Vraag nr. 94 van 29 maart 2001
van mevrouw MARLEEN VAN DEN EYNDE P r ovinciale buitendiensten RO – Pe r s o n e e l s f o r m atie Om bouwvergunningen zo snel mogelijk te kunnen a f l e v e r e n , wil de minister in alle provinciale buiten-diensten een stedenbouwkundig ambtenaar, e e n stedenbouwkundig inspecteur en een planologisch ambtenaar aanstellen. Bovendien zou hij in iedere buitendienst minstens twee planologische ambte-naren willen benoemen, om aldus een college te vormen dat bij consensus kan beslissen.
1. Zijn de provinciale buitendiensten momenteel reeds ingevuld met de vermelde topambtena-ren ?
2. Hoe ziet de formatie van de provinciale buiten-diensten er nu uit ?
3. Welke werkverdeling geldt er voor deze provin-ciale buitendiensten ?
4. Kunnen op die manier de bouwvergunningen daadwerkelijk op een snellere manier worden afgeleverd ?
Antwoord
1. In elke provincie werden inmiddels bij ministe-rieel besluit van 18 juli 2000 zowel de geweste-lijke stedenbouwkundige ambtenaren (2), d e gewestelijke planologische ambtenaren (2) als de gewestelijke stedenbouwkundige inspecteurs (1) aangesteld.
Deze drie soorten ambtenaren hebben elk hun specifieke opdrachten, vermeld in het decreet van 18 mei 1999. Daarnaast blijft ook de "ge-machtigde ambtenaar" voor de archivering van vergunningen in de overgangsperiode tot in mei 2005 actief. In elke provincie is één van de ste-denbouwkundige ambtenaren ook tegelijkertijd gemachtigde ambtenaar.
2. De personeelsformatie die wordt ingezet voor het takenpakket "ruimtelijke ordening" in de verschillende provincies, ziet er op 1 april 2001 als volgt uit (zie tabel als bijlage).
3. De werkverdeling m.b. t . de sector ruimtelijke ordening is gebaseerd op een interne opsplitsing in drie cellen, namelijk : v e r g u n n e n , plannen en handhaven.
Gepoogd wordt de beschikbare personele mid-delen zo optimaal mogelijk te benutten. D i t heeft onder meer tot gevolg dat meerdere per-soneelsleden voor meerdere taken worden inge-z e t . Daarbij gaat verreweg de grootste aandacht naar de vergunningenverlening (gemiddeld 2/3 van de totale tijdsbesteding). Het opsplitsen van bovenvermelde cijfergegevens is niet zo erg zin-v o l , omdat het slechts een momentopname zou g e v e n , aangezien de werkverdeling varieert naargelang de omstandigheden dit vereisen. Z o moesten een aantal dossierbehandelaars wor-den ingezet om tijdig het onderzoek van de ver-valregeling van de BPA's te kunnen afronden en worden de meeste planologische ambtenaren deeltijds ingezet voor vergunningsdossiers. (BPA : bijzonder plan voor aanleg – red.) 4. Het aanstellen van de verschillende categorieën
gewestelijke ambtenaren met hun specifieke be-voegdheden past niet in de doelstelling van een snellere afhandeling van de bouwaanvragen, maar is het logisch gevolg van het in het decreet van 18 mei 1999 op de ruimtelijke ordening uit-gestippelde nieuw beleid, dat onder meer ge-richt is op een verschuiving van bevoegdheden. Voor het terugdringen van de achterstand wer-den anderzijds reeds tal van maatregelen getrof-fen, zoals :
– het rekruteren van bijkomend gekwalifi-ceerd personeel (wordt evenwel bemoeilijkt door een gebrek aan geschikte kandidaten, ten gevolge van een schaarste op de arbeids-markt) ;
– het verschuiven van effectieven ;
– het herstructureren en moderniseren (maxi-male informatisering) van de diensten ; – het optimaliseren van de procedures ;
Ik meen dat het resultaat van deze maatrege-len inmiddels zichtbaar is via een duidelijke terugloop van de achterstand in de pro-bleemprovincies A n t w e r p e n , O o s t-V l a a n d e-ren en (in mindere mate) We s t-V l a a n d e r e n . Zaak zal nu zijn op snelheid te blijven, w a a r-voor momenteel naast de rekrutering van tij-delijk personeel ook de mogelijkheid van uit-besteding van sommige (uitdovende) op-drachten wordt onderzocht.
Niveau A B C D E Tot.afd.
Statuut Vast. Contr. Vast. Contr. Vast. Contr. Vast. Contr. Vast. Contr. Vast. Contr.
ROHM 14 2 3 1 21 2 9 1 3 0 50 6 Oost-Vl. ROHM 14 2 2 0 13 1 8 0 0 0 37 3 West-Vl. ROHM 11 2 1 0 15 2 6 3 2 0 35 7 Vl.-Brabant ROHM Limburg 14 0 1 0 11 3 11 0 3 2 40 5 ROHM 17 2 1 0 21 2 10 2 2 0 51 6 Antwerpen Totaal RO 70 8 8 1 81 10 44 6 10 2 213 27
(1) Er dient te worden opgemerkt dat in bovenstaande cijfers ook de personeelsleden zijn opgenomen die slechts deeltijds werken. N.v.d.r.