Vraag nr. 101 van 19 april 2001
van de heer JAN LOONES
Vlaamse Toontuinen (Hoegaarden) – Kredietaflos-sing
De VZW Vlaamse Toontuinen trekt aan de alarm-bel.
Vanaf midden oktober 2001 zou de VZW drie-maandelijks 400.000 frank moeten aflossen aan de Vlaamse overheid. Dit zou passen in een afbe-talingsplan ter delging van 2,5 miljoen frank rente-loos krediet, in 1994 toegestaan door de vorige Vlaamse regering.
De kosten voor de instandhouding en verdere uit-bouw van het Thematuinenpark schijnen echter zo hoog te zijn, dat dit afbetalingsplan er nog eens bo-venop een onhaalbare taak is. Bovendien moet de VZW alléén al voor de Koninklijke Tuin jaarlijks 350.000 frank betalen. Volgens de VZW kan ze pas na die betaling 400.000 per jaar, en niet per drie maanden, afbetalen aan de Vlaamse overheid. De VZW vreest voor het voortbestaan van het Thematuinenpark wanneer geen regeling wordt ge-troffen in dit dossier.
1. Is de minister op de hoogte van de precaire toe-stand waarin de VZW Vlaamse Toontuinen ver-keert ?
2. Heeft hij al een oplossing gezocht in de richting van een vergelijk met de VZW over het afbe-talingsplan ?
N.B. Een vraag over de situatie van de V l a a m s e Toontuinen werd ook gesteld aan mevrouw Vera Dua, Vlaams minister van Leefmilieu en Landbouw.
Antwoord
Ik ben inderdaad op de hoogte van de precaire toe-stand van de VZW Vlaamse Toontuinen.
Op 3 februari 1994 werd een overeenkomst afge-sloten tussen het Vlaams Gewest en de V Z W Vlaamse To o n t u i n e n . Hierbij werd een renteloos voorschot toegekend van 3 miljoen frank, terug te betalen over een periode van zeven jaar. De terug-betaling van het renteloos voorschot verloopt alles-behalve vlot. Tot nu toe werden enkel vier schijven van 90.000 frank betaald, met vertraging en na
aan-maning door de administratie. Verdere betalingen gebeurden niet.
Er kan enkel worden vastgesteld dat, ondanks het herhaaldelijk toekennen van uitstel van terugbe-taling van het renteloos voorschot, VZW V l a a m s e Toontuinen niet in staat is dit voorschot terug te b e t a l e n . De laatste poging die werd ondernomen, dateert van 18 september 2000, waarbij een her-schikking van de terugbetalingskalender werd vooropgesteld aan de V Z W. Dit ontwerp hield re-kening met de opmerking van de gedelegeerde be-stuurder van de V Z W, die naar aanleiding van een inspectieonderzoek van de administratie akkoord ging om de terugbetaling uit te stellen tot oktober 2001.
Na twee herinneringsbrieven aan de VZW werd de administratie Economie meegedeeld dat op dit voorstel niet kon worden ingegaan, met de motive-ring : " Voor de Koninklijke Tuin alleen al moet jaarlijks 350.000 fr. betaald worden aan de NV In-t e r p l a n In-t . Pas daarna zullen we in sIn-taaIn-t zijn per jaar 400.000 fr. terug te betalen ter delging van de ren-teloze lening, meer is niet haalbaar!".
Het is duidelijk dat dit een probleemdossier is, waarbij drie oplossingen mogelijk zijn.
– Opnieuw uitstel van terugbetaling verlenen tot-dat de afbetaling van de aanleg van de Ko n i n k-lijk Tuin over drie jaar gebeurd is, met het risico dat ook dan de terugbetaling niet kan plaatsvin-den.
– Kwijtschelden van de schuld, wat evenwel een precedent schept voor gelijkaardige dossiers waarbij renteloze voorschotten werden toege-kend.
Een kwijtschelding vergt begrotingstechnisch een schrapping van een vastgesteld recht, d a t momenteel 2.640.000 frank bedraagt.
– Het dossier indienen bij de Centrale Invorde-ringscel bij het Departement Algemene Zaken en Financiën.