• No results found

4. IMMERSION JOURNALISM

5.2 Persoonlijke betrokkenheid bij zijn werk

5.2.2 ALTERNATIEVE BRONNEN

Een kenmerk van immersion journalism, een onderzoeksmethode die vooral veel gebruikt werd in de stroming New Journalism, is het gebruik van alternatieve bronnen. Dit betekent dat er geen gebruik werd gemaakt van informatie van officiële instanties zoals de overheid, maar dat de journalist zijn informatie verzamelde via gesprekken met gewone mensen en andere niet-officiële kanalen. De New Journalists wilden geen officiële bronnen meer spreken omdat ze dachten dat er informatie voor ze kon worden achtergehouden, dus spraken ze vooral gewone mensen of gebruikten ze bijvoorbeeld songteksten om de persoonlijke kant van politieke situaties weer te geven. Hierdoor was het volgens David Eason mogelijk om bruggen te slaan tussen de samenleving en de actuele politieke situaties.253 Joan Didion, één van de bekende New Journalist, is een belangrijk voorbeeld van een journalist die veel gebruik maakte van alternatieve nieuwsgaring. In haar boek Slouching Towards Bethlehem beschrijft ze vanuit haar eigen waarnemingen en gesprekken de hippiesamenleving omdat ze grote verschillen zag tussen wat de traditionele media over de hippies schreven en hoe ze deze bevolkingsgroep zelf zag. Uit gesprekken die ze op straat voerde en briefjes en songteksten die ze vond reconstrueerde ze de waarheid hoe de hippiesamenleving leefde.254

251 Brandt Corstius, J. Van Moskou tot Medan, 35.

252 Brandt Corstius, J. Rusland voor gevorderden, 149.

253 Eason, D. L., ‘New Journalism, Metaphor and Culture’, 147.

254 Dijck, J.F.T.M. van, ‘Cultuurkritiek in de discursieve strategie van New Journalism’ Feit en Fictie 2:1 (1994): 70-71.

66 Brandt Corstius verschilt wat betreft het gebruik van alternatieve bronnen weinig van de New Journalists uit de jaren zestig. Het komt vrijwel nooit voor dat Brandt Corstius zijn informatie bij overheidsinstanties of andere officiële bronnen vergaart. Deels heeft dit te maken met de Russische overheid zelf, die naar zijn eigen zeggen een ‘onneembaar bataljon’ is en ze daar eigenlijk ‘geen verstand hebben van Public Relations’.255 Zo vroeg het hoofd van recycling van de stad Moskou of hij zonder naam in de krant mocht256, iets wat Brandt Corstius vergelijkt met dat in Nederland een minister vraagt of hij zonder naam in de krant mag. Hierdoor wordt het hem dus vrijwel onmogelijk gemaakt om officiële bronnen te raadplegen voor informatie. Aan de andere kant heeft het gebrek aan officiële bronnen waarschijnlijk te maken met zijn doel om verhalen te vertellen die nog niemand verteld heeft, zoals in hoofdstuk 4 van dit onderzoek genoemd is. Hierbij gaat het vaak om persoonlijke verhalen van gewone Russen, waarbij dus geen officiële bronnen nodig zijn. Een voorbeeld van een dergelijk verhaal waarin hij gebruik maakt van alternatieve nieuwsgaring en op deze manier informatie verkrijgt die anders onverteld zou blijven, is als hij meegaat met een groep skinheads om de lezer te laten zien wat hun ideeën zijn. Hij dompelt zich onder in de groep en dat is vrij bijzonder, aangezien de skinheads zich normaal gesproken tegen buitenlanders keren. Brandt Corstius heeft zelf een verklaring waarom dit lukte: “Ik oordeel niet, voel niet de behoefte om een vingertje op te heffen. En ik neem mensen ook niet tegen zichzelf in bescherming. Dat werkte goed in Rusland. Ik ben zelfs met skinheads op stap geweest, echt tuig, die vertrouwden me zo dat ze me uitnodigden voor de barbecue.”257 Door het vertrouwen dat hij gewekt heeft, kan hij als buitenlander mee met een groep die zich eigenlijk tegen buitenlanders keert, maar blijkbaar zijn ze zo op hem gesteld dat hij daar niet bij hoort. “Het was een allegaartje van skinheads, zwarthemden, nationalisten en hier en daar een puistige puber. Zij verzamelden zich op een plantsoen en riepen: ‘Dood aan de niet-Russen!’ Hun leider verzekerde mij dat die boodschap niet aan mij gericht was.”258 Door zijn alternatieve methode is hij dus in staat gebleken om andere informatie te verzamelen dan hij op anders had verkregen. Als het om bevolkingsgroepen gaat, kiest hij vaker voor deze vorm van onderdompeling. De meest duidelijke omschrijving hiervan laat hij zien in Rusland voor gevorderden, als hij twee weken lang naar de Nenets gaat om meer over deze uitstervende groep rendierhouders te weten te komen. Hierdoor was het mogelijk om zowel positieve kanten van hun bestaan te laten zien als de problemen die de bevolkingsgroep ervaart.

Naast dat hij afspreekt met groepen mee te gaan, schrijft hij ook over mensen die toevallig op zijn pad terecht lijken te komen. Zo ontsnapt hij in Tsjetsjenië aan de escorte van de soldaten en besluit het eerste het beste huis binnen te lopen waar de deur open stond. Als hij vertelt dat hij een buitenlandse journalist is, beginnen de inwoners direct te huilen en vertellen dat hun dochter ontvoerd is. Brandt Corstius kan dus direct een interview afnemen. “Het was opvallend dat achter de deur van het eerste het beste huishouden in Urus-Martan zo’n schrijnend verhaal verborgen zat. Ik had het gevoel dat dit geen toeval was.”259 Dit is iets wat Brandt Corstius vaker doet. Zo is hij in Zuid-Ossetië toen daar in 2008 een oorlog begint met Rusland. Ook hier loopt hij zomaar een huis naar binnen waar hij persoonlijke verhalen over de oorlog te horen krijgt.

255 Brandt Corstius, J. Kleine Landjes, 141.

256 Ibidem, 141.

257 Pronk, I. ‘De faalangst van Jelle Brandt Corstius.’

258 Brandt Corstius, J. Van Moskou Tot Medan, 31.

67 “Ik liep naar een van de weinige niet-kapotgeschoten huizen. Bewoner Armen Bibilov nodigde mij uit om de lunch te komen nuttigen. Achter zijn huis, aan een lange tafel op straat, zaten dakloze buren en vrienden uit de buurt. Het dak van Armens huis was provisorisch met plastic bedekt. […] Dertig jaar terug had Bibilov al het gevoel dat het een keertje mis zou gaan. Hij kon het moment nog precies herinneren. Hij was uitgenodigd bij zijn zwager; een Georgiër. Diens vader had op hem geproost ‘hoewel je Osseet bent’. Hij liet mij in zijn tuin de verse restanten van een mortier zien die zijn huis op een haar na gemist hadden.”260

Uit deze fragmenten blijkt dat de verhalen af en toe voor het oprapen liggen en dat achter elke gesloten deur een persoonlijk verhaal over de situatie in het gebied verteld kan worden. Dit blijkt ook uit het volgende fragment, als Brandt Corstius bij een tankstation in een gehucht een gezellig praatje aan denkt te knopen met de pomphouder. Daar wordt hij echter met zijn neus op de feiten gedrukt over het leven in Rusland: “Ik vroeg Dmitri waarom het leven triest was. ‘Jij vindt je werk leuk, maar denk je echt dat ik het leuk vind om auto’s te wassen? Jij rijdt zo door, maar ik blijf steken in dit gehucht. Ik ben geen domme jongen. Ik heb altijd dokter willen worden, maar daar moet ik voor studeren. En om te studeren heb ik veel geld nodig. En dat heb ik niet.’ Daar stond ik met mijn mond vol tanden, terwijl Dmitri intussen begonnen was met het drogen van de auto met een lawaaiige Sovjetföhn.”261 Door deze spontane gesprekken krijg je als lezer een kijkje in het dagelijks leven van de Russen in verschillende gebieden en omdat hij ook weergeeft hoe Brandt Corstius zich erbij voelt wordt ook duidelijk hoe hij naar zijn onderwerpen en in dit geval Dmitri kijkt.

Behalve alleen interviews met ‘normale’ Russen, maakt Brandt Corstius ook gebruik van andere vormen van alternatieve nieuwsgaring. Hij ervaart soms ook Russische gebruiken zelf om er een beter beeld van te kunnen krijgen. Zo is hij in Vologda en daar gaat hij zelf wodka stoken, iets wat in Rusland veel gebeurt. In het tweede fragment dat hieronder als voorbeeld dient, zoekt hij juist een ongewone situatie op. In Letland is het mogelijk om te ervaren hoe het in de Sovjettijd in de gevangenis was en Brandt Corstius ondervindt dat aan den lijve.

(1) “Met de schapenmuts op ging ik naar de supermarkt om de ingrediënten voor illegale wodka te kopen, die ik die avond met ene Viktor in de Russische stad Vologda ging stoken. Wonderbaarlijk genoeg heb je voor wodka alleen maar suiker en gist nodig (een pakje gist per kilo suiker, voor de geïnteresseerden).”262

(2) “Even daarvoor heeft de bewaker mij wakker gemaakt en mij erop gewezen dat mijn schoenen niet gepoetst zijn. Dat het gympen zijn, kan hem niet schelen. ‘Naar de isoleer!’ beveelt hij. Het klinkt onwaarschijnlijk dat mensen vrijwillig een nacht gaan doorbrengen in de voormalige Karosta-gevangenis in de Letse kuststad Liepaja. En toch trekt de gevangenis jaarlijks vele duizenden bezoekers.”263

260 Ibidem, 153-154.

261 Brandt Corstius, J. Van Moskou Tot Medan, 20.

262 Ibidem, 38.

263 Brandt Corstius, J. ‘Een nachtje in de gevangenis, voor de lol.’ In: Trouw (26 juni 2009). Beschikbaar via:

http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/archief/article/detail/1657878/2007/06/26/Een-nachtje-in-de-gevangenis-ndash-voor-de-lol.dhtml Geraadpleegd op 1 augustus 2014.

68 Op deze manier brengt Brandt Corstius een persoonlijke ervaring over, waardoor goed duidelijk wordt voor de lezer hoe het wodka stoken bijvoorbeeld in zijn werk gaat. Daarnaast krijgt de lezer ook te weten hoe Brandt Corstius het ervaart en dat maakt deze fragmenten persoonlijke verhalen.

5.2.3 INTERVIEWS

De belangrijkste alternatieve bron waarvan Brandt Corstius gebruik maakt bestaat uit gesprekken met normale mensen en daarmee wordt interviewen een belangrijk middel om informatie te verzamelen. In zijn teksten geeft Brandt Corstius veel openheid over hoe hij zijn interviews afneemt, dit is een belangrijk kenmerk van metajournalistiek. Deze openheid kan zich uiten door bijvoorbeeld in de tekst weer te geven welke vragen er worden gesteld, maar ook hoe een gesprek op gang is gekomen. David Eason stelt dat als een journalist transparant in zijn teksten optreedt, hij de aandacht zowel op zichzelf als op zijn bronnen legt, waardoor er vanzelf een band tussen de journalist en zijn onderwerp ontstaat.264 In het kader van persoonlijk engagement betekent dit dat de openheid van Brandt Corstius in zijn teksten meer duidelijk kan maken over een persoonlijke band met zijn onderwerpen. Maar hoewel Eason zegt dat transparantie automatisch leidt tot het focussen van aandacht op jezelf, probeert Brandt Corstius meer op de achtergrond te treden. “Het gaat om de manier waarop je mensen interviewt en de onderwerpen die je kiest. De persoon die je interviewt, staat altijd centraal. Die moet zich op zijn gemak voelen. Af en toe vind ik het prima om in beeld te zijn, als er maar een reden voor is.”265 Omdat zijn verhalen grotendeels vanuit zijn eigen perspectief verteld worden, is Brandt Corstius echter altijd in een bepaalde mate aanwezig.

Zoals eerder in dit onderzoek is gebleken vertelt Brandt Corstius het liefst het verhaal van de gewone Rus, dus zijn interviews voert hij ook vooral met hen. Hierbij is hij ook erg open over de onconventionele technieken die dit met zich meebrengt: om een goed interview te krijgen, moest hij met zijn bronnen wodka drinken. Een voorbeeld hiervan is dat hij in Rusland voor gevorderden keer op keer Nenets probeerde te interviewen, maar die bleken in nuchtere toestand niet heel spraakzaam. Blijkbaar had hij ervaring met situaties als deze want speciaal hiervoor had hij een fles wodka in zijn tas gestopt. “Gebruikmakend van de goede stemming en met medeneming van een half litertje wodka liep ik de tsjum in, wanhopig op zoek naar wat bruikbare quotes die na een paar glaasjes toch nog kwamen.”266 In de trein raakt hij aan de praat met een ‘obscure Rus’ die direct de wodka op tafel zet. Hierdoor krijgt hij informatie die hij anders nooit verkregen zou hebben. “In plaats daarvan vroeg ik naar zijn werk waar hij geen antwoord op wilde geven […] tegen de tijd dat de laatste fles op tafel stond was de man zo dronken dat hij mij vertelde dat hij voor de Russische geheime dienst werkte. Hij liet mij zijn pas zien en had nog wat interessante verhalen, die ik beloofde nooit te gebruiken.”267 Door de wodka worden de personen die hij wil spreken niet alleen losser in wat ze willen vertellen, maar hij bouwt ook een band met hen op waardoor ze hem misschien eerder informatie willen toevertrouwen dan anders. Uit het volgende fragment laat Brandt Corstius blijken dat hij vaak wodka drinkt met degene die hij wil spreken, omdat hij anders geen informatie krijgt. “Op de markt [in Tsjetsjenië] waren mensen erg spraakzaam, en gaven

264 Eason, D.L, ‘New Journalism, Metaphor and Culture’, 147.

265 Harms, I. ‘Jelle Brandt Corstius: ‘Ik wil van Rusland af’’ in Vrij Nederland, nr. 16 (2009), beschikbaar via:

http://www.vn.nl/Standaard-Media-Pagina/Jelle-Brandt-Corstius-Ik-wil-van-Rusland-af.htm, Geraadpleegd op 15 november 2014.

266 Brandt Corstius, J. Rusland voor gevorderden, 93.

69

zomaar een mening en hun achternaam, allemaal dingen die normaal in Rusland nooit gebeuren voordat er een halve liter wodka is geschonken.”268 Soms brengt deze methode ook nadelen met zich mee, bijvoorbeeld als hij dronken aantekeningen moet maken: “Hoe hij weer in Abchazië kwam kon ik later niet meer helemaal uit mijn aantekeningen opmaken. Intussen was ook al een derde en vierde kruik met wijn op tafel gezet, het regende nog steeds per slot van rekening, en een kleine hoeveelheid rijstepap had mijn aantekeningen gedeeltelijk weggevaagd.”269 Om zijn vragen beantwoord te krijgen moet hij dus eerst een band op zien te bouwen met zijn bronnen. Dit zorgt er automatisch voor dat het persoonlijk wordt, omdat hij een soort vriendschappelijke relatie door middel van wodka drinken op moet bouwen. Hierdoor raakt zijn rol als interviewer naar de achtergrond en wordt het meer een persoonlijke band.

Dit past in de interview-stijl van Brandt Corstius die hij suggereert in interviews. Hij profileert zichzelf hierin als een betrokken interviewer. Zo zegt hij in een gesprek met Trouw dat na zijn correspondentschap plaatsvond: “Ik zie het als een voorrecht om iemand te interviewen, ik ga helemaal in die persoon op. […] Dat is geen bewuste techniek, ik kan niet anders.”270 En in een gesprek met NRC Handelsblad zegt hij: “Dat merkte ik bij het draaien ook, dat ik soms te veel meeleef met de mensen. De tranen rolden me soms over de wangen, en dat maakt het loodzwaar.”271 Door op deze manier transparant te zijn over zijn interviewmethode zegt hij expliciet dat hij grote betrokkenheid heeft bij zijn onderwerpen. Ook is Brandt Corstius open over hoe interviews tot stand komen en welke vragen hij hier stelt. Hierdoor wordt duidelijk op welke manier Brandt Corstius zijn bronnen benadert. Zo geeft hij fragmenten uit interview-gesprekken weer, zoals dit voorbeeld waarbij hij een Tsjetjeense soldaat spreekt die een groot deel van zijn collega’s is verloren door een aanval van de rebellen:

“Hoe kon het gebeuren dat de rebellen de basis op klaarlichte dag binnen reden? ‘Ja, iemand van ons is door de rebellen omgekocht natuurlijk.’ Waarom praatte hij er zo onverschillig over? ‘Ik snap deze mensen wel. Zij hebben door ons waarschijnlijk al hun familielieden verloren. Of hun vrouw of zus is verkracht. Nu nemen zij wraak. Ik begrijp dat heel goed,’ benadrukte hij nog maar eens.”272

Doordat de vragen van Brandt Corstius in dit fragment zijn weergegeven wordt meer duidelijk over hoe Brandt Corstius over de situatie denkt en dit komt in dit geval vooral doordat de tweede vraag in de tekst is weergegeven. Hieruit blijkt hoe de soldaat het eerste antwoord geeft en het geeft indirect ook aan dat Brandt Corstius onder de indruk is van de aanslag.

Naast het weergeven van interviews, weergeeft hij ook vragen die hij hardop stelt in de tekst. Zoals toen hij vaders interviewde waarvan de zoons zonder aantoonbare reden ontvoerd zijn door het Tsjetsjeense leger: “Blijft de vraag: waarom werden de jongens opgepakt door het leger?”273 Hierdoor krijg je inzage in Brandt Corstius denkt over onderwerpen. En het voelt alsof

268 Brandt Corstius, J. Kleine Landjes, 23.

269 Ibidem, 95.

270 Pronk, I. ‘De faalangst van Jelle Brandt Corstius’ in Trouw. Geraadpleegd op 6 maart 2015.

271 Harms, I. ‘Ik wil van Rusland af’, in Vrij Nederland Geraadpleegd op 6 maart 2015.

272 Brandt Corstius, J. Kleine Landjes, 41.

273 Brandt Corstius, J. ‘De verloren zonen van Tsjetsjenië’ In: Trouw (9 oktober 2006), Beschikbaar via:

http://www.trouw.nl/tr/nl/4324/Nieuws/archief/article/detail/1679613/2006/10/09/De-verloren-zonen-van-Tsjetsjenie.dhtml Geraadpleegd op 1 augustus 2014.

70 hij door zijn vragen hardop te stellen, geïnteresseerder en dichterbij zijn onderwerpen overkomt dan wanneer hij dit niet zou doen omdat hij nu ook zelf in deze fragmenten aanwezig is.