• No results found

Bepaling van de vertikale weerstand (C - waarde) op het proefperceel A te Fikkersdries

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bepaling van de vertikale weerstand (C - waarde) op het proefperceel A te Fikkersdries"

Copied!
23
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

40TA 888 november 1975

MMTI^d.^ PIRRR Instituut voor Cultuurtechniek en Waterhuishouding

BEPALING VAN DE VERTIKALE WEERSTAND (C-WAARDE) OP HET PROEFPERCEEL A TE FIKKERSDRIES

ing. K.E. Wit en M. Wijnsma

BIBUOTHEEK

STAIUNGGEBOUW

Nota's van het Instituut zijn in principe interne communicatiemidde-len, dus geen officiële publikaties.

Hun inhoud varieert sterk en kan zowel betrekking hebben op een eenvoudige weergave van cijferreeksen, als op een concluderende discussie van onderzoeksresultaten. In de meeste gevallen zullen de conclusies echter van voorlopige aard zijn omdat het onderzoek nog niet is afgesloten.

Bepaalde nota's komen niet voor verspreiding buiten het Instituut in aanmerking

^ 3 T ^

CENTRALE LANDBOUW/CATALOGUS

(2)

I N H O U D

b i z .

I . INLEIDING 1

II. OPZET VAN DE PROEF 1 III. UITVOERING VAN DE PROEF EN DE BEREKENING VAN DE C-WAARDE 2

(3)

I. INLEIDING

Op het proefperceel A te Fikkersdries (fig. 1) is een infiltra-tieproef uitgevoerd voor het verkrijgen van informatie omtrent de vertikale weerstand (c-waarde) van het afdekkend pakket, dat is

samengesteld uit een ongeveer 3 m dikke kleilaag. De opzet van de proef alsmede de verkregen resultaten zullen in het volgende worden besproken.

II. OPZET VAN DE PROEF

Voor het verkrijgen van informatie omtrent de dikte en samen-stelling van het afdekkend pakket is allereerst een boring uitge-voerd, waarbij de volgende profielbeschrijving is gemaakt:

0- 30 cm -mv. bruingrijze humeuze zwak fijnzandige leem (bouwvoor), kalkvrij

30- 60 cm -mv. blauwige bruingrijze humeuze stevige leem met veel humus of veenresten, roestig, kalkvrij 60-100 cm -mv. grijs tot lichtgrijze leem, kalkvrij

100-130 cm -mv. zeer donkere grijze vette plastische klei, spoortje kalk, humeus

130-160 cm -mv. donkergrijze, vette plastische klei, humeus, kalk-vrij

160-200 cm -mv. grijze leem met lichtbruine plekken, kalkvrij 200-230 cm -mv. idem, kalkvrij, slap

230-260 cm -mv. zwak bruinige grijze slappe leem 260-295 cm -mv. idem

(4)

Voor informatie over het profiel tot op grotere diepte is gebruik gemaakt van de nabij gelegen boring M99. De resultaten zijn weerge-geven in fig. 13.

Voor het bepalen van de c-waarde van de ongeveer 3 m dikke klei-laag is een infiltratieproef uitgevoerd. Hiervoor is een kuil gegra-ven, 1 m diep en 1 m in het vierkant. Tijdens het graven is er zorg

voor gedragen dat de wanden van de kuil en de bodem zo goed mogelijk

hun ongestoord karakter hebben behouden. Vervolgens zijn in 2 loodrecht op elkaar staande raaien door het midden van de kuil grondwaterstands-buizen geplaatst met het filter op een diepte van 0,9 tot 1,2 m beneden maaiveld (fig. 2). De afstand van de grondwaterstandsbuizen tot het midden van de kuil bedroeg respectievelijk 1,5; 3,5 en 10,5 m. Op onge-veer 75 m afstand van de proefplek zijn volgens hetzelfde patroon

grondwaterstandsbuizen geplaatst, welke als referentie (nul object) hebben gediend tijdens de infiltratieproef. Behalve van de ten be-hoeve van de infiltratieproef geplaatste grondwaterstandsbuizen is gebruik gemaakt van een raai reeds bestaande grondwaterstandsbuizen waarvan de filters op 1,5 tot 2,0 beneden maaiveld zijn aangebracht.

Ter bepaling van de nul situatie zijn alle grondwaterstandsbuizen een week, voorafgaande aan de proef, dagelijks waargenomen.

Als watervoorziening voor de infiltratie is gebruik gemaakt van een drietal containers met een gezamenlijke inhoud van 360 liter, die waren aangesloten op een mechanische niveauregelaar in de kuil.

III. UITVOERING VAN DE PROEF EN DE BEREKENING VAN DE C-WAARDE

Op 17 maart 1975 om 13.00 uur is de infiltratieproef gestart, waarbij het niveau in de kuil globaal met 0,30 m is verhoogd. In fig. 3 is de proefopstelling weergegeven. Op 19 maart 1975 is de proef beëindigd; de wegstroming vanuit de kuil was gemiddeld 0,27 m /dag.

In fig. 4 zijn de grondwaterstanden van de filters van 0,9 tot 1,2 m beneden maaiveld rondom de kuil en van het nulobjekt weerge-geven. In de periode zonder infiltratie willen we nu het verband tussen de buizen bij de kuil en die van het nulobjekt vaststellen.

(5)

Daartoe zijn voor de periode 12-3 tot 17-3 de grondwaterstanden rondom de kuil en van het nulobjekt ongeveer 2 tot 4 keer per dag gemeten. Hieruit is voor iedere buis een gemiddelde stand over de dag bepaald. Vervolgens is per dag een gemiddelde grondwaterstand uit de 12 buizen per objekt berekend. Deze standen zijn tegen

elkaar uitgezet en weergegeven in fig. 5. Indien de grondwaterstan-den in de filters rondom de kuil afzonderlijk worgrondwaterstan-den uitgezet tegen de afzonderlijke of de gemiddelde grondwaterstanden van het nulob-jekt varieert de regressie-coëfficiënt van 0,45 tot 0,82. Hieruit blijkt dat er een aanzienlijke heterogeniteit van de grond bestaat. Van iedere buis 01-03; N1-N3; W1-W3; Z1-Z3 is de samenhang met de gemiddelde situatie op het nulobjekt vastgesteld en zijn regressie coëfficiënten berekend.

In tabel 1 zijn voor de periode met infiltratie de gemiddelde

grondwaterstandsveranderingen van het nulobjekt vanaf 17-3 om 13.00 uur op een aantal tijdstippen weergegeven; met behulp van de zojuist genoemde regressie-coëfficiënten van de buizen 01-03; N1-N3; W1-W3; van de onbeïnvloede situatie is het grondwaterstandsverloop rondom de kuil, zoals dat zonder infiltratie zou zijn geweest, vast te stellen. Door nu de gemeten grondwaterstanden te corrigeren voor het grondwaterstandsverloop zoals dat zonder infiltratie zou zijn geweest, worden de stijgingen ten gevolge van de infiltratie gevonden.

In fig. 6, 7 en 8 zijn de grondwaterstandsstijgingen tengevolge van de infiltratie in de buizen rondom de kuil weergegeven als

functie van de tijd. Gemiddeld bedraagt de grondwaterstandsstijging aan het eind van de proef op een afstand van 1,5; 3,5 en 10,5 m

tot het midden van de kuil respectievelijk 14,7; 8,9 en 3,7 cm. De peilverhoging in de kuil zelf, gecorrigeerd op het ongestoorde verloop van de grondwaterstand, was 34 cm. Uit fig. 6,7 en 8 is

de gemiddelde grondwaterstandsstijging in de stationaire situatie op het tijdstip t = 2705 minuten als functie van de afstand te

construeren. Het resultaat staat weergegeven in fig. 9. Uit de verkregen kromme volgt een invloedssfeer van ongeveer 30 m.

Van de reeds aanwezige raai grondwaterstandsbuizen zijn de grondwaterstanden weergegeven in fig. 10. Uit fig. 2 en 9 volgt dat buis 25 binnen de invloedssfeer van de infiltratieproef ligt.

(6)

Tabel 1. Grondwaterstandsverhogingen, berekend uit gemeten grondwaterstanden rondom de kuil en van het nulobjekt en regressiecoëfficienten t Gemiddelde v a n h e t n u l o b j e k t Q. ( g e m e t e n ) a: 1 , 2 2 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) Q. ( g e m e t e n ) a: 1,0 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) Q3 ( g e m e t e n ) ctî 1 , 0 4 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) N. ( g e m e t e n ) a: 0 , 8 2 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) N ( g e m e t e n ) o: 0 , 9 4 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) N ( g e m e t e n ) a: 0 , 6 5 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) Wj ( g e m e t e n ) a: 0 , 7 5 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) W ( g e m e t e n ) a: 0 , 7 1 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) W ( g e m e t e n ) a: 1 , 1 4 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) Z. ( g e m e t e n ) et: 1 , 0 3 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) Z , ( g e m e t e n ) a: 1,07 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) Z ( g e m e t e n ) a: 0 , 4 8 ( o n g e s t o o r d ) ( s t i j g i n g ) et : r e g r e s s i e c o e f r i c i e n t " 0 min. 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 0 -0 0 0 0 0 0 0 0 0 t = 7 0 - 0 , 2 1,7 - 0 , 2 1,9 1,3 - 0 , 2 1,5 2 , 0 - 0 , 2 2 , 2 5 , 6 - 0 , 2 5 , 8 1,9 - 0 , 2 2,1 - 0 , 1 - 0 , 1 0 2 , 2 - 0 , 2 2 , 4 0 , 8 - 0 , 1 0 , 9 - 5 , 2 - 0 , 2 -0 , 7 - 0 , 2 0 , 9 0 , 2 - 0 , 2 0 , 4 0 , 2 - 0 , 1 0 , 3 G r o n d w a t e r s t a n d s v e r a n d e r i n g e n v a n a f 1 7 - 3 ; f 130 - 0 , 4 5 , 4 - 0 , 5 5 , 9 2,1 - 0 , 4 2 , 5 1,7 - 0 , 4 2,1 7,1 - 0 , 3 7 , 4 3 , 6 - 0 , 4 4 , 0 0 , 4 - 0 , 3 0 , 7 - 0 , 1 - 0 , 3 0 , 2 3 , 0 - 0 , 3 3 , 3 - 4 , 4 - 0 , 5 -4 , 5 - 0 , 4 4 , 9 1,3 - 0 , 4 1,7 - 0 , 1 - 0 , 2 0 , 1 t - 2 4 0 - 1 , 3 6 , 2 - 1 , 6 7 , 8 2 , 4 - 1 , 3 3 , 7 1,3 - 1 , 4 2 , 7 7 , 3 - 1 , 1 8 , 4 . 4 , 5 - 1 , 2 5 , 7 - 0 , 3 - 0 , 8 0 , 5 2 , 3 - 1 , 0 3 , 3 1,9 - 0 , 9 2 , 8 - 1 , 7 - 1 , 5 -6 , 3 - 1 . 3 7 , 6 2 , 4 - 1 , 4 3 , 8 0 - 0 , 6 0 , 6 t - 1 1 4 0 - 8 , 5 3 , 2 - 1 0 , 4 1 3 , 7 - 1 , 1 - 8 , 5 7 , 4 - 5 , 3 - 8 , 8 3 , 5 5 , 1 - 7 , 0 12,1 2 , 9 - 8 , 0 1 0 , 9 - 1 , 5 - 5 , 5 4 , 0 5 , 0 - 6 , 4 1 1 , 4 1,6 - 6 , 0 7 , 6 - 5 , 5 - 9 , 7 4 , 2 7 , 0 - 8 , 8 1 5 , 8 - 0 , 3 - 9 , 1 8 , 8 - 0 , 8 - 4 , 1 3 , 3 t - 1 2 1 0 - 8 , 5 1,6 - 1 0 , 4 1 2 , 0 - 0 , 9 - 8 , 5 7 , 6 - 7 , 0 - 8 , 8 1 , 8 4 , 3 - 7 , 0 1 1 , 3 1 , 9 - 8 , 0 9 , 9 - 1 , 5 - 5 , 5 4 , 0 5 , 4 - 6 , 4 1 1 , 8 0 , 2 - 6 , 0 6 , 2 - 5 , 1 - 9 , 7 4 , 6 8 , 0 - 8 , 8 1 5 , 8 - 0 , 3 - 9 , 1 8 , 8 - 1 , 2 - 4 , 1 2 , 9 t - 1 3 3 0 - 9 , 3 3 , 3 - 1 1 , 3 1 4 , 6 - 2 , 1 - 9 , 3 7 , 2 - 5 , 3 - 9 , 7 4 , 4 3 , 7 - 7 , 6 1 1 , 3 1,7 - 8 , 7 1 0 , 4 - 2 , 6 - 6 , 0 3 , 4 5 , 4 - 6 , 4 1 2 , 4 0 , 2 - 6 , 6 6 , 8 - 5 , 5 - 1 0 , 6 5 , 1 5 , 8 - 9 , 6 1 5 , 4 - 1 , 5 - 1 0 , 0 8 , 5 - 2 , 3 - 4 , 4 2 , 1 1 3 . 0 0 uur t - 1 3 8 5 - 9 , 7 2 , 7 - 1 1 , 8 1 4 , 5 2 , 2 - 9 , 7 7 , 5 - 5 , 2 - 1 0 , 1 4 , 9 3 , 4 - 8 , 0 1 1 , 4 1 , 9 - 9 , 1 1 1 , 0 - 2 , 3 - 6 , 3 4 , 0 5 , 5 - 7 , 0 1 2 , 8 - 0 , 3 - 6 , 9 6 , 6 - 6 , 1 - 1 1,1 5 , 0 5 , 7 - 1 0 , 0 1 5 , 7 - 0 , 6 - 1 0 , 4 9 , 8 - 1 , 5 - 4 , 7 3 , 2 i n cm op t - 1 6 6 5 - 1 0 , 2 4 , 5 - 1 2 , 4 1 6 , 9 - 4 , 5 - 1 0 , 2 5 , 7 - 6 , 7 - 1 0 , 6 3 , 9 4 , 1 - 8 , 4 1 2 , 5 2 , 2 - 9 , 6 1 1 , 8 - 3 , 1 - 6 , 6 3 , 5 4 , 0 - 7 , 7 11,7 0 , 5 - 7 , 2 7 , 7 - 5 , 5 - 1 1 , 6 6 , 1 5 , 6 - 1 0 , 5 1 6 , 1 - 1 , 7 - 1 0 , 9 9 , 2 - 2 , 8 - 4 , 9 2,1 t - 2 6 4 9 - 1 2 , 1 1 , 8 - 1 4 , 8 1 6 , 6 - 4 , 5 - 1 2 , 1 7 , 6 - 9 , 2 - 1 2 , 6 3 , 4 1 ,7 - 9 , 9 1 1 , 6 0 , 8 - 1 1 , 4 1 2 , 2 - 7 , 1 - 7 , 9 - 0 , 8 4 , 2 - 9 , 1 1 3 , 3 - 1 , 5 - 8 , 6 7,1 - 7 , 8 - 1 3 , 8 6 , 0 5 , 0 - 1 2 , 5 1 7 , 5 - 2 , 7 - 1 2 , 9 1 0 , 2 - 4 , 8 - 5 , 8 1,0 t - 2 7 0 5 - 1 1 , 7 2 , 5 - 1 4 , 3 1 6 , 8 - 4 , 8 - 1 1 , 7 6 , 9 - 9 , 5 - 1 2 , 2 2 , 7 1,9 - 9 , 6 1 1 , 5 - 0 , 2 - 1 1 , 0 1 0 , 8 - 6 , 4 - 7 , 6 1,2 4 , 6 - 8 , 8 1 3 , 4 - 1 , 0 - 8 , 3 7 , 3 - 7 , 0 - 1 3 , 3 6 , 3 3 , 9 - 1 2 , 1 1 6 , 0 - 3 , 3 - 1 2 , 5 9 , 2 - 4 , 8 - 5 , 6 0 , 8

(7)

Van deze buis is derhalve de regressie-coëfficiënt tijdens de periode zonder infiltratie van 11-3 tot 17-3 met buis 2N berekend. Deze bleek praktisch 1 te zijn. In fig. 11 zijn de grondwaterstands-veranderingen vanaf 17-3 om 13.00 uur van buis 25 en buis 2N met de tijd weergegeven. Uit deze figuur volgt een stijging van 7,5 cm tengevolge van de infiltratie. Daar buis 2N op 26 m afstand van het midden van de kuil is gelegen, is het mogelijk dat de invloed enkele mm groter is geweest, zie fig. 9. De afstand van buis 25 tot het midden van de kuil is 2,9 m. De gevonden stijging van buis 25 blijkt volgens fig. 9 2,5 cm lager te zijn dan de kromme door de punten,

gebaseerd op de filters van 0,9 tot 1,2 m beneden maaiveld. Hieruit kan worden afgeleid dat tussen de filters van 0,9 tot 1,2 m en van

1,5 tot 2,0 m een storende laag aanwezig is.

Vanwege de periode van het jaar, de weersgesteldheid en de ver-zadigde bovengrond kan worden aangenomen dat de grondwaterstands-verhoging rondom de kuil geen verhoogde capillaire opstijging tot gevolg heeft gehad. Hieruit volgt dat de uit de kuil weggestroomde hoeveelheid water in haar geheel naar de ondergrond is verdwenen. Op een afstand van 3 m vanaf het midden van de kuil is de fout te

verwaarlozen indien de vierkante vorm van de kuil wordt vervangen door een cirkelvormige. Voor de grondwaterstroming vanuit de kuil voor r > 3 m geldt: Q = 2 TT r kD ^- .,, r dr ( 1 ) 2 c = Q^ZQ Ah (vert) (2) o r ... . 3 waarin: Q = wegzijging vanuit de kuil in m /dag

Q = intensiteit van de grondwaterstroming tengevolge

r . . . . 3

van de infiltratie op afstand r in m /dag r = afstand tot het midden van de kuil in m k = horizontale doorlaatfactor in m/dag D = dikte van een goed doorlatende laag in m dh

(8)

c = vertikale weerstand van de storende lagen in dagen

Ah (vert) = gemiddelde grondwaterstandsstijging in m

Uit fig. 9 volgt dat voor r = 30 m Q nul is; voor het bepalen van h (vert) zijn in fig. 12 de gevonden stijgingen lineair uitge-zet tegen de afstand. Voor het gebied met een straal r = 30 m be-draagt op t = 2705 h (vert): 0,0186 m.

Substitutie van de bekende waarden in (2) geeft:

3,14 x 302 x 0,0186 i n c ,

C Ö727Ö = 1 9 5 d a g e n

Uitgaande van de gevonden c-waarde zijn met (2) voor een aantal waarden van r Q berekend. Uit fig. 9 zijn vervolgens waarden voor -r- afgeleid, waaruit via (1) kD waarden worden berekend.

In tabel 2 zijn de berekende grootheden voor een aantal waarden van r weergegeven.

Tabel 2. Berekende waarden voor Q en kD r r Qr dh/dr kD (m) ,_3 o (m /dag) (m*7dag) 3 0,247 0,02 0,65 5 0,226 0,0086 0,84 10 0,162 0,004 0,64 15 0,102 0,002 0,54

Vanwege het feit dat de gevonden stijging in buis 25 niet samenvalt met de gegeven kromme in fig. 9 is een storende laag verondersteld tussen de filters op een diepte van 0,9 tot 1,2 m en 1,5 tot 2,0 m. Voor het verifiëren van de gevonden kD-waarden van tabel 2 en het verkrijgen van meer informatie omtrent de

diepte van de storende laag zijn een aantal gaten geboord tot op ver-schillende diepten, waarin de boorgatenmethode is toegepast. In tabel 3 zijn de verkregen resultaten weergegeven.

(9)

Tabel 3. Doorlaatfactoren, kD-waarden en grondwaterstanden Diepte boorgat 0,6 0,9 1,2 1,5 1,8 2,1 Grondwaterstand t.o.v. referen-tievlak in m 1,506 1,819 1,899 1,940 1,966 1,938 K-factor m/dag = 0,01 = 0,02 0,22 0,27 1,15 1,23 Laag t.o.v. mv. in m 0,3-0,6 0,6-0,9 0,9-1,2 1,2-1,5 1,5-1,8 1,8-2,1 K-factor m/dag 0,01 0,03 0,63 0,83 5,23 5,71 2kD m /dag -0,01 0,19 0,25 1,57 1,71

Indien de bovenste 90 cm in tabel 3 vanwege de geringe doorlatend-heid buiten beschouwing wordt gelaten, volgt uit de grondwaterstanden de aanwezigheid van de storende laag op een diepte van 1,2 tot 1,5 m

beneden maaiveld. Deze diepte past in het reeds genoemde traject, be-trekking hebbende op fig. 9. Voor de kD-waarde boven de storende laag

2 wordt een waarde verkregen van 0,20 tot 0,45 m /dag.

IV. SAMENVATTING

Op het proefperceel A te Fikkersdries zijn. metingen uitgevoerd voor het verkrijgen van meer informatie omtrent de hydrologische eigen-schappen van het afdekkend pakket. In fig. 14 zijn de resultaten

van de toegepaste methodieken weergegeven.

Afhankelijk van de grondwaterstand volgt uit bovenstaand schema voor de bovenste 90 cm een c-waarde van 0 tot 45 dagen. De tijdelijke invloed van scheuren als gevolg van een voorafgaande droge periode is buiten beschouwing gelaten. Verder is een storende laag aangetrof-fen opeen diepte van 1,2 tot 1,5 m -mv met een c-waarde van 195 dagen. Voor de laag 2,1 tot 3,0 m beneden maaiveld volgt uit de kernboring een c-waarde van 113 dagen; daar deze waarde ten opzichte van de waar-den uit de infiltratieproef en de boorgatenmethode op aanzienlijk minder gegevens is gebaseerd, dient ze als orde van grootte te worden

(10)

beschouwd. Tijdens een bronbemaling in maart 1973 bij het. pomp-station daalde de grondwaterstand in de periode 7-3 tot 28-5 in de filters van 1,5 tot 2,0 m -mv 51 cm en in de in het zand gestelde

filter 53 cm. De dalingen waren praktisch lineair met de tijd; bij een c-waarde van 200 dagen voor de laag vanaf maaiveld tot een diepte van 1,5 m en een bergingscoëfficient van 5% houdt dit een c-waarde in van hooguit enkele tientallen dagen voor de laag van 2 tot 3 m beneden maaiveld.

Uit het bovenstaande volgt voor het gehele afdekkend pakket een c-waarde van 250 tot 300 dagen.

(11)
(12)

LU M CO co Q > É CO er LU

I

Q Z O er CD LU Q o o O

o

CM O O - C > L. E « S2 o Si o. o o Ol "O c o j3 l/t <D - O o D E O) en c QJ O O O

o

E in 5 5 CO

>o

• • x "1 JE NI NI • ( N X <

(13)

Schema proefopstelling Fig3

voorraad_ vaten

grondwaterstand tijdens proef

-voorde ,. „ - — ni veauregelaar rliTri—2m- 7m

I

gr ondwaterstands buizen FIG. 4 TIJD-STIJGHOOGTELIJNEN VAN DE FILTERS 0.9 TOT 1.2M -MAAIVELD

1975 1975 nuNAP 1,1 1,2 13 U 15 16 17 18 19 20 -21 m a g r t 12 13 U 15 16 17 18 19 20 21 m g o r ( N, N, 7,5- 7.0- 7.5- 7.0- 7.5- 7.0- 7,5-7,0- z1 7,5- 7,0- 7.5- 7.0-7,5 7,0- 7,5- 7,0- 7,5- 7,0- 7.5-7.0-0, 7,5-7,0-' 7,5-7,0-Jo3 W, W, W, Nk1 Nk2 Nk3 Zk1 Z^2 Zk3 Ww1 W.,2 Wk3 Ok1 Ou2 Ok3

(14)

10

o

CJ3

LU —> Ç Û u ,

, o^

-J A

Z> ' t ^ CN c< 00 00 o K 3 CM LU LU 3 LU Q CD uo m m CO

£

Q

z

o

cc

o

LU Q Z LU CO CO 3 h -LU I— < _J LU

ce

en

o

o

*-CM "~ U o z> c . * o JE _

z£>

S

CD CO CM C< 00 l O t ^ o o CM t < CM c< m CM o

£

X

p

CM t < O l ^-t &l^-t; CO o t < «£> t ^

o

t < 5 o t ^ -si • — c< >c o c eu o> c E (V c o o

s

î= o -m

o

-CM

§

8.

(15)

Fi g. 6 11)— 5 ' 7 3 4 5 6 7 8

e

i

I 1 IT'N M l

10' 2

M 1 M'

4 S » ? â » 10'

• i i Ti i r i

a

i u u r u i ciN i iHHL f\rcui»imc VHIN UC r i L i c n o

i -I (mi 0 j r J.OM -i^t i ml » , t • ; 1 • l -4 t 1 1 ,

1

i in j E j J j , '! ; 'I rri h l IT 1 4 • i l * •H •£ : t . w n MIUU : "J Q J E ij i ÎC:

i' '

F ' ui i-i il r!, ' • . _, ; 3 3 L • ';_ •i '-z ' i j : • : t l • ; r >'• . r s CIN V / U INUIL ; : i-i ; : ; '-1 : ": 0

r;

X

* • ii y , , i 1 11 i t i

4r

*! , 100 1 1 1 i t

' i

,

I.A

f '

i» ' h i • « ,

H

• • L i i n,',!l • 4 •• : i : j •*2 L-J' c t • ! 4« i j „ i : 1 : : " - L • . ._::

'H

p r ^-ï r iJ • . , •. . • i ; • U M *o :.r. «* ». * D !;• - . f ) , 2 | « N2 1 " °W2 • ° ^ 2 - »getni X <» -r " 0 « S f ö

H

m v X X t I I ! 00 1000 • t ! : - iL" • : - . : •_. '~: y. • - • 7 \~-; h •; ; • '"i : ; yl ' l .-; t - , . •_\ r-i ^

n

': — L: [i

1

p F -" = IS i F . ''• ••" •- y '-. :• • • : z. y y. \r J'. r •: : : • : .-. : ia.7 •i t o * ":== : s

11'

j |

::1

11

! : ' \.i -.-\'i. •M : ri -. d : i? 3 1 i - rï 10»

(16)

(

4 5 7 S « 10'

Fi g. a

IJD-POTENT AAL KROMME VAN DE FILTERS trOP 10.5 M V/H MIDDEN V/D KUIL

1 m: 7C\-m

si

in a star d ( n) 4 5 ' 1

S=

"e :-r X I -\ r-i F' i 7 i i l •" i; . *• > 1 0 ' • • 1; •-' -ïSH !: -: = : .. . • - - • Oui 1 •>'Ä I 1 IL 1 ' 1 k ' 4

1

IN t t t Ii

!1

r ,|' 11 _ •i i f * 'i ',, 11 I

LT

• :: ' [_ j 1 1 6 7 S 9 10'

1

\P . ! J

i

! t

I

u 1 \

IM

[_ '. • i : • r\ • ;; ;[ : J 1

m

:

:f

= :: •\ 9 rcurir» J 1 '. •] j | J i c _ L ib TS ; r ! -i. :" F • [ t / 1 ; : : : j i : : : FIG.9 i ;

M

-i 1 ' 1 :: = r.l : Jï ii?

Jf

: J : 'ï; ' -10' !

i-1

i

i

; : : : ': : 10'

(17)

Ol u. < LU > > O LO Z LU Q >

z

LU

z

o ö Cl (SI LU I -Z LU ce LU LU LU CE > O

z

LU in ço œ co t -O _J LL

s

l

m o ID o LU t -O O

o

o

CO -O:

1T5"

g ä ».

TT

T T

IT^"

(18)

CM

u.

T3 C O w5

-J S

LU

O Od

8

o stijging in cm

(19)
(20)

•o c o VI

B

J o

ÜJ

O

< LL

o

<N _ O

stijging in cm

(21)
(22)

m M 99 l'I'll!'!!!!!!1!'

10

15

20

-25

30

35

LQ

::.•«:::: : : •.*: : ÄDJOK :::*»::::: ii mi t t i i . j . iil'ili'iiili •; I;

i i

kylm/dag) - 0.1 - 1.5 - 0.004 - 0.07 - 27.7 - 8.0 - 27.7 - 25.5 - H f l - 5.7 - 8.2 8.0 8.6 0.05 0.09 0.006 0.00006 0.001 20.0 12.7 — 37.1 22.2 H.2 5.6 12.8 22.2 17.4 22.1 29.1 0.05 0.002 1.9 0.1 0.01 0.00003 0.0001 0.55 0.33 9.0 9.2 0.17 2.0 7.7 Fig.13

1

J

> c = 217 dagen

1

j

> c -17239 dagen LEGENDA:

11

L

1

v.r.;::: ::.?:::::: iiiffipiiili • • • • • • o 0 «%s slibgehalte 0 - 2 % 2 - 5 % 5 - 1 0 % klei. slibgehalte 10 - 2 5 % 25 - 4 0 % 4 0 - 5 5 % zand. U 80-120 •• U50-80 » U30-50 .. U20-30 grind humeus houtresten > c = 42 479 dagen 45

(23)

-O) c o CT) C 'tZ O

.o en

c en

äs

m 0)

•a

o

-C

Ê

c

-S

a

O) c_ O O

m

CT) O CO o o" I

5

o" 0> O t_ O. 0) at o E to 0) > ö o

6L

o O-E E

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Alle door ons verstrekte gegevens zijn met zorg samengesteld en grotendeels gebaseerd op door derden verstrekte gegevens.. Te zake de juistheid hiervan kunnen wij echter

An indicative weighting of the exercises is given at the bottom of page 2.. There are

Asked why their demands turned political, many participants echoed Maluleke’s (2016) assertion that the shutting down of universities in the context of student protests

De respondenten geven aan dat innovatiemakelaars flexibel moeten zijn, en telkens moeten nadenken wat de volgende stap in innovatieprocessen nodig heeft: dit betekent

De kans is immers groot dat in 2020 de internationale productie, inclusief de steeds maar stijgende importen, voor een groot deel in of door Nederland verhan- deld zullen worden

De minister van VWS heeft besloten om het middel Lumacaftor/ivacaftor (Orkambi®) voor cystische fibrose (ook wel bekend als taaislijmziekte) vanaf 1 november 2017 toe te laten tot

The research wanted to know if the organization has on site peer education that can get involved in HIV/AIDS related stigma and discrimination.. The respondent answered

Op een lichtere grond (zand of zavel), wanneer een snelle start en een verdere vlotte groei verzekerd is, is deze teelt zeker goed mogelijk. let gehruik van perspotten bij