• No results found

HOOFDSTUK 6: ENGAGEMENT IN VORM

6.3 Deelconclusie engagement in vorm

In dit hoofdstuk is gekeken naar engagement in vorm op het gebied van vier narratieve kenmerken: vertelperspectief, focalisatie, de implied author en ironie. Ook is bij al deze onderwerpen is het onderscheid gemaakt tussen hoe dit naar voren komt in zijn boeken en hoe het zich uit in zijn krantenartikelen. In deze deelconclusie zal gekeken worden hoe al deze narratieve elementen met elkaar in verband staan op het gebied van betrokkenheid.

Om te beginnen met het vertelperspectief: in zijn boeken hanteert Brandt Corstius het ik-perspectief, waardoor de afstand tussen hemzelf en zijn onderwerpen, maar ook de lezer kleiner

311 Brandt Corstius, J. Rusland voor gevorderden, 157.

85 wordt. Je ziet Brandt Corstius als gedramatiseerde verteller terugkomen in de verhalen, waardoor het een subjectieve ervaring wordt. Dit is anders in zijn krantenartikelen. Daar is Brandt Corstius aanwezig als personale verteller, wat betekent dat we alles door de ogen van Brandt Corstius zien, maar we zien Brandt Corstius niet. Dit heeft als gevolg dat deze teksten minder persoonlijk zijn end at suggereert minder het gevoel van betrokkenheid. De derde persoon waarin hij schrijft, zorgt voor afstand in zijn teksten.

Focalisatie is in zowel zijn boeken als in zijn krantenartikelen hetzelfde: op enkele uitzonderingen na, zijn het vooral de ogen van Brandt Corstius waardoor we naar personages en situaties kijken. Hierdoor krijgen we alleen de mening en gedachten van Brandt Corstius mee en niet die van anderen. Dit kan een onbetrouwbaar beeld opleveren, omdat we alleen op de waarnemingen van Brandt Corstius moeten vertrouwen, maar in het kader van engagement betekent het dat Brandt Corstius de lezer laat zien wat hij belangrijk vindt en laat weten hoe hij over situaties denkt.

In de paragraaf waarin de implied author werd besproken, was te zien dat Brandt Corstius zijn ervaringen zoveel mogelijk één-op-één over probeert te brengen op de lezer, waardoor de afstand tussen de auteur en de lezer verkleind wordt. Brandt Corstius zette zichzelf vooral als journalist neer, zowel in zijn boeken als in zijn krantenartikelen en hierdoor kan gezegd worden dat de grootste taak van de implied author is om de wereld buiten en binnen het boek met elkaar verbinden en selecteren welke delen van zichzelf en de wereld buiten het boek hij wel en niet in zijn teksten naar voren laat komen.

Ten slotte is er gekeken naar ironie in de teksten van Jelle Brandt Corstius. Gebleken is dat ironie kan leiden tot afstand, in plaats van betrokkenheid. In de boeken van Jelle Brandt Corstius speelt ironie een grote rol, maar niet bij alle onderwerpen is hij even ironisch. Hij is wel ironisch wanneer personages een oppervlakkige rol spelen in zijn teksten en wanneer situaties al grappig en ongewoon zijn. Door ironie laat hij sterk blijken dat hij niet bij deze personen hoort en dat hij ze op z’n zachtst gezegd bijzonder vindt. Maar in andere situaties, met serieuze onderwerpen zoals slachtoffers van oorlog en mensenrechtenschendingen, is hij niet ironisch, maar toont hij zijn gevoelens. Ook in zijn krantenartikelen is ironie niet aan de orde en focust hij zich meer op de feiten. Wat hier mogelijk mee te maken heeft, is dat hij veel minder ongewone situaties beschrijft en er nauwelijks sprake is van oppervlakkige personages.

En wat betekent dit voor de betrokkenheid van Jelle Brandt Corstius in zijn teksten? Doordat we vrijwel alle situaties en personages door de ogen van Brandt Corstius zien, waardoor je als lezer automatisch alleen de gedachten en waarnemingen van Brandt Corstius te zien krijgt. Dit wordt in zijn boeken versterkt omdat hij daar het ik-perspectief hanteert, wat als gevolg heeft dat je als lezer de subjectieve ervaringen van Brandt Corstius meekrijgt. Het ik-perspectief en de externe focalisatie zorgen voor betrokkenheid. Ook uit de analyse van de implied author blijkt dat Brandt Corstius waarschijnlijk zoveel mogelijk autobiografische informatie weergeeft, waardoor je als lezer altijd met hem meekijkt. Ironie is het enige tekstkenmerk wat ervoor zorgt dat deze betrokkenheid minder wordt, omdat hij hiermee heel duidelijk laat merken dat hij zich niet kan identificeren met bepaalde onderwerpen. Aan de andere kant wordt door ironie wel duidelijker bij welke onderwerpen hij wel betrokken is, omdat hij deze personages en situaties juist niet op ironische wijze weergeeft en juist zijn gevoelens toont. Al met al kan gezegd worden dat de schrijfstijl van Brandt Corstius voor extra betrokkenheid zorgt, omdat het één-op-één ervaringen zijn die hij weergeeft.

86 In zijn krantenartikelen is hier minder sprake van. Hoewel er hier ook vooral sprake is van externe focalisatie, hanteert hij een ander vertelperspectief, namelijk het enkelvoudig personale perspectief. Dit betekent dat Brandt Corstius niet zelf aanwezig is in zijn teksten, maar buiten de tekst als verteller optreedt. Omdat hij niet zelf in de tekst aanwezig is, creëert hij afstand en waar het in zijn boeken subjectieve ervaringen lijken, is dat in zijn krantenartikelen niet het geval. In zijn krantenartikelen profileert hij zich ook niet als Jelle Brandt Corstius, zoals hij in zijn boeken doet, maar is de implied author eerder terug te vinden in zijn rol als journalist in plaats van verteller en personage. En hoewel hij niet ironisch is in zijn krantenartikelen, zorgen de andere aspecten die minder betrokkenheid suggereren ervoor dat de teksten in zijn boeken meer engagement in vorm tonen dan zijn krantenartikelen.

87

7. CONCLUSIE

In deze scriptie is gekeken in hoeverre en op welke manier engagement voorkomt in de teksten van Jelle Brandt Corstius. Door middel van de narratieve analyse is gekeken naar tekstkenmerken die zouden kunnen wijzen op betrokkenheid van Jelle Brandt Corstius in zijn teksten. Om hier achter te komen heb ik zijn drie boeken Rusland voor gevorderden, Kleine Landjes en Van Moskou tot Medan en vele achtergrondartikelen en reportages die tijdens zijn correspondentschap in Rusland in Trouw verschenen. De hoofdvraag die ik in deze scriptie geprobeerd heb te beantwoorden is:

In hoeverre en op welke manier komt engagement voor in de teksten van Jelle Brandt Corstius?

Om engagement te kunnen onderzoeken, is er onderscheid gemaakt tussen drie vormen van engagement: inhoudelijk engagement (betrokkenheid gericht op de actuele maatschappelijke en politieke omstandigheden), persoonlijk engagement (betrokkenheid vanuit eigen interesse en met inzet van de eigen persoon) en engagement in vorm (tekstkenmerken waarin de auteur zich betrokken kan tonen). Om deze drie vormen van engagement te kunnen onderzoeken, heb ik engagement gekoppeld aan verschillende vormen van journalistiek en narratieve concepten. Inhoudelijk engagement heb ik gekoppeld aan de onderzoeksmethode immersion journalism, persoonlijk engagement aan metajournalistiek en engagement in vorm aan de narratieve concepten vertelperspectief, focalisatie, implied author en ironie. Op het eerste gezicht lijken deze drie journalistieke vormen en narratieve concepten misschien niet aan elkaar te koppelen, maar ik heb in mijn onderzoek gezien dat ze elkaar aanvullen en versterken als het gaat om onderzoek naar engagement. Ook was het op deze manier mogelijk om alle facetten van engagement in de teksten te analyseren om zo tot een goede conclusie te kunnen komen. Hieronder zal uitgelegd worden op welke manier de narratieve vormen en de vormen van engagement elkaar aanvullen. Immersion journalism heb ik gebruikt om te kijken naar de onderwerpen en de thematiek in de journalistieke teksten van Jelle Brandt Corstius. In dit hoofdstuk is een schifting gemaakt tussen de belangrijkste onderwerpen en thema’s die in Brandt Corstius’ teksten naar voren komen en op welke manier hij ze beschrijft. In het kader van inhoudelijk engagement kon gezegd worden welke onderwerpen belangrijk waren en welke minder belangrijk. Hier zal later in deze conclusie dieper op worden ingegaan. Hierop kon in het volgende hoofdstuk waarin metajournalistiek en persoonlijk engagement centraal staan, dieper worden ingegaan. Er is gekeken naar drie vormen metajournalistiek: reflectie op de journalistiek in het algemeen, zelfreflectie in de tekst en reflectie op de methode. In dit hoofdstuk werd duidelijker hoe Brandt Corstius tegen zijn onderwerpen aankijkt en hoe hij zichzelf ziet ten opzichte van zijn onderwerpen. Op deze manier versterkt metajournalistiek immersion journalism: de afwegingen en gevoelens van de journalist bij zijn onderwerpen worden extra belicht. Ten slotte heb ik engagement in vorm gekoppeld aan vier narratieve strategieën en dit hoofdstuk zie ik als overkoepeling van het geheel. Door middel van het vertelperspectief, focalisatie en de implied author werd op tekstniveau gekeken naar de aanwezigheid van de auteur in zijn teksten, op welke manier hij naar zijn onderwerpen keek en hoe hij (achter de schermen) invloed uitoefent in zijn teksten. Op welke manier Brandt Corstius in zijn teksten aanwezig is, staat ook weer in verband met op welke manier hij zijn onderwerpen benadert omdat we zonder de aanwezigheid van Brandt Corstius niet kunnen weten hoe hij over zijn onderwerpen denkt of op welke manier hij op zichzelf reflecteert. Als laatste is gekeken naar

88 ironie in de teksten van Jelle Brandt Corstius. In eerste instantie lijkt deze narratieve strategie misschien los te staan van de andere geanalyseerde tekstkenmerken, maar ironie heeft er ook mee te maken hoe hij zijn onderwerpen benadert en hoe hij op zijn onderwerpen en zichzelf reflecteert. Door ironisch te zijn kan hij afstand nemen van onderwerpen en zichzelf distantiëren, wat weer heel veel zegt over hoe hij tegen zijn onderwerpen en zichzelf aankijkt. Concluderend kan gezegd worden dat de drie vormen van journalistiek en de narratieve kenmerken elkaar aanvullen en versterken, omdat in alle drie de hoofdstukken vanuit een ander perspectief naar dezelfde teksten is gekeken. Hierdoor is naar mijn idee een volledig beeld van engagement in de teksten van Jelle Brandt Corstius ontstaan.

In hoeverre en op welke manier komt engagement terug in de teksten van Jelle Brandt Corstius? In het onderzoek is naar voren gekomen dat op zowel inhoudelijk, persoonlijk als vormelijk gebied engagement naar voren komt in zijn teksten. Brandt Corstius stelt zich op als een betrokken auteur, maar eigenlijk alleen in zijn literair journalistieke boeken en in veel mindere mate in zijn krantenartikelen, die tot de traditionele journalistiek behoren. Er zal nu per vorm van engagement worden gekeken in hoeverre en op welke manier er sprake is van engagement in zijn teksten.

In het hoofdstuk inhoudelijk engagement is gekeken naar over welke onderwerpen Brandt Corstius hoofdzakelijk schrijft en welke thematiek aan zijn teksten is toe te kennen. Globaal zijn er drie onderwerpen afgebakend die veel terugkomen in zijn boeken: het ongewone in het dagelijks leven (waaronder personages), oorlogen en conflicten en politiek. Gebleken is dat hij niet bij alle onderwerpen even veel betrokkenheid toont. Er kan gezegd worden dat de gewone man het centrale onderwerp is in zijn boeken. Hij vertelt de verhalen van de gewone Rus en hierbij gaat hij vaak op zoek naar opvallende details in het dagelijks leven van deze personen. Aan de hand hiervan beschrijft hij hoe Russen in het leven staan en hoe het leven in Rusland eruit ziet. Ook bij onderwerpen als oorlog en conflicten en politiek is dit aan de orde. Dit zijn onderwerpen die in zijn krantenartikelen vooral op basis van feitelijkheden beschreven worden, maar in zijn boeken laat hij vooral de menselijke kant zien. Bijvoorbeeld de gevolgen voor nabestaanden van de gijzeling in Beslan of gevolgen die personen ondervinden van politieke besluiten van de Russische overheid. In de tweede paragraaf van hoofdstuk 4 wordt dieper ingegaan op de thematiek die in zijn boeken een grote rol speelt. Hier is gekeken naar de abstracte motieven macht, marginalisering, overleven en onrecht. De conclusie van deze paragraaf was dat marginalisering (de minderheden in Rusland) en overleven overkoepelende thema’s zijn in zijn teksten. Overleven heeft betrekking op deze marginale bevolkingsgroepen, maar ook op zijn eigen bestaan in Rusland. Ook deze thema’s hebben dus te maken met de gewone Rus. Concluderend kan gezegd worden dat de gewone Rus het onderwerp is waar Brandt Corstius zich het meest bij betrokken toont.

In het tweede hoofdstuk van de analyse stond persoonlijk engagement centraal. Hierin werd gekeken naar de manier waarop Brandt Corstius reflecteert op de journalistiek in het algemeen en de manier waarop hij zijn onderwerpen benadert. Automatisch hangt de positie van Brandt Corstius in de tekst samen met deze onderwerpen. Eerst zal ik ingaan op de reflectie op de journalistiek in het algemeen. Hier is belangrijk dat Brandt Corstius in Rusland te maken had met een beperkte persvrijheid, waardoor hij te maken kreeg met een situatie die niet vanzelfsprekend was. De term reflexive journalism is hier relevant: Brandt Corstius scheidt zich af van de Russische journalisten die de beperkte persvrijheid lijken te (moeten) accepteren. Hij profileert zichzelf als kritische journalist die ondanks de beperkingen waar ook hij mee te maken krijgt probeert het

89 ware verhaal naar boven te halen. Dit zegt niet alleen iets over hem als journalist, maar ook als persoon. Omdat hij beschrijft dat hij bijvoorbeeld in Tsjetsjenië aan de soldaten ontsnapte om toch de verhalen te kunnen vertellen die hij wilde, zegt over hem dat hij hoe dan ook de verhalen wil vertellen die hij wil vertellen en hij zich daarin niet laat tegenhouden.

Het tweede deel van het hoofdstuk gaat over de manier waarop Jelle Brandt Corstius zijn bronnen benadert. Er kan gezegd worden dat Brandt Corstius een persoonlijke methode hanteert die bijdraagt aan de betrokkenheid in zijn teksten. Gebleken is dat Brandt Corstius gebruik maakt van alternatieve nieuwsgaring en dus niet of nauwelijks gebruik maakt van officiële bronnen. De belangrijkste manier waarop hij aan zijn informatie komt, is interviews met normale Russen. Deze methode sluit aan bij het feit dat de gewone Rus het belangrijkste onderwerp is in zijn teksten. Ook praat hij af en toe met burgers op straat en op deze manier krijgt hij ook informatie voor artikelen. Daarnaast speelt reizen een belangrijke rol in zijn methode. Uit de analyse is naar voren gekomen dat er twee redenen kunnen zijn waarom hij zijn reizen maakt: vanuit een persoonlijke interesse voor het gebied (hierbij gaat het vooral om de Kaukasus) en een journalistieke reden. Hoewel deze twee redenen elkaar niet uitsluiten, is ook hier vooral persoonlijk engagement te zien.

Ten slotte werd er gekeken naar engagement in vorm. In dit hoofdstuk werd gekeken naar het vertelperspectief, focalisatie, de implied author en ironie. In vorm is er niet eenduidig te zeggen dat deze leidt tot betrokkenheid in de tekst. Ook is hier een duidelijk verschil waar te nemen tussen zijn drie boeken en zijn krantenartikelen. In zijn boeken hanteert Brandt Corstius voornamelijk het belevend ik-perspectief en is hij als gedramatiseerde verteller in de tekst aan te wijzen, waardoor Brandt Corstius degene is die het woord voert. Dit zorgt voor betrokkenheid omdat Brandt Corstius hierdoor in staat is om commentaar te geven en In zijn krantenartikelen hanteert hij daarentegen het personale perspectief, waardoor Brandt Corstius niet als gedramatiseerde verteller in de tekst is terug te vinden en hiermee een bepaalde afstand creëert. Ook bij focalisatie kan er gezegd worden dat er in een bepaalde mate betrokkenheid wordt gecreëerd. Brandt Corstius is in zijn boeken de focalisator en dit is ook het geval in zijn krantenartikelen. Hierdoor krijg je als lezer slechts te zien wat Brandt Corstius ziet en denkt, waardoor hij de lezer kan beïnvloeden met de visie van de auteur en waardoor duidelijk wordt hoe hij tegen zijn onderwerpen aankijkt. Ook de implied author zorgt voor betrokkenheid. De implied author is geanalyseerd aan de hand van de definities van Wayne Booth en James Phelan. De belangrijkste uitkomsten hiervan zijn dat Brandt Corstius de werelden binnen en buiten de teksten met elkaar verbindt en daarnaast is te zeggen dat Brandt Corstius geen derde vertel-laag tussen de auteur en verteller aanbrengt, waardoor alle ervaringen als autobiografisch gezien kunnen worden. Maar in de laatste paragraaf van dit hoofdstuk werd gekeken naar ironie, waarvan gezegd is dat het juist afstand kan veroorzaken in plaats van betrokkenheid, omdat het tegenovergestelde wordt gezegd van wat wordt bedoeld. In de boeken van Brandt Corstius is ironie als een rode draad in zijn stijl terug te vinden. Welk effect heeft dit op engagement in zijn teksten? Hij is vooral ironisch over andere mensen en niet over zichzelf. Maar niet op alle momenten is hij ironisch. Wat opvalt, is dat het hierbij vooral gaat om mensen die oppervlakkig in zijn teksten voorkomen of bij situaties die al als humoristisch beschouwd kunnen worden. Bij gesprekken en situaties die van waarde zijn voor zijn verhalen is de ironische toon niet of in veel mindere mate terug te vinden. Daarom kan gezegd worden dat ironie wel enige afstand creëert, maar het doet geen afbreuk aan alle andere punten waar Brandt Corstius zich wel betrokken toont.

90 Al met al kan gezegd worden dat Brandt Corstius een geëngageerd auteur is, hoewel dit niet op alle vlakken even veel het geval is. Zijn persoonlijke methode die hij hanteert is waarschijnlijk de belangrijkste schakel in betrokkenheid in zijn teksten. Brandt Corstius handelt hier vaak vanuit eigen interesse en dit is goed in de tekst terug te zien. Dit sluit aan bij inhoudelijk engagement: zijn methode sluit aan bij de onderwerpen waar hij zich het meest in interesseert: normale Russen en gebieden waar nog niet zoveel mensen van gehoord hebben. Desalniettemin speelt engagement in vorm ook een belangrijke rol bij het geheel. Vooral de aanwezigheid van de auteur in de tekst zorgt ervoor dat de lezer als het ware samen over de schouder van Jelle Brandt Corstius meekijkt en ook een kijkje krijgt in zijn gedachten. Hierdoor wordt duidelijker waarbij Brandt Corstius zich betrokken toont en waarbij niet. Het effect van al deze elementen is dat vooral de boeken van Jelle Brandt Corstius een persoonlijk verhaal zijn met al zijn subjectieve ervaringen. Hierdoor voelt de tekst waarheidsgetrouw aan, omdat het een autobiografische weergave is van Jelle Brandt Corstius’ ervaringen en verhalen.

Ten slotte zal ik nog enkele suggesties doen voor vervolgonderzoek. Ik heb gekeken naar in hoeverre en op welke manier engagement in de teksten van Jelle Brandt Corstius voorkomt, maar ik heb niet gekeken naar de effecten hiervan. Ik denk dat dat een interessant vervolgonderzoek is waarbij deze scriptie als basis gebruikt kan worden. Ook heb ik nu immersion journalism, metajournalistiek en narratieve strategieën samengevoegd, maar ik denk dat deze elementen ook allemaal afzonderlijk onderzocht kunnen worden. Er is nog weinig onderzoek gedaan naar de teksten van Jelle Brandt Corstius, dus hoewel er nog veel ruimte is voor vervolgonderzoek, denk ik dat ik zeker mijn steentje heb bijgedragen.