• No results found

BESLUIT pagina 1van 6bcm0808-98076-12-2006file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0808-9807.htm

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "BESLUIT pagina 1van 6bcm0808-98076-12-2006file://E:\archief1998\besluiten\bcm\bcm0808-9807.htm"

Copied!
6
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

BESLUIT

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse

mededingingsautoriteit als bedoeld in artikel 37, eerste lid, van de Mededingingswet.

Nummer: 808 / Krasnapolsky - Golden Tulip International

1. Op 12 juni 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen waarin is medegedeeld dat de ondernemingen Krasnapolsky Hotels en Restaurants N.V. en Golden Tulip International N.V. het voornemen hebben een concentratie als

bedoeld in artikel 27 van de Mededingingswet aan te gaan. Van de melding is mededeling gedaan in Staatscourant 112 van 18 juni 1998. Naar

aanleiding van de mededeling in de Staatscourant zijn geen zienswijzen van derden naar voren gebracht.

I. DE PARTIJEN

2. Krasnapolsky Hotels en Restaurants N.V. (Krasnapolsky) is een naamloze vennootschap naar Nederlands recht waarvan de aandelen zijn genoteerd aan de effectenbeurs van Amsterdam. Krasnapolsky is actief op het gebied van de exploitatie van hotels en restaurants in Nederland, Zuid-Afrika en Israël alsmede de productie van geprefabriceerde

maaltijdcomponenten.

3. Golden Tulip International B.V. (GTI) is een besloten vennootschap naar het recht van de Nederlandse Antillen waarvan de aandelen in handen zijn van Golden Tulip International N.V. (90%) en ABN AMRO Participaties B.V. (10%). GTI ontplooit activiteiten op het gebied van de exploitatie van hotels in Nederland en Frankrijk alsmede het inrichten en renoveren van hotels en restaurants.

II. DE GEMELDE OPERATIE

4. De gemelde operatie, zoals uiteengezet in het "Fusieprotocol" dat door partijen is ondertekend op 2 juni 1998, betreft de overname van alle uitstaande aandelen van GTI door Krasnapolsky tegen betaling van

contanten en uitgifte van aandelen in Krasnapolsky aan de aandeelhouders van GTI.

III. TOEPASSELIJKHEID VAN HET CONCENTRATIETOEZICHT

5. De gemelde operatie is een concentratie in de zin van artikel 27, onder b, van de Mededingingswet. De hierboven, onder punt 4, omschreven

transactie leidt er toe dat Krasnapolsky zeggenschap verwerft over GTI. 6. Uit de bij de melding ter beschikking gestelde omzetgegevens blijkt dat de gemelde concentratie binnen het toepassingsbereik van de

(2)

IV. BEOORDELING A. Relevante markten

7. Uit de beschrijving van de bedrijfsactiviteiten van Krasnapolsky en GTI blijkt dat zij beiden actief zijn in de exploitatie van hotels in Nederland. In Nederland exploiteert Krasnapolsky het Grand Hotel Krasnapolsky, het Schiller Hotel, het Caransa Hotel en het Doelen Hotel (allen in Amsterdam) en voert zij op grond van een managementcontract met de franchisenemer van het Holiday Inn Hotel in Utrecht het management over dat laatste hotel. GTI exploiteert of voert het management over 27 hotels in Nederland waaronder hotels in Amsterdam en Utrecht.

i) relevante productmarkt

8. Naar het standpunt van partijen, die zich daarbij baseren op de benaderingswijzen die de Europese Commissie heeft gehanteerd in haar meest recente beschikking met betrekking tot de hotelsector, kunnen bij de afbakening van de relevante productmarkten in de hotelsector verschillende benaderingswijzen worden gekozen. Van deze benaderingswijzen zijn de in het onderhavige geval meest toepasselijke hierna weergegeven.

9. Volgens partijen zouden binnen de hoteldienstverlening afzonderlijke markten onderscheiden kunnen worden voor "economy"-, "midscale"- en "upscale"-hoteldiensten, waarbij de gemiddelde gepubliceerde kamerprijs en het oordeel van de consument als basis dienen. Volgens partijen komt dit onderscheid overeen met de klassen voor 3-, 4- en 5-sterrenhotels van het binnen de Nederlandse hotelbranche gebruikte

Benelux-Hotelclassificatie-systeem van het Bedrijfschap Horeca & Catering. In dit systeem worden op basis van kwaliteits- en voorzieningenniveau hotels ingedeeld in de categorieën 1- tot en met 5- sterren.

10. Als alternatieve afbakening van de productmarkt kan op basis van de zogenaamde "price-break"-analyse worden bepaald welke hoteldiensten tot eenzelfde productmarkt behoren. Deze methode gaat ervan uit dat alleen hotels met prijzen voor vergelijkbare hoteldiensten die maximaal 10% van elkaar verschillen op een zelfde markt opereren. Partijen kwalificeren deze methode echter als een enigszins academische omdat zij, toegepast op bijvoorbeeld de situatie in Amsterdam, tot effect heeft dat bepaalde

concurrenten niet tot de markt worden geteld die in de ogen van partijen wel degelijk belangrijke concurrenten zijn.

11. Zoals reeds in zaak 161/ Accor - Postiljon is opgemerkt kunnen de kwaliteitsverschillen tussen hotelkamers die slechts één ster in aanduiding verschillen relatief klein zijn en bestaat er een bepaalde mate van overlap in prijsstelling tussen hotelkamers die tot verschillende stercategorieën horen. Op basis daarvan zijn er aldus redenen om aan te nemen dat er

concurrentiedruk bestaat tussen hotels met uiteenlopende ster-classificaties.

(3)

van productmarkten die steeds hotels met naastliggende ster-categorieën omvatten (3- en 4-sterren tezamen en 4- en 5-sterren tezamen). Geen van deze toetsen geeft reden om aan te nemen een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt.

ii) relevante geografische markt

14. In de melding nemen partijen geen eenduidig standpunt in ter zake van de geografische dimensie van de productmarkt. In de door partijen

voorgestelde productmarktafbakeningen wordt, afhankelijk van het gekozen alternatief, zowel over een nationale markt als over een lokale markt

gesproken. Desgevraagd hebben partijen verklaard dat, indien gekozen zou worden voor een lokale afbakening, in ieder geval ook de plaatsen die binnen een bepaalde afstand van een grote stad liggen tot de geografisch relevante markt gerekend moeten worden.

15. In zaak 161/ Accor - Postiljon is opgemerkt dat de hotelmarkt zowel kenmerken heeft van een nationale als van een lokale markt. Een

afbakening van een nationale markt is denkbaar indien de betrokken hotels georganiseerd zijn in ketenverband en opereren onder een

gemeenschappelijke naam. Of in het onderhavige geval kan worden gesteld dat Krasnapolsky en GTI op nationale schaal met elkaar concurreren, is twijfelachtig, gelet op het feit dat Krasnapolsky alleen in Amsterdam en Utrecht actief is. Bezien vanuit de vraagzijde lijkt het aannemelijk dat de keuze voor een plaats van bestemming die een hotelgast maakt, in veel gevallen primair afhangt van zijn achterliggende reisdoel (bijvoorbeeld: een zakelijke ontmoeting, een toeristische attractie of een evenement). Aldus bezien lijkt het aannemelijk dat de geografische dimensie van de markt voor hoteldiensten zich beperkt tot de stad en de plaatsen die binnen een redelijk snel en eenvoudig te overbruggen afstand van een grote stad liggen.

16. De beantwoording van de vraag of de markt voor hoteldiensten en nationale dan wel lokale dimensie heeft kan in het onderhavige geval in het midden blijven. Zowel een beoordeling van de effecten van de concentratie op nationaal niveau als een beoordeling van de effecten in de steden Amsterdam en Utrecht en hun respectievelijke directe omgevingen leidt niet tot de conclusie dat als gevolg van de concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt.

IV. Gevolgen van de concentratie

17. GTI heeft in 1992 een samenwerkingsovereenkomst gesloten met Utell International Ltd. Ingevolge deze overeenkomst verzorgt Utell de

reserveringen ten behoeve van GTI alsmede van alle andere hotels die wereldwijd onder de naam Golden Tulip opereren (hierna: GTWW (Golden Tulip World Wide)). Het gaat hier om 350 hotels, in exploitatie bij derden, die zijn aangesloten bij het bovenbedoelde reserveringssysteem van Utell (dat overigens niet exclusief voor GTI en GTWW werkt). GTI heeft geen enkele zeggenschap over deze hotels. Zij worden dan ook niet

meegenomen bij de beoordeling van de gevolgen van de concentratie.

a. Nationaal

(4)

en 4- sterren samen worden genomen bedraagt het gezamenlijke marktaandeel van partijen ca. [....]. Uitgaande van nationale markten kan dan ook de conclusie worden getrokken dat de concentratie niet tot gevolg zal hebben dat een economische machtspositie zal ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

b. Amsterdam en omgeving

19. In de stad Amsterdam is GTI in het 3-, 4- en 5-sterrensegment actief. Krasnapolsky is actief in het 4- en 5-sterrensegment. In de categorie 3-sterren bestaat dus geen overlap in de activiteiten van partijen.

20. Partijen hebben alleen marktaandelen overgelegd met betrekking tot de stad Amsterdam. Deze cijfers geven het volgende beeld. Het gezamenlijke marktaandeel van GTI en Krasnapolsky in het 5-sterrensegment is ca. [....]. Het gezamenlijke marktaandeel van partijen in het 4-sterrensegment is ca. [....]. In de gecombineerde categorieën 4- en 5-sterren is het gezamenlijke marktaandeel van partijen ca. [....]. In het gecombineerde 3- en

4-sterrensegment is het gezamenlijke marktaandeel van partijen ca. [....]. 21. Indien het gebied van Amsterdam en omgeving wordt beschouwd, is het aannemelijk dat de concentratie in ieder geval niet tot hogere gezamenlijke marktaandelen dan de hierboven genoemde zal leiden. In dat gebied zijn vele hotels aanwezig in de 3-, 4- en 5-sterrensegmenten, waarvan er slechts één behoort aan partijen. Daarom kan ten aanzien van deze markten worden geconcludeerd dat de concentratie niet tot gevolg zal hebben dat een machtspositie zal ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

c. Utrecht en omgeving

22. In Utrecht en omgeving exploiteert GTI een hotel in het 3-sterren-segment, en heeft Krasnapolsky een 4-sterrenhotel in beheer. Geen van beide partijen zijn daar actief in de 5- sterrencategorie. Als ieder segment afzonderlijk worden beschouwd bestaat er derhalve geen overlap in de activiteiten van partijen. Ook als het 4- en 5-sterrensegment tezamen worden beschouwd bestaat geen overlap.

23. Indien in Utrecht en omgeving de categorieën 3- en 4-sterren gezamenlijk worden beschouwd geldt het volgende.

24. Het 4-sterrenhotel dat Krasnapolsky in beheer heeft betreft het hotel Holiday Inn Utrecht waarover Krasnapolsky op grond van een met Exploitatiemaatschappij Hoog Brabant B.V. gesloten

managementovereenkomst het beheer voert. Ingevolge deze overeenkomst is Krasnapolsky verantwoordelijk voor het te behalen resultaat. Er is echter een aantal essentiële beslissingen dat aan de toestemming van de

(5)

25. Indien de 3- en 4-sterrensegmenten in Utrecht en omgeving bij elkaar genomen worden is er, als het Holiday Inn Hotel Utrecht niet wordt

meegenomen, geen sprake van overlap in de activiteiten van partijen op die markt. Indien het Holiday Inn Hotel Utrecht wel wordt meegenomen

bedraagt het gezamenlijk marktaandeel van partijen ca. [....]. Daarbij moet in het oog gehouden worden dat in de categorieën 3- en 4- sterren in Utrecht en omgeving verschillende andere belangrijke ondernemingen actief zijn waaronder bijvoorbeeld Accor (de hotels Postiljon, Ibis en Mercure), alsmede een aantal zelfstandige hotels.

26. In beide in punt 25 genoemde gevallen kan derhalve worden geconcludeerd dat de concentratie niet tot gevolg zal hebben dat een economische machtspositie zal ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

V. CONCLUSIE

27. Na onderzoek van deze melding, is de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit tot de slotsom gekomen dat de gemelde operatie binnen de werkingssfeer van het in hoofdstuk 5 van de Mededingingswet geregelde concentratietoezicht valt. Hij heeft geen reden om aan te nemen dat als gevolg van die concentratie een economische machtspositie kan ontstaan of worden versterkt die tot gevolg heeft dat een daadwerkelijke mededinging op de Nederlandse markt of een deel daarvan op significante wijze wordt belemmerd.

28. Gelet op het bovenstaande deelt de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit mede dat voor het tot stand brengen van de concentratie waarop de melding betrekking heeft geen vergunning is vereist.

Datum: 8 juli 1998

De directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit voor deze:

(w.g) Drs. R.J.P. Jansen Hoofd Concentratiecontrole

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de arrondissementsrechtbank te Rotterdam, sector bestuursrecht, Postbus 50951, 3007 BM, Rotterdam.

(6)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Hoewel daar na wijziging van de concentratie geen sprake meer van is, zou er, indien de nieuwe onderneming aansluit bij Superunie, op grond van de overwegingen zoals uiteengezet in

Op 18 juni 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen waarin is medegedeeld dat CVC European Equity II Limited en Brunner

I. Op 24 juni 1998 heeft de directeur-generaal van de Nederlandse mededingingsautoriteit een melding ontvangen van een voorgenomen concentratie in de zin van artikel 34 van

vloermaterialen voor projectinrichting zijn te beschouwen als twee afzonderlijke productmarkten, dan hebben partijen op de markt van vloermaterialen voor woonruimtes in Nederland

Voor het onderhavige besluit kan een precieze afbakening van de relevante geografische markt achterwege blijven omdat, zoals uit punt 14 van dit besluit blijkt, de preciese

Partijen hebben aangegeven dat de markt die door de concentratie wordt beïnvloed de markt is voor "service providing" (d.w.z. de marketing en verkoop van abonnementen

Op grond van het bovenstaande kunnen de onder punt 17 omschreven clausules, voorzover zij overeenkomsten vormen als bedoeld in artikel 6 van de Mededingingswet, naar het oordeel

mededingingsautoriteit een melding ontvangen waarin is medegedeeld dat de ondernemingen BASF Aktiengesellschaft en Clariant International AG het voornemen hebben een concentratie