. Kemperink. Literatuur van de Moderne Tijd. Nederlandse en Vlaamse letterkunde in de 19e en 20e eeuw, 185.

(14)

13 de maatschappij erg bewust van wat er in de politiek en maatschappij speelde en dit is terug te zien in de literaire ontwikkelingen uit die periode.

In de jaren na de Tweede Wereldoorlog begon de verzuiling die het culturele leven in Nederland in zijn greep hield op zijn eind te raken. Na de oorlog heerste chaos en men was op zoek naar een nieuwe politieke koers in het land. De gebonden tijdschriften die eerder massaal werden opgericht verdwenen bijna allemaal weer net zo snel, terwijl de ongebonden tijdschriften juist meer lezers kregen.37 In deze periode ontstond langzaam wel een nieuwe geëngageerde stroming in de literatuur die zowel als inhoudelijk als persoonlijk engagement gezien kan worden. Hoewel het in de eerste jaren na de oorlog stil bleef, verschenen er geleidelijk steeds meer boeken waarin de oorlog door de auteur als het ware verwerkt werd. Dit gebeurde door middel van autobiografische verhalen, dagboeken en ooggetuigenverslagen. Dit genre is maar een paar jaar populair geweest, maar in de jaren zestig maakte het een tweede opleving.38

Hoewel het maar om een korte opleving ging, was het geëngageerde genre wel populair, wat te zien is aan het grote aantal lezers. Het Achterhuis van Anne Frank werd in 1957 voor de 157.000e keer gedrukt, wat in die tijd betekende dat het een echte bestseller was. Ook de

autobiografische fictie Het Bittere Kruid van Marga Minco werd vanaf 1957 nog steeds 10.000 keer per jaar herdrukt.39 Voor die tijd waren dat hoge oplagecijfers en dat geeft aan hoe populair het genre was. En op dat moment moesten de grootste klassiekers van oorlogsliteratuur nog verschijnen: De donkere kamer van Damokles van W.F. Hermans en Het stenen bruidsbed van Harry Mulisch.40 Deze verschenen pas begin jaren zestig, toen de geëngageerde man opnieuw opleefde. Ook in Amerika waren de jaren dertig en veertig een periode waarin veel gebeurde. De Eerste Wereldoorlog was grotendeels langs het land heengegaan, maar in de jaren dertig kreeg Amerika te maken met een economische crisis: The Great Depression. Deze crisis ontstond in Amerika en woedde later ook internationaal. In 1929 waren de eerste tekenen van de economische crisis waar te nemen, maar pas in 1933 schreven de kranten erover. Een ‘major failing’ noemt Norman Sims dit, maar het valt te verklaren. Al eerder in de geschiedenis kreeg Amerika te maken met periodes waarin het economisch gezien slechter ging en vaak herstelde de economie na een tijdje vanzelf. Deze keer was het echter anders en gebeurde dit niet. De Amerikaanse bevolking kreeg dan ook flink te maken met de gevolgen ervan. 41 Deze maatschappelijke verandering was ook terug te zien in de literatuur. Veel schrijvers die normaal gesproken fictie schreven, waaronder Ernest Hemmingway, lieten fictie voor wat het was en richtten zich op non-fictie. Ze waren van mening dat non-fictie een krachtiger genre was om de veranderingen in de maatschappij mee te laten zien en invloed uit te oefenen op de omstandigheden.42

Terwijl de crisis grote gevolgen had voor de Amerikaanse bevolking, had het ook grote gevolgen voor de journalistiek. Door de veranderende maatschappij lieten journalisten het heersende objectiviteitsideaal los en kozen veel journalisten voor een subjectievere vorm van journalistiek. Omdat de wereld om hen heen zo veranderde, zochten journalisten naar een manier

37 Brems, H, Altijd weer die vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005, 35.

38 Ibidem, 68.

39 Anbeek, T. Na de oorlog. De Nederlandse roman 1945 – 1960, 121. 40 Ibidem.

(15)

14 om deze nieuwe wereld begrijpelijke te maken voor de lezers. Ze dachten dat dit door persoonlijke verhalen van mensen die getroffen waren door de crisis het best mogelijk was.43 Een voorbeeld hiervan zijn de verhalen die over kooplieden geschreven werden. Dit was een belangrijke, grote groep in de maatschappij en tegelijkertijd werd deze groep het hardst geraakt door de crisis. Hun verhalen werden verteld door middel van literaire reportages, die tegenwoordig worden gezien als de voorloper van de stroming New Journalism in de jaren zestig, waar ik later op terugkom. Een kleine groep auteurs schreef journalistieke reportages met literaire kenmerken, die hielpen om de Amerikaanse bevolking meer te laten zien wat de economische crisis voor gevolgen had.44 Eén van de dingen waarmee literaire journalistiek zich onderscheidde van de traditionele journalistiek was de persoonlijke stem van de auteur die aanwezig was in de tekst. Een voorbeeld hiervan was schrijver Edmund Wilson, die hier veel gebruik van maakte in zijn teksten. Als schrijver maakte hij veel reizen en zo ontmoette hij niet alleen overheidsfunctionarissen, maar ook de normale man die leed onder de crisis. Deze mensen waren werkloos, depressief en hadden soms zelfs suïcidale neigingen. Hun persoonlijke ervaringen en verhalen werden de stemmen die uitlegden wat er aan de hand was in het land.45 Omdat de verhalen de actualiteit weergaven en tegelijkertijd persoonlijke verhalen waren, liggen deze verhalen tussen inhoudelijk en persoonlijk engagement in. En omdat er ook veranderingen in vorm optraden om de verhalen te kunnen vertellen, is er sprake van vormelijk engagement.

Behalve de burger te informeren, diende literaire journalistiek nog een ander maatschappelijk doel tijdens deze crisis, waarin werkloosheid één van de grootste problemen was. Onder leiding van Works Progressie Administration van president Roosevelt werd het Federal Wristers Project opgezet, dat als doel had om zoveel mogelijk werkloos geraakte mensen weer werk te geven. Zo werden veel werkloze schrijvers en journalisten, maar ook studenten en onderzoekers bij dit project ingezet. Hun onderwerpen waren vooral gericht op het ‘herbevestigen van nationale waarden van Amerika’. Zo schreven ze talloze teksten over de nationale en culturele geschiedenis, deden ze etnische studies (bijvoorbeeld de persoonlijke verhalen van 2300 voormalige slaven) en ook schreven ze een American Guide voor iedere Amerikaanse staat, een soort reisgids voor alle Amerikaanse staten. Wetenschappers hebben nog geen consensus bereikt over in hoeveel van deze teksten het daadwerkelijk gaat om literaire journalistiek, maar de schrijvers die eraan meededen werden in ieder geval aangemoedigd om de teksten een persoonlijke toon te geven. Het project kan qua werkgelegenheid een succes genoemd worden: het leverde ongeveer 6600 mensen een baan op en vooral de American Guides serie werd een groot succes.46

In tegenstelling tot Nederland, kwam de opleving van literaire journalistiek eind jaren veertig alweer ten einde.47 Wetenschappers stellen dat de jaren veertig en vijftig zich niet voor de literaire journalistiek zouden lenen omdat de Tweede Wereldoorlog een lastig nieuwsevenement was doordat de berichtgeving voornamelijk gericht was op menselijk leed en de dodelijke slachtoffers van de oorlog. De nieuwsberichten die wel over de oorlog verschenen, waren in grote mate gebaseerd op het objectiviteitsideaal, waar men door de moeilijkheid van de verslaggeving

43 Hartsock, J. C. A history of American literary Journalism. The emergence of a Modern Narrative Form, 167. 44 Sims, N. True Stories. A Century of Literary Journalism, 143.

45 Ibidem, 138-139.

(16)

15 weer opnieuw aan vast hield.48 De vraag is of deze tijd zich er echt niet voor leende, of dat er een andere oorzaak was dat de literaire journalistiek in deze jaren naar de achtergrond verdween. Eén van de weinige journalisten die in de nadagen van de oorlog wel op zoek ging naar persoonlijke verhalen was John Hersey. In augustus 1945 eindigde de oorlog door de atoombommen die de Amerikanen op Hiroshima en Nagasaki in Japan wierpen. Hersey kwam in de lente van 1946 in Japan aan en schreef vanuit daar over het lot van de overlevenden. De politieke context liet hij volledig achterwege, omdat Hersey zich echt alleen maar wilde richten op het leven van de Japanners na de atoombommen.49

In zowel Amerika als in Nederland waren in de jaren dertig specifieke gebeurtenissen aan te wijzen waarom de literaire journalistiek aan populariteit won. In beide landen was deze periode van geëngageerde literatuur in de jaren zestig alweer voorbij. Dit zou voor beide landen slechts een tijdelijke stop zijn, want in de jaren zestig werd het genre alweer snel populairder.

2.2.2 DE JAREN ZESTIG: DE FICTIEVE ROMAN WORDT AFGEZWOREN

Tussen het begin van de jaren vijftig en de jaren zestig had de Nederlandse lezer weinig behoefte aan literatuur over de Tweede Wereldoorlog. De Koude Oorlog was op dat moment gaande en men was bang voor een mogelijke Derde Wereldoorlog. Pas eind jaren vijftig werd de geëngageerde roman over de oorlog populair in Nederland. Met autobiografisch proza als De donkere kamer van Damokles (1958) van W.F. Hermans en Het stenen bruidsbed (1959) van Harry Mulisch ontstond weer nieuwe belangstelling voor de geëngageerde literatuur.50 In de eerste jaren na de Tweede Wereldoorlog bestond de literatuur vooral uit autobiografische verhalen die gericht waren op het grote vraagstuk wie schuldig waren in de oorlog en wie niet.51 Daarna werd de oorlog meer van een afstand bekeken en de autobiografische elementen die ook al in de eerste jaren gebruikt werden, werden nu gebruikt om het grotere plaatje van de oorlog weer te kunnen geven.

In Nederland maakten veel schrijvers die normaal fictie schreven een uitstapje naar non-fictie. Dit gebeurde ook in Amerika, waar ik later in deze paragraaf op terugkom. Een voorbeeld hiervan is Harry Mulisch, die eerder veel fictieve romans schreef, maar dit genre nu naar eigen zeggen afzwoor. Hij was van mening dat je in tijden van oorlog niet over fictie kon schrijven. Volgens hem kon je daarmee namelijk geen invloed uitoefenen op de actuele gebeurtenissen.52 In veel van zijn boeken die hij in de jaren zestig schreef, speelt de Tweede Wereldoorlog een belangrijke rol. Naast Het stenen bruidsbed verschenen onder andere Een reportage (1962) en De Zaak 40/61 (1961), een reportage die hij voor het weekblad Elsevier schreef over de rechtszaak van SS-functionaris Adolf Eichmann die in 1961 in Jeruzalem gehouden werd. De Zaak 40/61 was de eerste van een reeks boeken waarin hij zich richtte op het schrijven van reportages en documentaires die gericht waren op ethiek en politiek.53 Naast Mulisch is de schrijver en dichter Armando een bekend voorbeeld van een schrijver die in deze periode non-fictie schreef in plaats van fictie. Samen met dichter Hans Sleutelaar schreef hij het boek De SS’ers. Nederlandse

48 Sims, N. True Stories. A Century of Literary Journalism, 165. 49 Ibidem, 195-197.

50 Anbeek, T. Na de oorlog. De Nederlandse roman 1945- 1960, 121.

51 Brems, H. Altijd weer die vogels die nesten beginnen. Geschiedenis van de Nederlandse literatuur 1945-2005, 68.

(17)

16

vrijwilligers in de Tweede Wereldoorlog. In dit boek liet hij zonder veroordelend commentaar oud-SS’ers aan het woord over hun beweegredenen en ervaringen bij de SS. Hoewel de verhalen in boekvorm werden uitgebracht, werd het nooit tot de literatuur gerekend, maar tot de journalistiek.54

De beslissing van Mulisch om de fictie los te laten was echter maar tijdelijk. Tot ver in de jaren zestig bleef naoorlogse literatuur populair, maar halverwege de jaren zeventig kreeg het lezerspubliek weer behoefte aan andere genres. In deze periode keerde Mulisch dan ook terug naar het schrijven van fictieve romans, hoewel de Tweede Wereldoorlog nooit helemaal uit zijn oeuvre zou verdwijnen. Naar eigen zeggen keerde hij terug naar fictie omdat de politieke omstandigheden dit toelieten.55 De oorlog was halverwege de jaren zeventig echt voorbij en het autobiografische genre verdween langzaam maar zeker uit de literatuur.

In de Amerikaanse literaire journalistiek werd engagement ook belangrijk toen de omstandigheden dit vereisten. In de jaren zestig werd door auteurs in Amerika ook sterk getwijfeld aan de fictieve roman, hoewel dat niet beslist iets met de Tweede Wereldoorlog te maken had. In Amerika waren de jaren zestig een roerige periode waarin veel maatschappelijke veranderingen optraden. En samen met de veranderingen in de maatschappij, veranderden de literatuur en de journalistiek mee. Door de veranderende normen en waarden in de Amerikaanse maatschappij gingen veel romans uit die periode over de actuele sociale realiteit en de sociale geschiedenis.56 Veel auteurs vonden het lastig om fictie te schrijven in een periode waarin het dagelijks leven eigenlijk aan de verbeelding voorbij ging. De fictieve roman kwam in deze periode dus als het ware in een crisis terecht, omdat ook Amerikaanse auteurs in deze periode non-fictie boven fictie verkozen. Ook zij vonden dat fictie de lading van de gebeurtenissen niet kon dekken en daarom kozen veel schrijvers voor een op feiten gebaseerde literaire vorm. Het was een soort reportage waarin de stem van de auteur een prominente rol had. Deze nieuwe literaire vorm stond bekend als New Journalism.57

New journalists waren van mening dat de objectieve vorm van journalistiek de veranderende maatschappij niet meer op de juiste manier weer kon geven. Een goed voorbeeld hiervan is Joan Didion, die in de jaren zestig grote verschillen zag tussen de werkelijkheid die ze zelf waarnam en de werkelijkheid die in kranten werd beschreven over de hippies in San Francisco. In de traditionele media werden de hippies beschreven als een grappig, ongewoon volkje en er werd verder niet ingegaan op de politieke ideologie die achter de beweging schuilging.58 Didion wilde daarom de werkelijkheid weergeven zoals ze die zelf zag, maar ze merkte al snel dat dit niet ging lukken als ze via officiële kanalen haar informatie ging zoeken. Om de werkelijkheid wel te kunnen weergeven, besloot ze zich onder te dompelen in de hippiesamenleving, zodat ze door middel van persoonlijke betrokkenheid bij de cultuur en de mensen hun verhaal kon vertellen. Ze haalde haar informatie bijvoorbeeld uit gesprekken met de hippies die ze in het dagelijks leven tegenkwam en bijvoorbeeld briefjes die ze op straat vond. In haar boek Slouching towards Bethlehem maakte ze een collage waarin ze haar ervaringen

54 Ibidem, 74-75.

55 Vaessens, T. De revanche van de roman. Literatuur, Autoriteit en Engagement, 10.

56 Hollowell, J. Fact & Fiction. The new journalism and the nonfiction novel. (Chapel Hill: The University of

North Carolina Press, 1977), 4.

57 Ibidem, 5.

58 Dijck, J.F.T.M. van, ‘Cultuurkritiek in de discursieve strategie van New Journalism’ Feit en Fictie 2:1

(18)

17 beschreef en een afspiegeling probeerde te maken van de hippiesamenleving in relatie tot andere maatschappelijke groeperingen, ook groepen waar de hippies al lang geen contact meer mee hadden.59 Joan Didion is hiermee een voorbeeld van een geëngageerde auteur die door de maatschappelijke omstandigheden op zoek ging naar andere methodes om de werkelijkheid weer te geven.

New Journalism is een stroming die naam kreeg door Tom Wolfe en waar hij auteurs als Joan Didion, Gay Talese en Norman Mailer toe rekende. Maar niet alle auteurs die hij New Journalist noemde, zag zichzelf ook zo. De stroming ontstond begin jaren zestig als reactie op de veranderende maatschappij in Amerika.60 Belangrijke gebeurtenissen die in deze periode plaatsvonden waren de Vietnamoorlog, de politieke moorden op John F. Kennedy en Martin Luther King, de Civil Rights Movement, het doorbreken van de middleclass-culture wat betreft emancipatie en het bestaan van veel subculturen zoals de hippiegemeenschap. Veel journalisten vonden dat deze veranderingen niet meer in de traditionele journalistiek te omschrijven waren en daarom gingen ze op zoek naar nieuwe manieren om deze sfeer te omschrijven. Ook geloofden niet veel auteurs meer in het objectiviteitsideaal wat al decennia heersend was.61 Deze nieuwe vorm werd New Journalism: een stroming op het snijvlak van de journalistiek en de literatuur met veel oog voor de actuele en politieke omstandigheden.

New Journalism kan op twee manieren bekeken worden. Het kan gezien worden als een reactie op de maatschappelijke veranderingen in die periode, maar ook als een stroming van literaire vernieuwingen. In termen van engagement kan New Journalism gezien worden als een stroming van inhoudelijk engagement of juist van engagement in vorm. Maar ook persoonlijk engagement speelde een belangrijke rol, omdat veel van de auteurs zelf in hun verhalen voorkwamen. Alle drie de manieren zullen in deze paragraaf besproken worden, hoewel ik New Journalism vooral zie als reactie op de veranderende maatschappij, waarbij de literaire kenmerken van de teksten een rol spelen om het beeld van deze veranderende maatschappij over te kunnen brengen in de teksten. En hierdoor kunnen mensen zich betrokken gaan voelen bij de beschreven situatie.

New Journalism kan dus gezien worden als een politieke stroming. Er zijn een aantal wetenschappers die op deze manier over de stroming denken. Hoogleraar journalistiek David Eason noemt New Journalism bijvoorbeeld een antwoord op de veranderende maatschappij.62 Zoals eerder genoemd gebeurde er ontzettend veel in deze periode en met New Journalism werden deze verhalen door ‘gewone mensen’ verteld. Hierdoor kwam de politiek heel dicht bij de burgersamenleving te staan. Door bijvoorbeeld de Civil Rights Movement en de Vietnamoorlog draaide het hele dagelijks leven om politiek en New Journalism hielp mee de mensen bewust te maken van deze politieke situaties. Door deze politieke situaties vanuit het perspectief van gewone mensen te vertellen, werd het een soort persoonlijke politiek.63 Dit alles impliceert dat New Journalism het mogelijk maakte om bruggen te slaan tussen de burgersamenleving en alle actuele gebeurtenissen die om hen heen gebeurden. In New Journalism werd namelijk behalve de

59 Ibidem, 75.

60 Eason, D. L., ‘New Journalism, Metaphor and Culture’ in Journal of Popular Culture 15:4 (1982), 142. 61 Hollowell, J. Fact & Fiction. The new journalism and the nonfiction novel, 4.

62 Eason, D.L. ‘New Journalism, Metaphor and Culture’, 147.

(19)

18 persoonlijke kant van de situatie weer te geven, ook gereflecteerd op de situatie zoals die was. Er werd geprobeerd vast te stellen wat er aan de hand was en wat voor invloed dit had op de maatschappij.64 New Journalism kon dus helpen de situatie te duiden en door het verhaal van de gewone man in deze situatie te vertellen, ging de gebeurtenis ook leven voor de bevolking.

Een ander aspect dat New Journalism politiek maakte, was dat de sociale bewegingen zoals de hippiecultuur speciale aandacht kregen in de teksten. New Journalism kan hierdoor ook gezien worden als een sociale beweging die in verband stond met de politieke opinie.65 Dit betekent echter niet dat het doel van de New Journalist was om hun eigen politieke belangen aan de samenleving op te dringen. New Journalists wilden juist onderlinge relaties tussen subculturen blootleggen om, zoals hoogleraar journalistiek John Pauly het noemt, tot een symbolische confrontatie met elkaar te komen.66 Het doel van New Journalism was dus om meer begrip tussen de verschillende groepen te creëren. Als mensen lazen hoe het er werkelijk aan toe ging bij de hippies, zoals bijvoorbeeld Joan Didion beschreef, zouden mensen meer begrip op kunnen brengen voor de groep en dit zou leiden tot een meer betrokken samenleving.67

De literaire tekstkenmerken die in New Journalism gebruikt werden, droegen in sterke mate bij aan het overbrengen van de politieke boodschap. Ook hierin was het persoonlijke aspect belangrijk, waar ik later dieper op in zal gaan. In New Journalism werd veel gebruik gemaakt van literaire technieken die afkomstig waren uit de fictieve roman. Deze technieken heeft Tom Wolfe samengevat in vier kenmerken van New Journalism, namelijk: het schrijven in filmische scènes, het uitschrijven van dialogen, de weergave van betekenisvolle details zoals hoe mensen eruitzagen en het hanteren van een vertelperspectief. John Hollowell heeft hier twee punten aan toegevoegd, namelijk: het gebruik van een innerlijk monoloog en het gebruik van samengestelde personages.68 Niet al deze punten kwamen altijd allemaal voor in New Journalism, het was ook mogelijk dat de auteur van enkele van deze kenmerken gebruik maakte. Deze technieken werden gebruikt om het verhaal op nieuwe manieren te presenteren en te zorgen voor meer betrokkenheid van de lezer.69 Door deze literaire kenmerken wordt New Journalism door een aantal wetenschappers, waaronder Hollowell, als literaire stroming benaderd en niet als politieke.

Door de fictieve kenmerken in combinatie met waargebeurde onderwerpen, zeggen sommige wetenschappers dat New Journalism realistische fictie was. In de jaren zestig was het leven van de Amerikaanse burger al een soort fictieve ervaring door de chaotische gebeurtenissen. New Journalism zou zijn ontstaan vanuit de literatuur, maar het grote verschil met literatuur was dat het doel van New Journalism buiten de tekst lag. Het was geen fictie omdat de wereld en de mensen die beschreven werden ook buiten de tekst daadwerkelijk bestonden en voor de lezer herkenbaar waren.70 New Journalism leek door alle fictieve kenmerken niet altijd even realistisch,

64 Eason, D.L. ‘New Journalism, Metaphor and Culture’, 147.

65 Pauly, J.J. ‘The politics of New Journalism’ in Literary journalism in the twentieth century. Eds. Norman

Sims (New York: Oxford University Press, 1990): 116.

66 Ibidem.

67 Ibidem, 111-112.

68 Hollowell, J. ‘The development of a ‘New’ Journalism’ in Fact and fiction. The New Journalism and the non-fiction novel. (Chapel Hill: The University of North-Carolina Press, 1977), 25-30.

69 Sims, N. ‘Tourist in a strange land: Tom Wolfe and the New Journalist’ True stories: a century of literary journalism. (Evenston: Northwestern University Press, 2007), 246.

70 Hellmann, J. Fables of Fact. The New Journalism as New Fiction. (Urbana: University of Illinois Press,

(20)

19 maar dat kwam mede doordat de werkelijkheid ook onrealistisch aanvoelde. Hierdoor moesten auteurs zich bewijzen op basis van controleerbare bronnen en persoonlijke integriteit. De boodschap van New Journalism was dan ook: “All this actually did happen, so do not blame me if it does not seem real.”, dit in tegenstelling tot de fictie-auteur, die stelt dat zijn verhaal niet waar gebeurd is, maar dat dit wel had gekund.71 New Journalism verschilde qua vorm niet veel van literatuur, behalve dat de teksten een duidelijke relatie hadden tot de echte wereld.72

Een laatste kenmerk van New Journalism dat relevant is voor dit onderzoek is dat New Journalism ook een persoonlijk element bevatte. Volgens hoogleraar James Mosser komt dit omdat men in de jaren zestig behoefte zou hebben gehad aan een actievere vorm van journalistiek.73 Dit uitte zich in persoonlijk geëngageerde teksten waarin de auteurs veel subjectieve elementen verwerkten. In de artikelen toonden de journalisten steeds meer betrokkenheid bij de onderwerpen die ze beschreven, die in deze jaren zoals gezegd steeds vaker bestonden uit persoonlijke verhalen van gewone mensen.74 Tot op dit moment was de journalistiek erg afhankelijk van officiële bronnen, maar New Journalists twijfelden of ze op deze manier de volledige waarheid kregen en richtten zich nu op andere bronnen. Vanaf toen probeerden journalisten onderwerpen vanuit de maatschappij zelf weer te geven en van meerdere kanten te belichten als dit mogelijk was. Het was wat hen betreft niet de bedoeling om een situatie als goed of slecht te beoordelen, maar ze wilden puur de reactie vanuit de maatschappij op een gebeurtenis weergeven.75

Een belangrijk element bij deze persoonlijke verhalen was dat de auteur ook een persoonlijke toon gebruikte om de verhalen te vertellen. De New Journalists wilden hun persoonlijke betrokkenheid in de tekst naar voren laten komen, om op deze manier emoties over te kunnen brengen die in de objectieve journalistiek achterwege bleven.76 Ze wilden de lezer het gevoel geven dat ze er op dat moment zelf bij waren. Dat het objectiviteitsideaal door deze subjectieve vorm verdween, leverde wel de nodige kritiek op. Vanaf de jaren twintig was objectiviteit één van de belangrijkste pijlers van de Amerikaanse journalistiek, maar om de chaotische actualiteit te kunnen beschrijven werd dit (tijdelijk) losgelaten. De persberichten van officiële kanalen werden namelijk gezien als onwaar, omdat je nooit kon weten waar deze informatie vandaan kwam.77 Door de persoonlijke ervaring en gevoelens van de auteur over te brengen, zou de lezer zich zelf ook meer betrokken gaan voelen bij de onderwerpen. De journalisten waren van mening dat hun emotionele ervaring eerder lezers uitnodigde om een reactie te geven dan wanneer een evenement alleen feitelijk werd weergegeven. De lezer kreeg door de subjectieve weergave meer te zien vanuit de situatie zelf, in plaats vanuit de overheid. Op deze manier krijgt de lezer de kans om mee te leven met mensen die hij of zij anders nooit ontmoet zou hebben en daarmee zou de lezer meer worden dan slechts een normale lezer. Dit wordt door

71 Ibidem, 11. 72 Ibidem, 25.

73 Mosser, J. The Participatory Journalism of Michael Herr, Norman Mailer, Hunter S. Thompson, and Joan Didion. Creating New Reporting Styles (New York: The Edwin Mellen Press, 2012): 6.

74 Ibidem. 75 Ibidem, 28.

76 Pauly, J.J. ‘The politics of New Journalism’, 114.

(21)

20 sommigen gezien als het belangrijkste effect van de literaire journalistiek.78 Hij of zij werd als het ware de situatie ingetrokken en daardoor kreeg de lezer de mogelijkheid om zijn of haar eigen positie in de gebeurtenis te kiezen. Hierdoor was de literaire journalistiek veel meer dan slechts een weergave van feitelijke gebeurtenissen.79 New Journalists gebruikten de persoonlijke stem in hun verhalen ook om invloed uit te kunnen oefenen op de gebeurtenis. Hun taalgebruik was vaak heel zelfbewust en emotioneel geladen waardoor ze dichter bij de lezer kwamen te staan, waardoor die ook eerder werd uitgenodigd om een mening te vormen over de situatie.80

New Journalism was een geëngageerde stroming die nieuw te noemen was door de literaire kenmerken die gebruikt werden om de actuele sfeer te kunnen beschrijven. Dit maakte het een stroming die inhoudelijk, in vorm en persoonlijk geëngageerd was. De stroming was tot halverwege de jaren zeventig populair, waarna engagement een tijd uit de literatuur en journalistiek verdween.

2.2.3 NA HET POSTMODERNISME: DE AANSLAGEN OP 11 SEPTEMBER 2001

Met de aanslagen van 11 september 2001 op het World Trade Center in New York leek engagement na een lange tijd van afwezigheid opnieuw terug te keren in de literatuur. Sommige literatuurcritici stellen zelfs dat dit het einde betekende van de postmodernistische stroming die begin jaren tachtig opgekomen was. 81 In de postmodernistische literatuur kwam geen engagement voor, omdat men in deze periode liever niet over de werkelijkheid schreef omdat dit als problematisch werd gezien en existentiële twijfel was één van de belangrijkste onderwerpen in postmoderne literatuur.82 Maar met de aanslagen van 11 september 2001 veranderde de maatschappij en zoals dit ook in de geschiedenis terug te zien is, veranderde de literatuur hierin vaak mee.

Door de aanslagen kregen auteurs weer de behoefte om de werkelijkheid te gaan beschrijven in hun teksten. Het enige probleem was dat niemand precies wist hoe dit gedaan moest worden.83 Dit is ook de reden waarom het in de eerste periode na de aanslagen in de literatuur stil bleef. Amerikaanse schrijvers wisten niet of ze de realiteit wel met woorden konden omschrijven. Net als in de jaren zestig ten tijde van New Journalism wisten ze niet hoe ze de realiteit moesten weergeven, vooral niet nu de hele wereld mee kon kijken naar het instorten van de torens en de gevolgen daarvan.84 Veel auteurs gaven ook openlijk toe dat ze geen idee hadden hoe ze dit onderwerp aan moesten pakken. Norman Mailer, die de roerige periode van de jaren zestig van dichtbij had meegemaakt, zei dat men minstens 10 jaar moest wachten voordat je als schrijver doorhad wat er precies gebeurd was en hoe je dit weer kon geven.85

78 Exter, R. van & A. Pauw. Tussen literatuur en journalistiek. (Culemborg: Phaedon, 1994), 9. 79 Ibidem, 11.

80 Pauly, J.J. ‘The politics of New Journalism’, 114; Mosser, J. The Participatory Journalism of Michael Herr, Norman Mailer, Hunter S. Thompson, and Joan Didion. Creating New Reporting Styles, 28.

81 Vaessens, T. De revanche van de roman. Literatuur, Autoriteit en Engagement, 76.

82 Musschoot, A.M. ‘Postmodernisme in de Nederlandse letterkunde.’ In: Anne Marie Musschoot, Op voet van gelijkheid. Opstellen van Anne Marie Musschoot (red. Y. T’Sjoen en H. Vandevoorde). Seminarie voor

Duitse Taalkunde, Gent 1994, 208.

83 Gray, R. After the fall. American Literature since 9/11. (West Sussex: Wiley – Blackwell, 2011), 1. 84 Ibidem, 6, 15-16.

(22)

21 Veel wetenschappers, waaronder hoogleraar Engelse literatuur Richard Gray, zagen deze verandering in de wereld als een moment voor verandering in de literatuur. Misschien is het nu nog te vroeg om daar echt iets over te kunnen zeggen, maar in eerste instantie lijkt dit mee te vallen. In de jaren na de aanslagen werd de gebeurtenis vooral vanuit de persoonlijke sfeer weergegeven in de vorm van verhalen van gewone mensen. Hoogleraar Amerikaanse literatuur Catherine Morley stelt dat auteurs hiervoor kozen omdat ze overvallen waren door de impact van de aanslagen en het daarom niet wisten hoe ze het anders moesten omschrijven dan van binnenuit.86 Qua vorm van de literatuur veranderde weinig in vergelijking met voor de aanslagen van 11 september 2001, maar de actualiteit werd vanaf nu aan de hand van persoonlijke verhalen weergegeven. Na de eerste periode van stilte verschenen er steeds meer verhalen van slachtoffers van de aanslagen. Vaak werd een verhaal van een persoon of een familie verteld die getroffen waren door de aanslagen.87 Deze verhalen waren bedoeld om het leed van die dag weer te geven, op een manier die voor iedereen herkenbaar was.88 Ontzettend veel mensen hadden iemand verloren of kenden iemand die een familielid had verloren, en door deze persoonlijke fictie konden de nabestaanden zich identificeren met de verhalen. Dat is de reden waarom voor deze vorm werd gekozen.89

Een bekend voorbeeld van een persoonlijk verhaal is Extremely Loud and Incredibly Close van Jonathan Safran Foer. Hierin gaat de 9-jarige Oskar op zoek naar de sleutel voor een slot dat hij vond in de kast van zijn vader. Zijn vader was één van de vele slachtoffers die omkwam bij de aanslagen.90 Safran Foer koos voor dit perspectief omdat hij als New Yorker zelf erg geraakt was en naar eigen zeggen zag hij het als de kern van het schrijverschap om bij zo’n belangrijk moment in de gevoelens van mensen te duiken. “Voor mij is dat het verschil tussen fictie en non-fictie. Auteurs die non-fictie schrijven zijn op zoek naar feiten, namen, data en nummers. Bij fictie wil je juist de waarheid beschrijven vanuit het perspectief van je karakters en in de huid kruipen van een ander.”91 Toen hij het idee had gekregen om Extremely Loud and Incredibly Close the schrijven, wilde hij eerst zoveel mogelijk informatie verzamelen. Daarbij bedacht hij zich steeds wat de betrokken personen op dat moment gedacht en gevoeld zouden kunnen hebben. Deze gedachtes en gevoelens verwerkte hij zoveel mogelijk in het boek, waarin Oskar precies wilde weten wat er met zijn vader gebeurd was.92 In deze boeken was persoonlijk engagement het belangrijkst, gevolgd door inhoudelijk engagement omdat het ging om een actuele maatschappelijke gebeurtenis. Alleen in het geval van engagement in vorm ontstonden er weinig vernieuwingen.

Pas sinds enkele jaren, vanaf 2010, beginnen er fictieve romans over het overkoepelende politieke probleem van de aanslagen. Nu ging het niet meer alleen over individuen, maar werd er in de boeken ook meer informatie verwerkt over bijvoorbeeld de Bush Administration en andere

86 Ibidem, 719. 87 Ibidem.

88 Wyatt, E. ‘After a Long Wait, Literary Novelists address 9/11’ in The New York Times 154 (7 maart 2005)

Beschikbaar via

http://query.nytimes.com/gst/fullpage.html?res=9F04E1DC1E3DF934A35750C0A9639C8B63&pagewan ted=1, geraadpleegd op 31 oktober 2013.

89 Ibidem. 90 Ibidem.

91 Huys, T. ‘Waarschijnlijk ben ik de gelukkigste schrijver in Amerika’ in Libelle (2006) Beschikbaar via:

http://www.jonathansafranfoer.nl/?ID=30, geraadpleegd op 26 november 2013.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zonder de door Brandt Corstius en anderen destijds tegen Buikhuisen gevoerde hetze, zou hij volgens Moffitt zeker voor deze prijs in aanmerking zijn gekomen.. In de NRC

Het is aangewezen in de nota nog een bespreking toe te voegen van de mogelijke impact op belangrijke (geplande) natuurwaarden in het Vlaams natuurreservaat in oprichting

Een voorwaarde om ook binnen schrijven te komen tot een meer opbrengstgerichte aanpak, is dat leraren goed zicht moeten hebben op de leerlijn voor schrijven en met name op de

23 december 2020 - Anheuser-Busch InBev SA/NV (Euronext: ABI) (NYSE: BUD) (MEXBOL: ANB) (JSE: ANH) ("AB InBev") heeft vandaag aangekondigd dat het een strategische

Zo kunnen aansprekende politici met een migratieachtergrond op verkiesbare (aanbod) of invloedrijke posities (doorstroom) zorgen voor meer politieke participatie onder kiezers met

vaderlanders, om van dit vreemd contrast geen melding te maaken enz. Verder vind ik in mijn kladboekje noch aangeteekend: - dat wij op de hoogte van Panteleria een hoos zagen, die

Voor de vestiging van een mogelijke Stip met een informatie-, advies- en ontmoetingsfunctie zijn diverse locaties besproken, zoals Verzorgingscentrum Pelsterhof, Humanitas,

Het National Maritime Museum laat daarentgen een duidelijke balans zien, door het gebruik van oorspronke- lijke objecten en replica’s met daarnaast aandacht voor meer perspectieven