Vraag nr. 96
van 15 februari 2001
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE De Putten (Kieldrecht) – Bescherming
Begin december 2000 liet de Tijdelijke Ve r e n i g i n g Verrebroekdok bossen grenzend aan het natuurge-bied De Putten zonder enige vergunning rooien. Ook werd er een dijk aangelegd ter voorbereiding van verdere ophoging.
De Putten is een waardevol natuurreservaat aan de rand van het Doeldok. Er wordt gevreesd dat door deze werken dermate visuele schade wordt aange-b r a c h t , dat het voorlopig nog aange-beschermde geaange-bied zonder veel tegenstand kan worden ingepikt. Ondertussen blijkt dat na een klacht van het A c t i e-comité 2020 de illegale werken werden stilgelegd. 1. Werd er ooit een vergunning aangevraagd voor
het rooien van de bossen grenzend aan het na-tuurgebied De Putten ?
2. Welke initiatieven worden genomen om het na-tuurgebied De Putten blijvend te beschermen ? Blijft het natuurgebied dan ook beschermd wanneer het Doeldok zal worden aangelegd ? 3. Worden er maatregelen genomen om de visuele
schade aan het natuurgebied te herstellen ?
Antwoord
1. Het afleveren van bouwvergunningen voor ont-bossing ressorteert onder de bevoegdheid van de minister bevoegd voor Ruimtelijke Orde-ning.
Wel heeft de afdeling Bos en Groen een aan-vraag (door AW Z , administratie Waterwegen en Zeewezen – afdeling Zeeschelde) tot ontbos-sing behandeld voor twee begroeide zones gren-zend aan het gebied De Putten. De begroeide zones (oppervlakte van ca. 1,1 ha) betreffen spontane opslag van voornamelijk wilg en berk op reeds opgehoogd terrein. Bij navraag bij de afdeling Bos en Groen is gebleken dat op 19 maart 2001 een voorlopig ongunstig advies werd uitgebracht aan de administratie Ruimtelijke O r d e n i n g, Huisvesting en Monumenten en Landschappen (Arohm).
De AWZ heeft intussen beslist om deze ontbos-sing mee op te nemen in het MER voor het D e u r g a n c k d o k , zodat een eventuele nieuwe aanvraag na het MER zal worden ingediend. (MER : milieueffectrapport – red.)
2. In de beslissing van de vorige Vlaamse regering van 25 mei 1999 over de "Principes m.b. t . h e t Strategisch Plan Linkerscheldeoevergebied" wordt De Putten aangeduid als een gebied waar de havenuitbouw zo lang mogelijk in de tijd dient te worden achteruitgeschoven. Met de goedkeuring van de gedeeltelijke wijziging van het gewestplan Sint-Niklaas/Lokeren op het grondgebied van de gemeente Beveren (Bel-gisch Staatsblad 08/08/2000), krijgt De Putten een extra bescherming. Meer specifiek in artikel 2 0 wordt De Putten aangeduid als zeehavenge-bied met tijdelijke bestemming valleigezeehavenge-bied (ZTV).
"Dit gebied wordt gereserveerd als zeehavenge-bied type 2.
De bestemming kan slechts gerealiseerd worden voor het geheel of een gedeelte van het gebied na vaststelling van een gewestelijk ruimtelijk u i t v o e r i n g s p l a n . Dit ruimtelijk uitvoeringsplan kan slechts ten vroegste worden vastgesteld in het jaar 2007.
In afwachting heeft het de bestemming valleige-b i e d , zoals aangegeven in artikel 1 van valleige-bijlage IV."
Dit impliceert dat De Putten een bescherming krijgt minstens tot 2007 en dat op basis van een nieuw maatschappelijk debat in het kader van het ruimtelijk uitvoeringsplan de definitieve be-stemming van dit gebied, alsook van het zeeha-vengebied met tijdelijk agrarisch gebruik (ZTA), zal worden bepaald.